De pastor en het bier, er is geen duo dat meer onafscheidelijk is. Als pastorale superheld schrijft Gert Van Langendonck ons met zijn geestelijk vernuft op weg naar de beste smaken in het bierlandschap. Prosit! 

Er is tegenwoordig niet veel te doen buitenshuis, waardoor veel mensen regelmatig gaan wandelen. De natuur is sowieso een populaire en gezonde bestemming, maar wist je dat wandelen in de buurt van water nóg beter is voor je gezondheid dan wandelen in een groene omgeving? De effecten van water op onze mentale en fysieke gezondheid werden op verschillende manieren onderzocht en de resultaten zijn duidelijk: water heeft een positieve invloed op ons.

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie is het tijd voor de ‘eenwoud’. Eindelijk. 

Zijn we het vergeten of willen we het simpelweg niet meer weten? Het is een vraag die gesteld kan worden aan vele verschillende bewoners van vele verschillende landen als het aankomt op de duistere bladzijden van hun geschiedenis. Schaamte en schuld – een gebrek aan interesse klinkt tegenwoordig moderner. Dat bleek een tijd geleden uit een onderzoek naar de kennis van de Belgen over hun eigen koloniale verleden dat aan UAntwerpen werd gevoerd door Zeger Verleye. Ondermaats en ronduit gênant eigenlijk, dat viel aan de conclusies af te lezen. Of toch niet? Want is kennis wel zo belangrijk? Verraadt onze lage kennis effectief een institutioneel en cultureel immobilisme?

Kunstenaar of topsporter, bejaarde of ondernemer, geen enkele soort ontspringt de dans. Je wordt op een dag wakker met de intense drang om je aan Universiteit Antwerpen in te schrijven. Het gevolg: zo veel vreemde vogels dat het uitzonderlijk wordt om normaal te zijn. Elke maand zetten wij een bijzondere student in de kijker.

Als kind kon ik niet genoeg krijgen van feitjes over planeten en fantaseerde ik over de hoogste plekken ter wereld. Ik klom in bomen, viel van de takken en bedwong de houten reuzen dan opnieuw. Een reuzenrad stemt me tevreden, een achtbaan maakt me euforisch. De wolken doen me dromen, de sterren fascineren me, de bergketens wenken. En toch: ik heb hoogtevrees, de beklemmende soort. Ik kan niet meer zeggen sinds wanneer. Misschien is er met elke val een druppeltje angst bijgekomen. 

Wat we nu kennen als ‘de loterij’ heeft er niet altijd zo uitgezien. Dan bedoel ik niet het feit dat de loterij zich op een televisiescherm voltrekt, in een studio ver weg van haar publiek, of het hoogtechnologische bingosysteem dat steevast door een gerechtsdeurwaarder gecontroleerd wordt. Loterijen in de nieuwe tijd ontstonden op initiatief van de stedelijke overheid als manier om met schulden om te gaan. Al gauw evolueerde een redelijk eenvoudige tombola tot een literair spektakel met gevarieerde prijzen. Een korte reis door de tijd.

Al geruime tijd mis ik de mensen die ik niet ken. Die jongen met die iets te felle jas van dat college op donderdagochtend. De eenbenige vrouw die ik minstens wekelijks groette op de Paardenmarkt. De man die altijd rokend te vinden was op dat bankje bij de supermarkt. Stuk voor stuk bekende gezichten met onbekende namen en dat houd ik liever zo. Er zit een bepaalde mystiek aan deze figuranten, aan de ogen waarin verhalen zich schuilhouden, maar de mond die ze niet ten gehore brengt. Zolang hun verhalen opgeborgen blijven mag ik ze zelf schrijven. Die felle jas is vast door zijn moeder gekocht, zelf vindt hij hem spuuglelijk. Dat been is afgezet door een enge dokter met een Duits accent na een giftige slangenbeet in de jungle van Malawi. De rokende man is er nog steeds van overtuigd dat hij morgen zal stoppen. 2020 heeft de constructie van mijn innerlijke rariteitenkabinet flink vertraagd, door mij en mijn sprookjesfiguren veilig in ons kot op te bergen. Heb ik even geluk dat dat van mij ramen heeft. 

Niet Vlaams genoeg voor de Vlamingen, niet Nederlands genoeg voor de Nederlanders. Geplaagd door zijn dualiteit duikt Antwerpenaar en keeskop Tino in het diepe vat van Vlaamse volksmuziek om te assimileren. Met wie? Moakt da zelf maar uit ze, frikandel.  

In een wereld vol protesten, sociale-mediagekibbel en dronken discussies op café ging ik op zoek naar een oase van samenspraak. Ik werd niet teleurgesteld. De voorbije weken nam ik jullie mee doorheen mijn zoektocht naar een objectief beeld van Debate Your Issue, DYI. Vandaag bevat de kern een andere boodschap. Wat is nu het nut van dit project? En is er überhaupt een probleem? Is DYI de oplossing?