RECTOR²

UAntwerpen

18/05/2024
🖋: 

Het academiejaar zit er bijna op en dat betekent twee dingen. Ten eerste loopt het ambtstermijn van rector Herman Van Goethem ten einde en ten tweede is de tijd bijna aangebroken voor rector-elect Herwig Leirs. Ik nam nog snel mijn kans voor een historisch dubbelinterview met beide heren. Alle serieuze vragen die ik kon bedenken, zijn hun ondertussen al lang gesteld, dus kwam ik voor een ludiek gesprek met koffie.

Met Van Goethem gaat het goed, maar hij vertelt me dat hij het toch drukker heeft dan verwacht: “Ik dacht dat het intussen wat uitbollen zou zijn, maar dat is helemaal niet het geval. Iemand heeft mij gezegd dat het zoals Parijs-Roubaix is: je moet tot het einde spurten over kasseien. Mijn opvolger weet dus nu al dat het stilte voor de storm is.” Die opvolger heeft het ook nu al druk, zegt hij: “Het is natuurlijk druk, maar dat is niets onverwachts.

Ik ben al aan het meedraaien met verschillende dingen en ik krijg al veel informatie. Daarnaast zijn er evenementen waar ik naartoe ga als de rector iets anders te doen heeft. Op die manier leer ik al veel mensen kennen en zie ik hoe het systeem achter het rectoraat draait.”

Beiden hebben mooie vooruitzichten voor de komende vier jaren. Van Goethem gaat op emeritaat en kijkt er vooral naar uit om terug zelf zijn agenda te kunnen bepalen. “Daar zal vooral veel ruimte zijn voor vrije tijd. Dat zal volledig nieuw zijn voor mij, want de afgelopen acht jaar was dat bijna nooit het geval. Als onderzoeker is het niet moeilijk om die vrije tijd in te vullen: ik ga terug naar mijn onderzoek. Als men het mij vraagt, wil ik daarnaast ook nog wel meewerken aan projecten – zolang het er niet te veel zijn. Ik wil zeker geen oude meneer worden die naar raden van besturen gaat met zo’n leeg boekentasje.” Voor Leirs zit het dan weer anders: “Ik kijk er vooral naar uit om een aantal van de dingen die we in onze beleidsvisie hebben geschreven te realiseren. Dat zal niet altijd zo simpel zijn, want daarvoor heb je natuurlijk middelen nodig en er zullen keuzes gemaakt moeten worden.” Het is vooral rond duurzaamheid dat de rector-elect graag wil werken, vertelt hij. “Als we erin slagen om de universiteit duurzamer te maken, zou ik dat heel fijn vinden.”

De twee kennen elkaar ondertussen al goed, aldus Leirs. “We kennen elkaar al acht jaar omdat ik de afgelopen zeven jaar voorzitter was van de Raad van Bestuur. Toen hebben we heel goed samengewerkt en nu eigenlijk ook.” Van Goethem vertelt hoe de twee overeenkomen qua karakter: “We komen allebei vaak met de fiets naar het werk en we zijn allebei witte cisgender mannen en wat nog allemaal. Ik denk dat we alle twee ook naast het beleid van de universiteit nog allerlei andere interesses hebben die soms een beetje gelijk lopen.” Zo hebben de beide mannen allebei een plezierige interesse in geschiedenis. Misschien denken ze zelfs weleens aan het Romeinse Rijk.

Ik vroeg me af wat de succesvolle heren op jonge leeftijd voor ogen hadden. Leirs droomde van een sprookjesachtig beroep: “In de lagere school wilde ik ontdekkingsreiziger worden: veel reizen en nieuwe dingen ontdekken. Ik had ook een bak met allemaal knopjes op en dan fantaseerde ik dat ik daarmee van alles kon doen. Soms was het een computer, al bestond dat toen nog niet, maar dat haalde ik uit stripverhalen. En soms was het het dashboard van een onderzeeër. Daar heb ik heel lang mee gespeeld.” Van Goethem was niet minder ambitieus, want hij wilde archeoloog worden. “Toen ik tien jaar was, dacht ik al tussen stenen een Romeinse villa te ontdekken. Tijdens de eerste jaren van de middelbare school veranderde dat, toen wilde ik archivaris worden. Ik was dus nog een grotere weirdo dan Herwig.”

Na die aparte kinderdromen zijn de heren toegetreden aan (de voorlopers van) onze  universiteit, maar waren ze toen ook al zulke bezige bijen? “Zeker en vast”, vertelt Leirs. “In het eerste jaar ben ik begonnen als een rustige student. Ik ging toen niet te veel uit. In het tweede jaar ben ik praeses geworden en toen was het hek van de dam. Ik heb heel veel gefeest, maar ik was ook heel geëngageerd. Zo zat ik als student al in de voorlopers van wat nu onderwijscommissies zijn en was ik ook lid van de Raad van Bestuur van de UIA (Universitaire Instelling Antwerpen, n.v.d.r).” Toch lukte het voor Leirs om ook nog genoeg te studeren. “Het was fijn om te studeren. We hadden interessante proffen. Niet allemaal natuurlijk, maar veel proffen konden mensen echt  stimuleren om iets te doen.” Of hij altijd in de les zat? “Meestal wel, ja. Er werd natuurlijk niks opgenomen. Toch werd er ook veel gebrost om iets anders te gaan doen: bio-koten kuisen bijvoorbeeld.”

Van Goethem vindt zijn studieverhaal minder opwindend, maar moet qua werklast niet onderdoen: “Ik studeerde Rechten, maar mijn belangstelling ging ook uit naar geschiedenis. Daarom begon ik, terwijl ik al Rechten studeerde, ook aan de opleiding Geschiedenis. Toen waren alle examens in juni; alle vakken waren dus jaarvakken. Ik heb dus geweldig hard gestudeerd, want ik deed de ene studierichting in juni en de andere in september. Uitgaan deed ik ook, maar ik heb vooral verschrikkelijk hard gewerkt. Ondertussen had ik ook al een eerste boek geschreven, wat mij een werkmier maakt. Mijn vrouw zegt dat ik dat tot nu toe ben gebleven en dat ik nu wat minder zou moeten werken.”

Wanneer ik de twee om studietips vraag, reageren ze hartelijk. “Ik probeerde de leerstof echt bij te houden vanaf het begin, maar dat was omdat ik het allemaal interessant vond”, vertelt Van Goethem. Ook Leirs was iemand die zijn leerstof goed bijhield: “Ik maakte fiches waarop ik de hoofdlijnen schreef. Ik deed dat niet elke avond en ook niet na elke les, maar twee weken na een les waren de fiches toch zeker gemaakt.” Interesse is dus de boodschap. “Je moet vooral iets studeren dat je zelf heel boeiend vindt, dan gaat alles al veel makkelijker”,  aldus Van Goethem.

Van Goethem mag dan niet zo veel studietips hebben, leestips heeft hij genoeg: “Ik lees heel graag romans. Mijn lievelingsauteur is Gabriel García Márquez. Hij schrijft heel verhalend, heel meeslepend en ook heel verschillend. In het algemeen vind ik dat je alleen de beste boeken moet lezen, vooral als je weinig tijd hebt. En als een boek na 100 bladzijden niet goed is, dan leg ik het weg en doe ik het ook weg. De strafste boeken die ik de laatste tijd heb gelezen zijn Grand Hotel Europa en Erasmus: Dwarsdenken, een hele straffe biografie over Erasmus.” De ultieme aanraders zijn volgens Van Goethem Schuld en boete en Madame Bovary. Die laatste moet je volgens hem wel in het Frans lezen. Leirs is wat lezen betreft minder fanatiek, legt hij uit. “Ik heb heel veel boeken die voor een derde gelezen zijn tot ik geen tijd meer heb en ze opzij leg. Die verzamel ik dan op een stapel met papiertjes ertussen om te herinneren waar ik ben gebleven.”

Ik stel het me al voor, de rector die ergens op een bankje bij Campus Middelheim Madame Bovary leest. Alhoewel ik helemaal niet weet waar Van Goethem graag rondhangt. “Ik vind dat wij ongelooflijk verwend zijn om aan de universiteit te werken. Ik vind het globaal genomen een hele mooie universiteit met verschillende campusen, mooie gebouwen, mooie ruimtes en veel kunst. Als je hier al zo lang werkt, is het probleem dat je die schoonheid op den duur niet meer ziet. En als rector ben je sowieso omhooggevallen; je komt alleen op de mooiste plekken en overal waar je komt, word je ontvangen in de schone salon”, vertelt hij daarover. Nu goed, als de rector ergens een boek zou willen lezen, is het op een bankje van Campus Paardenmarkt. “Als je mij vraagt om een mooie plek, denk ik meteen aan de Paardenmarkt. Als ik daar nu rondloop, zeg ik van ‘Wat is dit?’ Het is ongelofelijk wat we daar hebben gedaan.” Leirs kiest daarentegen voor verschillende plekken: “De binnentuin van het Hof van Liere is een mooie locatie, maar er is ook een schitterende plek op Drie Eiken waar je in de richting van het talud kijkt met al dat groen. Zeker als de schapen daar staan, is het er echt mooi.”

Ten slotte kon ik het niet laten, ik werd sentimenteel en wilde weten of rector Van Goethem nog enige laatste woorden heeft voor de studenten. Na een diepe zucht begint Van Goethem: “Dan wil ik graag het studentenschap overstijgen. Ik wens alle mensen veel geluk toe; een goed lief, een partner – niet alleen staan, samen zijn. Wat je dan ook studeert, dat is eigenlijk allemaal niet zo belangrijk. De rest volgt. En natuurlijk hoop ik dat je je studies en je job met passie doet. Dat het je heel veel voldoening geeft.”