Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Met deze laatste dwarseditie van het jaar voelen we de nostalgie opkomen.

Mijn laatste editoriaal. Dit jaar is voorbij gevlogen en er zijn zoveel zaken gebeurd waarover ik nog zou kunnen schrijven, zoveel problemen, zowel op de universiteit als in de wereld, waartegen ik met een scherpe pen ten strijde zou kunnen trekken. En toch kies ik er nu voor om te eindigen met een positieve noot en te doen wat ik zo vaak doe: even durven wegdromen.

Op een zonnige maandagnamiddag wandelen we het Stadhuis van Antwerpen binnen. We hebben een afspraak met waarnemend burgemeester Els van Doesburg en worden al snel naar boven gelaten, richting Schoon Verdiep. Indrukwekkend is zeker het juiste woord om het te beschrijven: we nemen plaats in een ruime zaal met hoge houten plafonds, marmeren deurlijsten en portretten van oud-burgemeesters. Gewapend met een studentenperspectief en een hele hoop vragen worden we binnengelaten in het bureau van de burgemeester, waar ze ons opwacht. Ook hier keert de statelijke renaissance-inrichting terug in de ruime kamer; een mooie werkplek heeft ze zeker. We zijn hier niet om het te hebben over de economie of pensioenen, maar over zaken die studenten aangaan en waar zij als burgemeester van onze studentenstad dus veel over te zeggen heeft. Wat heeft ze ons te vertellen?

Waar is de Studentenraad zoal mee bezig? Haar roze logo verschijnt te pas en te onpas in de mailbox, maar wat doet ze naast mailen? Op welke manieren beïnvloedt ze het dagelijks leven van de student? Om daarachter te komen neust dwars in de projecten van de Studentenraad. Deze editie kaart Yorn Maes, coördinator Onderwijs, het probleem rond de ECTS-fiches aan.

Over het ontstaan van de naam Antwerpen bestaan veel twijfels en verhalen. Werd de stad vernoemd naar de heldhaftige daad van Silvius Brabo, die volgens de vijftiende-eeuwse saga de hand van de reus Druon Antigoon afhakte en in de Schelde wierp? Of komt de naam van het Keltische ‘Andouerpis’, dat later ‘Andwerpa’ werd? Misschien zullen we het antwoord nooit weten. Over de bijzondere wijknamen in Antwerpen kunnen we gelukkig vragen stellen waarop we wel antwoorden hebben: hoe komt Luchtbal aan zijn naam en waarom zijn er veel straten met Amerikaanse en Britse namen? Wat is de geschiedenis achter ieders favoriete (Seef)bier? Hoeveel ‘miserie’ kende Sint-Andries? dwars zocht het uit!

Maandag: 2u35m, dinsdag: 1u18m, woensdag: 3u10m, donderdag: 1u34m, vrijdag: 1u14m, zaterdag: 4u3m, zondag: 2u56m. Vorige week bracht ik gemiddeld 2u24m per dag door op mijn telefoon, met als grote totaal 16u53m. Dat is dan nog zonder laptop, TV of iPad, waardoor mijn daadwerkelijke schermtijd vele malen hoger ligt. Ik geraak er niet rond; ik hang af van beeldschermen, in welke vorm dan ook. Is het niet voor notities in de les, dan wel als wekker, agenda, entertainment, navigatie, portemonnee, camera, postduif, weetal, rekentoestel, notitieschriftje… Het is dan geen wonder dat mijn schermtijd zo hoog is, toch?

“Wélke dag?” Die exacte vraag stelde ik mezelf ook toen ik in de Panoply in de Wolstraat naar het rek van de Nederlandstalige fictie stond te turen. “sam, of de pluterdag. van herck, 1968. Uit de reeks science fictionliteratuur van Meulenhoff.” Ik was op slag verliefd. Ik sluit niet uit dat de typisch Panoplische jengeljazz mij in een trance had gebracht, maar ik wist dat ik al mijn hele leven wachtte op dit merkwaardige boekje. De aantekeningen op de eerste pagina leerden me dat dit wederzijds was − aangeschaft rond mijn verjaardag in 1996, een potloodprijsje van twintig euro in een verleden weggegomd en overschreven door een slordige drie. Dit zou ik aan een rotvaart uitlezen.

Op 15 maart zie ik electropopband Oscar and the Wolf voor de tweede keer live, dit keer in het Sportpaleis. Frontman Max Colombie brengt zijn nieuwe album Taste naar het podium; een plaat die emotioneel veel dieper gaat dan wat ik van hem gewend ben. De show voelt niet alleen als een concert, maar ook als een manier voor Colombie om zich open te stellen voor zijn publiek.

door Jana Geets

Na een traumatische leeservaring met Dimitri Verhulst in het vijfde middelbaar – waarbij Problemski Hotel me meer afschrikte dan de gemiddelde horrorfilm – besloot ik de Vlaamse auteur toch een herkansing te geven. Gewapend met een gezonde dosis scepsis dook ik in zijn recentste roman: Bechamel Mucho (2024).

Het is vandaag 10 juni 2029 en hopelijk mijn laatste examendag ooit. Eigenlijk was ik liever thuisgebleven — en deze keer niet uit angst voor een buis. Het is de weg naar de aula die mij schrik inboezemt; sinds enkele weken zijn de straten levensgevaarlijk door een heuse zombie-apocalyps. Helaas, thuisblijven en de deuren barricaderen is geen optie, want deze situatie geldt niet als overmacht bij examens: “Een zombievirus is geen excuus om niet te komen opdagen op een examen. Dat is het alleen wanneer het om een onverwachte uitbraak gaat en studenten niet tijdig voor wapens kunnen zorgen”, aldus UAntwerpen.