
Op een zonnige maandagnamiddag wandelen we het Stadhuis van Antwerpen binnen. We hebben een afspraak met waarnemend burgemeester Els van Doesburg en worden al snel naar boven gelaten, richting Schoon Verdiep. Indrukwekkend is zeker het juiste woord om het te beschrijven: we nemen plaats in een ruime zaal met hoge plafonds, vol marmer en portretten van oud-burgemeesters. Gewapend met een studentenperspectief en een hele hoop vragen worden we binnengelaten in het bureau van de burgemeester, waar ze ons opwacht. Ook hier keert de statelijke renaissance-inrichting terug in de ruime kamer; een mooie werkplek heeft ze zeker. We zijn hier niet om het te hebben over de economie of pensioenen, maar over zaken die studenten aangaan en waar zij als burgemeester van onze studentenstad dus veel over te zeggen heeft. Wat heeft ze ons te vertellen?
Op 24 februari werd u ingezworen als waarnemend burgemeester van Antwerpen. Hoe heeft u deze voorbije periode ervaren?
Hectisch, een beetje chaotisch natuurlijk, omdat het toch tot op het laatste moment onzeker was of Bart (de Wever, n.v.d.r.) premier zou worden of niet. Daarna ging alles snel: er zijn ook wissels in het team. Ik heb mijn eigen team uitgebouwd als schepen en Bart heeft hier op het Kabinet Burgemeester mensen die ook heel veel expertise hebben, waarvan sommigen met hem naar Wetstraat 16 zijn meegegaan. Je moet je inwerken op erg juridische themaās, zoals bijvoorbeeld veiligheid. Dat is veel studeerwerk en ondertussen stroomt je mailbox over van mensen die je willen ontmoeten. Er komen ook veel nieuwe, andere verplichtingen bij. De eerste maand is voorbijgevlogen, maar het voelt tegelijk alsof het zes maanden op ƩƩn maand was. Het was heftig, maar het is leuk omdat de reacties van de Antwerpenaren zo positief waren.
Heeft u al veel contact gehad met de universiteit?
Voordien had ik als schepen van Gezondheid vooral contact met het UZA en op die manier stond ik in verbinding met de universiteit. Nu is dat veel breder dan enkel gezondheid: het gaat ook over de veiligheid van de studentenbuurt, of we een fijne studentenstad zijn en studentenhuisvesting. Er is de traditie dat de burgemeester en de rector elkaar regelmatig zien en in nauw contact staan. De nieuwe rector staat er ook voor open om dat verder te zetten. Bij onze eerste ontmoeting gaf hij een presentatie over onder andere vleermuizen, dus heb ik veel meer geleerd over muizen en vleermuizen dan ik ooit had gedacht.
Ik weet ook dat er vraag is voor een betere connectiviteit tussen de verschillende campussen, zeker voor studenten die op verschillende campussen moeten zijn voor hun opleiding. Dat is ook wel een van de dingen die ik met de rector wil bespreken. Ik werk graag op basis van concrete voorstellen, dus als de rector bijvoorbeeld aangeeft dat dit een issue is, dan moeten we eens kijken of we dat beter kunnen voorzien of anders kunnen oplossen.
U heeft ook zelf aan UAntwerpen gestudeerd. Hoe was uw ervaring hier?
Ik heb Politieke & Sociale Wetenschappen gestudeerd en heb dat heel graag gedaan. Wel was het een erg abstracte en theoretische studie, waardoor ik niet goed wist wat ik concreet kon bieden op de arbeidsmarkt. Ik miste de mogelijkheid om stage te doen, dus ben ik daar in mijn masterjaar zelf naar op zoek gegaan. Zo ben ik uiteindelijk de politiek ingerold. Ik zou het dus iedereen aanraden om stage te lopen als je de mogelijkheid hebt. Maar leid natuurlijk je leven zoals je zelf wilt. (lachen allemaal)
Ziet u Antwerpen als een veilige omgeving voor studenten of hebt u het gevoel dat het beter kan?
Zeker het voorbije decennium is er enorm ingezet op de veiligheid in Antwerpen, zowel voor de studenten als voor de gewone bevolking. Dat zorgt er dus voor dat de overgrote meerderheid van studenten zich veilig voelt in Antwerpen en het idee heeft dat ze hier veilig kunnen uitgaan en over straat kunnen. Dat is wel fijn. Natuurlijk moeten we daar constant waakzaam voor blijven. Een van de dingen waar we expliciet op ingezet hebben is de campusagent, die toevallig mijn pluszoon is en ik dus goed ken. Hij woont in de studentenbuurt, gaat naar veel activiteiten en heeft contact met studentenclubs. Hij is heel aanspreekbaar en gekend bij studenten. Het concept van de campusagent zorgt ervoor dat studenten het idee hebben dat de politie heel bereikbaar is. De politie is ook steeds aanwezig op festivals en dergelijke, waarbij ze bijvoorbeeld ook helpen bij ongewenste intimiteiten of een rustige plaats voorzien voor studenten. Dat zijn ook allemaal signalen dat zowel de fysieke veiligheid van studenten als hun mentale welzijn super belangrijk zijn voor hen.
Zijn er op het vlak van veiligheid bepaalde dingen waar u meer op wil inzetten of plannen die u zelf zou willen uitwerken?
De overlast door studenten is de voorbije jaren in ieder geval afgenomen. Dat heeft te maken met een betere verstandhouding tussen de buurt en de studenten, het doopcharter, duidelijkere afspraken met studentenverenigingen en strengere sancties vanuit de universiteit. Wat natuurlijk samenhangt met die overlast, is overmatig druggebruik. Zo is de hoeveelheid cocaĆÆne die aanwezig is in het studentenleven exponentieel toegenomen en meer genormaliseerd. Dat is problematisch en komt ook de veiligheid van het uitgaansleven niet ten goede. Daar zetten we als politie uiteraard op in, specifiek op handhaving rond drugs.
Zijn er, naast uitgaan, bepaalde studentenactiviteiten die u zou willen stimuleren?
Het leuke aan Antwerpen als studentenstad is dat je er als student deel uitmaakt van een bruisende grootstad. De stad loopt niet leeg in het weekend als er geen studenten zijn, integendeel: er is altijd van alles te beleven. Ik wil de studenten daar graag bij betrekken. De studentenkortingen voor bijvoorbeeld musea helpen daar al bij. Daarnaast faciliteren we als stad natuurlijk ook evenementen zoals Students on Stage en StuDay. Ik denk dat er dus een groot aanbod is in Antwerpen waardoor je als student je ding wel kan vinden in de stad. Dat is een van de redenen waarom ik nooit lid was van een studentenclub, omdat ik ook de stad wou ontdekken. Maar het is ook omdat ik een beetje een loner was.
Op welke manier wilt u de stad dan aantrekkelijker maken, niet enkel voor studenten maar ook voor jongeren die na hun studentenleven in Antwerpen zouden willen wonen?
De vorige legislatuur was ik schepen van Wonen en wat ik fijn zou vinden, is dat studenten die in Antwerpen komen studeren hetzelfde doen als ik heb gedaan: blijven pakken. Zo bouwen ze hun leven op in Antwerpen en doorlopen ze hier ook hun wooncarrière. Dat is wel een grote uitdaging. Zo is de nummer één bezorgdheid van studenten de betaalbaarheid van een huis. Het is natuurlijk belangrijk om voldoende aanbod te voorzien voor elke stap in je wooncarrière. Ik wil dus dat er voldoende aanbod is voor mensen die pas gaan werken, wanneer ze nog geen gigantisch loon hebben, maar ik wil ook dat ze kunnen doorgroeien. We willen deze legislatuur expliciet proberen meer betaalbare woningen te creëren.
Antwerpen is ook een stad met veel werkgelegenheid, sociaal-culturele activiteiten en een rijke gastronomie, wat het aantrekkelijk maakt om te blijven pakken. De voorbije twaalf jaar is er ingezet op de leefbaarheid van de stad. Zo is het groenbeleid belangrijk, zeker omdat veel inwoners geen tuin of groot terras hebben en de stad dus de tuin is van iedereen. Vorige legislatuur hebben we daar een prijs voor gewonnen. Daarnaast staat Antwerpen in de top van Europese fietssteden. We gaan de komende jaren ook blijven investeren in aantrekkelijkheid. Zo is het gigantische project van de Oosterweelverbinding (het sluiten en vergroenen van de Ring rond Antwerpen, n.v.d.r.) geen infrastructuurproject alleen, maar een nieuwe kathedraal die we aan het bouwen zijn. Dat is momenteel het grootste project in Europa. Het is ook iets waarvan ik hoop dat de Antwerpenaar door geënthousiasmeerd wordt, want het is een samenlevingsproject. Wat volgens mij eveneens een troef van Antwerpen is, is de connectie die wij kunnen maken tussen de bedrijven die we hier hebben, de universiteit en jonge ondernemers. Op die manier maak je een supersterk vierkant tussen wat de arbeidsmarkt wil, wat het bedrijfsleven wil, wat de universiteit kan faciliteren op academisch gebied en wat wij als stad mee kunnen faciliteren. Daar kunnen we echt mee uitpakken.
Even iets helemaal anders: u bent de eerste vrouwelijke burgemeester van Antwerpen in meer dan twintig jaar. Hoe voelt u zich hierbij?
Er zijn twee vrouwelijke burgemeesters geweest voor mij en ik ben een heel ander type, ook veel jonger, de jongste in de moderne geschiedenis. Ik vind het fijn dat het feit dat ik dit jaar moeder word duidelijk inspirerend werkt voor veel vrouwen die moederschap combineren met een veeleisende job. Wat dat betreft zijn de tijden veranderd. Vroeger leefde het idee veel meer dat je ofwel een carriĆØre, ofwel een gezin had. Er zijn wel wat vrouwen, generaties voor mij, die de keuze hebben gemaakt om geen kinderen te hebben. Dat dat niet meer hoeft is vooruitgang, dat is evident. Voor de rest ben ik er zelf minder meeĀ bezig; vooral andere mensen zijn dat, maar ik doe gewoon mijn ding. Ik vind het altijd vreemd als mensen doelbewust inspirerend willen zijn. Je leidt gewoon je leven en ik doe ook enkel dingen waarvan ik denk dat die bij mij passen. En dan vind ik het natuurlijk wel tof als jonge mannen of vrouwen het inspirerend vinden. Zo kreeg ik bijvoorbeeld een foto doorgestuurd van iemand wiens dochter verkleed was als meisjesburgemeester; dat vond ik heel leuk. Ik ben dus minder gefocust op vrouw-zijn, maar meer op hoe ik in het leven sta. Ik probeer daarin een zekere veerkracht uit te stralen.
Ervaart u uw jonge leeftijd dan ook als iets positiefs, omdat u dichter bij jongeren staat?
Ik denk wel dat ik mensen in die zin verbaasd heb. Ze vragen mij wel eens of ik soms het idee had dat ik, als vrouw, niet serieus genomen werd. Dat idee heb ik nooit gehad, maar dan wel net meer op basis van mijn leeftijd. Ik ben heel jong schepen en voorzitter van bepaalde raden van bestuur geworden. De reactie van de leden was eerder gebaseerd op mijn leeftijd dan op mijn geslacht. Ik ben ook altijd binnengekomen met de ingesteldheid eerst goed te luisteren en te kijken hoe de dynamiek is. Ik draag die ingesteldheid uit: āIk ben inderdaad een jonge voorzitter en onervaren, en ik sta open om te leren hoe jullie hier werken en hoe alles eraan toegaatā. Op basis daarvan creĆ«er je meer natuurlijke autoriteit dan wanneer je dat moet afdwingen. Als je keihard werken combineert met die instelling, dan kan je snel een goede samenwerking creĆ«ren tussen mensen met ervaring en nieuwe mensen.
Mijn team is ook heel jong, ik heb veel jonge mensen kansen gegeven om deel uit te maken van het project dat we hier aan het realiseren zijn, gecombineerd met meer ervaren mensen. Het zijn ook allemaal mensen die ergens in geloven en ergens voor willen gaan, en dat is soms belangrijker dan je cv tonen. Dat is ook het voorbeeld dat ik voor jonge mensen wil zijn: laat je niet intimideren door bepaalde dingen. Je mag alles vragen wat je wilt, je mag overal voor gaan. Je moet ook niet bang zijn om in het diepe gegooid te worden; je moet enkel zien dat je kan zwemmen. Ik hoop dat die onbevreesdheid inspirerend werkt.
Hoe ziet u de rol van uw aanwezigheid op sociale media voor een succesvol bestuur?
In zekere zin is het belangrijk, omdat je je eigen sociale media veel meer onder controle hebt dan die van anderen. Blijkbaar zijn veel dingen die ik zeg controversieel en worden die vaak bewust in een controversieel daglicht gezet. Op je eigen sociale media ben jij natuurlijk degene die het narratief bepaalt. Ik probeer wel weg te blijven van de standaard politieke socialemediapagina; Facebook vind ik sowieso niet zo tof, dat is een heel andere sfeer dan Instagram, wat wel meer mijn medium is. Ik beheer mijn eigen Instagram. Voor mij is dat gewoon een toffe plek waar ik zaken kan laten zien die ik zelf wil zien van anderen, naast wat ik politiek doe. Mensen spreken ook vaak over de authenticiteit van politici en ik denk dat je dus vooral niet authentiek bent wanneer je je sociale media aan anderen uitbesteedt en analyses laat maken over wat je moet posten. Je ziet het onmiddellijk als politici het zelf doen. Voor mij is het ook vooral een manier om een zekere connectie te maken met mensen. Het zorgt ervoor dat je heel aanspreekbaar bent. Je kan op die manier informatie delen; de Instagram van Stad Antwerpen doet het daarnaast ook heel goed en dat is onmisbaar. Via sociale media krijg je een connectie met je volgers en heb je een gemeenschapsgevoel. Twitter (het huidige X, n.v.d.r.) vind ik ook allangĀ niet meer leuk, daar is iedereen compleet gestoord. Ik vraag me soms af of mensen niets beter te doen hebben dan op een zondagmiddag giftige comments posten, maar ik merk dat dat op Instagram minder het geval is, daar is een meer positieve vibe.
Ik merk ook dat sociale media het medium zijn waarop jonge mensen mij het meest rechtstreeks bereiken. Jongeren die bepaalde vragen hebben over wat er gebeurd is of wat ik gezegd heb, gaan niet snel mails sturen. Daarom vind ik het ook belangrijk om het zelf te doen, zodat ze geen standaard, officieel antwoord krijgen. Het idee is om met hen als normaal mens te spreken. Ik benĀ ook Antwerpenaar, ik woon hier en heb hier een normaal leven. Ik ben geen onbereikbaar persoon: je kan gewoon in mijn dmās sliden.
Komt u veel in contact met politiek geƫngageerde studenten?
Je hebt inderdaad studentenclubs die debatten en inhoudelijke avonden organiseren en daar spreek ik met plezier. Voor mij mag dat ook over meer gaan dan enkel de actualiteit. Ik heb eens een tour gedaan waarin ik met jonge mensen sprak over vrijheid van meningsuiting, safe spaces en hoe die twee ook wel met elkaar op gespannen voet staan. Het stoort me dat sommige politici de bezorgdheden van jongeren beperken tot bijvoorbeeld gratis met de tramĀ rijden. Ze zijn met meer dingen bezig dan enkel praktische, concrete zaken. Dat gaat ook over grotere themaās waar ik graag over spreek met jongeren: in wat voor stad en samenleving ze willen leven, wat hun mensbeeld is, welke druk ze ervaren om perfect te zijn, of over de verborgen eenzaamheid die toch leeft onder jongeren. Dat is een van de redenen waarom ik heel hard tegen TikTok ben: voor je zelfbeeld is dat slecht.
Mijn favoriete momenten zijn die waarbij het licht aangaat, waarbij jongeren zich realiseren dat hun leefwereld veel groter is dan de eigen kring. Ik ben gelabeld als āconservatiefā en dat vind ik ook niet erg. Ik probeer dan ook vooral aan jongeren uit te leggen wat dat betekent en wat de gedachtegang erachter is. Zeker bij jonge vrouwen merk ik dat ze vaak wel meegaan in de ideeĆ«n, maar zichzelf liever niet labelen als conservatief. Daarom is het effectiever om het woord weg te laten en gewoon te spreken over hoe je in het leven staat ā dat vind ik boeiend. Dat is ook de rol van de universiteit, politici en iedereen die maatschappelijk geĆ«ngageerd is: om de leefwereld wat open te trekken. Dat gaat voor mij veel verder dan tramabonnementen of openingsuren van nachtclubs. Dat vond ik zelf ook tof als student, om het idee te krijgen dat je zaken vanuit een andere hoek bekijkt.
Bedankt om tijd voor ons te maken in uw drukke agenda. Waarom vond u het belangrijk om dit interview te doen?
Om dezelfde redenen als wanneer ik voor veel studenten ga spreken: ik vind het belangrijk dat je toegankelijk en bereikbaar bent. Ik hoop ook dat mensen die het lezen over zaken nadenken waar ze ervoor misschien nog niet bij hadden stilgestaan. Ik vind ook dat je als burgemeester van Antwerpen een interview moet geven aan het studentenblad van UAntwerpen: het is een no-brainer.
- Login om te reageren