Tijdens de lesvrije week een slordige maand geleden was ik helemaal uit mijn lood geslagen. Ik voelde me zowaar slechter dan tijdens de eraan voorafgaande examenperiode. De deontologische bevrijding bracht mij geen geniet omdat ze ook mijn intensieve routine een halt toebracht. Al goed word ik alweer bij de hand gehouden door een monotoon tweede semester dat op verschillende manieren een spiegelbeeld zal zijn van het eerste.

Gesteld dat u ervan droomt auteur te worden. Zo’n auteur die dikke wachtrijen lokt voor een gesigneerd werk en zelfs alle facturen kan betalen. U ziet het al helemaal voor u. Er rest u slechts een hindernis, eigenlijk nauwelijks het vermelden waard. Dat ene meesterwerk schrijven met na verloop van tijd meer edities dan bladzijden. Hoe dat nu verwerkelijken? Mijns inziens zijn er welgeteld drie opties. 

De pastor en het bier, er is geen duo dat meer onafscheidelijk is. Als pastorale superheld schrijft Gert Van Langendonck ons met zijn geestelijk vernuft op weg naar de beste smaken in het bierlandschap. Prosit! 

 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie werpen we ons licht op de 'stoethaspel'. 

Onze liefdeslevens waren onbestaand, ons schoolwerk was overweldigend en onze bankrekeningen werden steeds leger. Liefde in tijden van corona is allesbehalve eenvoudig. Ook studentenjobs zijn geen evidentie, zeker niet in de horeca. Mijn goede vriendin Lila (21) kwam op een ingenieus idee: waarom geen twee vliegen in één klap slaan? We gingen voor haar op zoek naar een sugar daddy

Computers, de ideale partner en een miljoen dollar. Wat hebben deze drie zaken met elkaar gemeen? Lees verder om erachter te komen.

Kunstenaar of topsporter, bejaarde of ondernemer, geen enkele soort ontspringt de dans. Je wordt op een dag wakker met de intense drang om je aan Universiteit Antwerpen in te schrijven. Het gevolg: zo veel vreemde vogels dat het uitzonderlijk wordt om normaal te zijn. Elke maand zetten wij een bijzondere student in de kijker.

Er zijn plaatsen waar simpelweg bestaan geen performance hoeft te zijn, plaatsen waar je ongezien en ongehoord blijft. De bibliotheek op de Stadscampus is … niet een van die plaatsen. Wanneer ik tevergeefs op een stille manier mijn inboedel bijeen probeer te rapen, heb ik het gevoel dat elke student binnen een straal van vijf meter geïrriteerd opkijkt om mijn poging. Mijn aftocht gaat vergezeld met lampen die net wat helderder schijnen wanneer ik in hun buurt kom (waarom?) en het idee dat mijn hakjes een hels kabaal maken voor elke mens present. De zuilengalerij bij het Hof van Liere is gevuld met een menigte van napraters, rokers en studenten die beide categorieën met glans combineren. Ligt het aan mij of kijken ze allemaal naar me om wanneer ik me een weg naar het B-gebouw baan? Ogen in de rug maken me gek.  

Studenten zouden vanaf 15 maart af en toe weer les moeten kunnen volgen op de campus. Na vijf maanden achter onze computer te zitten, met niet veel meer steun dan soep van Ben Weyts en goedbedoelde mails van professoren, betekent dat eindelijk hoop. Dat is maar net op tijd, want studenten gaan eronderdoor. Dat werd duidelijk uit de vele klaagbrieven en berichten op sociale media, waarin jongeren aan de alarmbel trekken.