opinie

29/09/2017
🖋: 

Hopelijk zware sanctie, want dit kan echt niet!” en een smalend “En hoe ga je dat doen, mevrouw de jeugdrechter?” zijn maar enkele van de vele reacties die Inge Claes in haar schoot geworpen kreeg na een controversieel antwoord dat ze gaf in het programma Radio Gaga woensdagavond. Volgens haar zouden sommige ouders namelijk beter geen kinderen mogen krijgen: een in de praktijk zeer moeilijk haalbare stelling, maar een volgens mij nog niet zo vruchteloze theorie.

Is kinderen krijgen een recht? Ik weet het niet. Maar wat wel vaststaat, is dat sommige ouders er zelfs niet in slagen om voor zichzelf te zorgen, laat staan hun nakomelingen een behoorlijke opvoeding te geven. En dan heb ik het niet enkel over mensen in de marge van de samenleving, maar ook over ouders met psychische problemen bijvoorbeeld. Daar kunnen die ouders natuurlijk vaak niets aan doen, maar het welzijn van het kind gaat voor. Het moet voor mensen die geen kinderen kunnen krijgen op een natuurlijke wijze frustrerend zijn: de eindeloze psychologische testen, adoptieformulieren, doktersgesprekken over of ze al dan niet in aanmerking komen voor het ouderschap, enzovoort. En dat terwijl er bij ouders, die toevallig wel het geluk hebben vruchtbaar te zijn, pleegzorg voor de deur staat om hun kinderen weg te nemen omdat ze niet kunnen opgroeien in een veilige en gezonde omgeving.

 

Het is uiteraard niet te voorspellen wie een goede ouder zal worden en wie niet. En natuurlijk kunnen ‘goede’ ouders ook probleemkinderen voortbrengen. Het is waarschijnlijk dan ook geen goed idee om een wet in te voeren waarin het mogelijk is om toekomstige ouders te verbieden kinderen te krijgen. Maar als ouders er na de juiste ondersteuning – want die ondersteuning verdienen ze vooraleer er belangrijke beslissingen worden genomen – nog steeds niet in slagen voor het welzijn van hun kind in te staan, vind ik het bijvoorbeeld geen slecht idee om hen sterk af te raden, of eventueel zelfs te verbieden, om (nog) kinderen ter wereld te brengen. Een vruchtbaar lichaam betekent niet per se een vruchtbare geest.



dwarsdoorsnede

26/09/2017
🖋: 
Auteur

Op 4 maart 2018 vertegenwoordigt Le Fidèle België bij de negentigste editie van de Oscars. Geheel verrassend is dat niet: ook Michaël R. Roskams debuut Rundskop (2011) ontving een nominatie voor beste buitenlandse film. Daarnaast kon de veelgeprezen regisseur voor Le Fidèle wederom beschikken over zijn vaste frontman Matthias Schoenaerts, die hier pittig tegenwicht krijgt van Gouden Palm-winnares Adèle Exarchopoulos (La Vie D’Adèle). Na festivalpremières in Venetië en Toronto is Roskams derde misdaaddrama gereed voor haar reguliere release.

Net als in Rundskop speelt Schoenaerts een getroebleerd personage, een stilzwijgende vechter die maar met moeite kan aarden in de maatschappij waar hij deel van uitmaakt. Voorbij de façade van zijn job als automonteur is Gino ‘Gigi’ Vanoirbeek lid van een voorname Brusselse gangsterbende. Het masker dat Gigi’s gezicht bij iedere overval bedekt gaat nooit écht af, ook niet na zijn eerste ontmoeting met de charmante Bénédicte ‘Bibi’ Delhany (Exarchopoulos). Bibi is de vrouwelijke revelatie van het racecircuit; het gevaar zoekt zij nog sneller op dan de man die bij de eerste aanblik al voor haar valt. Tussen de twee protagonisten ontwikkelt zich een stomende relatie, die intens wordt gevangen door de camera van Nicolas Karakatsanis (Roskams vaste cinematograaf). Tót het onvermijdelijke breekpunt zich aandoet. Zij opereert binnen de grenzen van de wet, hij daarbuiten. Lange tijd blijft die waarheid slechts een dreigende schaduw, verhuld door passende leugens. En dan gaat de film zijn tweede akte in.

 

Le Fidèle onderscheidt zich op narratief vlak niet van veel andere misdaaddrama’s, maar overtuigt wel door het sterke spel van Schoenaerts en de jonge Adèle. Laatstgenoemde bezit het natuurlijke charisma van een acteerveterane, en de energie die nodig is om Schoenaerts weerbarstige personage van repliek te dienen. Schoenaerts zelf speelt met een tomeloze intensiteit. Als de derde akte van de film de grens tussen daders en slachtoffers onderzoekt, verpersoonlijkt Schoenaerts op treffende wijze het grijze gebied tussen schuld en onschuld.

 

De tragische ontwikkelingen en de metaforen liggen er in die derde akte dik bovenop, maar dat kan de cast niet verweten worden: de scenaristen (naast Roskam ook Thomas Bidegain en Noé Debré) hadden de maatschappelijke vervreemding van Gigi minder opzichtig vorm kunnen geven. De vragen die zijn uitzichtloze tocht naar verlossing kenmerken (waarom mag ik niet doen wat ik doe? waarom komen sommige mensen weg met hun daden en andere niet?) hebben zo niet de impact die ze in een subtieler scenario misschien wel hadden gehad.

 

De verwijzingen naar andere films zijn in Le Fidèle niet uit de lucht. De perfecte long take die een grootse overval op een snelweg registreert is een open eerbetoon aan Michael Manns Heat (1995), terwijl het prachtige laatste shot van de film direct geïnspireerd is door Claude Lelouchs Un Homme et une femme (1966). Ondergetekende zag in één specifiek shot én in de psychologische ontwikkeling van Gigi ook iets van Scorseses Taxi Driver (1976) terug. Die associaties verrijken de film, al gaat dat wel weer ten koste van de eigenheid dat het conventionele scenario goed had kunnen gebruiken. Op dat vlak was Rundskop zonder meer de betere film. In andere kaders zegeviert Le Fidèle; Vlaanderens beste acteur en Frankrijks beste (jonge) actrice dragen een film die het aankijken absoluut waard is.

 

Bekijk de trailer hier.



BookTube aan de universiteit

24/09/2017
🖋: 

Wie herinnert zich niet in het vierde leerjaar die gevreesde boekbesprekingen te moeten indienen. Altijd weer hetzelfde liedje: “het was goed” was niet goed genoeg. Hoewel dit voor de meesten onder ons verleden tijd is, blijft het interessant om te horen wat andere mensen over bepaalde boeken denken. Hier komt BookTube het toneel op.

BookTube is een gemeenschap op YouTube die zich bezighoudt met het recenseren en analyseren van boeken in filmpjes die tussen de vijf tot tien minuten lang zijn. Het is een fenomeen dat terug te brengen valt tot het vloggen of videobloggen, waarbij mensen vertellen over hun dagelijks leven op video en dit verspreiden via sociale media zoals YouTube.

Naarmate het concept vloggen populairder werd, gingen meer en meer van hen zich toespitsen op bepaalde, specifieke onderwerpen in hun vlogs: koken, make-up, videospelletjes, en natuurlijk: literatuur. Verschillende vloggers begonnen recensies en analyses van hun favoriete boeken online te zetten, en al gauw ontstond er een groep mensen die zich uitsluitend hiermee bezighield.

De zogenaamde BookTubers zijn een diverse groep lezers die zich dan ook bezighouden met een gevarieerd aanbod aan genres en vormen: sommigen zijn gespecialiseerd in historische fictie, anderen dan weer in non-fictie, of zelfs in graphic novels. De BookTubers zijn middelbare studenten, leerkrachten, senioren, enthousiastelingen … en de studenten Contemporaine Nederlandse Literatuur aan de UAntwerpen.

 

contemporaine BookTubers

De initiatiefnemers achter het YouTube-kanaal BooktubeUAntwerpen de docenten zijn Kevin Absillis en Valerie Rousseau. Zij wilden hun studenten een creatieve uitlaatklep geven en hen de boeken die ze gedurende het semester moesten lezen eens in een ander daglicht laten zetten. BookTube bleek hiervoor een geschikt platform, aangezien het medium video meer plaats laat voor creativiteit en persoonlijke inbreng dan, zeg maar, een doorsnee academisch paper.

BookTube sluit ook dichter aan bij de leefwereld van de studenten, die zich doorgaans steeds meer op het internet gaat bevinden. Het initiatief kwam er vorig jaar als een soort test, maar is inmiddels een vast onderdeel geworden van het vak Contemporaine Nederlandse Literatuur.

Men kan zich echter afvragen hoe deze doe-het-zelfcritici zich verhouden tot de professionals, zij die schrijven voor bladen als De Standaard der Letteren en Knack Focus. Volgens Absillis is dit nochtans een vraag die hoe langer hoe meer positief beantwoord kan worden. Steeds minder publicaties leggen zich immers toe op het diepgaand recenseren en analyseren van literatuur.

“Nu niet om cultuurpessimistisch te klinken,” zegt hij, “maar in de jaren vijftig en zestig kreeg men in de krant doorgaans analytische essays van tweeduizend woorden over een literair werk. Vandaag stellen grote publicaties zich doorgaans tevreden met een aantal sterretjes en drie paragraafjes uitleg.” Dit soort diepgaande recensies is dan ook waar BookTube om draait voor Absillis en Rousseau: het is niet enkel het poneren van de eigen mening over een werk, maar het toegankelijk maken van de literatuurstudie en de analyses van werken waar mensen anders niet naar zouden omkijken.

Naast BookTube zijn ook Goodreads en De Reactor in opmars, beide platforms waarop het bespreken van de literatuur centraal staat. Voor Absillis en Rousseau zijn dit soort online gemeenschappen een verademing: ze zijn het bewijs dat de literatuur en de literatuurstudie nog wel degelijk inspireren in dit digitaal tijdperk, al laten de doordeweekse publicaties dat misschien niet blijken.

Wil je eens zien hoe zo'n BookTube recensie in elkaar zit? Hier vind je het BookTube-kanaal van de studenten Contemporaine Nederlandse Letterkunde.

 

 



de toogfilosoof

19/09/2017
🖋: 

Zijn brein half verkankerd van het vele zuipen en zijn tong getraind door al het pseudo-intellectuele getheoretiseer, heeft de zotgestudeerde student de vervelende gewoonte ontwikkeld om zichzelf te verliezen in eindeloze monologen. Verketterd en verstoten door zijn vrienden zoekt hij zijn toevlucht in een troosteloos bruin café. Daar vindt hij een luisterend oor voor zijn absurd gebral. Daar vervult hij zijn lot. Daar wordt hij: de toogfilosoof.

In wat voor een wereld leven wij, nu we op elk aftands openbaar toilet de goedkeuring van een wc-madam moeten afkopen vooraleer we er ons gevoeg mogen doen? Of vinden we dat ondertussen maar normaal? Met veertig cent kon je in de jaren zeventig nog een dagelijks brood kopen, vandaag kopen we er de dumping van onze dagelijkse behoefte mee af. Véértig cent om vaak niet meer dan een paar centiliter urine te deponeren; da’s toch van de pot gerukt?

 

En ik zal heus niet de enige zijn die zich voor een nachtje discotheek blauw betaalt aan talloze bezoekjes aan het toilet – het gevolg van een kleine blaas, niet van een cocaïneverslaving welteverstaan. Het is je reinste uitbuiting. Dat je inkom en vestiaire moet betalen, tot daar aan toe. Dat je eenmaal binnen gedwongen bent veel te dure pinten te drinken en per slot van rekening bij het naar buiten gaan wordt afgeperst door schooiende buitenwippers, dat neem ik er ook nog wel bij. Maar dat daarbovenop ook nog eens een stel wc-madammen een ganse nacht op de loer ligt om te parasiteren op onze primaire behoeftes, dát is voor mij de druppel. Ze kloppen het geld uit onze zakken terwijl we erbij staan en we laten het allemaal gebeuren. Met een volle blaas sluit je dan ook niet de beste deals. En wees maar zeker dat ze dat goed genoeg weten, de schobbejakken. Misbruik! Uitbuiting!

En dan nog zo'n mysterie: kuisen ze wel echt, die wc-madammen?

Onze pis is vloeibaar goud geworden voor de schofterige instanties die onze openbare toiletten uitbaten. Met slechts een tweehonderdtal locaties realiseert de openbare toiletketen 2theloo een jaaromzet van zo’n vijf miljoen euro. Ga maar eens na wat dat zegt over de industrie in haar geheel. Het is een van de meest absurde uitwassen van onze kapitalistische maatschappij. Een onaanvaardbare vorm van afzetterij bovendien, want horen deftige sanitaire voorzieningen in de openbare ruimte immers geen basisrecht te zijn? Betalen om te plassen; serieus naast de pot gepist als je ’t mij vraagt.

 

Wie zijn ze trouwens, die meedogenloze oude vrouwtjes die zich achter hun geïmproviseerde tafeltjes verschansen en met barse blik zomaar veertig cent van ons eisen, enkel en alleen omdat we toevallig naar de wc moeten gaan? Zijn ze niet beschaamd? Of misschien zijn zij de échte slachtoffers: hulpeloze oude vrouwtjes ten prooi gevallen aan een openbare wc-maffia, tot bedelslaven gemaakt in het crimineel-sanitair netwerk van opportunistische gangsterbazen die trachten munt te slaan uit onze primaire behoeften. Of komen ze misschien uit de wc gekropen? Als een soort wraakroep van onze gezamenlijke samengesmolten stoelgang die gemuteerd is tot een leger van kwelgeesten in de vorm van bejaarde vrouwen met kale plekken in hun haar? Joost mag het weten.

Betalen om te plassen; serieus naast de pot gepist als je ’t mij vraagt.

En dan nog zo'n mysterie: kuisen ze wel echt, die wc-madammen? Ik heb ze er in ieder geval nog niet vaak op kunnen betrappen. Meestal zitten ze er als een bende lamme legkippen bij. Hun kuisproducten veelal niet meer dan rekwisieten, hun voornaamste taak: met priemende ogen toekijken dat geen enkele sterveling binnenglipt zonder te betalen. Al kan het altijd erger. De nieuwe mode van betaalautomaten en geautomatiseerde reinigingscabines maakt een bezoek aan een openbare wc zo mogelijk nog frustrerender dan het al was.

 

Terwijl je vroeger nog lekker rebels gauw een handvol versteende Fruittella-bollen kon meegrissen bij ’t naar buiten gaan, is tegenwoordig zelfs dat kleine pleziertje ons niet meer gegund. Via uitgekiende internationale ketens als 2theloo verloopt de systematische uitbuiting van de publieke toiletbezoeker nu namelijk efficiënter dan ooit tevoren. Wc-madammen en verdorven snoepgoed komen er zelfs niet meer aan te pas. Een betaalautomaat en een ijzeren draaihek, dat moet wel volstaan voor het pis- en kakvee, denken de hoge piefen in het 2theloo-hoofdkwartier. En wij blijven ondertussen braaf betalen – beschaamd en met een volle blaas. We gaan er zelfs voor in de rij staan, zoals makke beesten die zich gedwee laten leiden naar ‘t slachthuis. “Excuseer dat we moeten pissen meneer de toiletrobot, hier is vijftig cent en ons laatste greintje waardigheid. Mogen we dan nu gaan?!”

 

Waar blijft de verontwaardiging? Waar blijft de revolutie? Lynchen moeten we ze! De wc-madammen en de toiletrobotten. We slaan hun ongewassen hoofden in met stalen toiletborstels, forceren al het kleingeld dat ze ons hebben afgetroggeld met geweld door hun strot. De toiletrobotten schoppen we kort en klein, van hun waardeloze waardebonnetjes maken we proppekes om mee te schieten naar de ogen van de mensen, die in de raad van bestuur van 2theloo zetelen. We houden massaal uit protest alles in. We leggen ze droog, we draaien de geldkraan dicht! We plassen ostentatief alleen nog maar tegen gevels en bomen. Wildplassen noemen ze dat dan ... Ik plas niet wild, ik plas rustig en beheerst – niet langer op hun voorwaarden, maar gratis en voor niets!

Sorry, maar kunt ge even mijn pint vasthouden? ‘K moet naar het toilet ... Wat zegt ge? Is dat hier met betalen? Shit! Allez dan maar ... Hebt ge terug van twee?



dwarse podcasts

18/09/2017
🖋: 

In bed, in de zetel, op de trein, aan de ontbijttafel, tijdens het fitnessen of fietsen, je kan het overal doen: podcasts beluisteren. Podcasts hebben de laatste jaren de plek van radiotalkshows ingenomen volgens de trend van het mediaconsumeren on demand. Je kan luisteren wat je wil, wanneer je wil. Gaandeweg is het medium dan ook zo divers geworden dat er voor iedereen wel iets te vinden is.

Eén van de meest diverse productiehuizen in het moderne podcastlandschap is Gimlet Media. Technologische storingen en defecten die we allemaal wel eens tegenkomen uitleggen; de rol van de Italiaanse maffia in Providence, Rhode Island uitpluizen; het vinden van het onverwachte in het alledaagse: Gimlet kan het allemaal. De volgende drie podcasts zijn, wat deze redacteur betreft, hun meesterwerken.

 

Reply All

Reply All is een podcast die zich focust op de verschillende manieren waarop technologie ons leven kan beïnvloeden. De afleveringen verschillen erg in onderwerp, en hoewel technologie steeds het beginpunt is, eindigen de verhalen meestal op een volledig ander, veel menselijker punt. Gastheren PJ Vogt en Alex Goldman pakken onderwerpen aan zoals ketting-e-mails, oplichttelefoontjes en online fraude, maar stoppen niet wanneer het puur technologisch raadsel opgelost is. Ze stoppen pas wanneer ze het menselijke aspect dat aan de wortel van het technologische ligt, helemaal hebben onderzocht.

In één van de afleveringen volgden de gastheren het spoor van een e-mail over koekjes die naar het verkeerde adres gestuurd was, en kwamen ze uit bij een groep meisjesgidsen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Japans concentratiekamp in China gezeten hadden.

Een andere aflevering ging over het computerspel dat de vader van een terminaal ziek jongetje had gemaakt. Zo liet hij andere mensen het gevoel van onmacht ervaren dat hij voelde wanneer hij probeerde zijn zoon te troosten. Een heel level van het spel bestaat eruit hem te doen stoppen met huilen, hoewel je al op voorhand weet dat dit niet gaat lukken.

Reply All gaat over de intersectie tussen technologie en menselijkheid, maar het zijn niet allemaal zware emotionele verhalen. Ook pop culture komt aan bod, in het segment Yes, Yes, No, waarin Vogt en Goldman een meme uitleggen aan hun baas, die niet thuis is in internetcultuur. Ook dingen als het onthullen van een samenzwering achter virale video's gaan ze niet uit de weg, en ze zijn niet bang om hun eigen lijf en leden op het spel te zetten in de zoektocht naar een goed verhaal.

Als je ook maar het minst geïnteresseerd bent in ofwel technologie, ofwel onverwachte persoonlijke verhalen, is Reply All absoluut een aanrader.

 

Crimetown

In Providence, de hoofdstad van de kleinste Amerikaanse staat Rhode Island, is sinds het prille begin van de kolonisatie een sterke Italiaanse aanwezigheid. Naast de pizza, de pasta en een voorliefde voor gesticulatie is ook de Siciliaanse maffia meegekomen, en deze laatste heeft zich langzaamaan een weg naar de politieke top gebaand, met als gevolg dat de hele stad ondergronds gerund wordt door de maffia.

Echter, in de jaren zeventig werd Vincent “Buddy” Cianci verkozen tot burgemeester na een campagne waarin hij beloofde de schaduwregering van de maffia streng aan te pakken. Gastheren Zac Stuart-Pontier en Marc Smerling zoeken in Crimetown uit in hoeverre hij deze beloftes heeft waargemaakt, en in hoeverre hij zelf door de maffia besmet is geraakt.

Door interviews met zowel (ex-)maffiosi als medewerkers van Cianci ontrafelen Stuart-Pontier en Smerling het web dat Cianci en de maffia rond zichzelf geweven hebben, en hoe ze al dan niet zijn weggekomen met bankovervallen, afpersing en martelen, corruptie en zelfs moord.

Crimetown beeldt Providence af als een stad in tweestrijd: zowel de maffia als de gewone mens willen enkel maar hun eigen gemeenschap steunen, maar dat gaat niet zolang de ander nog macht heeft. De wortels van de maffia gaan diep en hun bereik is groot, maar Cianci is een man van het volk, met connecties en vrienden over het hele spectrum van Rhode Islanders. Stuart-Pontier en Smerling zijn meesters in de creatie van spanning en cliffhangers, en Crimetown is dan ook een pareltje in het oeuvre van Gimlet.

Om het je gemakkelijk te maken, leidt deze link je naar de eerste aflevering. 

 

Every Little Thing

Heb je je ooit wel eens afgevraagd waar al die plastic tuinstoelen vandaan komen? Of misschien waarom bibliotheken werken met het Dewey Decimal-systeem en of dit nog wel actueel is? Misschien heeft de betweter over flamingo's je wel aan het denken gezet over meer dieren die onverwacht uit de hoek kunnen komen. Wat het ook is, gastvrouw Flora Lichtman heeft er wellicht òòk al over nagedacht.

In haar podcast Every Little Thing gaat Lichtman op zoek naar het onverwachte achter het alledaagse. Zoals in Reply All begint dat vaak met een vrij simpel probleem of stelling, maar het loopt vaak ietwat uit de hand. Zo leidt de ontdekking van een berg kamerplanten in een steegje in New York tot de ontdekking van een zwarte markt voor tweedehands kantoorplanten over de hele VS.

Lichtman geeft antwoorden op de vragen die je zelf nooit echt stelt, maar die toch in je achterhoofd spelen, zoals wat de Amerikaanse regering allemaal ondergronds heeft weggestoken of hoe een vaccin nu écht werkt, en ze doet dit met een aanstekelijk enthousiasme: je had nooit gedacht zo verrukt te zijn over het paringsgedrag van wezels.

Het is nog een redelijk nieuwe podcast, maar hij is al op korte tijd uitgegroeid tot een van de meest populaire producties van Gimlet. Persoonlijk kan ik niet wachten om meer te leren over alle dingen die ik elke dag voor lief neem.

 

 



de vooroordelen over liften als meisje

18/09/2017
🖋: 

"Als meisje? Alleen?" Telkens opnieuw is het de eerste vraag die ik te horen krijg wanneer ik wil vertellen over mijn avonturen tijdens het liften. Zoveel vooroordelen zitten subtiel in drie kleine woordjes gepropt. Aan het in geuren en kleuren beschrijven van de prachtige landschappen die we onderweg passeerden, kom ik dan meestal niet meer toe. Want iedereen blijkt wel een uitgesproken mening te hebben over het onderwerp: dat het te gevaarlijk zou zijn voor het zwakkere geslacht, dat er zoveel creeps zouden rondlopen, dat je “maar nooit weet wie je tegenkomt”. Waar komen echter al die vooroordelen eigenlijk vandaan?  

ervaringen van een liftend meisje

Het is wel zo: als je je mannetje wil staan, komen er al snel vooroordelen de kop op steken. 'Bezorgdheid' wordt het dan minimaliserend genoemd door ouders die niet willen dat hun kleine meisje iets overkomt of vrienden die te veel lugubere films hebben gekeken. Of door mijn chauffeurs zelf, die me soms net niet uitscholden dat ik 'zoiets roekeloos' deed als 'jong en onschuldig meisje'. Maar is het niet eerder een irrationele angst? Ondanks mijn zogenaamd zwakkere geslacht heb ik me immers nooit echt bang gevoeld tijdens het liften. Dat er zoveel horrorverhalen de ronde gaan over liften, verkrachtingen en ontvoeringen, daarvan was ik me uiteraard wel bewust. Mijn voornaamste drijfveren waren echter gewoon het kosteloos kunnen reizen, en stiekem natuurlijk ook de onverwachte avonturen die me te wachten zouden staan. Door de vooroordelen wilde ik me simpelweg niet laten beïnvloeden.

Dat was echter makkelijker gezegd dan gedaan. Ik herinner me nog hoe ik op een van mijn eerste liftreizen, een nachtelijke tocht door de Zwitserse Alpen in de auto van twee jonge Kosovaren, de volgende onschuldige vraag kreeg van mijn chauffeur: “Heeft er dan nog nooit iemand je om seks gevraagd toen je aan het liften was?” Ik schudde ietwat verbaasd mijn hoofd, deels omdat ik niet wilde toegeven dat ik toen nog niet veel ervaring had met liften, deels misschien uit naïviteit. Wist ik veel hoe vaak die vraag later nog zou terugkomen – onder andere van de bovengenoemde chauffeur zelf.
 

waar rook is ...

Om een klein overzichtje te geven: intussen heb ik een ruime 3000 kilometer gelifte afstand op mijn teller staan  waarvan een tiental verschillende auto’s en slechts twee vrouwelijke chauffeurs. Toeval misschien, maar wel opvallend. De meerderheid van mijn reisgezellen waren mannen tussen de 30 en 50 jaar oud  die verre verplaatsingen moesten doen voor hun werk en wel wat gezelschap konden gebruiken om de afstand te overbruggen. Puur om een babbeltje te kunnen doen dus, misschien doorspekt met een vleugje vaderlijke bezorgdheid – maar meer ook niet.

Een niet zo kleine minderheid leek jammer genoeg wel degelijk iets meer in gedachten te hebben. Van een subtiele hand naar mijn knie tot de heel erg directe vraag “You wanna fuck?”, het is allemaal wel eens de revue gepasseerd. Ook de vermelding waard: de oude Italiaan die in gebrekkig Engels en na wat moeite toch de parel van een zin “You want sexy?” geformuleerd kreeg. Denigrerend was het zeker, dat wel, maar om eerlijk te zijn werd ik er allesbehalve bang van. Telkens opnieuw merkte ik dat het eerder dat hardnekkige vooroordeel was. Dat het idee van 'meisjes alleen op pad zijn een makkelijk slachtoffer', de vraag ergens in hun achterhoofd deed opkomen, maar dat ze nooit van plan waren er effectief iets mee te doen. Ieder van hen liet me na mijn beleefde “Nee, bedankt” even beleefd uitstappen op de plek waar ik moest zijn. Als ik op hun aanbod was ingegaan, was dit voor hen waarschijnlijk een grotere verrassing geweest.
 

de statistieken

Laten we er dus maar even de cijfers bijhalen. Hele pagina’s op Hitchwiki en de rest van het wereldwijde web puilen uit van de tips specifiek voor vrouwen, maar er blijken maar weinig wetenschappelijk onderbouwde studies te bestaan omtrent de gevaren bij liften. De statistieken die er wel te vinden zijn, zeggen echter allemaal hetzelfde. Of om even kort en krachtig wat onderzoek van de CIA uit 2009 te citeren: de gevaren tijdens het liften zijn “considerably less than we have been told”. In dit onderzoek werden gedurende zes maanden alle misdaden en ongelukken op en rond de openbare weg in Californië gevolgd met heel wat verrassende resultaten.

Lifters waren betrokken in minder dan 1% van alle misdaden en ongevallen die er tijdens die periode plaatsvonden, waarvan ontvoering en verkrachting een verwaarloosbaar klein deel uitmaakten. Ook verrassend is dat, hoewel mannen over het algemeen vaker werden overvallen en vrouwen vaker slachtoffer waren van verkrachting, mannen en vrouwen evenveel kans hadden om slachtoffer te zijn van een misdaad. De kans op verkrachting of moord bedroeg bovendien slechts een luttele 0,0000089%, wat ook wel weer meevalt. Om een vergelijking te maken: er is drie keer meer kans om om te komen in een auto-ongeluk, dan om betrokken te raken bij een misdaad tijdens het liften. Om opnieuw te citeren: er is zelfs “meer kans om te sterven door per ongeluk te vallen, dan door te liften”.

Ik heb er alleszins wel heel wat van bijgeleerd. Vrouwonvriendelijk gedrag blijkt helaas nog steeds een probleem in onze tijd, en dat is misschien al een discussie op zich. Dat alleen liften als meisje gevaarlijk zou zijn, is dan weer een heel ander verhaal. De statistieken spreken dit gelukkig tegen, en mijn eigen ervaringen ook. Die vieze hand op mijn knie weegt absoluut niet op tegen alle interessante ontmoetingen, hilarische gesprekken en prachtige landschappen die ik onderweg al heb mogen ontdekken. Voorzichtig zijn moet je altijd, dat spreekt voor zich, maar laat je mensbeeld niet veranderen door één klein hardnekkig vooroordeel. Hou je van spannende avonturen, goedkoop reizen of interessante ontmoetingen, laat deze onwaarschijnlijke gevaren je dan zeker niet tegenhouden! Ook niet als meisje alleen.



voorkom de ontwikkeling van diabetes

17/09/2017
🖋: 

De strijd tegen diabetes is er een van lange adem. Zeker als ze plaatsvindt op de flanken van de Vogezen. Climbing for Life is een terugkerend sportevenement waar patiënten en sympathisanten samen bergen verzetten. Al fietsend of lopend werden dit jaar de meest bekende cols rond Gérardmer bedwongen, en dwars ging een kijkje nemen.

 

Tegenwoordig gaat er geen week voorbij zonder een lokaal sportevenement. De Ten Miles is lang niet meer het enige Vlaamse sportief hoogtepunt voor de huis-, tuin- en keukenathleet. Als je zo'n evenement eens goed bekijkt, kom je bijna altijd de organisatie Golazo tegen. Zij zijn het epicentrum van amateursportend Vlaanderen, met als doel iedereen, jong en oud, aan het sporten te krijgen. Het evenement Climbing for Life is één van hun paradepaardjes. Climbing for Life wordt twee keer georganiseerd, eenmaal ten voordele van de strijd tegen mucoviscidose en eenmaal ten voordele van de strijd tegen diabetes. 

 

Iedereen weet wel iets over diabetes. Het is een van de meest voorkomende chronische ziektes. Het codewoord is glycemie, oftewel suiker. De bekendste vormen van diabetes zijn type 1, een auto-immuunziekte waar het lichaam de pancreas die insuline maakt aanvalt. Als suiker de benzine van je lichaam is, en elke lichaamscel is een auto, dan is insuline de sleutel van je benzinedop. Krijg je de dop er niet af, dan kan de brandstof de cel niet in en verhongert de cel, ook al is er in het bloed voldoende suiker aanwezig. Bij type 1 is er op vroege leeftijd een destructie van de pancreas, met als gevolg geen sleutels meer. Deze mensen moeten insuline spuiten bij elke maaltijd, een zware en vermoeiende klus. Type 2 diabetes verschilt hierin dat de sleutel niet meer op de dop past, een insulineresistentie dus. Daardoor moet de pancreas meer insuline maken, in de hoop dat er dan toch een dop opent, maar zo raakt de pancreas uitgeput en krijgt men een combinatie van insulineresistentie en insulinetekort. Deze mensen worden eerst geholpen met medicatie, maar kunnen dusdanig escaleren dat ook zij insuline moeten spuiten. Het grote verschil met type 1, dat meestal een gevolg is van niet beïnvloedbare processen, is dat er voor type 2 risicofactoren zijn gekend, en er dus mogelijkheden tot preventie zijn.

 

Professor De Block, diensthoofd van de dienst endocrinologie van het UZA en voorzitter van de Diabetesliga gaf een woordje uitleg rond de preventie van diabetes type 2:

"Zit u momenteel in uw zetel dit artikel te lezen met een koekje of chipje erbij? Dan loopt u meer risico dan wanneer u net bent gaan joggen en nu een appel eet. Obesitas verhoogt het risico op diabetes met 16%. Een grote klinische studie, de Diabetes Prevention Program, heeft aangetoond dat mensen in een prediabetesstadium, waar de glycemie al te hoog is, maar nog niet hoog genoeg om de diagnose diabetes te stellen, hun risico op de ontwikkeling van diabetes tot 58% kunnen verminderen. Andere studies tonen ook aan dat als de diagnose diabetes is gesteld, controle van de ziekte en preventie van ernstige verwikkelingen drastisch verminderd kan worden met een goede suikercontrole, wederom in de hand gewerkt door een aangepast, gezond dieet en minstens 150 miuten intensieve beweging per week. Daarentegen zijn zaken zoals overgewicht en veel zitten directe risicofactoren voor het ontwikkelen van diabetes. Kom uit die zetel en beweeg."

 

Het Climbing for Life-evenement is maar een van de vele evenementen van Golazo om mensen tot bewegen aan te zetten. Interessant is wel dat voor deze bergtocht de organisatie een kleine groep mensen heel intensief heeft getraind. Deze mensen hadden ofwel diabetes of een heel ongezonde levensstijl. Zij hebben dus aan den lijve ondervonden welke impact de sportklik maken had op hun gezondheid. We vroegen het aan enkele leden van deze trainingsgroep.

 

Herbert Gregoor “Ik heb al 39 jaar diabetes type 1. Als jongere sportte ik veel en daardoor kende ik eigenlijk weinig tot geen problemen. De laatste jaren kampte ik echter met overgewicht en een heel slechte algemene conditie. Daarom heb ik me ingeschreven. Momenteel ben ik 12 kg lichter en heb 2.5 kg extra spierweefsel ontwikkeld. Dit merk ik ook aan mijn verbeterde suikerwaarden, een lichaam in goede conditie neemt insuline beter op. Met diabetes sporten is eigenlijk niet moeilijk, je moet wel voorkomen dat je met te lage suiker komt te staan, anders krijg je hypoglycemische klachten zoals wazig zicht of duizeligheid, maar in ergere gevallen ook bewustzijnsverlies. Daarom moet je regelmatig je bloedsuiker prikken. Onze voorbereiding was in het begin zwaar, maar beterde zienderogen. Er kwam ook veel begeleiding bij kijken. We kregen een conditietest bij Energy Lab en werden gescand om onze vet- en spiermassa te berekenen. Een diëtiste bekeek met ons hoe we onze maaltijden best aanpasten. Ik deed een viertal trainingen per week met als resultaat 5300 km in de benen. De uitdaging was enorm, en de Vogezen waren niet lief met koude temperaturen en regen, maar wat een euforie op de top. Met mijn eigen evenement, Sugar Herbie Day, hebben wij ook 4371 euro kunnen inzamelen voor diabetesresearch en preventie. Uiteraard blijf ik nu ook doorfietsen, niet alleen ben ik veel beter, ik voel me ook zoveel beter."

 

Christel Mettepenningen “Ik heb diabetes type 2 sinds 2012. Ik moest veel plassen, had veel dorst en bleek een HbA1C − lange termijnsuikermeting − te hebben van 6.5%. Eerst heb ik er weinig aandacht aan geschonken, tot mijn arts me met mijn neus op de feiten heeft gedrukt. Ik ben dan met een diëtiste beginnen werken en op 1.5 jaar tijd was ik 45 kg vermagerd. Op zich goed nieuws, maar dan ben ik terug beginnen snoepen en voor ik het wist was er weer 30 kg bij. De suiker stond dus ook weer heel slecht. Sport was niet echt mijn ding, tot ik voor de trainingsgroep van Climbing for Life werd geselecteerd. Door hun intensief programma en de begeleiding werd ik klaargestoomd voor de Vogezen. Toen ik de bergen zag opduiken, kreeg ik schrik. Geraak ik daar wel over? Maar het is me gelukt, met tranen in de ogen heb ik de finish gehaald. Wat een geweldig gevoel. Ik had het nooit geloofd voordien dat ik dit zou kunnen. De leuze van het programma luidt: ‘Diabetes doesn’t stop us’ en daar ben ik nu helemaal mee akkoord.”

 

Thomas Nuijttens “Ikzelf heb geen diabetes, maar ik leefde enorm ongezond en deed weinig aan sport. Daardoor had ik dus heel wat overgewicht. Mijn grootmoeder is destijds gestorven aan gevolgen van diabetes, dus het werd hoog tijd iets te veranderen. Anderhalf jaar geleden heb ik een fiets gekocht en besloten om aan mijn gewicht en voeding te werken en met enig resultaat, maar nog niet hetgeen ik verhoopt had. Toen ik mij inschreef in de groep die begeleid ging worden, werden testen uitgevoerd en werd ik heel intensief begeleid met als gevolg een verlies van 20 kg. Niets anders dus dan blije gezichten naarmate ik vorderde. Het evenement zelf was fantastisch ondanks de barre weersomstandigheden. Ik heb de grote rit van 111 km gedaan, op mijn eigen tempo en onder begeleiding. Het was puur genieten. Ik ben achteraf gezien zo trots op dat team, maar ook op mezelf. Mijn teamgenoten hebben ook aangetoond dat zelfs met diabetes je de hoogste toppen kan scheren, maar je moet er wel zelf in geloven, dat is dan ook mijn boodschap aan alle anderen die hetzelfde overwegen, maar de stap nog niet gezet hebben. Gewoon doen!"

 

De reden dat Golazo deze mensen zo intens getraind heeft, is volgens professor de Block ook heel duidelijk: " Iedereen kan dit aan, mits enige vorm van begeleiding. We zijn hier geen bende superathleten, maar we zijn wel collectief gezond bezig. Op deze manier is de boodschap ook heel duidelijk. U kan dit ook!"

 

Ook onze redacteur deed een poging tot bergbeklimmen, maar helaas pindakaas bleek de dwarse fiets niet bestand tegen deze uitdaging. Daarom nog een algemene tip aan eenieder die wenst te starten met fietsen of wilt deelnemen: laat je fiets op voorhand goed controleren! Climbing for Life kende dit jaar een fantastisch aantal deelnemers. 2841 straffe types hebben de Vogezen bedwongen. Via sponsoring van de deelnemers en donaties werd maar liefst 94.441,57 euro ingezameld voor de strijd tegen diabetes.

 

Het Climbing for Life-evenement gaat ook volgend jaar door, wederom in Gérardmer in de Vogezen. Er is eveneens een editie die zich focust op mucoviscidose, zij gaan de Stelvio in Italië bedwingen. Voor informatie ga je best naar www.sport.be/climbingforlife.

 



opinie

17/09/2017
🖋: 
Auteur extern

Rita Roggen


"De robot komt eraan en zal ons voor een deel gaan vervangen. Om onze jobs niet te verliezen moeten we blijven inzetten op vaardigheden als flexibiliteit, levenslang leren en natuurlijk de sociale skills." Het zijn zinnen uit een dwarsartikel uit maart 2017. Naar aanleiding van de discussie over jobs en robotisering schreef Rita Roggen, professor Duits aan het departement Toegepaste Taalkunde van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte, volgend opiniestuk.

 

Neen, ik ben niet de trotse bezitter van Harry Harddrive of Suzie Software (seksrobots, nvdr.). Omdat de artikels over de robotisering maar bleven komen, werd mijn artikeltje over de automatisering steeds weer uitgesteld, maar na het meest recente Robots creëren nieuwe jobs, moet het er nu maar eens van komen. Een beslissing die overigens enkel een mens kan nemen.

 

Ook beslissen om door te gaan na een negatieve feedback is iets puur menselijks. Misschien slaag ik er wel in om een enkeling over de spreekwoordelijke streep na een ontgoochelende tweede zittijd te trekken, of iemand anders het duwtje naar te juiste master te geven. 

 

Het begon allemaal met De Morgen, die schreef dat de robot je studies overbodig maakt, en weinig later dreigde de havenbaas de loodsen te vervangen door robots[1]Zie je ze al hangen aan dat touwladdertje naast mijn buurman? De Standaard had het over het seksisme van robots (overigens m.b.t. eentje uit de vorige eeuw). Nihil novi sub sole dus, want ik moest op dat ogenblik zelf nog beginnen aan mijn schoolcarrière. Om maar te zeggen dat ook toen de dreiging van de computer al bestond en de pc en het internet moesten nog geboren worden. Collega’s schreven in die tijd hun vertalingen nog met (bal)pen op papier. Zelf had ik met mijn eerste opdracht het geld vergaard voor een elektrische schrijfmachine [2], zodat de volgende vertalingen net ietsje vlotter werden afgehandeld. 

 

In 1982 kocht ik voor een veelvoud van de prijs van mijn huidige pc een schrijfmachine met geheugen (+/- één zin) en diskettes [3].In 1986 kwam de eerste pc (zonder geheugen, een ramp als je vergat om back-ups te maken en je partner de stroom afzette om een lamp te vervangen!).

 

De fax, de modem, e-mail, het internet, de laptop, de smartphone, CAT-tools (Computer Assisted Translation tools, vertaalhulpprogramma's, nvdr.), Facebook, MT (Machine Translation, nvdr.), Google Translate … ik vond het steeds weer boeiend en een verrijking. Laat de machines de klusjes maar opknappen, het vervelende werk doen. De uitdagingen zijn voor mij.

 

Diploma’s nutteloos? En dat in een tijdperk waarin levenslang leren de mantra is! Gelukkig relativeren ook mijn UAntwerpen-collega’s die uitspraken in het artikel in dwars. Je masterdiploma bevestigt je niveau en je vaardigheden. Je hebt bagage meegekregen, je hebt bewezen dat je kunt analyseren en een synthese kunt maken. Je bent belastbaar en veerkrachtig. Natuurlijk is werken in een geïnformatiseerde wereld niet meer hetzelfde. Zelf ben ik er ingerold. Studenten anno 2017 zijn als het ware geboren met een tablet in de hand … de rammelaar[4] van de eenentwintigste eeuw. Ze moeten leren omgaan met de mogelijkheden die software hen biedt. Het zijn dus ‘andere vaardigheden’ dan pakweg twintig jaar geleden.

 

Tot die vaardigheden behoort ook assertiviteit. Ontwikkel sociale vaardigheden en overtref het IQ van de robot met je EQ. Laat je niet in het ootje nemen door mensen die je behandelen als een ‘machine’: wees creatief, denk na, overleg, redeneer, doe voorstellen, glimlach … Allemaal dingen die de pc niet kan. Spontaneïteit, empathie en creativiteit zijn hem vreemd.

 

Je CAT-tool vindt 50% matches, maar jij maakt er een tekst van en, by the way, ook die 50% matches vinden hun oorsprong bij de humane vertaler. De machine zal dus enkel die vertalers vervangen die niet meer doen dan een machine, die vertalen zoals een machine: met blik op oneindig en verstand op nul. De monkeys die met recht en rede slechts peanuts krijgen.

 

Onlangs moest ik de volgende zin vertalen voor een bedrijf: ‘[...] worden manueel en behoedzaam gevuld. Een automaat kan zoiets niet.’ Het betreft een product dat op grote schaal wordt gemaakt. Blij dat zij beseffen dat ook wij geen automaten zijn!

 

Savoureer je studententijd. Een heerlijke tijd. Kies een beroep dat bij jou past en niet een dat goed in de markt ligt. En vooral: blijf leren en studeren!


[1] Me­cha­nis­me dat min of meer de ge­daan­te van een mens heeft en be­we­gin­gen, ver­rich­tin­gen of ar­beid kan uit­voe­ren; han­te­rings­me­cha­nis­me met mi­ni­maal vier gra­den van vrij­heid en een vrij pro­gram­meer­baar be­stu­rings­sys­teem dat ver­schei­de­ne ta­ken kan uit­voe­ren (Van Dale)

[2] Toe­stel waar­mee door het aan­slaan van toet­sen op een toet­sen­bord op (elek­tro)­me­cha­ni­sche wij­ze let­ter­schrift kan wor­den voort­ge­bracht= type­ma­chi­ne, type­wri­ter

[3] Com­pu­ter­term, dun­ne, flexi­be­le mag­neet­schijf in een be­scher­mend om­hul­sel voor het op­slaan en raad­ple­gen van ge­ge­vens= flop­py (Van Dale)

[4] Stuk speel­goed voor zeer jon­ge kin­de­ren, ge­woon­lijk be­staan­de uit een hol voor­werp waar­in zich een of meer los­se balletjes be­vin­den (Van Dale)

 



de dwarsdoorsnede

16/09/2017
🖋: 
Auteur

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Op 15 september was het de beurt aan de cartooneske funkband Vulfpeck - die speelde voor een uitverkochte AB. Dat is indrukwekkender dan het klinkt.

Het uit Michigan afkomstige Vulfpeck is niet alleen een van de betere funkbands van dit moment, maar ook een heus internetfenomeen. Je hebt ze nog nooit op de radio gehoord, maar toch zijn ze er in geslaagd om hun eerste doortocht op het Europese vasteland volledig uit te verkopen. Ze hebben hun populariteit te danken aan YouTube-video's, onvoorstelbare technische vaardigheden en het weigeren om zichzelf serieus te nemen.

 

De toon van het optreden werd direct gezet: een komische sportverslaggever kondigde de band aan waarna ze met een overdosis aan energie het nummer Fugue State inzette. Ze hadden welgeteld twee noten nodig om die energie over te brengen naar het publiek. Voor het optreden stond het publiek tegen elkaar opgepropt, maar plots was er genoeg ruimte voor iedereen om volledig los te gaan. En wanneer je Vulfpeck aan het werk ziet, is volledig losgaan de enige optie.

 

Het talent dat op het podium stond is moeilijk om in woorden uit te drukken. Wanneer het brein achter de band, Jack Stratton, geen motiverende speeches of financieel advies gaf, zat hij achter de drums, piano of speelde hij gitaar. De andere drummer/gitarist van dienst was Theo Katzman. Met zijn fluwelen stem verzorgde hij ook de zangpartij van enkele nummers of zong hij mee met zijn gitaarsolo's. Alles wat hij kan doet hij dus ook. Pianist Woody Goss is duidelijk iets serieuzer dan zijn bandgenoten. Iets serieuzer betekent echter niets in een band als Vulfpeck. Hij deed ook al eens onnozel waardoor sommige nummers hun vaste structuur kwijt speelden. Een jamsessie was daardoor nooit ver weg. En dan was er nog de publieksfavoriet Joe Dart. Hij wordt geheel terecht gezien als de beste bassist van zijn leeftijdscategorie (hij is nog maar 26 jaar oud). Als je dit ontkent na het aanschouwen van zijn groovy baslijnen en solo's ben je aan het liegen.

 

Het publiek telde evengoed mee als artiest. Zoals gezegd was er bijna niemand die erin geslaagd was stil te blijven staan, maar werd ook elke kans gegrepen om mee te zingen. Vooral tijdens nummers als Funky Duck en 1612 waren de mensen voor het podium even belangrijk als de degenen erop. Tijdens deze nummers werd Vulfpeck ook bijgestaan door gastartiesten Antwaun Stanley, wiens stembanden in een museum thuishoren, en ritmegitarist Cory Wong, die tijdens Funky Duck ontdekte hoe ver hij zich met zijn draadloze gitaar van het podium kon verplaatsen. De technische problemen die daarmee gepaard gingen loste hij op door met het publiek mee te dansen. Theo Katzman slaagde er ook in om het publiek driestemmig te laten meezingen tijdens de iets meer pop-achtige nummers Back Pocket en Christmas in L.A. Die laatste wilde hij omvormen tot Christmas in Bruxelles, maar had uiteindelijk door dat hij niet wist hoe hij dat moest uitspreken. Zelfs de bassolo die Dean Town heet werd luidkeels meegezongen. Een bassolo die wordt meegezongen is op zijn zachts uitgedrukt ongewoon, maar als er een band is die daarin slaagt, is het Vulfpeck.

 

Het perfecte concert bestaat niet, maar Vulfpeck kwam gevaarlijk dichtbij. Er zijn maar weinig bands die zowel zo onnozel kunnen doen dat het af en toe op een stand-up comedy show leek, als technisch zo sterk zijn dat ze ook als serieuze muzikanten gezien worden. Na deze uitverkochte tour door Europa is het onvermijdelijk dat we nog veel van hen gaan horen. En als we het publiek, dat nog minutenlang na het optreden bleef staan en smeekte om nog een funky baslijn te horen, mogen geloven, is dat alles behalve slecht nieuws.



15/09/2017
🖋: 
Auteur

Vanaf eind augustus kon je in de Imax-zaal van Kinepolis Antwerpen kijken naar de eerste twee episodes van Inhumans. Wie bekend is met figuren als Iron Man en Thor zal een introductie al niet meer nodig hebben; ook deze Marvelreeks verhaalt immers over een handvol superhelden in een alternatief universum. Pakweg een maand na de Imax-release zijn de afleveringen van seizoen één wekelijks te zien op Amerikaanse televisie. Het gebeurt nog niet al te vaak dat cinema’s de handen ineen slaan met de producenten en exploitanten van tv-series. De box office van Inhumans liet bovenin te wensen over, al zouden de overwegend negatieve recensies daarin ook een rol gespeeld kunnen hebben.

Toch is deze bioscoopprimeur tekenend voor een bredere tendens. Geleidelijk lijken tv-series namelijk de aloude kloof met het medium film te dichten. Orange is the New Black, de serie is de nieuwe film. Of niet? In wat volgt begeef ik me kort langs de ontwikkelingen die voor deze bewust gechargeerde stelling spreken.
 

Eén van mijn favoriete tv-series is nog altijd het mysterieuze Lost. Zelf zag ik de serie pas toen ze (eindelijk …) afgelopen was, maar voor de fans van het eerste uur was er maar één optie: een week wachten tot de volgende aflevering werd uitgezonden. Nu, pakweg een decennium later, is het begrip wachttijd bij series bijna altijd relatief. De belangrijkste oorzaak daarvoor ligt natuurlijk bij de komst van Netflix en streamingdiensten die het succes van die grootverdiener willen kopiëren. Frank Underwoods gewetenloze machtsdrang in Netflix original House of Cards openbaart zich niet per aflevering, maar per seizoen. Steeds meer series volgen dat voorbeeld, terwijl oudere reeksen in hun geheel te raadplegen zijn. Lost kon je bijvoorbeeld tot dit voorjaar kijken via het (in Nederland beschikbare) on demand-platform Videoland.
 

Dat deze ontwikkeling indirect heeft geleid tot het fenomeen bingewatching, behoeft ongetwijfeld geen nadere uitleg. Met een Netflix-abonnement en een onvermijdelijke dosis menselijkheid (niemand kan leven met cliffhangers) is het aaneengesloten wegkijken van episodes meer regel dan uitzondering. Over het eerste seizoen van de veelbesproken young adult-serie 13 Reasons Why deden veel kijkers wereldwijd niet langer dan een dag. Eén aflevering per week? Wie eenmaal begon, kon net zo goed beweren dat hij of zij zich dit jaar voor de verandering eens wél aan alle goede voornemens ging houden.
 

Het gevolg is dat een seriekijker op een avond soms meerdere films kijkt. Die films zijn paradoxaal genoeg geen ‘echte’ films, maar een half seizoen van de nieuwste tv-serie. Het interessante daaraan is dat vrijwel niets die series daarbij nog onderscheidt van de films. Wie vaak Netflix gebruikt, weet dat het maar vijftien seconden duurt voor de credits van een nieuwe episode door je beeld schieten. Onlangs las ik dat die vijftien seconden in de toekomst misschien vervallen. Een serie is dan één lange film, die je alleen door een actieve ingreep kunt onderbreken. Waar de meeste films na twee uur wel gedaan zijn, is een serie in veel gevallen immers een bron van eindeloos vermaak.
 

Er zijn ook series die het onderscheid met het medium film zelf al verbreken. Het derde seizoen van cultklassieker Twin Peaks telt achttien episodes, maar de serie laat zich het best bekijken als een film van achttien uur. Sterker nog, Blue Velvet-regisseur David Lynch heeft zelf aangegeven dat seizoen drie met die gedachte is opgenomen.
 

Als ik nu zeg dat mensen ondanks die ontwikkelingen óók naar films zullen blijven kijken, voelt dat misschien aan als een loze uitspraak. Toch zou deze vanzelfsprekendheid in de toekomst wel eens onder druk kunnen komen te staan. Met name op visueel vlak zijn series immers aan een opmars bezig. De budgets voor HBO-speerpunten Game of Thrones en Westworld rijzen de pan uit, waardoor losse episodes steeds meer het voorkomen krijgen van een cinema-waardige filmbeleving. Tegenwoordig heeft het uitbrengen van een film boven de twee uur al een financieel risico, en zo komen serie en film steeds dichter bij elkaar. Wat is nu het wezenlijke verschil tussen een blockbuster van negentig minuten en een lange Game of Thrones-episode die het uur ruim passeert? Ter illustratie: bekijk onderstaand filmpje even - mits je up to date bent met de serie.

 

 

Terwijl distributeurs moeten zwoegen om hun films een succesvolle release in de schoot te werpen, bingewatcht een gemiddeld huishouden probleemloos een serie of vijf. Gelukkig bezoekt datzelfde huishouden waarschijnlijk nog steeds regelmatig de bioscoop. De cinema blijft iets speciaals hebben, toch? Het grote scherm, het avondje uit, of, voor de cinefiel: de 35 mm-projector in het plaatselijke filmhuis. Maar wat als series vaker hun weg naar de bioscoop zouden vinden? Zouden wij dan ook en masse die series bezoeken? Of zouden we Baby Driver in het lokale multiplex nog altijd liever zien dan de laatste dubbelaflevering van onze favoriete serie?
 

Ongeveer tegelijk met de release van Marvels Inhumans kwam het bericht dat Nederlandse bioscopen de zevende seizoensfinale van Game of Thrones zouden vertonen. Vijftien minuten later waren alle zalen stijf uitverkocht.