Laura Buyssens
Vijf jaar studentenvertegenwoordiging heb ik achter de kiezen. Vijf jaar en ettelijke keren met de neus tegen de muur lopen. Het is immers niet vanzelfsprekend om een goede balans te vinden tussen én een goede studentenvertegenwoordiger (stuver) zijn én een goede student. Naar welke kant de balans overhelt, is een persoonlijke keuze. Wanneer van hogerhand echter restricties op deze keuze worden gelegd – met name door het opleggen van verplichte aanwezigheden – kan de vraag gesteld worden in welke mate een geëngageerde student nog bewegingsvrijheid heeft. Het staat buiten kijf dat wanneer je je kandidaat stelt, je enkele verplichtingen aangaat. Maar moet dit ten koste gaan van je studie? Mogen en kunnen we nog een leven hebben naast ons engagement als stuver? Wordt onze inzet bovendien enkel bepaald door het aantal uren dat we in vergaderzalen spenderen?
Â
Ik stel vast dat stuvers van verschillende campussen zich moeilijk in elkaars schoenen kunnen verplaatsen.
Â
Het statuut van de studentenvertegenwoordiger zou een oplossing moeten zijn om dit balanceren gemakkelijker te maken. Dankzij dit statuut krijgen stuvers immers de mogelijkheid om lessen te verlaten om hun manda(a)t(en) ten volle te kunnen uitvoeren. De invoering van het statuut is inderdaad een welgekomen ondersteuning, zeker voor studenten die meerdere mandaten op zich nemen. Wat naar mijn mening echter niet voldoende in rekening wordt gebracht, zijn de verschillen tussen de opleidingen. De ene opleiding heeft meer flexibiliteit en bewegingsvrijheid dan de andere. Daar waar sommigen gemakkelijk een uurtje vrij kunnen maken, is het voor anderen telkens een gepuzzel om aanwezig te kunnen zijn op die ene belangrijke vergadering. Opleidingen waarin verplichte practica aan bod komen, kunnen bijvoorbeeld niet of slechts gedeeltelijk gebruik maken van het statuut. Zo hebben deze stuvers het recht om lessen te missen, maar moeten verplichte practica wel gevolgd worden. Bijgevolg kunnen deze studenten niet altijd en overal aanwezig zijn. Dit fenomeen blijkt binnen de groep van stuvers niet altijd even goed begrepen te worden. Ik stel vast dat stuvers van verschillende campussen zich moeilijk in elkaars schoenen kunnen verplaatsen. Wanneer problemen over aanwezigheden worden aangekaart, wordt maar al te vaak met het statuut gewapperd, terwijl het niet altijd van toepassing is.
Â
Laten we goede stuvers vertrekken omdat ze – al dan niet moedwillig – te veel hooi op hun vork namen?
Â
Samen met enkele collega’s stel ik mij bovendien de vraag of aanwezigheid werkelijk een maatstaf is voor de betrokkenheid van de stuver. Zijn de uren die je buiten de vergaderingen in je mandaat steekt niet minstens even waardevol? Voorbereidend werk en contacten met professoren (zeker op opleidingsspecifiek niveau) zijn niet te onderschatten. Dit in het bijzonder voor stuvers die vaak drie of meer mandaten (vaak op verschillende beleidsniveaus) moeten zien te combineren. Het was dan ook een slag in het gezicht toen ik las dat de Studentenraad stuvers die naar hun mening niet genoeg aanwezig zijn, wil bannen van de kieslijst voor volgend academiejaar. Moeten studenten daadwerkelijk bestraft worden omdat ze misschien één van hun vele mandaten niet kunnen bolwerken? Laten we goede stuvers vertrekken omdat ze – al dan niet moedwillig – te veel hooi op hun vork namen? Zou men in de eerste plaats niet beter op zoek gaan naar de oorzaak van afwezigheden in plaats van onmiddellijk te oordelen en vergelijkingen te maken met anderen? Dit blijkt een moeilijke oefening te zijn, waarbij individuele gevallen op weinig bijval kunnen rekenen. Ik vind dit bijzonder jammer. Ondanks goede bedoelingen krijgen sommigen het etiket opgespeld ‘niet geëngageerd’ te zijn, terwijl het tegendeel waar is. Communicatie is naar mijn mening de oplossing, maar dan wel langs twee kanten. Meer begrip en nuance voor de stuverwerking binnen de verschillende faculteiten is wenselijk, verdeeldheid is immers niet de oplossing.
Â
Â
Â
Laura Buyssens – 2e Master Biomedische Wetenschappen
Gedurende mijn hele opleiding ben ik op alle mogelijke beleidsniveaus actief geweest als studentenvertegenwoordiger. Zowel op opleidingsspecifiek niveau (onderwijscommissie BMW, faculteitsraad FBD en CIKO-raad) als op centraal niveau (Studentenraad en Raad Dienstverlening) heb ik getracht mijn steentje bij te dragen. Het is nu tijd om de fakkel door te geven aan nieuwe, gedreven studenten die op gepassioneerde wijze hun medestudenten zullen vertegenwoordigen.
- Login om te reageren