Antwerpen moddert maar wat aan

Het lijkt wel alsof ze zich in Antwerpen voorbereiden op een nog groter proces dan dat van Dutroux. Misschien zal de raadszaal van het nieuwe justitiepaleis zelfs groot genoeg zijn om het proces te houden van de Visa-affaire. Dan mogen de beklaagden natuurlijk niet voor 1 juli 2005 voor het gerecht gebracht worden. Vroeger gaan de 162,8 miljoen euro immers nog niet geïnvesteerd zijn. Nu is het maar te hopen dat de celwagens de kelder in kunnen, dat er voldoende ruimte voor de tram is om te draaien en dat de archiefruimte zal volstaan. Digitale verwerking jongens? Hallo?

En de oscar gaat naar…

Het jaar 2003 zal in de geschiedenis van de Universiteit Antwerpen voorgoed geboekstaafd staan als het Jaar van de Grote Veranderingen: UFSIA, UIA en RUCA gingen op in de grote UA. Maar naast deze ene mijlpaal in de Antwerpse geschiedenis werd er op een zonnige dinsdag in oktober ook nog, bij een glas goede wijn of dito sinaasappelsap, een gloednieuwe masteropleiding, met de welluidende naam ‘Filmstudies en Beeldcultuur,’ boven de doopvont gehouden.

Patrick Janssens

Patrick Janssens behoeft nauwelijks introductie. Van opleiding socioloog (UA) maakte hij een tussenstop in de wereld van de marketing alvorens in de politiek te belanden. Als partijvoorzitter vond hij voor Sp.a de tweede adem, als Antwerps burgemeester bracht hij kalmte na de visa-storm. Een gesprek.

Sinjorenbloed: kinema en variété

Toen in 1902 de filmtent van Wilhelm Krüger op de Sinksenfoor afbrandde, ontving de brave, ongeletterde foorkramer 500 frank uit de milde hand van het Antwerps stadsbestuur: de ouverture van de bewogen, beeldrijke geschiedenis van de Antwerpse cinema’s. Krüger bleef niet bij de pakken zitten; op 29 november 1907 werd Cinema Theater Krüger op de De Keyserlei ingehuldigd. Het was de eerste echte bioscoop van ’t Stad en van het Krüger-imperium. In de volgende decennia kwamen er tal van variététheaters en cinema’s bij, zodat het in 1949 luidde dat ‘Antwerpen relatief gezien het grootste aantal bioscopen ter wereld had!’ Onze Scheldestad heeft zijn cinefiele bewoners dus wel degelijk ooit meer te bieden gehad dan twee megalomane complexen en een lieflijke kwaliteitscinema.

De nieuwe oude doos

Het Filmmuseum verhuist. De oude, tot de verbeelding van de retrofilmliefhebber sprekende zaal aan de Meir, wordt ingeruild voor twee nagelnieuwe en erg modern ogende filmzalen in het FotoMuseum aan de Waalsekaai 47. Het museum herbergt net als op de oude locatie een documentatiecentrum en bouwt evenementen op aan de hand van maandelijkse thema’s die ook aan een ruimer publiek de kans moeten geven om zich te bekwamen in de hedendaagse film- en beeldcultuur. Verder worden er in samenwerking met verscheidene organisaties en groeperingen inspanningen gedaan om de onbekendere hedendaagse film te promoten.