Zilveren Revolutie

17/02/2005

Op een ochtend zaten twee mannen, Kleine Man en Kleine Man, samen aan het ontbijt. Er moest gehandeld worden. ‘Het zou dus best kunnen dat het heelal op een dag weer tot een heet punt verschrompelt, maar dat hoeft niet erg te zijn. Wat telt is natuurlijk niet de tijd die we leven, maar de tijd die we be-leven.

Zolang we nog opgezadeld zitten met een koolstofbrein, is onze snelheid van be-leven beperkt door de snelheid van neuronen en neurotransmitters. Een logger mechanisme kan je je moeilijk indenken; om een toonbare gedachte te boetseren, heb je ettelijke microseconden nodig. Nu, dat hoeft gelukkig niet lang meer te duren. Het brein uit silicium dat vandaag nog grotendeels ongebruikt op ons bureau staat, is al veel sneller. Maar het kan natuurlijk nog beter. In de laatste seconden voor de dood van het heelal, zal de temperatuur duizelingwekkend stijgen en dan kunnen we een brein maken dat op kernreacties draait. Hoe energetischer, hoe sneller! Zo kunnen we de ondergang steeds een stapje voorblijven. In die laatste momenten voordat het doek valt, kunnen we een eeuwigheid beleven: een cruise op de Caraïben, lange winterwandelingen, bruisende romances.'

 

‘Precies', antwoordde Kleine Man, ‘En ongeveer hetzelfde geldt voor het levenseinde van een individu. Hoe dichter bij de dood, hoe meer liefde en aandacht er nodig is. En die aandacht komt er natuurlijk niet vanzelf, dat moet georganiseerd worden. We weten wat ons te doen staat.'

 

Kleine man en Kleine Man stormden de trap af en raasden weg in hun autootje. Het was zo koud en helder dat hun gedachten ijskristallen vormden in de lucht, prachtige gotische denkkristallen.

 

Het complex lag verscholen tussen de besneeuwde heuvels en de kale sparren, net als in een boek. Er was een controlepost met verveelde, behulpzame wachtposten, en er waren lange gebouwen uit betonblokken. Ze deden denken aan oude kazernes. Op de benedenverdieping van gebouw Vier speelden twee norse, bejaarde mannetjes kaart op een brancard. Kleine Man probeerde een gesprek aan te knopen, maar ze wilden niets vertellen. De Kleine Mannen trokken dan maar de blauwe plastic hoesjes over hun schoenen om geen sporen na te laten en beklommen de trap. Boven, in de lange gang, sloeg de stilte hen in het gezicht. Toch zaten de kamertjes aan weerszijden vol mens, liggende en zittende en knabbelende mens, gevangen in een eeuwenlange beweging, ‘trager dan de traagste steen.' De Kleine Mannen kwamen aan in de controlekamer waar mooie vrouwen in het wit zich onledig hielden met koekjes en monitors. Kleine Man zei :'We komen eens een kijkje nemen', waar Kleine Man aan toevoegde: 'En of het mogelijk zou zijn om een ouder,.. ik bedoel een behoeftig ouder persoon.....' De woorden van Kleine Man stokten in zijn keel en terwijl de begripvolle vrouwen antwoorden gaven op allerlei vragen die men zou kunnen stellen, voelden de Kleine Mannen zich héél klein worden. Ze vluchtten snel terug in hun autootje en snorden langs velden en dorpjes, uit hun radio schalde oude klezmermuziek. Aan een politiepost met gewapende en nerveuze agenten, moesten ze stoppen. De weg was afgezet voor al de wereldleiders die hier waren geland om de bevrijding van het concentratiekamp Auschwitz te herdenken.

 

Terwijl die Grote Kleine Mannen langssuizden in geblindeerde zwarte wagens, begon op de radio een nieuwsbulletin: ‘De zilveren revolutie in Rusland gaat door. Sinds de Doema de wet goedkeurde die lagere huurprijzen en gratis openbaar vervoer voor gepensioneerden terugschroeft, is overal in het Rijk onrust uitgebroken. De oudjes hebben verschillende wegen bezet en openbare gebouwen bestormd. Tot nu toe is er één dode gevallen. Sociologen verwachten dat dit oproer, dat weliswaar is uitgelokt door de specifieke situatie van de Russische gepensioneerden, slechts een voorloper is van een wereldomvattende opstand. Deze omwenteling zal een gevolg zijn van de kantelende bevolkingspiramide en van de frustrerende en isolerende informatisering van de maatschappij.'

 

De wereldleiders verdwenen aan de horizon en de nieuwslezer maakte weer plaats voor schraperige violen. De Kleine Mannen waren ondertussen vastgevroren.