opinieventer

12/10/2021
🖋: 

Opinieventer is de naam. Aangenaam. De rest van het academiejaar zal ik u vergenoegen met allerhande opinies over allerhande thematieken. Laat ik mezelf introduceren door op nimmer ingezonden veelgestelde vragen accuraat te antwoorden. 

Hoe is het idee van de opinieventer ontstaan?  

Op een gewone ochtend scrolde ik door mijn Facebook- en Twittertijdlijn. Wat me meteen opviel: bitter weinig mensen met een mening, in elk geval bitter weinig mensen die een mening uiten. Zo heb ik er het raden naar hoe oom Peter de coronacrisis zou aanpakken en welke behandeling hij hongerstakende asielzoekers toewenst. En ja, ik betrap mezelf er ook op. Ik heb zelf soms een mening, maar houd die dan voor mezelf in plaats van haar ongefilterd te tweeten. Een soort van bescheidenheid ligt me dwars. Waarom zou ik een opinie uiten over kwesties waar anderen hun hele leventje onderzoek naar voeren? In een beschaafde samenleving is dat een normale gedachtegang. De keerzijde van de medaille is helaas dat er meningenschaarste ontstaat. Zo is het idee gerijpt om mijn mening ter beschikking te stellen van de gemeenschap.

 

Het is een revolutionair concept: mensen die hun opinie uiten over zaken waar ze geen affiniteit mee hebben. 

Ik schrijf een mening die mensen maar over te nemen hebben. Dat verkleint de sprong om er zelf een te uiten. Mensen weten dat ze niet alleen zijn met deze mening. Het enige wat ze moeten doen is mijn column in dwars lezen.  

 

Een zeer menslievend initiatief eigenlijk. 

Ach, je doet me blozen. 

 

Ik vind het toch belangrijk dat te benadrukken: het is dus een soort van liefdadigheidscolumn? 

(stilte) Zo had ik het nog niet bekeken. Ik zou het niet beter kunnen omschrijven. 

 

Praktisch: als opinieventer zal je zoals gezegd een column schrijven voor dwars. Kun je meer over die samenwerking vertellen? 

Ik vond geen andere afzetmarkt. Dan was de keuze voor dwars snel gemaakt. Ik kijk erg uit naar de samenwerking, dat hebben we contractueel zo bepaald.  

 

Hoe komt het toch dat mensen zo bevreesd zijn om alles te roepen wat in hen opkomt? 

Dat moet je aan mensen vragen die hier onderzoek naar doen. Ik ga hier echt niet het eerste het beste wat me te binnen springt laten optekenen. 

 

Waarom niet? 

Het kost tijd om een gedegen mening te fabriceren die je publiekelijk kunt verkondigen. Natuurlijk kun je in principe eender wat roepen, maar niemand wil zijn gezicht verliezen. Je zult maar eens iets zeggen wat achteraf maar deels of niet blijkt te kloppen of iemand kwetsen op een ongefundeerde wijze, gewoon omdat je je niet goed genoeg hebt geïnformeerd. Daarom heb ik meer respect voor mensen die hun bek houden als ze niets zinnigs te vertellen hebben. Maar dat is mijn mening maar natuurlijk. 

 

Wanneer is je missie geslaagd? 

De dag dat kerkjuristen zich niet alleen inlaten met kerkelijk recht, maar ook badinerend twitteren over klimaatwetenschap, epidemiologie en origamikunde, is mijn column overbodig geworden.  

 

Bedankt voor het fijne interview! Veel succes met de column! Zoals vele lezers kan ik niet wachten op de eerste opinieventer die je – oh, wat fijn! – hiernaast al vindt! 

 



poëzie

12/10/2021
🖋: 
Auteur extern

Benjamin Heirbaut


Zo zingt de zee

als de hologige blik
van de krijgsgevangene, vurig
maar in haar dieptes lijdend

als rouw
van de wolvenmoeder, trots
met pijn de nacht doorsnijdend

als een luisterend oor
van de boezemvriend, oprecht
met reikende hand intiem wijkend

Zo zingt
de zee
 



betweter

12/10/2021
🖋: 

Het is niet omdat je veel onnozele weetjes kent, dat je een betweter bent. Dat bewijst een van onze redacteurs door een waanzinnig interessant, ongelofelijk boeiend of verbluffend spannend feit te delen. 

Een typische douchevraag valt me te binnen: waarom schrijven we vanouds met blauw of zwart? Het antwoord is redelijk eenvoudig, maar zeker niet eenduidig. Historisch beschouwd is er sprake van een zekere gewoonte. Sedert de vijfde eeuw na Christus gebruikte men inkt, gemaakt uit natuurlijke grondstoffen (roet en indigo bijvoorbeeld), die eerder toevallig blauw of zwart kleurde naargelang de precieze samenstelling. Pas aan het einde van de negentiende eeuw kon de kleur blauw synthetisch samengesteld worden.  

Groen en rood kregen toen ook algauw hun eigen plaats in een geheel van informele afspraken. Rood geldt als correctiekleur en wordt nu nog regelmatig gebruikt in boekhoudkundige documenten; je ziet de kleur bijvoorbeeld in negentiende-eeuwse erfenisaangiften al opduiken als controlekleur. Groen heeft de status van administratieve invulkleur. Blauw kon de mama vroeger gemakkelijker uit de kleren wassen dan zwart en is sinds enkele eeuwen tevens de kleur van het persoonlijk briefverkeer – wat ze ongetwijfeld blijft tot de jaren stillekes. Documenten vers van de pers (lees: formulieren) zijn in sober, formeel zwart gedrukt. De combinatie blauw-zwart dient bovendien ter onderscheid tussen origineel en kopie; zo zal je bij de bank of jurist vaak een document in het blauw moeten ondertekenen. 

Minder hard bewijs is er voor de cerebrale verklaringen voor onze inktgewoonten; zo zou blauw ons doen denken aan de lucht of aan de zee – dus eigenlijk aan de lucht – en de hersenen kalmeren. Zowel blauwe als zwarte inkt op wit papier geven een sterk contrast dat ons brein helpt informatie efficiënter te verwerken. Omdat het blauw-wit contrast net iets aangenamer leest – het is zachter dan zwart-wit – komt dat nog vaker voor. Wat er ook van zij, op mijn allerlaatste examen schrijf ik elke zin in een andere kleur. Of alles in fluoroze. Met een stift. 



GreenOffice kookt

12/10/2021
zoete aardappel
Bron/externe fotograaf

Louis Hansel

🖋: 
Auteur extern

Stan Schepers


  1. Besprenkel een zoete aardappel met zout en plaats 8 minuten in de microgolf.  
  2. Snij een halve ui in blokjes en bak met een teentje look in een pan met olijfolie. 
  3. Wanneer de ui en de look goudbruin zijn, voeg zwarte bonen en fijngesneden paprika toe en laat even opwarmen. 
  4. Meng er een theelepel komijnpoeder onder en voeg peper en zout toe naar smaak. Extra optie: je kan ook wat gemalen cayennepeper toevoegen als je het graag wat pikanter hebt. 
  5. Snij de zoete aardappel in de lengte door. Lepel een beetje vruchtvlees van de aardappel eruit en meng met de bonen en paprika. 
  6. Steek het mengsel terug in de aardappel.  
  7. Serveer eventueel met avocado, dressing (vegan yoghurt) en/of koriander.  

Smakelijk! 



poëzie

12/10/2021
🖋: 
Auteur extern

Benjamin Heirbaut


Ik kan mij vagelijk herinneren dat ik ergens woonde.
Hoe een sleutelbos m’n sloffen op- of ontsloot,
Hoe ik ging slapen onder dons en 
Op diezelfde plek wakker werd.

nu,
in de loop van de 
dag, kom
ik, blijf ik
even, vaak niet
langer dan een uur.

Mijn voeten zijn koud. 
 



een meta-kennismakingsartikel over kennismakingsstructuren (of iets dergelijks)

09/10/2021
🖋: 
Auteur

Als je dit magazine in de handen hebt, ben je wellicht een beginnende student die veel, zo niet alle, informatiemomenten meepikt. In het verleden was iemand in jouw positie wellicht al overladen geweest met (dubbele) informatie van verschillende diensten en groepen. Niet alleen was niet alles daarvan onmiddellijk relevant, de hoeveelheid informatie kon startende studenten overspoelen. Het gloednieuwe ‘U stArt’-project van UAntwerpen moet de overrompelende start- en kennismakingsactiviteiten stroomlijnen en de overweldigende overgang naar de nieuwe context van de universiteit zo vloeiend mogelijk laten overlopen.  

Het project heeft verschillende doelgroepen: generatiestudenten maar ook hogeschoolstudenten die een schakelprogramma komen volgen of masterstudenten uit andere steden en zelfs landen. Uiteraard bestaat de grootste instroom nog steeds uit eerstejaarsstudenten, maar ook tweedejaarsstudenten die door corona nog niet vertrouwd zijn met het aanbod worden in het achterhoofd gehouden. Robin Oostvogels is coördinator van U stArt, Femme Swinnen ondersteunt als projectmedewerker studentenwelzijn.   

Femme: “We geven studenten de tijd om de universiteit te ontdekken op eigen tempo. Dat kunnen ze doen door hun eigen interesses te volgen en zo kennis te maken met elkaar. Een van de basiselementen is een onderscheid tussen need to know en nice to know. Vroeger werd studenten alle informatie op een zeer korte termijn naar het hoofd gegooid. Nu nemen we de eerste honderd dagen als basis; wat niet onmiddellijk geweten moet zijn, komt later aan bod.” Feitelijk komen die eerste honderd dagen neer op het volledig eerste semester, zo kan informatie over de examenregelingen bijvoorbeeld wachten.  

 

niets nieuws?  

De meeste activiteiten die U stArt promoot, bestaan al langer dan dit jaar, van de onthaalmomenten door de verschillende departementen tot Students on Stage en Openingsdag van respectievelijk koepelkringen Unifac en ASK-Stuwer. De vraag is dus of de verschillende actoren allemaal even happig zijn om hun specifieke studentenonthaal om te gooien omwille van een communicatieve herstructurering. “We willen zeker niet zeggen wat de verschillende faculteiten en diensten moeten doen,” stuurt Robin bij, “we willen eerder hun aanbod in kaart brengen en op elkaar afstemmen. U stArt brengt informatie die eerst via verschillende wegen de student bereikte samen om een overzichtelijk geheel te maken voor startende studenten. Waar nodig willen we ook ondersteuning bieden.”  

Toch komen er naast het meer overzichtelijke bestaande aanbod ook nieuwe dingen bij. Zo zal de sportdienst op 28 en 29 september verschillende groepslessen aanbieden die bovendien gratis zijn. Een unicum, want normaal moet je voor sportactiviteiten op UAntwerpen over de MOVE-pass beschikken. Daarnaast zitten er nog wel wat andere zaken in de pijplijn. Robin: “We kunnen nog niet alles zeggen, maar er zijn bijvoorbeeld fietstochten die uitgewerkt worden in samenwerking met GreenOffice en de Sociale Dienst. Zelf hoop ik erg dat de cultuuractiviteit kan doorgaan.”  

 

stevige stroomlijning 

Robin en Femme laten weten dat zo goed als alle werkingen vanuit de universiteit hebben gereageerd. Er valt dus wel iets voor te zeggen dat de stroomlijning nodig was. Daarbuiten wilt de universiteit dat ook de studentenorganisaties mee in het verhaal stappen. Als UAntwerpen de brug wil maken met de studentengemeenschap doet ze dat in regel via haar studentencoaches. Eva Gregoir is daar een van: “We geloven dat de universiteit en de studentenorganisaties elkaar kunnen versterken zodat er voor nieuwe studenten een goede balans is tussen het academische, het administratieve en het creëren van verbinding.”   

“We zijn ook naar alle relevante studentenorganisaties gestapt”, voegt Eva toe, “om te vragen hoe we dat moesten doen en waar de noden lagen. De (koepel)clubs en De Studentenraad weten vaak beter waar het misloopt bij de studenten dan wij. We hebben ook Team Diversiteit, het International Students Office en de zorgcoördinatoren betrokken, die instaan voor de toekenning en opvolging van studenten met een functiebeperking. Het doel is dus ook meer inclusiviteit en laagdrempeligheid.”  

Gestroomlijnde informatie, inclusiviteit en laagdrempeligheid zijn nochtans allemaal verschillende dingen. Wat als een deelnemend orgaan geen zin heeft in het extra werk dat in de inclusieve benadering kruipt? Wat met het spanningsveld tussen inclusiviteit en het dogma van de grootste gemene deler in massacommunicatie? Wat als je dankzij het lelijke aanplantbos de bomen eindelijk wel kan zien, maar de interesse verliest in het herhalende patroon van zielloze eenheidsworst? Robin: “Dat is inderdaad een risico. We zorgen voor een inclusiviteitscheck voor al onze activiteiten door experts van Diversiteit, het International Office en Bijzondere Faciliteiten. We passen hun feedback zoveel mogelijk toe om zo toegankelijk mogelijk te zijn. Wat dit jaar niet aangepast kan worden kunnen we meenemen naar een volgend jaar; we zullen sowieso leren uit deze eerste editie.  

 

samen sterk  

Uiteindelijk is het doel tonen dat studenten welkom zijn. Femme: “U stArt probeert een ruim aanbod te bieden voor alle startende studenten, zoveel mogelijk afgestemd op hun specifieke noden. Natuurlijk zal niet iedereen zich tot elke activiteit evenveel aangetrokken voelen, maar voor hen die willen, zijn er vele mogelijkheden om deel te nemen aan verbindende activiteiten waarbij ze medestudenten leren kennen.”  

Er is  ook een andere reden waarom U stArt net dit jaar doorkomt. Eva is naast studentencoach ook medewerker bij STIP en DSSB (StudentenInformatiePunt, respectievelijk Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding n.v.d.r): “We zijn los van corona al langere tijd bezig met een andere, meer preventieve aanpak rond mentaal welzijn. COVID heeft iets blootgelegd wat er altijd al is geweest; het is nog nooit zo duidelijk geweest dat sociale verbinding enorm belangrijk is. Onze studentenverenigingen nemen een grote rol op in het creëren van sociale verbinding tussen studenten, maar ook wie zich niet aangesproken voelt door activiteiten van een studentenvereniging willen we betrekken in de studentengemeenschap.” 



UAntwerpen door de ogen van rector Herman Van Goethem

09/10/2021

Een kennismaking met de universiteit kan moeilijk zonder een kennismaking met haar boegbeeld. Daarom willen we dan ook van wal steken met onze rector, Herman Van Goethem. Hij maakte tijd vrij om te antwoorden op onze naïeve en minder naïeve vragen over de impact van corona, de visie en kracht van een jonge, snelgroeiende universiteit, over het verleden, maar vooral ook de toekomst. 

Herman Van Goethem is slechts de derde persoon die de titel van rector van Universiteit Antwerpen draagt. Als doctor in de Rechten én Master Geschiedenis is hij ook bekend buiten zijn rol als rector door zijn verschillende publicaties en als curator van Kazerne Dossin. Hij volgde in 2016 Alain Verschoren op, die vorig jaar in november onverwacht overleed, en is nu aan zijn tweede en ook laatste ambtstermijn bezig. De rector dáárvoor was tevens ook een van de spilfiguren in de eenmaking van onze universiteit in haar huidige vorm: Francis Van Loon. In 2003 werden de toen drie aparte instellingen Ufsia, RUCA en UIA samengevoegd tot wat we nu kennen als UAntwerpen. Nochtans zijn de bouwstenen waarop de universiteit is gebouwd wel een stuk ouder. Ik vraag onze rector of de restanten daarvan nog duidelijk merkbaar zijn. 

 

komen en gaan 

De geschiedenisprofessor kijkt wat verwonderd op als ik over het verleden van onze universiteit begin: “Ik zou zeggen dat de eenmaking ver achter ons ligt; die drie kleine uniefs zijn echt verleden tijd. Er is natuurlijk het fenomeen van de campussen, wat je trouwens ook aan andere universiteiten hebt. Die hebben – onvermijdelijk maar ook noodzakelijk – een eigen cultuur.” Die campussen zijn trouwens ook volledig anders ingedeeld dan toen: zo moest je voor de hogere jaren van opleidingen zoals Rechten en Letteren vroeger naar Campus Drie Eiken; dat is nu helemaal anders. “Qua personeel kom ik de oude universiteit enkel nog tegen op de viering van emeriti en gepensioneerden: Ufsia zit samen, RUCA zit samen … ” De rector lijkt zich even te bedenken: “Er zijn voor studenten nog wel wat rituele restanten. Zo zit in het logo van Unifac nog het oude Ufsia-logo. Dat wilden ze er indertijd in kwijt als hommage, maar geen student die dat nog weet. De inhoud is weg, enkel de vorm blijft over.” 

 

Die drie kleine uniefs zijn echt verleden tijd. Er zijn enkel nog wat rituele restanten.

 

Het brengt ons naadloos bij enkele hoofdrolspelers in dit kennismakingsmagazine: de twee verschillende overkoepelende studentenorganisaties – een voor de Stadscampus en een voor Campus Groenenborger, Drie Eiken en Middelheim, ook wel de ‘buitencampus’ of, iets minder controversieel, de ‘groene campussen’ genoemd. Van Goethem: “Ik drong er bij de herwerking van het statuut van de student op aan om die twee koepelkringen samen te voegen of op zijn minst dezelfde naam te geven, maar daar zijn ze lijnrecht tegen. Ze willen hun eigenheid behouden. Dat is dan maar zo denk ik dan, zolang ze maar samenwerken en on speaking terms blijven. Studentenorganisaties zijn soms opvallend nostalgisch. Organisaties komen en gaan.” 

 

de jonge universiteit  

Toch denkt de rector dat Universiteit Antwerpen in haar huidige vorm een langetermijnorganisatie is: “Ze zal nog groeien, zich uitbreiden. Niet noodzakelijk in onderwijs – al moeten we doen wat nodig is – maar er zijn nog veel groeimogelijkheden in onderzoek en organisatie.” Herman Van Goethem noemt UAntwerpen dan ook het liefst een jonge universiteit: “Juridisch gezien is dat ook zo; we zijn met de eenmaking opgericht in 2003. Trouwens, KU Leuven is juridisch ook pas opgericht in 1834, niet in de 15de eeuw.  We zijn voor onze leeftijd verrassend groot: met meer dan 6 000 personeelsleden en ongeveer 22 000 studenten zijn we ook de tweede grootste werkgever van de provincie. Aan omzetcijfers hebben jullie lezers weinig.” Nochtans heeft de universiteit volgens de rector ondanks de groei toch een aantal kenmerken van vroeger behouden: “Doordat we afstammen van kleinere instellingen is er op onze universiteit in vergelijking met andere een kleinere afstand tussen professoren en studenten. Wij zijn een sympathiekere universiteit, zo vind ik (lacht).” 

 

Wij zijn een sympathiekere universiteit.

 

De vraag blijft natuurlijk of dat dat sympathieke behouden kan blijven met zoveel groei op het bord. Zowel centralisatie als internationalisering zijn dagelijkse kost. “Als dat eenmaal ingebakken zit in je bedrijfscultuur gaat dat generaties mee”, weet de rector. “Je kan zoiets ook niet zuiver rationeel aansturen. Kijk naar de invloed van corona: volgens mij gaan we daar versterkt uitkomen. Het heeft echt een boost gegeven aan onze bedrijfscultuur. Overal konden we op de medewerkers rekenen in een sfeer van groot voluntarisme. Bij de studenten zag ik trouwens exact dezelfde beweging: een grote solidariteit om er samen uit te raken.” 

 

cruciaal of corona 

Tijdens hoogcorona hebben de bijna wekelijkse mails die we van onze rector mochten ontvangen ondertussen een memestatus bereikt. “Het was vanaf het begin een bekommernis hoe de studenten te bereiken”, legt hij uit. “Ik heb onmiddellijk de hele communicatie naar mij toegetrokken; als je dat niet doet, loop je het risico dat de hele organisatie door tegenstrijdige communicatie uit elkaar wordt geslagen. Natuurlijk deed ik dat niet allemaal alleen, maar ik was wel overal bij betrokken.” Naast formele werden ook wel informele overlegstructuren georganiseerd. Een lijn naar de studenten was daarbij een vaste waarde. In alle faculteiten werd er op regelmatige basis tussen studentenvertegenwoordigers en decanen gesproken, die dan op hun beurt wekelijks met de rector samenzaten.  

“Ik heb vanaf dag één gezegd dat we als universiteit inzake studentenvoorzieningen en sociale zaken alles uit de kast moesten halen, wat ook kon. Als we onze kredieten moesten verdubbelen, dan deden we dat. Op alle mogelijke manieren en met alle mogelijke middelen hebben we studenten proberen bereiken. Heel veel studenten hebben de hindernissen genomen, maar er zijn er ook die ten onder gingen, evenals personeelsleden trouwens”, zucht Van Goethem. 

 

Ik heb vanaf dag één gezegd dat we alles uit de kast moesten halen.

 

“Corona op zich was vooral saai en dat kan je wel aan, maar in combinatie met andere factoren zag je mensen soms kapseizen. Het grote probleem was dat we enkel over beeldschermen beschikten. We hebben veel studenten bereikt, denk ik, maar in een andere setting hadden we kwetsbare studenten beter kunnen helpen.” Nochtans vindt de rector dat studenten het globaal genomen goed hebben gedaan: “Ik had ook wel voortschrijdend inzicht. Tijdens de eerste lockdown overheerste bij mij de ‘Pfff, komaan, je moet tegen een stootje kunnen.’ Maar toen de epidemie langer begon te duren, groeide het besef dat er stevig werd ingehakt op een heel bijzondere en ook cruciale periode in jullie leven: je bouwt netwerken op, je doet veel ervaring op, je zet de eerste stappen naar onafhankelijkheid. Van die welbepaalde, korte periode in je leven anderhalf jaar verliezen is echt wel erg. Dat kan niet zonder meer goedgemaakt worden.” Een van de pogingen om studenten te bereiken was via chatsessies met eerstejaars. Van Goethem: “Dat waren desolate verhalen. Er waren eerstejaars die in hun jaar slechts drie studenten kenden! Drie! Sommige studenten zijn echt heel zwaar geraakt.” 

Nochtans vindt de rector studeren nog steeds een privilege: “Omwille van corona dan maar een jaartje extra studeren, vind ik eigenlijk onacceptabele luxe; als je klaar bent om de wereld in te vliegen moet je dat gewoon doen. Studenten moeten ook bedenken dat ze, anders dan vele jongeren, niet al op hun achttiende moeten gaan werken.”  

 

student en engagement 

Ik merk aan mezelf dat ik al een lange tijd aan het knikken ben. Dat is niet erg dwars van me. Ik zie dan ook een opportuniteit om de rector tegen te spreken en hem te wijzen op het feit dat het typische studentenleven al voor corona tanende was. Van Goethem: “Ben je daar zeker van? Er beweegt meer tussen studenten dan tien jaar geleden; jullie zijn actiever in de organisatie van en participatie aan het maatschappelijk debat. De geëngageerde groep neemt toe.” 

Het moge duidelijk zijn dat de rector een appreciatie heeft voor engagement onder zijn studenten: “Dat is natuurlijk niet evident in deze wereld die fragmenteert en steeds maar complexer wordt. Ik stel nochtans vast dat het studentenleven goed georganiseerd is. De studentenvertegenwoordiging en de praesidia werken goed. In de jaren ’70 en ’80 was het middenveld met zijn cultuur van engagement en gemeenschapszin volgens mij sterker dan in de voorbije periode. In die context geeft de nieuwe generatie me hoop dat het tij weer keert.” 

 

Er beweegt meer tussen studenten dan tien jaar geleden.

 

“Kijk maar naar het samen studeren”, gaat de rector verder. “Je ouders kunnen daar verbaasd van opkijken. Het is een heel interessante nieuwigheid die ik observeer met het vergrootglas van een antropoloog: ‘Kijk eens wat daar gebeurt!’ Systemen van sociale controle en regels worden ook van onderuit ontwikkeld. Da’s interessant collectief gedrag.”  

 

visie van de universiteit

Ik merk dat de rector meer dan eens een voorkeur lijkt te hebben voor een bottom-upkijk op de dingen. Of dat terug te vinden is in zijn visie op wat een universiteit moet zijn? Van Goethem: “Een heel belangrijk issue waar een universiteit voor zou moeten staan is, zo vind ik, samenlevingsopbouw. We willen mee trekker zijn van de samenleving, vanuit onderwijs en onderzoek. Het is daarom goed dat onze universiteit ook in een echte stad is gevestigd: wij zijn een labo van en voor de wereld. Als stedelijke universiteit leggen wij bij die samenlevingsopbouw ook sterk de focus op inclusie, waarbij we diversiteit als een meerwaarde aanzien en de daaraan gerelateerde problemen als uitdagingen om constructief mee om te gaan. Als rector van UAntwerpen kom ik ook heel nadrukkelijk op voor inclusie. Andere universiteiten kunnen andere accenten leggen, maar bij ons is dat een duidelijke focus.”

Die maatschappelijke bewegingen komen met meer aandrang naar de universiteit dan vroeger: “Het debat rond dekolonisering bijvoorbeeld”, legt de rector uit. “Maatschappelijke debatten rond Black Lives Matter of klimaatopwarming liggen op mijn bord. Ook daar ben je rector voor. Dat is een verantwoordelijkheid van de universiteit, te meer omdat in alle faculteiten studenten zich persoonlijk betrokken voelen. Wij moeten ons bevragen en openstaan voor voortschrijdend inzicht, bijvoorbeeld over onbewuste vooroordelen en vastgeroeste patronen.

“Dus ja, gemeenschapszin. Je bent niet alleen student, hè, je bent potverdorie ook een intellectueel die in de wereld staat. Dat betekent ‘engagement’. Ik hoor al zeggen: ‘Van Goethem, niet overdrijven; mensen hebben het recht om niet geëngageerd te zijn.’ Zeker, maar ook zij zijn uiteindelijk geëngageerd. Als je erin slaagt om je eigen leven op een evenwichtige manier uit te bouwen, met naast je werk ook een netwerk om je heen van familie en vrienden en je dat bovendien allemaal op een goede en vreedzame manier neerzet, is dat al heel veel. Mensen moeten geen helden zijn, absoluut niet. Maar jullie worden wel gevormd als intellectuelen, dus je kan op een structurele en analytische manier met de wereld omgaan. Dat is anders in andere beroepsvelden. Wij leveren zulke vorming aan, daar gaan wij als universiteit heel uitdrukkelijk voor.”

 

We willen mee trekker zijn van de samenleving, vanuit onderwijs en onderzoek, maar de universiteit is ook geen politieke partij.

 

Nochtans is niet alles even vanzelfsprekend. Zo zet de rector maatschappelijk engagement en inclusiviteit af tegen radicaal activisme: “Bij de opening van het academiejaar zal ik spreken over de verhouding tussen wetenschap en politiek na corona en dan ontkom ik niet aan de thematiek van het activisme. De universiteit is geen politieke partij, geen actiegroep. Dat leidt tot spanningen. Recent wilde een pro-Palestinacomité de universiteit as such in zijn actie inschakelen. Iedereen mag eigen standpunten vertolken, maar als universiteit, ‘in naam van UAntwerpen’, kan je niet voor één standpunt kiezen. Iets anders zijn algemene statements waarin je bijvoorbeeld oproept tot overleg. Naar elkaar luisteren, in debat gaan, polarisering counteren en bruggen slaan, dat sluit ook helemaal aan bij de wijze waarop we onderwijs en onderzoek opvatten.”

“Ik veronderstel dat je het daar niet volledig met mij eens over bent?” Mijn glimlach is vast veelzeggend. “Mijn stelling is alleszins dat een activistische universiteit niet stand kan houden. Waarom dan geen stelling over Ethiopië innemen? Waarom niets over Polen? Wat met China of Rusland? De vrouw in moslimlanden? Hongarije? Voor je het weet, ben je een politieke actiegroep. Dan ga je ook verscheurd worden tussen verschillende opinies en strategieën. Een school kiest toch ook geen partij in een politiek debat dat de mensen verdeelt? Dan valt die schoolgemeenschap uit elkaar en voor je het weet gaan leerlingen met elkaar op de vuist.” 

 

de cirkel rond 

Ik vraag de rector naar hoe zijn eigen studententijd eruitzag. “Mijn eigen studententijd was niet zo boeiend, vrees ik”, zegt hij gelaten. “Ik heb verschrikkelijk hard gestudeerd want ik deed Geschiedenis en Rechten tegelijk. Ik raad zoiets niet aan. Maar ja, eens je slaagt, ga je ook gewoon door.” Hoe moeilijk het ook was, de rector is wel tevreden over zijn opleiding. “Mijn vorming was wel goed,” laat hij fijntjes weten, “als ik dat zo bescheiden mag zeggen. Al heb ik de sociologische kant nog te veel gemist. Ik ben veel bezig met de analyse van menselijk gedrag.”

Ondanks al dat geploeter deed Herman Van Goethem ook mee aan het studentenleven: “Ik was verre van een seut en het systeem van toen liet ook meer toe. Je had enkel examens op het einde van het jaar, dus was bijvoorbeeld de kerstvakantie een zorgeloze vakantie. De minder goede studenten begonnen rond Pasen te blokken, maar gezien Pasen vier weken vroeger of later kan vallen, kon het resultaat van die strategie al eens variëren (lacht).” 

Volgens de rector is studeren nu zwaarder voor studenten: “De indeling in semesters vraagt meer van jullie. De samenleving wordt ook alsmaar complexer, waardoor het aantal vakken en de daartoe behorende leerstof toeneemt. Maar dan moeten we ook inzetten op andere lesvormen en creatief durven zijn. Wij mochten bijvoorbeeld geen wetboeken gebruiken; je moest die artikels memoriseren. Waar dat goed voor was, heb ik nooit begrepen, maar op een gegeven moment is die hindernis toch weggehaald. Wat eigenlijk de evidentie zelve is.” 

 

Ik verwacht me aan exuberant feestplezier.

 

Een andere hindernis in ‘de tijd Van Goethem’ was dat je minstens een 12/20 moest halen. Dat bezorgde hem uiteindelijk een herexamen voor het vak Politieke Geschiedenis van België, het eerstejaarsvak dat hij nu zelf doceert. “Tot in 2016 gaf ik ook een vak in de Master Rechten. Dan zie je hoe mensen op vijf jaar kunnen groeien en daar doe je het ook voor. Elk nieuw academiejaar stromen opnieuw jonge mensen toe, op zoek naar kennis en inzicht, zonder het cynisme van de oldies die alles denken te weten; dat is fantastisch. Het zijn vooral jullie die anders denken, die de wereld bevragen en keer op keer nieuwe initiatieven nemen, terwijl wij al te veel ervaring hebben om nog ver te springen. Het kan melig klinken, maar ik ben er wel van overtuigd: de jongeren van nu zijn onze toekomst.

De tijd tussen ons en de rector zit er zo goed als op. We vragen hem nog een laatste clichématige afsluiter. “Ik ben liever recht voor de raap: ik reken erop dat iedereen zich laat inenten zodat het nieuwe jaar zo normaal mogelijk kan lopen. En ik ben ook wat vaderlijk bezorgd over het studentenleven. Wat dat betreft, zijn er nu twee lichtingen eerstejaars; ik hoop dat de studentenverenigingen zich daar goed op hebben voorbereid. Ik verwacht me in elk geval aan exuberant feestplezier en daar hoop ik ook op. Maar knoop in je oren wat elke ouder meegeeft aan zijn kinderen als ze ’s avonds naar ’t Stad gaan: wees toch ook voorzichtig. In elk geval: er wacht jullie een prachtig jaar.”



tweedecarrièrestudent

09/10/2021
🖋: 

De hoofdredactie vertelde me dat deze column verschijnt in een dwars-editie die als gids dient voor het verse blik eerstejaarsstudenten dat jaarlijks wordt opengetrokken. Onderliggende boodschap: het zou sympathiek zijn een mening te ventileren die hen niet afschrikt, liefst zelfs een tikkeltje goede moed geeft. Misschien door het geven van tips, want tips zijn sympathiek. Ik heb slechts één tip, maar ineens wel een hele goede. Eentje die alle andere tips overbodig maakt: ga niet studeren.  

Een jaar geleden ben ik opnieuw beginnen studeren. Ik ben niet trots op mezelf. Ik ben het voorbeeld van hoe het niet moet. Ik weet het en ik wil je overhalen niet dezelfde fout te maken. Ga niet studeren.

Waarschijnlijk ben je naar infomomenten geweest met standjes bevolkt door mensen die zo hard glimlachten dat hun mondmasker doormidden scheurde. Je hebt er te horen gekregen hoe belangrijk studeren is, dat er zoiets bestaat als een studentenleven en glimlach glimlach. Het klopt. Er bestaat zoiets als een studentenleven en van studeren word je slim. Slimme mensen maken gebruik van domme mensen. Ga niet studeren.  

Ik weet welke beproevingen je zal doormaken. Een jaar lang bepalen kleurtjes je bewegingsvrijheid. Laat dat goed tot je doordringen. Je zit op de middelbare schoolbanken. Je snakt naar zelfstandigheid. En daar is eindelijk het grote moment. Je gaat naar de universiteit. Geen schoolreglementen meer die kort na de eerste schoolstrijd voor het laatst zijn geactualiseerd. Maar wel communicatie in kleurtjes. Ga niet studeren.

Studenten horen al meer dan een jaar dat ze moeten volhouden. Bij het begin van het academiejaar zal een decaan je glunderend vertellen dat dit academiejaar onder vrijwel normale omstandigheden zal verlopen en na een maand zal alles rood kleuren. Dit zijn de nieuwe normale omstandigheden. Dat betekent online lessen. Blackboard Collaborate. Je hoeft het niet te kennen om te huiveren. Doe het jezelf niet aan. Ga niet studeren.

Het jaar zelf dan. Zuipen, in coma liggen of veel dodelijker: om halfnegen les moeten volgen. Nieuwe mensen leren kennen van wie je later nooit nog zult horen. Of, ingeval virologen na een haast onopgemerkt zomerreces weer hun tenten opslaan in de nieuwsstudio’s, geen nieuwe mensen leren kennen en eenzaam op je kot wegkwijnen verstopt achter een almaar hogere stapel online lessen die je al had moeten bekeken hebben, maar ja. Wees lief voor jezelf. Ga niet studeren.  

Je hebt examens. Op familiefeestjes ga je ofwel lijdend ten onder omdat je vier buizen aannemelijk moet maken ofwel ben je de snoever die voor alle vakken is geslaagd met als laagste notering een 13 omdat je maar twee dagen de tijd had voor het examen waarvan anderhalve dag verdampte door het bekampen van een migraineaanval. Je bent tot hier geraakt in deze column, dus het lijdt geen twijfel dat jij tot de tweede groep behoort. Zo wil je niet worden. Zo wil je niet zijn. Ga niet studeren.

Er zijn geen verzachtende omstandigheden. Ga niet studeren. 

 

Er zijn bijna geen verzachtende omstandigheden. Ga niet studeren tenzij het is om overvloedig de tijd te hebben om voor dwars te schrijven, te lay-outen of de taalfouten in mijn stukken te zoeken. Dan kan ik studeren alleen maar aanraden. Je belandt op een fijne redactie die je alle vrijheid gunt om je creatieve talenten bot te vieren. Deze alinea schreef ik onder het dwingend oog van de hoofdredactie. 



editoriaal

09/10/2021
🖋: 

De afgelopen maanden zaten vol 'eerste keren’. Het eerste avondmaal met niet-huisgenoten, het eerste terrasje, de eerste keer gaan winkelen in een winkelstraat in plaats van op een computerscherm, dat eerste bezoek aan een café waarbij je opnieuw moest wennen aan het concept van een sociaal leven. Elke stap naar het echte leven wordt een mijlpaal, een herinnering dat de tijdsweg slechts eenrichtingsverkeer kent. 

Net zoals niemand echt voor de eerste keer ging winkelen zal het niemands eerste keer zijn dat ze een ‘eerste schooldag’ meemaken. Maar als mijlpaal kan starten op de universiteit nog wel tellen. Het eerste kot, de eerste les, het eerste bezoek aan de komida, de eerste keer dat je besluit dat de universiteit uiteindelijk ook maar een construct is en dat je net zo goed eens brossen kan. Is een mijlpaal gewoon een gebeurtenis die wat zoeter proeft dan normaal?  

Zelfs na jaren op de universiteit voelt elk academiejaar als een nieuw begin – new year, new me gaat voor ons studenten tweemaal per jaar op – een nieuwe kans om op de draaimolen te springen, aan elke wiek een nieuwe bijzonderheid om van de bucketlist te schrappen. Een cantus? Een blind date? Een scherpe vraag stellen op een politiek debat? Alles went, zelfs de overvolle to-dolijstjes legen. Eenmaal je het nieuwe van je eerste keer voorbijsteekt, zoals een trage groep wandelaars op de Meir, keer je weer naar een normale gang van zaken. Maar ook dat is speciaal: een leven opnieuw ingericht, binnen de kortste keren weer zodanig gewoon dat het moeilijk wordt om je te herinneren wat je daarvoor allemaal (niet) deed.  

In al die eerste gebeurtenissen de komende maanden is het grootste karwei misschien nog wel om effectief te genieten van al die mijlpalen. Zo evident is dat tenslotte niet: tussen de zenuwen, de overvloed aan informatie en het aanpassen aan een nieuw leven door is enthousiasme vinden een behoorlijke zoektocht. En toch is het ook de sleutel om niet afgestompt te raken van de hoeveelheid mogelijkheden aan de universiteit. Er zijn meerdere boekjes nodig om alles in onze studentenwereld uit te leggen; dat het een studentikoos totaalpakket betreft, kunnen we niet beweren.  

Als het studentenleven een draaimolen is, is het een met dertig paarden en de impliciete verwachting dat je overal weleens plaatsneemt. Iets waar je vrienden kan maken, iets waar je je grenzen verlegt, iets wat goed staat op je cv om een repliek te hebben op de vraag wat je met dát diploma gaat doen. Niet te doen? Ach, daar heb je een kennismakingsboekje zoals dit voor en de wetenschap dat je nog wel een paar jaar voor de boeg hebt. Elk jaar kan je gelukkig weer op de mallemolen springen om een nieuwe mijlpaal te bereiken. 



betweter

09/10/2021
🖋: 

Het is niet omdat je veel onnozele weetjes kent, dat je een betweter bent. Dat bewijst een van onze redacteurs door een waanzinnig interessant, ongelofelijk boeiend of verbluffend spannend feit te delen.

Altijd al getwijfeld of je een hond zou kopen of adopteren? Misschien kan een studie uit 2019 gepubliceerd in tijdschrift Circulation: Cardiovascular Quality and Outcomes, je wel dat laatste duwtje in de rug geven om er toch maar voor te gaan. Onderzoekers ontdekten namelijk dat het bezitten van een hond geassocieerd kan worden met een 24% lager risico op sterven door eender welke reden. En zelfs een 33% lager risico op sterven bij alleenwonende overlevenden van een hartaanval of een beroerte. Niet je eerste beweegreden om een hondje te kopen, of wel soms?

Wanneer je een hond in huis haalt, denk je de hond er een plezier mee te doen, maar het is niet alleen jij die de hond gelukkig maakt, ook de hond biedt jou vele voordelen. Naast een goede vriendschap, bescherming en het leeghalen van je bankrekening, kan een hond jouw leven dus misschien wel redden.

Hij of zij zou je mentale en fysieke gezondheid wel eens kunnen verbeteren en in tijden van corona is dat meer dan welkom. Eenzaamheid en weinig beweging zijn al meerdere malen een doodsoorzaak geweest. Mensen zitten vaak alleen en voelen zich opgesloten. Het gevoel van eenzaamheid glijdt over je als een sluier tot je uiteindelijk zelfs je zetel niet meer uitgeraakt. Deze ‘hypothetische’ situatie toont aan waarom een hond de mogelijkheid heeft jouw gezondheid omhoog te trekken. Ze houden je namelijk veel gezelschap, geven je liefde en ook een reden om die luie zetel uit te komen. Je moet hoe dan ook meerdere keren per dag je schoenen aantrekken voor een wandeling.

De uitkomst van dit onderzoek is geen verrassing volgens de hoofdauteur van de studie, doctor Caroline Kramer, een endocrinoloog en klinisch wetenschapper aan het Mount Sinai Hospital van de Universiteit van Toronto. Kleinere studies hebben namelijk al aangetoond dat een hond als huisdier je cholesterol kan verbeteren en ook je bloeddruk en het risico op depressie kan verlagen. Opgepast! Er wordt enkel gesproken van een associatie en geen causale relatie. Je hond zal jammer genoeg niet kunnen zorgen voor onsterfelijkheid.