kortverhaal

18/01/2021
🖋: 

Al geruime tijd mis ik de mensen die ik niet ken. Die jongen met die iets te felle jas van dat college op donderdagochtend. De eenbenige vrouw die ik minstens wekelijks groette op de Paardenmarkt. De man die altijd rokend te vinden was op dat bankje bij de supermarkt. Stuk voor stuk bekende gezichten met onbekende namen en dat houd ik liever zo. Er zit een bepaalde mystiek aan deze figuranten, aan de ogen waarin verhalen zich schuilhouden, maar de mond die ze niet ten gehore brengt. Zolang hun verhalen opgeborgen blijven mag ik ze zelf schrijven. Die felle jas is vast door zijn moeder gekocht, zelf vindt hij hem spuuglelijk. Dat been is afgezet door een enge dokter met een Duits accent na een giftige slangenbeet in de jungle van Malawi. De rokende man is er nog steeds van overtuigd dat hij morgen zal stoppen. 2020 heeft de constructie van mijn innerlijke rariteitenkabinet flink vertraagd, door mij en mijn sprookjesfiguren veilig in ons kot op te bergen. Heb ik even geluk dat dat van mij ramen heeft. 

Al anderhalf jaar heb ik uitzicht op Yannick. Tenminste, dat is hoe hij door mij geheten is. Hij is de enige van mijn overburen die ik constant zie. Wanneer ik aan het afwassen ben, wanneer ik uit de douche kom, wanneer ik colleges volg; altijd zit hij op de bank, meestal met de voeten op tafel. Een shirt heeft hij zelden aan, want zonder staat hem goed. Ik vermoed dat hij me eens naakt uit de douche heeft zien komen en vervolgens die beslissing heeft genomen, puur uit superioriteitsbesef. Rotzak. Mijn vensterbankplantjes leven tenminste nog.

’s Avonds mag ik niets meer zien. De gordijnen gaan altijd te vroeg dicht, nog voordat het laatste daglicht uit de ether verdwijnt. Het mooie aan gordijnen is dat ze nooit precies doen waar ze voor ontworpen zijn. Zoals je in een paskamertje weleens een glimp van een ontbloot bovenlijf opvangt, zie ik bij mijn overkantsgenoot wel eens een spleetje gekleurd licht. Eerst rood, dan weer groen, dan nog eens blauw. Soms zwaait er een verdwaalde arm langs het kleine strookje waar ik nog zicht op heb. Ik dans vast beter. 

De dichte gordijnen contrasteren sterk met het verblindende tl-licht dat de buurman mijn blikveld indreunt. Als Herman, of Theo — daar ben ik nog niet over uit — zijn erkertje zou schilderen en zijn verlichting zou vervangen, woonde hij in het mooiste huisje van de straat. Helaas kiest hij ervoor een kast voor het raam te zetten. Een originele indeling, dat moet je hem nageven. Gerard heeft vaak wél een hemdje aan en dat is maar goed ook. Jan bezit namelijk een buik van een imposant formaat. Wat Bert van dag tot dag uitspookt zou ik graag willen weten, maar misschien is het evenwel beter van niet. Een paar maanden geleden stond er nog een drietal agenten in de erker. De rolluiken op de begane grond zijn altijd gesloten, de naastgelegen deur wordt veel gebruikt door schuchtere mannen met hoge capuchons. Eddy’s bovenburen takelen weleens een boodschappentas met een touwtje naar de stoep. De inhoud wordt door diverse jongeren opgehaald, met dezelfde soort capuchons. Fred heeft geen ramen in de achterkant van zijn bestelbusje. 

Laatst had Harry een klein meisje op bezoek. Ze bewoog zich voor het raam zoals alleen kinderen dat kunnen, snakkend naar de aandacht van een vreemde, maar doodsbang voor een reactie. In mijn ooghoek zag ik de halfbakken zwaaibeweginkjes. Ik draaide me om en staarde naar mijn laptop. Wat een lafaard ben ik toch. 

Naast Leo woont een vrouw aan wie geen enkele naam blijft plakken. Om haar te zien moet ik echt doelmatig op mijn vensterbank gaan zitten, maar dat doe ik graag: enerzijds vanwege haar, anderzijds omdat mijn rookmelder goed werkt. Ze heeft iets weg van een amazone met haar krachtige blik en lang bruin haar. Net als met haar naam kan ik ook geen leeftijd op haar prikken. Vooral ’s zomers gebeurt het vaste ritueeltje. Fier steekt ze dan buiten het raam. Nieuwsgierige mannen kijken omhoog. Een van hen is de uitverkorene, maar altijd is het iemand anders. Ik weet nog steeds niet wat het signaal is, maar de vrouw gehoorzaamt en laat haar sleutels naar beneden vallen. De man pakt ze op en doet de deur open. Voordat hij boven is, is zij verdwenen en zijn de gordijnen gesloten. Tegen die tijd heb ik vaak mijn longen al van een nieuw laagje teer voorzien en kruip ik voldaan mijn vensterbank uit, terug mijn kamer in. Heel soms blijf ik zitten en zie ik de man na een halfuur weer de deur uit komen. Een verdieping hoger gaan de gordijnen weer opzij en zwaait een gebronzeerde arm haar raam open. 

Vaak lig ik over de overburen te denken, in de volle kant van mijn te lege bed. Het kussen naast mij geurt nog na; het luchtje van iemand die het figurant-zijn reeds lange tijd ontgroeid is. Haar tranen zijn gezien, haar verhalen gehoord, haar huid gevoeld. Hoezeer mijn fantasie het ook probeert, ik kan haar boek niet meer schrijven, ze heeft me de pen uit de handen gerukt en is zelf begonnen. Over het denkbeeldige koninkrijk van mijn overburen heb ik nog macht, de informele eigenaar van mijn kussen heeft het woord ‘denkbeeldig' doorgekrast en is zelf op de troon gaan zitten. Zij mag dat, maar mijn overburen houd ik liever veilig achter twee laagjes glas. Ik peins er niet over om Yannick zijn eigen verhaal te laten schrijven. Moet hij eerst maar eens zijn plantjes leren water geven, dan zien we wel verder. 



beste jury, beste publiek en beste opponenten: het vervolg

11/01/2021
🖋: 

In een wereld vol protesten, sociale mediagekibbel en dronken discussies op café, ging ik op zoek naar een oase van samenspraak. Ik werd niet teleurgesteld. Vorige week stelde ik jullie voor aan het project Debate Your Issue, DYI. Vandaag haal ik mijn innerlijke Sherlock Holmes boven en ga ik op zoek naar de oorsprong van het project. Stap voor stap creëer ik een reconstructie van het ontstaan van het project en komen de motivaties van de organisatoren bovendrijven. Ik neem jullie graag mee op mijn zoektocht.

Eind oktober, 2020. Mijn eerste vergadering voor het project is een feit. Vol met enthousiasme kruip ik in mijn pen om mijn ervaring te kunnen omschrijven. Eens de woorden eruit zijn komt het besef: ik ben een onderdeel geworden van een groot, levend organisme. Maar hoe werd dit project de levensadem ingeblazen? Omdat de vraag bleef maar rondspoken in mijn gedachten, besloot ik op onderzoek uit te gaan. Mijn startpunt: Sanne en Karen, de begeleiders van het project in België. Gelukkig waren Sanne en Karen erg bereid om mijn nieuwsgierigheid te stillen.  

 

op zoek naar een constructief debat: de organisatie onder de loep 

2019. Dat is wanneer het allemaal begon. Het Goethe-Institut in Praag, Tsjechië, nam het initiatief en stuurde het idee de wereld in. Wat? Een internationaal jongerendebat.  Waarom? Jongeren beter informeren en met elkaar constructief in gesprek doen gaan. De hoofdvraag? Wie wil er graag deelnemen en mee het project uitwerken? In de herfst van 2019 sloot België via Mediawijs zich aan. Uiteindelijk zouden zes landen de handen in elkaar slaan om zo’n project uit te werken. Maar of ze het met succes leven konden inblazen was nog onzeker. Hulp zou komen vanuit het Erasmus+-programma dat onderwijs, training, jongeren en sport ondersteunt. Maar financiering krijgen van Erasmus+ is geen gemakkelijke klus. Het voorstel moet uitgebreid uitgewerkt worden en dan nog is het niet zeker dat het goedgekeurd wordt. Het was ontzettend spannend, maar gelukkig kregen ze toch groen licht. In februari 2020 was het zover. De eerste vergadering was een succes. De taken werden verdeeld en er werd gebrainstormd over hoe de jongeren bereikt konden worden; vanaf mei werd de oproep tot deelname de wereld ingestuurd — met resultaat! Het Belgisch team bestaat uit 31 deelnemers.  

Eens mijn honger naar de grondslagen gestild was, kwamen er nieuwe hiaten in mijn kennis bovendrijven. De Belgische begeleiders Sanne en Karen waren erg behulpzaam, maar hoe zijn zij bij het project geraakt? Wat zijn hun drijfveren? Sanne werkt bij Mediawijs sinds het begin. Zij was dan ook meteen enthousiast over DYI. Voor haar sluit het project goed aan bij de doelen van Mediawijs. Al heeft ze geen ervaring met debatteren, ze wou graag dit project leiden en natuurlijk zelf wat bijleren. Karen is een recentere aanwinst van Mediawijs. In 2017 deed ze daar haar stage en voelde ze dat ze niet meer kon vertrekken. Wanneer DYI er werd voorgesteld besloot ze dat dit project te mooi was om aan zich te laten voorbijgaan. Sanne en Karen begeleiden niet alleen onze Belgische helden, maar hebben ook de onlinetraining uitgewerkt. Het project stuurt zijn deelnemers niet meteen naar de frontlinie. We worden voorbereid door debattrainingen, workshops en een onlinetraining. De eerste twee worden in groep gegeven en de onlinetraining kunnen we in zelfstudie verwerken. Uit ervaring kan ik zeggen: ze hebben hun werk goed gedaan! 

Mijn zoektocht naar de oorsprong is voltooid. Nu ik een blik achter de schermen heb gehad, is mijn nieuwsgierigheid bevredigd. Met mijn persoonlijke ervaring en wat achtergrondkennis achter de kiezen ben ik benieuwd waar mijn reis mij nog mee naartoe neemt. Volgende week meer.  



tweedecarrièrestudent

11/01/2021
🖋: 

Fantastisch nieuws. Na 2020 belooft ook 2021 een onvergetelijk jaar te worden of toch een soort van. En niet in de laatste plaats voor de onovertroffen geluksvogels die studenten zijn die in deze onvergetelijke jaren waarachtig de mooiste tijd van hun leven beleven. Een tijd die hen leert proeven van vrijheid en met die vrijheid leert omgaan. Een tijd die een schier onuitputtelijke bron zal blijken van dierbare herinneringen, straffe caféverhalen, hilarische aulamomenten en vriendschappen voor het leven na dwaze nachtelijke avonturen. U snapt meteen, een tijd die je zelfs niet voor het fortuin van Bezos wilt missen.

januari

- In de strijd tegen COVID-19 (zie onder andere Wikipedia voor meer informatie) gelden er extra maatregelen. Je naar het examen verplaatsen geldt als een niet-essentiële verplaatsing, tenzij je slaagt voor het examen. Studenten die niet slagen worden in de maand februari opgespoord en voor de strafrechter geleid. Hen hangen boetes van €250,00 per gebuisd examen boven het hoofd.

- Examens kunnen doorgaan, geen probleem.

 

februari

- Het vaccin kwam te laat om een derde golf tegen te houden. Voor het hele land gelden er strengere maatregelen. De studenten volgden al louter afstandsonderwijs. Iedereen gelijk en dus verstrengen de maatregelen ook voor universiteitsstudenten. Hen wordt verplicht om online colleges voortaan altijd te volgen met camera aan. Voor hogeschoolstudenten komen er geen extra verstrengingen omdat de regering oordeelt dat hogeschoolstudent zijn zo al pijnlijk genoeg is.

 

maart

- Uit onderzoek blijkt dat de schrijfvaardigheid bij Vlaamse studenten sinds maart 2020 met een grote sprong vooruit is gegaan. De oorzaak ligt voor de hand: al de onbeantwoorde open brieven die studenten schrijven waarin ze om perspectief smeken.

 

april

- Uit onderzoek blijkt dat de leesvaardigheid bij Vlaamse volwassenen sinds maart 2020 met een grote sprong achteruit is gegaan. De oorzaak ligt voor de hand: al de open brieven die studenten schrijven waarin ze zonneklaar om perspectief smeken die voor een groot publiek te moeilijk blijken om te begrijpen.

 

mei

- Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeelt België voor de onmenselijke behandeling van verdachten in strafzaken. Om sneller tot bekentenissen over te gaan laat de Belgische politie verdachten soms langer dan een uur online videocolleges volgen. Dat druist, aldus het Hof, in tegen artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens dat bepaalt dat niemand mag onderworpen worden aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.

 

juni

- Om tegemoet te komen aan de zorgen van studenten, eindigen al de schriftelijke examens met de hoopvolle mededeling ‘Houd vol, studenten!’.  

- Examens kunnen doorgaan, geen probleem.

 

juli

- De universiteiten gooien prompt de deuren dicht. Vakantie.  

 

augustus

- In een open brief stellen vier studenten zich vragen bij de vaccinstrategie, met name het feit dat honden en katten eerder dan studenten gevaccineerd worden vechten ze aan. De vier studenten worden fel bekritiseerd op sociale media. "Dikke egoïsten, denk eens aan de mensen in de zorg die een hond of een kat hebben", schrijft @anon1264545545 op Twitter.

- Tweede zit kan doorgaan, geen probleem.

- Een viertal studenten krijgt politiebewaking.

 

september

- Nu de lagere en middelbare scholen volledig opengaan, telewerk voor een eeuwigheid ten grave wordt gedragen, het laatste dozijn niet in diepe treurnis verzopen cultuurmakers weer aan de slag mag, talkshows nog maar gemiddeld één viroloog per uitzending uitnodigen en het aantal verkeersslachtoffers weer het vertrouwde niveau bereikt, is het onverantwoord om aula’s met studenten te vullen. De universiteiten nemen hun verantwoordelijkheid en beslissen om het academiejaar in code rood te starten. UGent start in code bloedrood.

 

oktober

- De coronacijfers stijgen weer. Het onverantwoord gedrag van studenten ligt, zo zeggen experts, aan de basis. Nieuwbakken Vlaams minister-president Cathy Berx draalt niet. Zij kondigt aan dat voor het eind van de maand QR-codes moeten worden aangebracht op alle studentenkoten. Ze kan niet uitleggen waarom, maar de politie vindt het nuttig.  

 

november

- Aan studenten wordt gevraagd om nog even vol te houden.

- Canvas begint plots met het uitzenden van documentaires over de Tweede Wereldoorlog om studenten eraan te herinneren dat ze niets te klagen hebben.

 

december

- Corona is inmiddels afgezwakt tot een kriebelkuchje. Code teringzwart op de universiteiten wordt veiligheidshalve verlengd tot juni 2022. Uit onderzoek blijkt dat het slecht gaat met het mentaal welzijn van studenten. Men reageert verrast. In het Canvas-praatprogramma De Afspraak zegt iemand dat studenten niet worden gehoord. De andere gasten knikken.



kunst op de campus

11/01/2021
🖋: 

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken valt te betwijfelen. dwars vliegt er echter in en belooft je dat vijf minuten eerder opstaan om de pareltjes op de universiteit toch eens goed te bekijken, helemaal de moeite waard is.  

Op het moment dat ik met een klein hartje vol goede moed naar het lokaal van mijn eerste examen ga, bedenk ik me dat het alweer een hele tijd geleden is dat ik nog dagelijks door de gangen van UAntwerpen paradeerde met een air alsof er werkelijk op me gelet werd. En toch, de neiging van mijn blik verandert nooit: telkens weer haakt hij zich vast in de kunst aan de muren in plaats van in de tikkende klok die de seconden die ik nog heb om op tijd te raken indachtig te houden. De tweede verdieping van het C-gebouw van de Stadscampus roept me bijna wanhopig – de klok tikt door! – maar een immens groot schilderij naast de herentoiletten van het C-gebouw slokt al mijn aandacht op.  

Als ik te laat kom voor mijn examen, is het de schuld van Gery De Smet, besluit ik koppig. De Smet is een beeldend kunstenaar uit Merksem. Hij staat voornamelijk bekend om zijn schilderkunst, maar is van alle markten wel thuis: van boeken tot films, van sculpturen tot performance art. Zijn werk is een archief, de wereld de site voor zijn kunstzinnige archeologie. Thema’s als folklore, manipulatie en ideologie komen steeds weer terug in zijn oeuvre. De Smets fascinatie met wat mensen bindt en wat hen juist scheidt is de rode draad doorheen alles wat het bestaan dankt aan zijn polyvalente handen. Mensen hebben demagogie nodig, verleid worden op een bepaalde manier, stelt De Smet, en hij onderzoekt het waarom in al haar aspecten maar al te graag. 

Het schilderij, toepasselijk genoeg Scheepswerf genaamd, stelt een ... scheepswerf voor. Het oog wordt haast rechtstreeks naar het te bouwen schip gelokt, een baken in donkere kleuren voor de grijze wolken en de nauwelijks zichtbare werf: clair-obscur in het negatief. De schilderstijl doet het schilderij ouder ogen dan het in feite is. Dat het werk niet gedateerd is, helpt mee. Die schijn van enige leeftijd impliceert een zekere autoriteit, alsof het schilderij belangrijker is, meer ‘kunst’ als het ouder is dan jij en ik. Ook binnen het schilderij speelt de uitstraling van tijdloosheid een grote rol in de interpretatie ervan. Het is onmogelijk om te achterhalen of het schip in het hier en nu wordt gebouwd of eeuwen geleden. Sommige dingen veranderen nooit. Of wel? Het schip zwijgt in al zijn onvolmaaktheid, als de tijd die alle antwoorden weigert te geven. 

Scheepswerf is eenzaam. Waar een scheepswerf en bedrijvigheid in mijn hoofd onlosmakelijk verbonden begrippen zijn, zijn er op het grote doek nauwelijks mensen te bespeuren. Zijn ze naar huis gegaan en hervatten ze morgen hun werk? Of hebben ze het schip allang opgegeven? Kijk ik naar een werf van spoken en verloren dromen? Mijn handen klemmen zich om de reling. Ergens wil ik helpen bouwen. Deelnemen aan de genese van iets wezenlijks. Schoon schip maken van de zinloosheid van feitjes memoriseren en met de hakken over de sloot. En dan de wijde wereld in, mezelf een ontdekkingsreiziger wanen, alsof elke zin in een notitieboekje belangrijk zal zijn voor de toekomstige generaties, elke impressie kostbare informatie. Ik denk niet dat het schip iemand nodig heeft, zo statig als het daar onaf pronkt, maar ik houd mezelf voor dat schepen mensen meer nodig hebben dan ze zelf toegeven. En ach, wat zou het? Ik heb het schip nodig, de zeelucht en het gevoel dat ik zowaar een bestemming heb. Maar eerst dat examen, zeker? De werkelijkheid maakt graag komaf met dromen van grootsheid. 



positief getest op blijvende schade

11/01/2021
🖋: 
Auteur

Enkele maanden geleden begon ik aan mijn eerste academiejaar. Ik nam geen plaats vooraan in de aula, ik droeg geen naamkaartje en ik liep niet verloren in een doolhof van gangen. In plaats daarvan zat ik in mijn pyjama achter een scherm. Ik moest mijn weg niet zoeken in een doolhof van gangen en liep in vergaderingen waar mijn naam gewoon in een bolletje verscheen. Ik zat vast op één plaats met een blikje Cara Pils in de hand, wanhopig starend naar mijn iets te ijzig stille Tinderapp. Ik bevond me tussen een moeras van planten en rotzooi, op zoek naar mijn samenvatting van het (studenten)leven van afgelopen maanden tot nu. 

Aan het begin van mijn eerste academiejaar moest ik toch weer de strijd aan met dezelfde uitdagingen: nieuwe sociale contacten leggen en mijn social anxiety overwinnen. Ik kwam met een ongemakkelijke lach, waarin al mijn moed verscholen zat, de Agora binnen. Voor mijn ogen verschenen allemaal eerstejaars die zenuwachtig in alle chaos door de hal liepen op zoek naar die ene nieuwe vriend. Een paar studenten boden hun medestudenten zelfs handgelletjes aan. Ze wisten verdomd goed wie aan het hengeltje zou blijven hangen, toch iets waarvoor het middelbaar nuttig was geweest. De nieuwe handeltjes die daardoor ontstonden waren weer eens wat anders dan drugs, condooms, zwangerschapstesten en morning-afterpillen die werden doorverkocht. Zeg nu nog eens dat deze coronageneratie niet weet hoe positieve testen te ontlopen. En Herman… die bleef vermoeid achter, hij besloot er zijn handen niet meer aan vuil te maken, net zoals aan het kuisbeleid in de Agora. Ik denk niet dat ik dit jaar op de blokken tussen de etensresten en afval nog smakelijk gezelschap zal vinden. 

Helaas, mijn zoektocht naar nieuwe vrienden werd al snel opgeschort door de tweede lockdown. Als eenzame ziel besloot ik om een paar nieuwe kamergenoten in huis te halen. Nu ja, “aanschaffen” is misschien beter verwoord. Ik plaatste een advertentie en een paar dagen later was ik trotse mama. Niet van een huilende baby na een zwangerschap van negen maanden (ik ben eigenlijk nog aan het uitzoeken wie de vader is), maar van zwijgzame plantenstekjes. Het was echt een verademing: ik klaagde en zij zwegen. Het was ook geen ramp als ik ze zou verwaarlozen, dan haalde ik toch gewoon een nieuwe baby in huis? De opvoeding vroeg gelukkig niet al te veel tijd, geen onderbroken nachten die roet in het water gooiden, maar nachten als roosjes. Ook financieel bleef ik gespaard van grote kosten, want ze konden toch niet zeggen of ze de kalk proefden. Ideaal dus. Toen mijn partner zijn verantwoordelijkheid niet wilde opnemen, vroeg ik de echtscheiding aan. Ik haalde wat straffe advocaten in huis en het hoederecht was zonder grote problemen van mij. Met een beetje geluk kreeg ik ook wat alimentatiegeld, zo zou ik het dure studentenleven wel doorkomen.

 

Het was echt een verademing: ik klaagde en zij zwegen.

 

De gevolgen van mijn echtscheiding vielen mij en mijn kinderen zwaar, we leden eronder. Geen stilte meer op de vensterbank, maar gekrijs. Ik zweeg, zij klaagden. De eerste weken kwam ik met een doktersbriefje van miss Rona het gekrijs door, want ook zij zag dat het proces in de rechtbank een aanslag was op mijn gezinsleven. Mijn liefdesverdriet liet enkel gebroken steeltjes achter, maar gelukkig wist ik dat er nog genoeg andere zaadjes te vinden waren. Na enkele weken rechtte ik de rug en waagde me nog eens aan een paar lessen met als enige doel een nieuwe liefde te vinden. Ik moest me niet langer schamen voor mijn betraand en besnotterd gezicht, want gelukkig kon ik mijn camera uitschakelen. Tot de prof mijn naam riep en ik met het schaamrood op mijn wangen op de eerste rij kwam te zitten. 

Ik was me totaal niet bewust van mijn pyjama, mijn ongewassen haren die aaneen klitten en een gezicht vol putten en wallen. Gênant, wat een vertoning, al die gechoqueerde blikken van de prof en mijn medestudenten maakten het alleen maar erger. Na al het gedoe met de scheiding was ik compleet vergeten dat ik deftig voor de dag hoorde te komen. Ik maakte me niet langer druk over mijn outfit van de dag. Ik stond niet langer uren voor mijn kast, om dan te besluiten dat daar met de beste wil van de wereld geen gepaste kleding uit te toveren viel. Het enige wat er lag waren de miskopen van afgelopen solden. Uit gemakzucht en door de hectische thuissituatie baadde ik liever in mijn puberzweet en in de geur van restjes kant-en-klare maaltijden en Cara Pils. Maar dit wilde ik nooit meer meemaken. Ik was beland in een nieuwe fase: van de ik-blijf-in-bed-en-ik-kom-er-nooit-meer-uit-fase naar de ik-ga-schitteren-fase, uit de sluimermodus van Netflix en middagslaapjes naar productiviteit. Voortaan zou ik in mijn galajurk voor de camera verschijnen. Geen blamages meer, maar ik die ervoor zorgde dat ik een nieuwe gelegenheid had om mijn verloren investeringen na afgelaste bals en proclamaties nuttig te gebruiken. Sindsdien schitterde ik elke dag, maar kelderden mijn bankrekeningen. Op een gegeven moment hoorde ik alleen maar stemmen van webshops: “Keupt gy oek lokal?” “Ey! Ik moak kik wel ne wà straffer prijske vor ulle” “Truut in pakskes, das ne vettigort. Ik geve kik wel de vetste prijskes, meiske!” Bijgevolg vloog mijn alimentatiegeld de deur uit. Elke ochtend zat ik klaar voor een vers pakketje. Paniekerig in alle chaos trok ik mijn badjas aan om maar niet naakt voor de deur te verschijnen, anders zou de post niet meer langskomen. 

 

Geen stilte meer op de vensterbank, maar gekrijs. Ik zweeg, zij klaagden.

 

Mijn leven werd een puinhoop. Ik kwijnde nog net niet weg tussen mijn vier muren, waar zuurstof al amper mijn neusgaten bereikte, waar tijd steeds meer op kleine zuurstofdeeltjes begon te lijken. “Lieverd, verlucht je kamer toch een keer.” Ja, mijn kindjes waren de eerste slachtoffers, daar was ik dan ook weer vanaf. Het gemis en de verveling drongen tot me door. Allerlei nieuwe hobby’s kwamen op mijn pad, maar recordjes trappenlopen, humor vinden en masturberen (rukken voor de mannen) waren het toch niet. Nu ik geen verantwoordelijkheid als ouder hoefde te dragen, vergrootte de drang naar feesten. Ik miste de wilde beesten die met hun bezwete lijven tegen me aan kwamen plakken, mijn straalbezopen vrienden een vingertje helpen en het kloppende hoofd de dag nadien: feesten, de ultieme hobby. De laatste maanden zweefde ik ergens tussen verschillende onlinefeestjes via Zoom in een veel te rommelige kamer. De overburen dachten vast dat ik gestoord was. Niet alleen omdat ik luidop in mijn latexpakje liep te dansen en te schreeuwen alsof ik aan het sterven was. Laatst stootte ik ook de urnen van mijn kinderen om. Het was geen mist, maar rondvliegend as. Al opruimend vroeg ik me af wat corona nog meer in petto zou hebben.  

Het was een rit om nooit te vergeten. Ik ging van een groot, liefdevol gezin naar een alleenstaande die al haar kinderen verloren was. Ik heb van alles geprobeerd en gezocht, van partner tot nieuwe bezigheden. 2020 leek lang geen goed einde voor mij te hebben voorzien, maar ik liet me niet kisten door jaartallen en ging driftig op zoek naar oplossingen om een worst case scenario te vermijden. De blok is prime time om meer dan ooit links en rechts swipen op Tinder. “Als jouw linkerbeen kerst was en je rechterbeen oud en nieuw. Zou ik dan tussen de feestdagen langs mogen komen?” Ik denk dat ik mijn nieuwe fysieke hobby en holidate heb gevonden! Ik zal er maar snel van profiteren vooraleer ik voor het Hof Van Assisen moet verschijnen voor de moord op mijn kinderen.  



15 internetalternatieven voor het cultuurhuisbezoek

04/01/2021
🖋: 

Het voordeel aan een tweede lockdown is dat mensen, hoewel ze zich tegen beter weten in opnieuw laten verrassen, zich aan een veel hoger tempo aanpassen dan toen we de eerste keer onwetend in ons kot opgesloten zaten. Uit de vruchtbare bodem van het nietsdoen ontsproten dit najaar al snel websites, Facebookpagina’s, Instagramaccounts, virtuele rondleidingen … om het culturele leven van de thuisblijver zo goed mogelijk op te fleuren. Ziehier vijf vormen van cultuur met telkens drie initiatieven waarvoor we het huis niet moeten verlaten. 

theater 

Beginnen doen we met een knaller: ons eigenste Toneelhuis is veranderd in Huistoneel. Via de link www.huistoneel.be beland je op de speciaal voor quarantainecultuur aangemaakte webpagina op de site van Toneelhuis. Het cultuurhuis heeft duidelijk alles uit de kast gehaald: op de volledig gratis pagina kan je opnames van theatervoorstellingen bekijken, multimediaverhalen beluisteren, vind je links naar Instagramaccounts van artiesten die zelf initiatief nemen om mensen vanuit hun kot te entertainen en tal van andere cultuurvervangers. De Facebookpagina van Toneelhuis staat ook zeker niet stil: Guy Cassiers himself plaatst er bijvoorbeeld elke avond om 21u een filmpje op waarin hij een verhaal voorleest. Om met een knaller af te sluiten: het huis heeft zelfs zijn eigen podcast! In Radio Toneelhuis vertellen de Toneelhuismakers over eigen werk, ze lezen teksten voor en draaien uiteraard muziek, zoals het een goede radiozender betaamt. Alle afleveringen van Radio Toneelhuis zijn te beluisteren op allerlei muziekplatformen, zoals Spotify of Apple Music, en staan als link naar de site op de Facebookpagina. 

Onze geliefde noorderburen mogen we ook niet vergeten. Het ITA-ensemble is een Nederlands theatergezelschap met internationale allure. Deze site kan je bezoeken om nog eens een echte toneelervaring te hebben: hun voorstellingen zijn vervangen door livestreams waarvoor je op voorhand een ticket moet kopen. De livestreams van een bepaalde voorstelling vinden op één of meerdere vaste dagen plaats, telkens op een vast uur met soms zelfs een pauze. Als je altijd al in je pyjama naar live theater hebt willen kijken — dit is je kans! Als je toch niet graag geld ervoor neertelt, kan je altijd eens op hun site gaan rondneuzen. Er staan momenteel verschillende afleveringen op waarin telkens een stukje voorgelezen wordt uit Alice in Wonderland. Ideaal om tot rust te komen na een harde blokdag.  

We zetten nog een stapje verder en gaan buiten onze Nederlandstalige grenzen: Forced Entertainment is een groep van zes Britse artiesten die met passie theater maken en aan performance doen. Normaal gezien gaan ze op tour wanneer ze een nieuwe voorstelling hebben gemaakt, maar ook nu dat niet gaat blijft hun creativiteit de pan uit swingen. Complete Works: Table Top Shakespeare: At Home is hun nieuwste creatie: filmpjes van een uur waarin een van de artiesten een stuk van Shakespeare brengt als een soort poppenkast. In het begin filmt de toneelmaker hoe hij/zij allerlei huiselijke voorwerpen bij elkaar zoekt en stelt die voor als de personages. De eettafel is het podium, de voorwerpen acteurs die met behulp van de artiest als poppenspeler kunnen voortbewegen. De voorstellingen zijn nog tot 31 december 2020 te bekijken op hun site of op hun YouTubekanaal. 

 

dans 

Op het gebied van dans is een van de Vlaamse initiatieven Opera Ballet Vlaanderen. Op hun site worden regelmatig nieuwe videoperformances geüpload: dansers die zich in isolatie uitleven op verlaten plaatsen, bijvoorbeeld de beeldentuin van het Middelheimmuseum. Daarnaast kan je er verfilmingen vinden van ballet- en muziekvoorstellingen die in het operagebouw zelf hebben plaatsgevonden. 

Zich uitleven op verlaten plaatsen is iets wat je ook bij het Haagse dansgezelschap De Dutch Don’t Dance Division tegenkomt. Ze hebben nu een videoreeks, Solo’s @ ..., waarbij dansers soloperformances opnemen op verschillende (openbare) locaties, waarvan de naam dan achter het apenstaartje wordt ingevoegd. Ook zij kunnen het dus niet laten om alle ledematen los te gooien, hoewel ze niet ver kunnen gaan voor hun minioptreden. Gebrek aan fysieke ruimte dus, maar de mentale is onbegrensd. 

Voor wie zelf het dansersbloed door zijn aderen voelt stromen en liever meedanst in plaats van naar een video te kijken, is er het idee van theatergezelschap Rosas, Re:Rosas! De beroemde choreografie van Anne Teresa de Keersmaeker die zelfs door Beyoncé is overgenomen, zal iedereen al wel eens gezien hebben. Danseressen zitten omgekeerd op houten stoelen en maken hevige, draaierige en vooral ritmische bewegingen. Moeilijk? Waarschijnlijk. Onmogelijk? Zeker niet. Op www.rosasdanstrosas.be zijn vier video’s te vinden waarin Anne Teresa de Keersmaeker zelf in stappen uitlegt hoe je thuis die indrukwekkende choreografie kan dansen. Iedereen kan het, van ballerina met professionele ambities tot patattenzak op de dansvloer. Het bewijs daarvan zijn de talrijke verfilmingen van vrienden, gezinnen, koppels of vrijgezellen die op de site te zien zijn.  

 

musea 

We keren van de parking terug naar ’t stad met Museum Vleeshuis. Om achthonderd jaar dans en muziek in de stad te vieren, heeft het museum een volledig virtuele tour op zijn site geplaatst. Daarin bezoek je zeven verdiepingen van het Vleeshuis, dat zijn er vijf meer dan het aantal dat je live kan bezoeken. Je kan zelf 360 graden om je heen kijken door het beeld vast te nemen, je kiest zelf hoe lang je in elke zaal blijft en dankzij de klikbare bolletjes die op de deuren zijn geplaatst kan je zelf andere zalen binnengaan. Bij sommige tentoongestelde voorwerpen staat een vraagteken waar je op kan klikken voor meer info. Wie heeft nog een museumgids nodig? 

Museum M in Leuven zit eveneens niet stil: net als Museum Vleeshuis is er op zijn website een virtuele rondleiding te vinden van de recente tentoonstelling OPEN M, maar ook oudere tentoonstellingen zijn beschikbaar gesteld. De tour werkt volgens exact hetzelfde principe als die van het Vleeshuis. Daarnaast doet de site denken aan die van Huistoneel: podcasts waarin je onder meer “een kunstwerk uit de collectie van M kan beluisteren”, links naar Instagram- of YouTubeaccounts, artikels … De site is wel niet gemakkelijk te vinden, dus om je een handje te helpen: www.mleuven.be/nl/beleefMdigitaal

Laatste museum aan de beurt is het FOMU. Als je op de site onder ‘kalender’ klikt op ‘de volledige kalender’, krijg je – wonder o wonder – de volledige planning van het Fotomuseum te zien. Daarin staan live evenementen (vanaf 8 december mocht het museum weer open) en online evenementen door elkaar. Het is dus even zoeken, maar zeker de moeite waard: de ondertussen niet meer zo verrassende schat aan virtuele rondleidingen is ook hier te vinden. Er worden daarnaast via Facebook Live gesprekken georganiseerd over bepaalde (kunst)thema’s, culturele evenementen worden in de kijker gezet … Scrol zeker helemaal tot onderaan de pagina, daar zitten een aantal pareltjes verstopt. 

 

opera 

Opera Ballet Vlaanderen, de naam zegt het zelf, zorgt niet enkel voor online balletvoorstellingen; opera is er evenzeer vertegenwoordigd. Interessanter is dat Opera Ballet Vlaanderen meewerkt aan een groot cultuurplatform: Podium 19. De zeven Vlaamse kunstinstellingen (Ancienne Belgique, Antwerp Symphony Orchestra, Brussels Philharmonic, Concertgebouw Brugge, deSingel, Opera Ballet Vlaanderen en Kunstencentrum Vooruit) sloegen niet zo lang geleden de handen in elkaar en richtten dit uitgebreide project op: een gezamenlijke virtuele zaal waarin premières van nieuwe producties uit Vlaamse cultuurhuizen getoond worden. Het startschot wordt in de derde week van januari gegeven, maar begin januari wordt de programmatie bekendgemaakt. Spannend! 

Om in Vlaanderen te blijven: ook De Munt laat van zich horen. Op de site van dit Brusselse operahuis worden operavoorstellingen gratis gestreamd, maar daarnaast zijn er veel nieuwe coronaproof initiatieven te vinden. De Munt maakt uitstekend gebruik van het onlineaspect: artiesten van over de hele wereld brengen bijvoorbeeld samen, elk van thuis uit, een stukje opera, vaak met een volledig orkest van 54 muzikanten erbij. De Munt werkt daarvoor samen met dertien operahuizen, verspreid over de aardbol. Enkel dankzij deze vervelende situatie kunnen we zo’n internationaal optreden te zien krijgen. Zeg nu zelf, dat is toch mooi. 

Van internationale samenwerking naar internationaal concept: OperaVision is een online platform met verfilmde voorstellingen van opnieuw operahuizen van over de hele wereld, waaronder een aantal Belgische. Die voorstellingen werden nog uitgevoerd zonder dat elke artiest een mondmasker in de kleedkamer had liggen, maar OperaVision is ook helemaal mee met de coronatrend. #OperaHarmony is een project waarvoor meer dan honderd operamakers wereldwijd samen digitale opera’s uitvoeren. Voor wie nog niet uitgekeken is op de site van De Munt, het aanbod aan online opera is onbeperkt. 

 

musical 

Nederland blijkt helemaal te weten hoe een onlinecultuurervaring even leuk te maken als een live ervaring, op elk gebied. ThuisTheaterTips is een webpagina van Nieuwegeins stadstheatergezelschap en kunstcentrum DE KOM. Het is een coronaproof chocoladefabriek waarin iedereen zich kan uitleven naar eigen wens. Dat zie je aan het menu bovenaan: je kan duiken in links naar pagina’s met streams van cabaret, dans, musical, muziek en toneel. Er is zelfs een aparte categorie voor jeugd- en familietheater. De links leiden naar streams op YouTube of pagina’s van toneelgezelschappen die de overstap naar online theater hebben gemaakt. Het zijn deze keer geen internationale voorstellingen, enkel Nederlandse initiatieven staan erbij. Iemand fan van de Efteling? Ga dan maar eens bij ‘musical’ kijken! 

Nog een Nederlands platform: theaterthuis.nl. Deze online theaterzaal kan je zo veel als je wil bezoeken voor €9,95 per maand of €99,95 per jaar. Dat lijkt veel, maar als je het vergelijkt met de prijs van een enkel toneelticket zie je dat ineens helemaal anders. De site biedt theater en muziektheater aan en je kan hem veertien dagen lang gratis uitproberen! Dus als je tijdens de blok nog wat gratis cultuur wil binnenkrijgen, plan je try-out dan zo snel mogelijk! 

De fans van Broadway worden ook niet alleen gelaten: er bestaat een platform waarop je je favoriete shows kan bekijken! Broadway HD heeft iets weg van een Netflix voor shows: voor $8,99 (€7,55) per maand of $99,99 (€84) per jaar kan je onbeperkt genieten van Broadwayshows, documentaires, ballet, concerten, voorstellingen van Cirque du Soleil … te veel om op te noemen. Met je gezin naar een groot aantal voorstellingen gaan kijken in echte toneelhuizen zou veel meer kosten, dus ik zou zeggen: sit back, relax en profiteer vooral van de huidige situatie. 



mijn reis doorheen de wereld van het internationale jongerendebat

04/01/2021
🖋: 

In een wereld vol protesten, sociale mediagekibbel en dronken discussies op café, ging ik op zoek naar een oase van samenspraak. Ik werd niet teleurgesteld. Het project Debate Your Issue, kortweg DYI, wil jongeren met elkaar in debat laten gaan over onderwerpen die ons nauw aan het hart liggen.  De komende weken neem ik jullie mee op mijn kruistocht naar rede. 

Augustus 2020, de herexamens kwamen extra hard aan. Een gebrek aan sociaal contact in combinatie met de navelstreng die tussen mijn boeken en mijn gegroeid was, deed mij wanhopen. Uren werden doorgebracht voor een scherm in een wanhopige poging om mezelf weer tot leven te wekken. Tot mijn aandacht bleef hangen. In een verscholen hoekje op het dashboard van Blackboard las ik: “We Want You! Doe mee met de Europese Debatwedstrijd.” Ik mág met mensen in discussie gaan? Sign me up!  De belofte van sociaal contact en een reis naar het buitenland was zeer verleidelijk. Dus ik schreef me in. Enkele spannende weken later, kreeg ik een antwoord: ik deed officieel mee! Maar waarvoor heb ik me nu juist ingeschreven? 

De opzet: een Europese debatwedstrijd voor jongeren tussen achttien en vijfentwintig jaar. De deelnemers: jongeren uit zes landen, namelijk België, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië en Servië. Het doel: constructief in gesprek gaan met anderen. Zelf ga ik graag met anderen in gesprek (lees: discussie) over vele thema’s en ben ik er dol op wanneer mensen het niet met me eens zijn. Nochtans is er vaak een grote frustratie, constructief met elkaar in gesprek gaan lukt niet. Daarom spreekt dit project me zo aan. Met een team vertrekken naar het buitenland om daar in debat te gaan wekte mijn strijdlustigheid. Ik hoor het al zo klinken: ‘De Belgische helden trekken ten strijde!’ Deze geestdriftige groep wordt geleid door Sanne en Karen van Mediawijs, een organisatie die de Belgen meer mediabewust wil maken. Het duo vormt onze leiding achter de schermen. Zij helpen stomen ons klaar voor de actie. Niettemin zal deze verbale kamp veel voorbereiding vergen. Ons persuasieve arsenaal wordt aangescherpt met vijf debattrainingen en workshops verspreid tussen oktober en februari. De grote test van ons vermogen vindt plaats in het voorjaar van 2021. 

Zaterdag 21 november, kwart voor negen ’s ochtends. Ik zit vol spanning voor mijn scherm te wachten op mijn eerste workshop. En die heeft mij niet teleurgesteld! Maar daar vertel ik jullie graag een andere keer over. Wat ik vandaag wil vertellen is dat het mij opviel dat onze groep strijders erg gevarieerd was. Jonger, ouder, verschillende richtingen en steden — alle categorieën worden vertegenwoordigd. Mijn nieuwsgierigheid is geprikkeld. Ik ken mijn eigen beweegredenen. Wat drijft mijn wapenbroeders?  

 

kennismaking met de frontlinie: de Belgische helden 

Iedereen voorstellen kan ik niet, vandaar een kleine selectie. Graag introduceer ik jullie Aïsha, Isolde en Glen. Aïsha is 23 jaar en komt uit Brussel. Vers afgestudeerd en net aan het werk; duidelijk klaar om de wereld te ontdekken. Haar curieuze blik en je ne sais quoi-aura gecombineerd met een rustige houding intrigeerden mij. Isolde kwam daarentegen prominent naar voren. Ze is een van de jongste deelnemers — nog maar zeventien! — maar toch had zij veel meer debatervaring dan de meesten achter de rug. Haar handelsmerk: een uitgesproken mening en een onuitputtelijk enthousiasme. Ten slotte stel ik jullie voor aan Glen, een van de oudste deelnemers met zijn 25 jaar. Ook al aan het werk en nog bezig met een extra bachelor, hij is duidelijk een topaanwinst. In ons gesprek merkte ik dat Glen goed geïnformeerd was. Zijn observerende blik was ook niet te missen. Met hem zie ik onze wedstrijden zeker goed komen. 

Hoe geraakten zij drie bij het project? Aïsha kende Mediawijs al voor deze wedstrijd. Door Mediawijs te volgen zag ze DYI passeren. Omdat ze erg bezig is met wat er in de wereld leeft, was haar interesse gewekt. Via dit project hoopt ze kennis te maken met andere perspectieven. Glen sluit zich daarbij aan. Het feit dat de wedstrijden een mogelijkheid zijn om te reizen was voor hem een ander voordeel. Isolde, een middelbare scholier, vond dat laatste ook erg belangrijk. Maar als er een ding is waar alle deelnemers het over eens zijn, dan is het dat dit een fantastische opportuniteit is om met elkaar in gesprek te gaan. Isolde heeft al enkele jaren debatervaring achter de rug. Samen met Aïsha en Glen begin ik met dit project aan ons eerste grote debat. Dat is geen probleem want het project is daarop voorzien. Op het programma van de workshops staan zowel debattrainingen als introducties tot verschillende debattopics. Ook gesprekken met door de groep gekozen individuen komen aan bod. Zo heeft bijvoorbeeld Conner Rousseau al bevestigd. De praktische organisatie lijkt waterdicht te zijn. Maar wat zijn de verwachtingen? 

 

een blik op de toekomst: onze verwachtingen  

De toekomst brengt altijd onzekerheid met zich mee. Maar een ding hadden de organisatoren van dit project zeker niet kunnen voorspellen: het COVID-virus. Hoe dan ook ze vliegen ertegenaan. Mijn kompanen en ik zijn het erover eens: het is jammer dat de workshops niet fysiek kunnen doorgaan. Glen blijft hopen dat de debatwedstrijden fysiek kunnen doorgaan. Sanne en Karen sluiten zich daarbij aan. De online sessies worden ondanks alles met groot enthousiasme ingezet. Zo hoopt Aïsha via DYI nieuwe mensen te leren kennen en veel bij te leren. Isolde daarentegen is meer gefocust op de onderwerpen die besproken zullen worden. Ze wil graag onder andere in gesprek kunnen gaan over de LGBTQ+-gemeenschap. Zo hoopt ze dat verwarring omtrent dit onderwerp uitgeklaard kan worden. Voor Glen is inzicht krijgen in het perspectief van de jongeren uit de andere landen erg belangrijk. Hij hoopt dat het EU-beleid aan bod komt om zo te zien hoe kennis en mening over het beleid verschillen. Ook de begeleiders koesteren hun verwachtingen en doelstellingen. Sanne hoopt dat de groep ervaring opdoet in het respectvol en duidelijk communiceren van een standpunt en dat iedereen zich veilig en comfortabel voelt om een mening te uiten. Karen focust zich meer op de samenhorigheid in de groep. Voor haar is het belangrijk dat de deelnemers een breed, gevarieerd netwerk ontwikkelen. Haar grootste angst is dat de samenhorigheid moeilijker tot stand komt in de huidige situatie. 

Mijn eerste stappen op deze reis zijn gezet. Wat de toekomst zal brengen weet ik niet, maar ik kijk ernaar uit om dit avontuur te beleven. Een ding is nu al duidelijk, deze reis zal ik niet alleen maken. Omringd door een bont gezelschap ga ik graag verder met mijn zoektocht naar de rede. Het pad is kronkelig en graag vertel ik jullie volgende week meer over mijn vondsten na de eerstvolgende bocht. 



kortverhaal

04/01/2021
🖋: 

“Dus dit was het dan?”

“Ik vrees van wel, ja. Sorry, het ligt niet aan jou.”

Tuurlijk. Ze dumpt me hier en nu, en dan ‘ligt het niet aan mij’. Een pleister veel te klein voor de pijn die ik ergens ter hoogte van mijn ribben gewaarwerd. 

“Zullen we wel nog even samen eten? Ik heb best wel honger. Friet misschien?”

Ik probeerde als eerste reactie de leegte in mijn lijf te wijten aan een tekort aan voedsel.

“’s Goed. Maar ik wil eigenlijk liever pizza.”

Uiteraard. Ze wilde liever pizza.

 

Maanden verstreken en ik kon haar maar niet uit mijn hoofd zetten. Ik moest en zou haar terugzien, maar zo impulsief zonder plan aan haar deur gaan staan, daar had ik de ballen niet voor. Ik werd pizzaboy. Je weet wel, zo van die vlotte jongens die als gevaarlijke zotten op een scooter de straat door razen. Liefst van al haar straat. Bestelling na bestelling wachtte ik ongedurig tot haar straatnaam op het scherm met bestellingen zou verschijnen. Maar hoe verder mijn shifts vorderden, des te meer vreesde ik voor een vruchteloze onderneming.
 
Tot die ene avond in april. De zon had een hele dag geschenen en leek nog lang niet aan ondergaan te denken. Mijn collega was in de keuken luidkeels met I Knew You Were Waiting van George en Aretha aan het meekwelen, en plots zag ik het: een bestelling die in haar straat geleverd moest worden. BBQ Chicken met extra olijven en een XL Quattro Staggioni. Vreemd genoeg leek ook haar smaak in pizza’s de laatste tijd te zijn veranderd. De deur van de keuken ging open en ik kreeg de twee dozen in mijn handen geduwd.

 

Voor ik het wist, bevond ik me in het midden van een drukke avondspits, racend richting het huis waarvan ik vastberaden wist dat het niet alleen de eindbestemming van mijn levering, maar ook de plek was waar ikzelf thuishoorde. Te zijn, te blijven, en nooit meer weg te moeten zijn geweest. Aan het naambordje op de hoek van haar straat sloeg ik af, zo euforisch dat ik de bocht haast uitvloog. Op de drempel bleef ik staan, om mezelf een houding te geven, mijn moed bijeen te rapen en overdreven – als in een filmscène – stevig op de bel te drukken.

 

Een grote man deed open. Hij keek verward, ik nog verwarder terug.
“Pizza?” sprak ik ongemakkelijk uit, nagenoeg vergeten wat de rol van mijn aanwezigheid eigenlijk was. De deur van de hal ging open en daar stond ze. We keken elkaar aan, en ik hem, en hij ons.  
“Euh, sorry, wij hadden eigenlijk frietjes besteld”, zei de – verdomme – veel te knappe gast, compleet in de war.

 

De deur klapte voor mijn neus dicht. Aan de grond genageld keek ik naar de dozen in mijn handen en zag ik dat ik me uit vervoering van huisnummer had vergist. Ik bracht de buren hun pizza en nam die avond zelf nog ontslag. Veel kon ik toch niet meer voor haar betekenen. Ze had hem en die dekselse friet.



Bierman

04/01/2021
🖋: 

De pastor en het bier, er is geen duo dat meer onafscheidelijk is. Als pastorale superheld schrijft Gert Van Langendonck ons met zijn geestelijk vernuft op weg naar de beste smaken in het bierlandschap. Prosit! 

Nostalgie is de motor van zowat elk menselijk handelen (behalve dan voor kinderen en andere mensen zonder verleden natuurlijk). Zelfs onverdachte spitstechnologie als ruimtevaart is eigenlijk niet meer dan het lanceren van communicatiesatellieten omdat elke mens nu eenmaal eenzaam is. Het is zoeken naar ijsklompen die uit de Kuipergordel zijn verstoten en waarin misschien de bouwstenen van ons leven zitten en het tevergeefs zoeken naar signalen van anderen — lichtjaren ver.  

In de winter is het koud en donker en daalt de weemoed als nevel neer over de wereld. Dingen die energie geven, zoals zonnepanelen of een goed gesprek, leveren amper nog iets op. Zonder het warme deken van de melancholie zou de mens zich naakt en kwetsbaar in een onverschillig universum geworpen weten. Wat ons onderscheidt van een steen uit de Kuipergordel, wat ons doet overleven, is het feit dat we het verleden bezitten, verhalen vertellen, een visioen over een betere toekomst hebben. Kerstmis bijvoorbeeld, het verhaal van een kind, geboren in een kribbe, dat weerstand biedt tegen mensen met meer macht dan verleden. Het is het verhaal van de unieke geboorte van bevrijding en vervulling in de geschiedenis. God die trouw verbonden blijft met de schepping, no matter what

Ook onze landelijke brouwers trachten wat lucht te blazen onder het spleen, die fluwelen bedsprei die warmte geeft maar net iets te weinig zuurstof doorlaat, door elke winter een speciaalbier uit te brengen. Bierman is niet onverschillig voor de ironie dat de namen van hun gebruikelijke assortiment aan bieren meestal niet religieus genoeg kunnen zijn, maar dat kerstbieren tegenwoordig veel zeldzamer zijn winterbieren. Dat ligt natuurlijk aan het feit dat kerstbieren maar goed verkopen tot 25 december, terwijl de winter dan eigenlijk nog moet beginnen. Zelfs naakt voor de eeuwigheid blijft een brouwer toch in de eerste plaats een ondernemer.  

Omdat de weltschmerz ook greep begon te krijgen op Biermans gemoed (of was het dorst?), was hij enkele dagen geleden wat oudere teksten aan het nalezen. Daarbij merkte hij dat hij in december 2016, exact vier jaar geleden, de belofte heeft gedaan om Lupulus Hibernatus bij gelegenheid aan een nader onderzoek te onderwerpen. Een belofte die hij bij deze met graagte nakomt (met een oprechte verontschuldiging voor het wat laattijdige karakter). 

Lupulus is de Latijnse naam voor hop (en ook een beetje voor wolf) en wordt sinds 2008 gebrouwen in het uiterste zuiden van de provincie Luxemburg. Het bier wordt volledig afgevuld op magnumflessen (75 cL) en vooral verkocht in het buitenland. De gewone Lupulus Blonde is een tripel waarvan Bierman zich herinnert dat hij prettig bitter is maar ook uitermate complex en verfijnd (iets met bloemen). Een prachtig bier om te degusteren (bijvoorbeeld bij een zomers bezoek aan de processie van Echternach, een steenworp verder), maar iets te druk om regelmatig te drinken. 

De Lupulus Hibernatus is het winterbier van de brouwerij, wat Bierman kan afleiden uit de betekenis van de Latijnse naam en het feit dat Bière d’hiver op het etiket staat. De makers vermijden het om het bier een stout te noemen, maar gelet op de kleur en het gebruik van zwartgeblakerde mout zou dat wel een terecht etiket zijn. Het bier is dan ook zwart als de nacht met een romige bruine schuimkraag en bijna tien graden hartverwarmende alcohol. Er wordt wat kaneel gebruikt bij het brouwen, maar geheel trouw aan hun naam is het toch vooral een bitter bier geworden.  

Proefondervindelijk en in een vlaag van moed en zelfopoffering, heeft Bierman de Lupulus Hibernatus op twee verschillende temperaturen gedronken. Een keer in T-shirt en korte broek, buiten op zijn terras bij een lichte vriestemperatuur en aansluitend binnen bij het haardvuur naast de kerstboom. (Het bier zelf was vanzelfsprekend telkens op ideale keldertemperatuur, bovenstaande was een kleine plaagstoot van Bierman om wat winterse demonen te verdrijven.) Bierman kan bij deze plechtig verklaren dat het bier in alle omstandigheden moeiteloos overeind blijft. Zeker iets om in huis te halen bij een lange winteravond dus (aangezien vrienden tot nader orde nog steeds verboden zijn).  

Kortom: Kerstmis brengt redding, maar bier geeft troost en dus rest Bierman alleen nog om alle brouwers van kerst- en winterbieren te bedanken om hem, en bij uitbreiding de hele mensheid, door de winter te sleuren en vooral om u, beste lezers, een zalig kerstfeest toe te wensen. Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil! 



opinie

14/12/2020
🖋: 
Auteur extern

Wouter van Hooydonk


Geachte rector

In mijn vorige open brief protesteerde ik dat u het academiejaar liet starten onder striktere maatregelen dan noodzakelijk. Ik verweet u dat u ons onder de bus gooide. Wel, we zijn nu twee maanden verder, en we hebben geleerd dat zo’n bus fucking veel pijn doet. We zijn net overreden door de voorwielen, liggen verfrommeld, dooreengeschud en met in elkaar gedeukte ribben te bloeden, en we weten dat de achterwielen er nog aan komen. Ik citeer uit de Facebookpost van een medestudente: “Ik ben op, uitzichtloos en motivatie voor school is ver zoek. Bij het openen van mijn boeken schieten de tranen in mijn ogen. Ik wil doorgaan, maar het lukt niet. Dit voelt als een maandenlange examenperiode. Ik word radeloos.”

Daar lig je dus ergens op het asfalt, geradbraakt, bang wachtend op de achterwielen. Maar je hoopt wel dat alles daarmee gepasseerd is. Deze examens nog even doorbijten, maar dan is er beterschap op komst. Lesvrije week, tweede semester terug naar de aula’s. Toch? Nope. Volgende klap: zeker code rood tot eind februari, waarschijnlijk tot na de paasvakantie. Er komt nog een bus aan, alsof de eerste nog niet genoeg pijn deed. Fuck dat.

Mijn medestudente is slechts een van de velen die de afgelopen week privé of publiek hun radeloosheid uitschreeuwden. Marilou De Grauwe, studente psychologie aan UGent, stuurde haar hartenkreet naar Humo: “Het gaat niet meer. Ik voel me een lege huls. Ik wil leven, in plaats van te overleven.” Beste rector, ze heeft een punt. Dit online gesukkel is slechts een half leven. Dat bedoel ik letterlijk. Blijkbaar is het, in deze tijden die gekenmerkt worden door een absurde en schadelijke focus op biologisch overleven in plaats van op leven, nodig om alles in cijfers uit te drukken. Besmettingen, overlijdens, verloren levensjaren. Dan zal ik dat maar doen. Mocht ik een pact met de duivel kunnen sluiten, ik zou met plezier afgelopen jaar inwisselen voor zes coronavrije maanden en zes maanden vroeger dood. Als ik de steeds toenemende noodkreten rond me hoor, ben ik niet de enige. Vermenigvuldig dat met het kleine kwart miljoen hogeschool- of universiteitsstudenten dat België rijk is, en we spreken over honderdtwintigduizend verloren levensjaren. Aangezien de gemiddelde coronadode een tiental jaar van zijn leven verliest, is dat dus het equivalent van twaalfduizend coronadoden. Tel maar bij de statistieken.

Ik weet dat de universiteit alles doet wat ze kan om deze situatie te verzachten. Het. Is. Niet. Genoeg. Symptoombestrijding, hoe goed bedoeld ook, is niet genoeg. We hebben een oplossing nodig. Een minimum aan fysieke lessen, aan sociaal contact. Code oranje. Daar moet u voor strijden. Maar u laat ons in de steek. Elke sectororganisatie lobbyt ijverig voor minder strenge maatregelen, schreeuwt het hen aangedane onrecht van de daken. U daarentegen houdt onze universiteit alvast in code rood tot na de paasvakantie. Wat? Waarom mogen winkels wel open en universiteiten niet? Ofwel heeft u niet gelobbyd, ofwel niet goed genoeg. Welk van de twee is het? Zeg het ons tenminste. Het zou een hart onder onze riem zijn om te weten dat u voor ons strijdend bent ten onder gegaan, verslagen door economische krachten met meer invloed. We zouden het u vergeven, echt waar. We zouden u op het schild heffen. Maar dit? Deze apathie? Die doet alleen maar meer pijn.

Ik maak me geen illusies, ik trek de ernst van corona niet in twijfel. Bijna iedereen bloedt, bijna iedereen wordt vermorzeld. Bijna iedereen wordt overreden door een bus. Maar het is uw taak om de politieke arena in te gaan en ervoor te zorgen dat uw studenten niet ook nog eens een tweede bus over zich heen krijgen. Niet om op het trottoir te staan wachten met een EHBO-kit.  

Vecht voor ons. Alstublieft. We smeken u.

Met wanhopige groeten

Wouter van Hooydonk

Master Filosofie