kortverhaal

23/01/2022
🖋: 

Het was 20u25. Je was de vis aan het fileren die je vanmorgen in je beste Frans op de versmarkt had gekocht. Omdat je je wilde bewijzen. Omdat je wilde aantonen dat je zonder problemen een heerlijk diner op tafel kon toveren dat niet uit fishsticks en ingevroren spinaziepuree bestond. Dat kon nu ook niet anders, want een diepvriezer was geen onderdeel van onze beperkte, maar toch inventief samengestelde kampeeruitrusting. “Ik zal alvast de frisse pintjes halen”, zei ik terwijl ik rond de auto richting onze kampeerkoelkast stapte. En zo waren de taken van die avond weer goed verdeeld. 

Enkele uren voordien waren we gebotst op de adembenemende plek waar we de rest van de avond mochten vertoeven, de weide van madame Lily. We hadden al een hele dag gereden nadat we die ochtend een zuidelijker gelegen Frans stadje verlaten hadden en aan onze terugtocht naar huis waren begonnen. De zon begon te zakken en onze magen gingen grommen. Ik opende Google Maps op zoek naar een mogelijke slaapplaats. Tussen de nogal prijzige campings zagen we plots een plek genaamd ‘madame Lily’. Er waren geen afbeeldingen te bespeuren, maar wel de meest lovende verhalen tussen de recensies. Het bleek een weide te zijn van een gastvrije Française die voor een vrije bijdrage haar prachtige achtertuin ter beschikking stelde aan passerende reizigers. We keken mekaar aan met een blik van ‘zullen we?’ en zetten koers richting deze veelbelovende plek. 

We reden een hele poos door bossen, waardoor we haast begonnen twijfelen of we ooit wel een slaapplaats zouden tegenkomen. We waren de bosrand nauwelijks voorbij en spotten plots een sprookjesachtig huisje in de verte. Het bevond zich tussen de schapenweides en verwelkomde ons met een boog waar we met onze camper maar net onder pasten. Een oude dame kwam buiten en stapte richting het plekje op de weide dat we al zorgvuldig hadden uitgekozen. Ze was benieuwd naar waar we vandaan kwamen en waarheen we onderweg waren, wie we waren en wat we hier deden. 

Na het avondeten ploften we met een wijntje in onze kampeerstoeltjes. Jij droogde me voor de zoveelste keer af bij ons dagelijkse potje Stratego, al bleef ik volhouden dat het een kwestie van pure chance was. Nadien kropen we voor onze laatste kampeeravond onder de wol. Jij, ik en onze avonturen die we de afgelopen dagen samen hadden beleefd. Alsof het zo hoorde te zijn. 

En de schapen zagen dat het goed was. 



de dwarsdoorsnede

16/01/2022
🖋: 
Auteur

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer snijden we een gevoelig onderwerp aan: is Cara Pils goddelijk genoeg om ander bier, wijn of zelfs melk te vervangen bij het koken? 

Dorian Coppenrath, auteur van Koken met Cara Pils zegt alvast van wel. Of hij het meent, is een andere vraag, maar hij schreef in ieder geval een kookboek met slechts één gemeenschappelijke lijn: het biermerk dat in zo goed als elke nachtwinkel een eigen ijskast heeft. Door het bekendste discount-huismerk in België als kern te nemen, heeft het boek de duidelijke ambitie om zichzelf niet al te serieus te nemen en dat doet het ostentatief door zichzelf serieus te nemen. De vormgeving, het voorwoord, de flaptekst, de inleiding en de daadwerkelijke recepten, alles is overgoten met een flinke saus ironie en zelfs daar zat vermoedelijk wat Cara tussen. 

Toch draait een kookboek rond het succes van de recepten. Toen ik er enthousiast enkele uitprobeerde, merkte ik tot mijn grote vreugde dat de man in kwestie weet waar hij mee bezig is. De recepten zijn zorgvuldig gekozen: er is duidelijk nagedacht over hoe de smaken van het gerecht passen bij het bier dat er onvermijdelijk in zal terechtkomen. Dat levert een kookboek op dat elk gerecht in een specifieke richting duwt, maar toch vele vlakken beslaat. Dat het boek me met enige regelmaat beveelt om de restanten van het blik soldaat te maken op specifieke momenten, nam ik met plezier ter harte. 

De recepten die ik uitprobeerde (Carabrood, Cararisotto en Carapannenkoeken) waren stuk voor stuk successen, al gebruikte ik als ervaren keukenprins het boek meer als inspiratiebron dan als een stap-voor-stap werkplan. Als je echt te weinig van koken kent, heb je meer aan duidelijkere begeleiding bij bepaalde processen, maar zelfs sommige specifieke stappen legt het boek niet uit: het verwijst je gewoon door naar YouTube. Elk ander kookboek zou in zo’n geval nul sterren krijgen, maar kijk: ’t is Cara, trut. Aan de andere kant zal het voor de ervaren kookkunstenaar ook niet zo’n grote toegevoegde waarde zijn; die kijkt naar zulke recepten om vervolgens instemmend te knikken dat je er in sommige omstandigheden inderdaad bier bij kunt gooien, misschien met de voorzichtige vraag of ‘kunnen’ ook ‘moeten’ impliceert. 

Toch is het net die middenmoot voor wie het boek een redding kan zijn. Als je weet wat karamelliseren en au bain-marie betekenen en als je ook uit jezelf al eens een uitje snippert voor je je diepvriesmaaltijd in de pan kwakt, is Koken met Cara Pils een perfect eerste kookboek als je eens wat ernstiger met gerechten bezig wil zijn. De vele klassiekers die je erin terugvindt, zullen jou en je metgezellen een lange tijd kunnen voeden. Daarnaast houdt het kookboek rekening met de kern van de Caralifestyle: budget. Op de oesters na is er geen enkel recept dat je veel geld zal kosten, al verkoos ik zelf om de ingrediënten op de lijst regelmatig door die van hogere kwaliteit te vervangen. Bij Cara enkel het beste. 

Een boek rond Cara Pils blijft redelijk gimmicky, maar het is goed uitgewerkt. De mop van het overdreven verheerlijken van Cara Pils, de puns en grappige citaten gaan snel vervelen. Los daarvan is het kookboek best oké en het heeft slechts een gering aantal gerechten maar wel met een even beperkt prijskaartje. Als dat je allemaal niet kan overtuigen, kan je misschien verkocht raken door het gratis 24-pack Cara dat Colruyt je schenkt bij aankoop van het boek. Het maakt het tot het perfecte verjaardagscadeau van een diehard fan of tot een mokerslag voor die ene eeuwige hater in je vriendengroep. Of je in dat geval de bon voor gratis Cara’s voor jezelf houdt of niet, is helemaal aan jou. 



doobraken

16/01/2022
🖋: 

Als een goed geoliede machine die diploma’s en onderzoek aan de lopende band uitrolt, zo hoort een universiteit te draaien. Die bedrijfscultuur promoot en bewerkstelligt onze rector graag met zijn beleid: UAntwerpen is immers ook een bedrijf. De bibliotheek is de olijfolie die haar tandwielen smeert, een centrale plaats van gematerialiseerd intellect waarop nieuwe inzichten gestoeld worden. De bibliotheek moet eveneens kunnen meedraaien in deze genadeloze bedrijfswereld. Oplossing? Winstgevende snacks voor tijdens het studeren. Zo’n nieuw bibbeleid brengt ons weer een stap dichter bij de neoliberale wereld.  

Het organogram van onze onderwijsinstelling kreeg er recentelijk een ballonnetje bij. Elke faculteit beschikt al een tijd over een eigen bibliotheekadviseur die verzoeken indient bij de bibliotheek om een bepaald boek aan te schaffen of om een abonnement te nemen op een vaktijdschrift. Goedgekeurde voorstellen komen uiteindelijk terecht bij de dienst Acquisitie en Metadatabeheer, den Aanschaf in de witteboordenvolksmond. Welnu, dienst Acquisitie verwelkomt dienst Aliënatie. Sales voor de vrienden. 

Diensthoofd Aliënatie Yente getuigt liefst anoniem over de reden voor de nieuwe plannen en vraagt ook aan onze lezers om niet op de website van UAntwerpen te gaan snuisteren naar een personeelsprofiel: “We hebben nu twintig jaar achter de rug sinds de eenmaking van de universiteit. Enfin, onze geschiedenis is helemaal niet zo belangrijk, maar we hebben op die tijd wel ingezien dat een bibliotheek een grote kostenpost is. Boeken kosten veel, zeker zo van die dikke met veel letters in. En feitelijk is lezen hier geheel gratis, je zou denken dat studenten daarom vaker een boek zouden vastpakken, maar nee. Bovendien is ons sanitair nog steeds kosteloos, wat compleet non-sustainable is. Interbibliothecair leenverkeer levert ook nauwelijks iets op … Kortom, als we niet hadden ingegrepen, hadden we de boeken moeten sluiten.” 

Gaat de bib dan boeken verkopen om het saldo in het groen te krijgen? Nee, absoluut niet: “We gaan hapjes verkopen. Goed, hè? Het is tot in de puntjes uitgedacht. We werken samen met lokale producenten van stadsgroenten; microgreens zijn hip én erg gezond. We willen ook supermarkten tegen elkaar uitspelen om aan de laagste prijs in te kopen. Dat we aan dikke winst weer verkopen, zeggen we er natuurlijk niet bij. Zeker nu er een eerste Jumbo is geopend in Antwerpen-centrum, kunnen we lekker profiteren van de werking van de markt.” Studentenrestaurant komida zou op termijn zelfs geheel verdwijnen, mocht volgende proof of concept een succes blijken. 

Yente heeft namelijk ook al aan de concrete operationalisering in de universiteitsbibliotheken zelf gedacht: “Alles kan supersnel gaan, want we upcyclen eigenlijk de bestaande infrastructuur. Het in de muren ingebouwde transportsysteem voor boeken wordt blootgelegd en daar zetten we krukjes bij. Het is eigenlijk een gigantisch buffet op rolletjes. We halen ook wat boeken die toch niemand leest uit de rekken en zetten daar én eten én kaarsjes neer wanneer het wat later op de avond wordt. Lekker gezellig. Dan iets technischer: we werken met een klassensysteem. Elke zone of verdieping van de bib heeft een bepaalde prijscategorie. Iedereen weet zo meteen waar ie thuishoort. We proberen bovendien onnodig afval te vermijden door de restjes van de hogere klassen aan een lagere prijs aan te bieden aan de lagere klassen. Een beetje zoals in die ene film met dat platform.” 

Het project moedigt ook interculturaliteit aan tussen de verschillende campussen: “We cateren per campus een ander smakenpalet. We moedigen intercampusmigratie dan ook volmondig aan – op termijn gaan we zelfs werken met onze eigen buslijnen waarvan het abonnement overigens inbegrepen zal zijn in het inschrijvingsgeld. Elke campus zijn eigen hapjes, maar belangrijker: de prijsklassen blijven lekker hetzelfde. Dan weet iedereen waaraan en waaraf en zo versterken we onze eenheid als universiteit.”  



studentproof theehuizen

16/01/2022
🖋: 

De theedrinker is vervloekt, wist je dat al? De maatschappij richt zich op de natuurlijke vijand, de koffiedrinker. Overal verschijnen er koffiezaken, maar het is behoorlijk zoeken naar een zaak specifiek gericht op thee, nog meer als je gewoon eens ergens wil studeren mét een lekker kopje thee. Geen drie euro betalen voor een zakje Liptonthee, een rustige studeerplek, waar vind je dat in Antwerpen? Ondergetekende theeverslaafde student zocht het uit. 
 

tea by teacoach.Ken 

In de Jezusstraat is er een smal pand waar je zo langsloopt als je even niet oplet, maar het loont de moeite om even oplettend te blijven. Tea by teacoach.Ken is een theelounge en -winkel ineen. Hoewel er ook andere dingen worden aangeboden, zoals onder andere koffie (de vijand is overal), wijn en scones, ligt de focus nog altijd op thee. Je kan kiezen uit 101 verschillende soorten thee en als dat nog niet voldoende keuze is, zijn er ook nog varianten zoals theecocktails en matcha-ijs. Als je hier een thee wil bestellen, krijg je geen mok, maar een theepot. Je kan kiezen tussen een kleine (40 centiliter) of een grote (80 centiliter). Met een grote kom je behoorlijk lang toe, zeker door het kleine theekopje waaruit je zal drinken. De theekopjes zijn erg mooi, het zorgvuldig uitgekozen interieur eveneens, dat moet ik de theelounge nageven. Alles past bij elkaar. Voorbijwandelende fotografen maken geregeld een foto doorheen de etalage; mocht je in de buurt van het raam willen zitten, kan je je daar alvast mentaal op voorbereiden. Of het elegante interieur een troost is voor de iets hogere prijs die ik betaal? Misschien. Ik blijf een kunstliefhebber. In verhouding krijg je alleszins meer thee dan wanneer je slechts één theemok zou krijgen, maar toch, die dikke vijf euro voor 40 centiliter zou je wel voelen als je hier dagelijks komt. Gelukkig is thee dat waard. 

Tea by teacoach.Ken is geen klassieke studieplek en focust zich ook niet op studenten. Toch is het er erg rustig: de meeste klanten komen er om thee te kopen en blijven niet lang. Soms wordt er muziek gedraaid op de platenspeler, maar zeker niet altijd, waardoor het best mogelijk is dat het enige geluid dat je hoort, het geluid is van thee die gezet wordt. Er is één grote tafel die het best werkt als je wil studeren, de andere tafels zijn een pak kleiner en minder handig. Ook waren er weinig stopcontacten en ben ik niet aan internet geraakt. Als je hier wil studeren, kan je je best ouderwets met pen en papier aan de tafel zetten of kan je een berg leeswerk meenemen om met een kopje thee te verzetten. Het is een van de rustigste plekken waar ik in mijn detectivejas naartoe ben gereisd, waardoor je er op die manier productief kan zijn. Mits je er op zijn minst vijfenhalf euro wil betalen, dat wel, maar het is wel de beste thee die ik de afgelopen week gedronken heb. Keuzes. 

 

adres: Jezusstraat 34 
openingsuren: di-za, 11:00-18:00 
thee: 19/20 
goed voor: ouderwets studeren als je arbeidsethos een boost krijgt van esthetiek. 

 

Starbucks 

Starbucks is ondertussen een begrip op zich. Geliefd door tieners, gehaat door pretentieuze koffiekenners. En thee? Wat thee betreft, doet Starbucks het niet per se beter dan op koffiegebied. Je kan er, naar eigen zeggen, full leaf-thee krijgen, maar ten eerste heeft die Teavanathee behoorlijk veel weg van Liptonthee en ten tweede heb je zelden veel keuze. Andere keuzes zijn er natuurlijk wel: Starbucks laat de fundamenten achter zich, maar je kan je altijd te goed doen aan vloeibaar zoet. Naast mijn fulltimejob als theeliefhebber ben ik nog zoetekauw op vrijwillige basis, dus ik kan het wel smaken. Zij die het goede leven niet kennen en zich laten afschrikken door drankjes die meer naar suiker smaken dan naar enig ander ingrediënt, zullen hier de gelukzaligheid niet kunnen opzoeken, vrees ik. Zowat elk drankje vraagt meer geld dan het werkelijk verdient en het is te duur om een hele dag te studeren (tenzij je fondsen hebt die ik niet heb, natuurlijk), maar als je lang kan doen met één drankje, vind je hier je plek. 

Geheel tegen de verwachtingen in is de vestiging op de Groenplaats een erg kalme plaats om te studeren. Op de bovenverdieping zitten er zelden meer dan drie mensen in totaal. De muziek van op het gelijkvloers hoor je nauwelijks. De tafels zijn redelijk klein, dus veel kan je er niet op kwijt; met een laptop of een cursus heb je de tafel al gevuld. Er zijn meer dan genoeg stopcontacten, ook zonder strategisch plaats te nemen, dus zelfs de snelst stervende laptops hebben kans op overleven. Het internet werkt ook redelijk; het heeft me geen uren laten wachten op een webpagina. Studeren gaat er goed, zeker met het weinige beloop op de eerste verdieping. De portemonnee klaagt enigszins, maar ach, gewapend met een sugar rush krijg ik wel veel leerstof achter de kiezen. 

 

adres: Groenplaats 13 
openingsuren: ma-zo: 11:00-18:00 
thee: 10/20 
goed voor: die laatste loodjes waarin je de wereld haat en alleen suiker je je beter doet voelen. 

 



dwarsdoorsnede

12/01/2022
Arcane (© Riot Games en Fortiche Productions | dwars)
Bron/externe fotograaf

Riot Games en Fortiche Productions

🖋: 
Auteur

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer valt de eer aan Arcane, een Netflixserie gebaseerd op het nog steeds razend populaire computerspel League of Legends. Riot Games vervult daarbij, geholpen door Fortiche Productions, een wens van haar fanbase. 

De gamende wereld slaakt een zucht van verlichting nadat Arcane het er zonder al te veel kleerscheuren vanaf heeft gebracht. Sterker nog, de League-community reageert bijna zonder uitzondering dolenthousiast, bewerend dat het de beste videogameadaptatie ooit is. Nochtans twijfelt elk lid van die gemeenschap aan capaciteit van elk ander lid om zelfstandig te ademen laat staan om een serie naar behoren in te schatten. Maar zelfs als we de mening van een van de meest toxische online communities ernstig nemen, wil de lauwering ‘beste videogame-adaptatie ooit gemaakt’ evenmin zoveel zeggen. Is Arcane wel écht de moeite waard? 

Ik voel me gedwongen om overwegend ja te zeggen en ik ben niet de enige. Arcane staat al een tijdje in de hogere regionen van de Netflixcharts, en zó veel mensen spelen dat kutspel nu ook weer niet. De serie is zonder twijfel een van de meest gepopulariseerde, westerse animatieseries sinds Avatar, al doe je er goed aan om die twee bijvoeglijke naamwoorden in het achterhoofd te houden. Natuurlijk kan het zijn dat animatie of fantasiewerelden je ding niet zijn, maar zelfs zonder mee te zijn met elke verwijzing die Arcane naar haar bronmateriaal maakt, is het een goed gebracht steampunk-fantasyverhaal, vol interessante conflicten die elkaar aan een vlot tempo afwisselen. 

 

wat is het dan? 

Het verhaal is in essentie een prequel die zich afspeelt in slechts één van de vele gebieden van Runeterre; de fantasiewereld van League of Legends. In drie grote arcs van telkens drie afleveringen van rond de drie kwartier neemt het je mee naar Piltover, een stadsstaat die zichzelf ziet als bastion van technologische vooruitgang. Dat positivistische zelfvertrouwen van Piltover boort Arcane al vanaf de eerste aflevering de grond in door een groep avontuurlijke, maar enigszins criminele, weeskinderen te volgen van de zogenaamde lower city, het ghetto dat ongeveer de helft van de stad bedraagt en de prijs betaalt voor de vooruitgang van de stadsstaat.  

Zo ontmoet je groepsleider Vi en aanhangsel Powder (Jinx), zussen wier relatie de rode draad van de serie zal worden, maar ook hun vrienden zoals Ekko en hun vaderfiguur Vander, een tot inzicht gekomen ex-revolutionair, komen aan bod. De volgende twee afleveringen introduceren andere bekende League of Legends-figuren zoals de verwaande Jayce, die tracht magie en technologie aan elkaar te koppelen, de geniale maar conservatieve en in-de-ivoren-toren-levende yordle Heimerdinger en diens mankende assistent Viktor, die uit de undercity klom en de ambitie heeft om het leven beter te maken voor de minst bedeelden. Tegenover dit alles wordt Silco geplaatst, een machiavellistische sociopaat die hoopt om van Piltover te kunnen afsplitsen als een onafhankelijk Zaun – de naam die de undercity in het ‘huidige’ Runeterra van League of Legends draagt. 

De eerste drie afleveringen helpen kijkers die niet bekend zijn met de personages en wereld van League of Legends en voorzien voornamelijk de achtergrond voor een verhaal dat pas echt op gang komt vanaf aflevering vier. Na een tijdsprong zit het verhaal nog steeds in een prequelfase maar komen de personages met een ingame-representatie steeds dichter in de buurt van hun reeds vastliggende eindpunt. De verschillende verhaallijnen komen afwisselend met elkaar in contact; wisselende allianties en steeds scherper wordende conflicten brengen het tot een climax die een luide ‘ja’ antwoordt op de vraag of er een tweede seizoen van Arcane zal komen. 

 

net niet? 

Toch is het voor de kritische kijker vast ook een net-nietervaring. Om jezelf tot de hoogste regionen van het televisielandschap te mogen rekenen moet je een zekere diepgang creëren zonder jezelf vast te rijden in clichés. Dat is niet makkelijk als het gros van je cast gebaseerd is op archetypische personages uit een videogame. Daarnaast komen zowat alle gekende tropes uit de cinema aan bod. De geniale verstotelingen zijn uiteraard weerbare werkers die steeds weer weerstand bieden tegen elke tegenslag. De corrupte politieagent met een vervagend moreel kompas heeft uiteraard een jonge dochter die bedreigd wordt. Een andere dochterfiguur, Caitlyn, is ondanks haar beschermde omgeving uiteraard vrijgevochten en wil niet leunen op het politieke kapitaal van haar adellijke nest. En zelfs mijn redelijk onoplettende ogen gingen even rollen toen Ekko, een van de weinige zwarte personages die de serie kent, uiteraard doordrenkt wordt in hiphopsaus, een associatie die ingame nooit zo duidelijk werd gemaakt. 

Na al deze muggenzifterige – maar ook wel terechte – kritiek is het misschien goed om te herhalen dat ondanks alles de serie zeker de moeite waard is. Je doet zowel het verhaal als de karakters onrecht aan als je zulke zaken te veel in de weg laat zitten; als je dat doet, kan je evengoed de vriend of het familielid wiens Netflixabonnement je gebruikt bedanken voor de moeite. Het storende is meer dat de tropes elkaar aan een te snel tempo opvolgen zonder de kijker de ademruimte te geven. Misschien is het net-nietgevoel dat achterblijft wel een gevolg van de (te?) grote ambities.  

Ik bedoel daarmee dat Arcane te veel probeert te doen, te veel probeert te zíjn, op een te korte tijd en zo onvermijdelijk te kort schiet. De voornoemde uitgebreide backstory van het eerste derde van de serie helpt niet. Maar ook thematisch is de serie redelijk ‘druk’. Enkel de undercity-kant van het verhaal alleen al: maffiosi-achtige turf-wars, revolutionaire ambities, vervuiling, drugs, systematische onderdrukking ... het is wat veel om goed uitgewerkt te worden. Neem daarbij ook de thema’s van de uppercity mee; niet enkel bij het blinde technologisch-technocratische vooruitgangsdenken wordt een kritische noot geplaatst, maar ook bij de politieke spelletjes die je willen doen denken aan de hoogtijdagen van Game of Thrones, maar daar niet in slagen. Gelijktijdig is er een reeks karakterevoluties waarvan de meeste kijkers het resultaat al weten: de langzame transitie van Powder naar Jinx (wat het dan weer wel beter doet dan de laatst vermelde botch-up met Danearys, maar ook dat wil niet zoveel zeggen), het wegslijtende wantrouwen tussen Vi en Caitlyn en het tragische spanningsveld tussen de visies van het wetenschapstrio Heimerdinger, Jayce en Viktor. Daar wordt nog eens een aanzienlijke hoeveelheid referenties en (uitstekend gechoreografeerde) actiescènes bij gepropt; er is wel een of andere plotlijn waaraan net iets te hard getrokken wordt, de volgende staat altijd al popelend in de coulissen. 

 

of toch wel? 

Die snel in elkaar overlopende verhaallijnen steken zich af tegen de geloofwaardige en geïntegreerde wereld. Na tien jaar aan voortdurende League of Legends-updates was er voor de schrijvers een goudmijn aan karakters, locaties en lore om op voort te bouwen. Het resultaat is een wereld die leeft en een eigen verhaal heeft en niet gewoon een matte achtergrond is waartegen het verhaal zich afspeelt, zoals vaker wel dan niet gebeurt bij zelfs de betere fantasy. Maar Riot Games heeft meer dan enkel een archief aan lore en een meute fans: hun eerdere samenwerking met het onder muziekfanaten controversiële Imagine Dragons werd herbestendigd door die laatste de openingscredits voor hun rekening te laten nemen. Het werd een succes dat je doet vermoeden dat de groep het misschien wel beter zou doen als je de helft van hun nummers wegsneed. Ook op de rest van de audio valt weinig aan te merken: de melodieuze delen en het ambient achtergrondgeluid zijn een meerwaarde zonder, zoals vaker gebeurt, melodramatisch te compenseren voor een gebrek aan inhoud, de SFX doet de steampunkwereld bloeien en de voice acting is goed genoeg dat je soms vergeet dat je naar een animatie aan het kijken bent. 

Maar op andere momenten wordt het weer wel duidelijk. Niet alleen is de plot-armour overpowered, maar als een vijftienjarige Vi een hele opgespoten maffiacrew in elkaar slaat, is er geen suspense of disbelief meer aanwezig. Gelukkig zijn die momenten een uitzondering. De meerdere sterke vrouwenpersonages, noch de verwijzingen naar mogelijkse gelijkslachtige preferenties van enkele van die personages, zijn geen lege templates om diversity points te scoren. Zelfs Ekko’s hiphopthema bleek achteraf gezien een stilistische keuze. De scène in aflevering acht, waar hij en Jinx een spel uit hun jeugd herhalen met een aanzienlijk hogere inzet, is een grafisch hoogstandje in een serie die sowieso een al erg scherpe stijl hanteert. Dat is trouwens niet het enige moment waarop Fortiche Productions zich van een creatievere kant toont: ik was best onder de indruk dat de showrunners zich waagden aan een geanimeerde seksscène, die eerder gebruikt werd om de psychedelische interpretatie van de ‘magie’ die Arcane heeft expliciet te maken dan een of ander zwaktebod naar fanservice. 

De grafisch creatievere stukken en de algemene hoge productiekwaliteit die Fortiche Productions aflevert, compenseren ruimschoots voor het gevoel van net-nietjes. De gepredikte hoogste regionen van het televisielandschap bereikt Arcane misschien niet, maar voor elke fan van LoL, fantasy, animatieseries of tentoongespreide daddy issues is er zeker genoeg te vinden. De serie zet zich zowel qua opzet als qua uitwerking boven een heleboel liveactionseries die op Netflix te vinden zijn. Of dat een verdienste is van het productieteam en Riot of veelzeggend over de gemiddelde Netflixserie laat ik daarbij in het midden. Het tweede seizoen geef ik zeker een kans. En dat wil al wel wat zeggen. 



studentproof theehuizen

09/01/2022
🖋: 

De theedrinker is vervloekt, wist je dat al? De maatschappij richt zich op de natuurlijke vijand, de koffiedrinker. Overal verschijnen er koffiezaken, maar het is behoorlijk zoeken om een zaak specifiek gericht op de theedrinker te vinden, nóg meer als je als theedrinker gewoon eens ergens wil studeren. Geen drie euro betalen voor een zakje Liptonthee en een rustige studeerplek, waar vind je dat in Antwerpen? Ondergetekende theeverslaafde student zocht het uit. 

Crumbles&Beans 

Iets verder uit de studentenbuurt ligt Crumbles&Beans, een rustig plekje waar ik zelden meer dan vijf mensen tegelijk heb gezien. Vergeleken met de studentenbuurt alleen al is het een oase van rust, inclusief jazzmuziek op de achtergrond die me haast meteen in studeerstemming brengt. Hoewel er uitgebreidere theeselecties bestaan, is die bij Crumbles&Beans niet dramatisch klein. Een voordeel is ook dat je een grote mok krijgt, waardoor je de prijs er zeker uithaalt. Crumbles&Beans concentreert zich net wat meer op het ontbijt en de lunch, dus je kan er zeker terecht voor een uitgebreide ontbijt- of lunchplank. De prijzen variëren: voor een quiche ben je snel meer kwijt dan een studentikoos budget aankan, maar een grote mok thee en boterhammen vallen in totaal mee.  

Ook het studeren gaat er redelijk: een individueel tafeltje is niet ontzettend groot, maar niet zodanig klein dat je er geen map op kwijt kan. De wifi werkt goed en aan de meeste tafeltjes zijn er stopcontacten te vinden. Een heel strategische plek uitzoeken is niet per se nodig, hoewel je wel de ene grote tafel in beslag zal moeten nemen als je meer dan één cursus te studeren hebt die dag. Handig voor de koukleumen onder ons in deze kille wintermaanden is de selectie dekens en kussens, vooraan te vinden. Crumbles&Beans is geen écht studentenetablissement, maar juist daardoor is het er, zeker door de week, redelijk rustig. Mocht je de bibliotheek beu zijn en nood hebben aan een productieve lunchpauze, is Crumbles&Beans een goede keuze, maar om hier elke dag te zitten zal je wellicht financiële steun moeten zoeken. 

adres: Lange Dijkstraat 16 
openingsuren: zo-vrij, 09:30-17:00 
thee: 16/20 
goed voor: een stevige studeersessie tijdens het ontbijt.

 

Cuperus Horsey 

Cuperus Horsey is een gekend adres onder studenten – en met reden. Het slechte nieuws: al die studenten zijn koffiedrinkers. De thee van Cuperus is zeker lekker, maar de selectie is een pak uitgebreider in hun winkel dan in hun bar: je hebt de keuze tussen vijf theesoorten. Per mok thee is het ook betrekkelijk duur: van alle plekken waar ik ben geweest voor deze reeks leg ik met net iets meer dan vier euro het meest neer voor één kopje thee. Het goede eraan is dat één refill inbegrepen is. In totaal krijg je een redelijke hoeveelheid thee, maar het blijft, wat thee betreft, iets duurder. Op die manier voel je dat dagje studeren wel in je portemonnee. 

Dat gezegd zijnde, Cuperus is erop gericht om een goede studeerplek te zijn. Zeker als je in het achterste gedeelte gaat zitten kom je terecht op een rustige plek met stopcontacten in de buurt, welke plek je ook kiest. Er is een grote tafel om aan te studeren, maar je kan altijd een individuele tafel voor jezelf inpikken. Als je écht met rust gelaten wil worden, staan de hoektafels voor je klaar. Ook in het voorste deel kan je goed studeren, hoewel daar vaak iets meer gebabbeld wordt. Cuperus heeft wat eten betreft een minder uitgebreide kaart dan Crumbles&Beans, maar je kan hier zeker een maaltijd meepikken, aan een goedkopere prijs dan bovenstaande zaak. Ook hier kan je gratis wifi gebruiken: die werkt snel genoeg om te schrijven aan een paper of om research te doen, maar veel meer dan dat hoef je niet te verwachten. In de ochtenden, wanneer er minder volk zit, kan je het proberen, maar geen garanties. Ik ben geen ochtendmens. 

adres: Paardenmarkt 28 
openingsuren: ma-za, 08:30-18:00, zo, 10:00-18:00 
thee: 15/20 
goed voor: een dagje on the grind als je lang kan doen met één mok thee. 



een slijmerig avontuur

09/01/2022
🖋: 

Er was eens… een slak. De slak waande zichzelf heel normaal, echt niet anders dan andere slakken. Ze woonde in een gezellige tuin met een verlaten kippenhok waar veel lekkers te vinden was. De slak genoot van de zomer, met alles wat haar hartje begeerde binnen glijbereik.  

Op een dag verscheen de dochter des huizes in de oude kippenren met een bloempot. Die begon ze enthousiast te vullen met aarde om er een van haar vele planten in te zetten. De slak, die nietsvermoedend zat te woelen in de aarde, wist niet wat haar overkwam. Het ene moment ging ze haar doodnormale slakkengangetje, het volgende werd ze holderdebolder in een pot gezwierd en naar een auto gedragen.  

Na een reis aan snelheden waarvan de slak nooit had durven dromen, kwam ze aan in een vreemd gebouw. Alle verschillende delen van het huis bij de tuin zaten hier in een kamer gepropt… en het ergst van al: er was geen tuin om naar te ontsnappen! 

Toen het meisje dit absurde avontuur in gang had gezet en eindelijk eens was weggegaan, besloot de slak op zoek te gaan naar iets om te eten. Ze had nu al dagenlang aan niets anders kunnen knabbelen dan die stomme aloë vera waar ze bij was gezwierd.  

De slak gleed van de kast, kroop over kussens en glibberde langs een paar muziekboxen. Toen kwam ze aan bij een andere bloempot: graslelie, geweldig! Nu ze wist dat er opties waren, begon de slak haar lot te accepteren. Ze trok van plant naar plant en verstopte zich voor die andere bewoner van de kamer.  

Het meisje begon namelijk door te hebben wat ze had aangericht. Keer op keer ontdekte ze de slijmerige sporen, achtergelaten door de vreemde gast. Het meisje moest moeite doen om het kuiswerk bij te houden. Een slakkenspoor op je laptopscherm wordt blijkbaar vreemd bekeken in de les.  

De graslelie, die toch wel de favoriete maaltijd van de slak was geworden, begon ook schade te ondervinden van de situatie. Daarom had het meisje besloten hem op de eettafel te zetten om er extra aandacht aan te kunnen geven. Toen de slak weer op zoek ging naar de graslelie en die plots niet meer vond, was ze helemaal in de war. Ze bleef even wat verdwaasd zitten op de kale plek waar haar geliefde pot normaal gezien stond.  

Het meisje merkte de slak daar op en zocht meteen haar camera. Nu had ze eindelijk bewijs van de slak op haar kot! Wekenlang had ze vrienden en familie verteld over de slijmsporen die haar spullen teisterden. Dat was ze ondertussen dik beu geworden. Het meisje nam snel een foto en zette de slak vervolgens prompt buiten op de vensterbank.  

Wat er verder met de kleine slak is gebeurd, weet niemand, maar het was in ieder geval zeker dat ze niet bang was van een beetje avontuur.  



Bierman

02/01/2022
🖋: 

De pastor en het bier, er is geen duo dat meer onafscheidelijk is. Als pastorale superheld schrijft Gert Van Langendonck ons met zijn geestelijk vernuft op weg naar de beste smaken in het bierlandschap. Prosit! 

Er valt iets voor te zeggen om Vlaamsche Leeuw uit te roepen tot het ultieme kerstbier. Uiteindelijk zijn kerstmis en oudjaar toch bij uitstek de feesten waar nonkels zich zat drinken, over politiek zeveren en ambras maken om zo de sluimerende familievete weer voor een extra jaar van brandstof te voorzien. Meer politiek geladen dan Vlaamsche Leeuw drinken met Kerstmis kan het niet worden (behalve misschien een Tempelier op een terras in Jeruzalem) en waarschijnlijk was dat ook het effect dat Brouwerij van Vlaanderen wilde bekomen.  

Aangezien hij hier – bij gebrek aan tegenwoord – zelf voor zatte nonkel moet spelen, opent Bierman graag de debatten door uit te leggen dat Vlaanderen het stuk land is dat ruwweg tussen Rijsel, de Schelde en de Noordzee ligt. Het is ook een gewest en een gemeenschap, maar dan zonder Rijsel en met Brabant en Limburg erbij. Behalve Brussel. Verder leerde Bierman een paar jaar geleden ook dat er een officiële Vlaamse Leeuw is met rode klauwen die mag gezwaaid worden en een strijdleeuw met zwarte klauwen die zijn poten verbrand heeft aan een wat meer rechtse en conservatieve ideologie. Achteraf legde iemand nog uit op café dat dat helemaal niet waar is, maar Bierman weet niet meer waarom. En dus merkt hij toch bijna onwillekeurig op dat op de flessen Vlaamsche Leeuw een wat meer strijdbaar exemplaar afgebeeld staat.  

De Vlaamsche Leeuw Tripel werd ontwikkeld naar aanleiding van 700 jaar Guldensporenslag. Een overwinning op de Fransen waar wij Vlamingen tot op vandaag trots op zijn. Wie veel tijd heeft in de kerstvakantie kan De leeuw Van Vlaanderen van Hendrik Conscience nalezen om te weten waarom. Wie écht veel tijd heeft kan het indrukwekkende De waanzinnige veertiende eeuw van Barbara Tuchman erop nalezen om te weten waarom niet. De Franse ridders hebben in die periode namelijk zowat alles verloren wat er te verliezen viel.  

Hoe dan ook lijkt het er sterk op dat wie een Vlaamsche Leeuw drinkt meteen ook de goede zaak steunt, namelijk Vlaanderen. De Vlaamsche Leeuw Tripel is overigens een goed gemaakt en smakelijk bier van hoge gisting van 8,5 procent en met hergisting op de fles. Volgens de website van de brouwer smaakt de afdronk naar peren en appeltjes, wat toch twee onverdacht volkseigen fruitsoorten zijn. Geen buitenlandse nieuwlichterij met citrus of banaan dus, op het eerste zicht dus ook geen Poperingse hop, maar wel betrouwbare Tsjechische Saaz.  

Er is ook een bruine Vlaamsche Leeuw, die luistert naar de naam Donker (7,5%, hergist). Hoe lullig het ook is, Bierman kan niet anders dan toegeven dat hij aan de laatste grote oorlog denkt telkens hij het bier bestelt op café. Het zal wel een defect in zijn hersenen zijn of zo, maar mochten er nog mensen zijn die hetzelfde ervaren en op zoek zijn naar hulp, dan mogen ze hem altijd contacteren. Misschien was een dubbel of quadruppel wel een meer onverdachte naam geweest. Verder valt de donkere variant eigenlijk ook niet echt een geslaagd bier te noemen. Het bier is niet wrang of bitter, maar eerder neutraal en smaakt te weinig door om de vergelijking met andere Vlaamse dubbels goed te doorstaan.  

God vindt welbehagen in alle mensen, zo luidt de Kerstgedachte, en als u, beste lezer, straks tijdens de feestdagen samen met de familie een bak Vlaamsche Leeuw Tripel vredig overleeft dan is er nog hoop voor toekomst en zijn er misschien niet voor niets zoveel flinke Vlamingen gestorven op de grazige Groeningenkouter of de triestige knekelvelden van Pevelenberg. Zalig kerstfeest! 



de dwarsdoorsnede

02/01/2022
Realm Grinder
Bron/externe fotograaf

Realm Grinder

🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Recenseren is eigenlijk vooral zelf niet te veel doen, maar vooral kankeren over wat er aan het werk van een ander beter kon. Aangenaam weinig gekanker vandaag; soms zijn de dingen gewoon goed zoals ze zijn. Dit ene dingetje dan toch. Installeer alvast een autoclicker voor je begint aan de crème de la crème van de clicker games: Realm Grinder

Realm Grinder is een onorthodoxe idle/clicker game, een spel dat je eigenlijk speelt door het vooral niet te spelen. Het is wat betreft mechanics en diepgang een beetje de grote broer van het alombekende Cookie Clicker. De gratis (oorspronkelijk flash-)game werd in 2015 uitgebracht door Divine Games en gehost op de website van Kongregate. Sinds 2017 is het spel kosteloos beschikbaar op Steam, waar het nog steeds te spelen valt sinds het verdwijnen van Adobe Flashplayer. Voor het origineel moet je sinds begin dit jaar vervangsoftware installeren. 

Divine Games heeft het populaire nichegenre eigenlijk zo goed als geperfectioneerd. In Realm Grinder begin je als leider van je eigen koninkrijk met je muis en mana voor toverspreuken. Het is klikken geblazen om geld te verzamelen tot je gebouwen kan kopen die inkomsten voor je genereren. Bij een bepaalde mijlpaal in je aankopen (bijvoorbeeld honderd boerderijen), krijg je toegang tot upgrades. Algauw verdien je ook faction coins waarmee je een bepaalde alliantie met een factie kan aangaan. Er zijn er aanvankelijk zes, meer speel je vrij door te ascenden (zie verder), met elk haar eigen bonussen en speelstijl. Kies je bijvoorbeeld voor de goblins, primeert het idlen en bouwen. De elves daarentegen baten bij een actieve speelstijl waarbij je best zoveel mogelijk klikt – die autoclicker is hier echt onmisbaar! – en je je toverspreuken tactisch moet timen om zoveel mogelijk opbrengsten te halen uit je schaarse mana. Er zijn honderden prestaties om vrij te spelen: leuke uitdagingen die je helpen om sneller vooruitgang te boeken.  

In het begin is geduld een schone deugd, maar voor je het weet, begin je naast je goud ook edelstenen te accumuleren. Je koopt met de edelstenen zelf niets; het is de valuta van het abdication- en ascensionsysteem in Realm Grinder. Afstand doen van je eigen troon ten gunste van je koninkrijk, het heeft iets nobels, maar het is ook noodzakelijk om vooruitgang te boeken. Van de productiebonus die je van edelstenen krijgt, kan je pas profiteren eenmaal je abdicatet, wat zoveel betekent als de teller van al je gebouwen resetten. Gelukkig gaat in zo’n ‘nieuw spel’ alles meteen veel sneller; je zit zo aan het niveau dat je zo-even met moeite kon aftikken. De lat om meer gems te krijgen ligt telkens iets hoger en het voortdurend aanpassen van je strategie (welke factie je kiest onder andere) is noodzakelijk. Bij een bepaalde drempel kan je ascenden. Je raadt het vast: niet alleen je gebouwen, maar ook je edelstenen lever je in, ditmaal voor een permanente bonus die elke ascension hoger wordt en op meer mechanics effect heeft. Aanvankelijk krijgen bijvoorbeeld enkel je gebouwen een boost, later ook je maximale hoeveelheid mana waardoor je meer spreuken per keer kan inschakelen enzovoort. 

Op bepaalde ascensions speel je nieuwe spelaspecten vrij. Realm Grinder slaagt er danig goed in die te positioneren op de vrijspeelladder, dat het erg verslavend wordt (geen echt examenspel dus!). Er komen bijvoorbeeld uitdagingen bij, die specifieke facties een bonus geven, extra facties, extra spreuken, opgravingen voor artefacten, een researchsysteem, nieuwe gebouwen … De kers op de taart zijn de periodieke events die op zich weinig tot de verbeelding spreken, maar die je wel permante bonussen geven. Geen stereotiepe idle game dus, door het grote aantal mogelijkheden en de boeiende actieve component.  

Die complexiteit is mogelijk zelfs een minpuntje, maar wordt opgevangen door de vele guides die er voor het spel zijn, waaronder de beste zonder twijfel G00F's Not a Wiki is. De graphics zijn daarnaast zo basic als ze maar kunnen zijn en ook in de muziek ontbreekt het aan variatie. De afhankelijkheid van een autoclicker hoeft geen minpunt te zijn, de beloning voor je progressie compenseert ruimschoots. Tot slot is er jammer genoeg een miniem pay-to-winaspect: je kan rubies kopen die je bepaalde bonussen geven. Dat is natuurlijk niet zonder reden: laten we namelijk vooral niet vergeten dat Realm Grinder geheel gratis is en blijft. Klikken maar.  



studentproof theehuizen

02/01/2022
🖋: 

De theedrinker is vervloekt, wist je dat al? De maatschappij richt zich op de natuurlijke vijand, de koffiedrinker. Overal verschijnen er koffiezaken, maar het is behoorlijk zoeken om een zaak specifiek gericht op de theedrinker te vinden, nóg meer als je als theedrinker gewoon eens ergens wil studeren. Geen drie euro betalen voor een zakje Liptonthee en een rustige studeerplek, waar vind je dat in Antwerpen? Ondergetekende theeverslaafde student zocht het uit. 

bar_TAKEOFF 

Wanneer ik binnenwandel in bar_TAKEOFF kan ik de sfeer bijna proeven: ik bevind me in het hol van de groepswerkenleeuw. Getater over wie de powerpoint nu eigenlijk moet maken en waar die laatste groepsgenoot blijft, groet me. Help. Waar zijn mijn mede-einzelgängers? Het hele concept van in groep studeren is me rats voorbijgegaan vrees ik. Maar goed, ik ben hier nu in bar_TAKEOFF, mijn tas zit vol schoolwerk en ik ben dapperder dan groepswerkers en andere affirmaties die zo op mijn Instagramstories geplaatst kunnen worden. Een van de pluspunten van de bar is absoluut de übervriendelijke vrouw achter de kassa – wier naam ik niet ken, maar die altijd een plekje in mijn hart zal behouden.  

Hoewel de theekaart betrekkelijk klein en niet zo bijzonder is, krijg je wel een redelijk grote mok mee, die de prijs op die manier wel waard is. Een voordeel is het refillsysteem: voor vijftig cent heb je je volgende theïneboost, wat een hele tijd studeren hier een pak betaalbaarder maakt. Een ander voordeel is het aanwezige assortiment aan eten. Eigen voedingswaren meenemen is uit den boze, maar bij een bakje theetroost krijg je een speculaaskoekje (dank je, lieve vrouw aan de kassa) en voor een betrekkelijk studentikoze prijs kan je een ontbijtje en/of lunch te pakken krijgen.  

Wees wel gewaarschuwd: waar je gaat zitten is allesbepalend voor je ervaring op deze plek. De hoeveelheid groepswerken en luidruchtige gesprekken, al dan niet on topic, kunnen behoorlijk afleidend werken, zeker als je geen hoofdtelefoon met je meebrengt. Ik zou graag wat over de muziek zeggen, maar die heb ik door al het geouwehoer en gekeuvel nauwelijks gehoord. Rustigere plekken vind je bij de individuele zitjes nabij de vensters, maar op die plekken heb je een kleiner tafelblad. Mocht je veel plaats nodig hebben, zijn er grotere tafels, zolang je concentratie tegen een stootje kan. De wifi is redelijk: het betreft die van Stad Antwerpen zelf. Zolang je geen internetintensieve bezigheden hebt, werkt het prima. Waar je ook gaat zitten, zowat overal zijn er meer dan genoeg stopcontacten, dus op dat vlak hoef je niet strategisch te zijn. Nu ja, mits je langer bent dan een meter 56: ondergetekende auteur moest op de tippen van haar tenen staan om aan de hangende stekkerdoos te kunnen. Bar_TAKEOFF is voor luidruchtige lange mensen, laten we wel wezen.  

 

adres: Kleine Kauwenberg 19 
openingsuren: ma-vrij, 08:00-18:00 
thee: 12/20 
goed voor: een dagje on the grind

 

Vandoag is 't 

Het volgende adres op mijn privédetectivemissie is zowat het tegenovergestelde van bar_TAKEOFF. Nog geen kilometer wandelen verder vind je Vandoag is 't, een klein koffiebarretje dat, naast mijn nemesis koffie, een uitgebreide theekaart heeft. Als theeliefhebber vind je er een pak meer dan de standaard citroen of rozenbottel, inclusief enkele creatieve combinaties. Qua prijs is het niet duurder dan het gemiddeld etablissement in de buurt, dus daarvoor hoef je het niet te laten. De grootte van de mok gunt je gemakkelijk een uurtje theegenot. Geen refillsysteem dit keer, maar ach, dan kan je de volgende mok een andere thee proberen, zullen we maar zeggen (om onszelf te troosten). 

De muziek die gedraaid wordt, is niet storend of luid, hoewel je wellicht niet ál te dicht bij de speakers wil zitten. Een grotere stoorfactor is de algemene sfeer binnen Vandoag is 't, die zowat allesbehalve een studeersfeer is. Men komt er om bij te babbelen, voor een pauze, maar je ziet weinig mensen met de studieboeken voor de neus. Een degelijk arbeidsethos en een dosis koppigheid zijn vereist om je te kunnen focussen op de studies en niet op de gesprekken van iedereen om je heen voor de gemiddelde curieuzeneuzemosterdpot, maar ondergetekende kan beloven dat het niet onmogelijk is. De tafels zijn groot genoeg om je boeken op kwijt te kunnen; voor een stopcontact zal je je erg strategisch moeten plaatsen. Ze zijn er, maar niet overal. Daar komt nog bij dat het internet wel erg ver weg lijkt binnen deze vier muren. Als je in de Vandoag is 't iets nuttigs wil doen, kan je best ouderwets pen en papier meenemen in plaats van je laptop. 

Tenzij je laptop een paar uur kan overleven zonder stroom weliswaar. Een hele dag onafgebroken in de Vandoag is 't studeren is sowieso niet evident: buiten een paar kleine versnaperingen vind je er geen eten. Bij elke thee die je bestelt, krijg je wel een chocolaatje. Zie het als troost.  

 

adres: Prinsesstraat 2 
openingsuren: ma-vrij, 08:30-18:00 
thee: 17/20 
goed voor: jezelf door een stapel leeswerk worstelen als je niet snel afgeleid raakt door roddels uit het leven van iemand die je nooit in je leven zal ontmoeten.