leven met migraine

15/12/2021
🖋: 

Ter waarschuwing vooraf voor migrainepatiĂ«nten: het magische recept om van je lijden verlost te raken, zal dit artikel niet bevatten. Ter waarschuwing vooraf voor mensen die migrainepatiĂ«nten een overdreven omschrijving vinden ‘voor mensen met een koppijntje’: lees dit artikel. 

De eerste keer is voor migrainepatiĂ«nten iets anders dan voor niet-migrainepatiĂ«nten. Mijn eerste keer was toen ik veertien was. Ik was – uiteraard verplicht – een boek van Dirk Bracke aan het lezen tot duistere vlekken mijn gezichtsveld begonnen te teisteren. Van de bonzende hoofdpijn en de niet te harden misselijkheid zou ik snel weet krijgen. Het causale verband dat ik toen ontwaarde tussen de lectuur en mijn erbarmelijke toestand die ik pas later zou identificeren als migraine, bleek op niets gestoeld te zijn. De migraineaanvallen zouden de komende jaren almaar sneller op elkaar volgen tot ik op een gegeven moment me zorgen maakte wanneer ik een week geen aanval had. Zonder het lot te willen tarten: de frequentie is mettertijd afgenomen alsook zijn de aanvallen milder geworden. Al weiger ik me rijk te rekenen, daarvoor is migraine een te onvoorspelbaar beest. “OkĂ©, heel tragisch allemaal. Maar niet de moeite om een heel artikel over migraine te schrijven, nota bene een beetje hoofdpijn.” Sta me toe dat ik het tegendeel tracht te bewijzen.

 

symptomen

Om te beginnen is het handig om te weten waarover ik spreek. Wat is migraine eigenlijk? Laat ik als startpunt Wikipedia nemen dat vertelt dat migraine een neurovasculaire aandoening is waarbij aanvallen ontstaan door neurale prikkelingen, die na een plotse tijdelijke vernauwing, een verwijding van de bloedvaten tot gevolg hebben. Dit leidt tot een uitgebreid scala aan migrainesymptomen. Om deze uitleg concreter te maken, ging ik praten met collega-studenten wier leven in grote of nog grotere mate beheerst wordt door migraine. Een van die studenten is Sofie, die in het echte leven niet Sofie heet. “Mijn zorg is dat mijn kansen verminderen bij een sollicitatie. Daarom word ik liever niet met mijn echte naam vermeld. Een migraineaanval kenmerkt zich bij mij door nekpijn, hoofdpijn, misselijkheid, geen licht kunnen verdragen, duizeligheid en lichtflitsen.”

Voor deze lichtflitsen bestaat een veel te mooi woord: een aura. Sommigen denken dan aan de hemel of zien er een prachtige voornaam in. Ik heb die luxe niet. Ik kan het alleen maar associĂ«ren met het losbarsten van de hel. Een klank- en lichtfestijn waarbij de oogflitsen het eerste deel vormen en de bonkende hoofdpijn voor de klank zorgen. Zonder milieuvergunning weliswaar. Voor studente Afra is dat heel herkenbaar. “Ik voel mijn aanvallen opkomen door zwarte vlekken. Ik kan niets meer zien. Vergelijk het met plots rechtkomen van je stoel in combinatie met een lage bloeddruk, maar intenser. Dan neem ik zo snel mogelijk medicatie en leg ik me in de zetel.”

Zal elke migrainepatiĂ«nt al deze symptomen herkennen? Niet per se, al zijn ondraaglijke hoofdpijn, misselijkheid, geen licht kunnen verdragen en lichtflitsen de symptomen die ik het vaakst te horen krijg. Zelf wil ik daar nog een tijdelijk verlamd gevoel in het aangezicht aan toevoegen. Sofie haalt een ander aspect aan: “Op de middelbare school had ik leerkrachten die totaal niet begrepen dat ik op migrainedagen niet in staat was normaal te functioneren. Een ernstig deel van mijn migraine is dat het mijn concentratie en spraak aantast, waardoor ik zeer lastig uit mijn woorden kom. Dat komt er dan nog bij.”
 

triggers

Elk probleem heeft een oorzaak en dus een oplossing. Toch? Eerst een woordje over die oorzaken. Bij een migraineaanval is het niet altijd duidelijk wat juist de oorzaak is, laat staan dat er een universele migrainetrigger is. Was die er maar, zullen vele migrainepatiĂ«nten mij in koor nabauwen. Stress, hormonale schommelingen, bepaalde voedingsmiddelen en vermoeidheid zijn vaak voorkomende triggers, zo ook bij Afra. “Ik had vorig jaar een herexamen en dat bezorgde me stress op voorhand. Niet zozeer dat herexamen zelf, maar wel het warme weer dat een migrainetrigger is. Wat als ik migraine krijg? Je leeft eigenlijk constant met de angst migraine te krijgen, wat een bron is van stress, wat dan weer een migrainetrigger is. Bij het minste hoofdpijntje vrees ik dat er migraine op komst is en pak ik al een pijnstiller. Ik denk nu ook: ik praat nu met jou over migraine, over een paar dagen ga ik het zitten hebben.”

Bij voorbaat mijn excuses. Maar laat het een milde troost zijn: ik bid ook dat over migraine schrijven geen trigger is om migraine te krijgen. Ook bij Sofie is stress een van de belangrijkste triggers. “De examenperiode is verschrikkelijk. Hetzelfde geldt voor de dagen na een stressvolle bezigheid, zo heb ik het weekend na de examens steevast prijs. Een andere trigger bij mij zijn melkproducten. Ik vermijd ook cafeïne en alcohol omdat ik weet dat het triggers zijn. Maar dat is helaas niet voldoende. De ochtend van dit gesprek had ik een migraineaanval. Als de medicatie een uurtje later was beginnen werken, had ik niet kunnen komen.”

 

behandeling

Medicatie. Het woord is gevallen. Migraine uit zich op duizend-en-een manieren, maar wat alle migrainepatiĂ«nten gemeen hebben, is dat ze alles en nog meer hebben geprobeerd om verlost te raken van hun kwaal. “Medicijnen helpen niet altijd en niet elk medicijn werkt bij iedereen even goed”, vertelt Tineke. “Ik heb werkelijk alle soorten trucjes al geprobeerd. Van olietjes smeren op mijn hoofd om mijn spieren te verzachten tot het drinken van koffie met citroen. Koffie is een trigger van migraine, maar de combinatie met citroen zou heilzaam zijn. Om maar te zeggen dat ik alles al heb geprobeerd om van die migraine verlost te raken.”

Maar de medicatie blijkt niet altijd even onschuldig. “Van een medicijn dat ik neem, kan ik slechts een zeer beperkte hoeveelheid nemen”, vertelt Sofie. “Het legt eigenlijk mijn zenuwen lam, met concentratieverlies als gevolg en het niet in staat zijn om heel eenvoudige taken te kunnen maken. Ik kan dit gesprek voeren, maar daar stopt het ook. Bovendien is er ook het gevaar van afhankelijk te worden van medicatie. Preventief neem ik een soort van bùtablokker waardoor ik bij het sporten snel tegen mijn limiet zit. Er is nu wel nieuwe medicatie. Alleen heb ik ‘maar’ een viertal migrainedagen per maand waardoor ik niet in aanmerking kom. Door de bijwerkingen is het een constant gepuzzel met welke medicatie wel en niet en in welke mate nemen.” 

Ik ging ook te rade bij prof. dr. Patrick Cras, diensthoofd neurologie aan het UZA. “Medicatie doet de klachten zelden helemaal verdwijnen. Als het aantal aanvallen met de helft vermindert en ze minder heftig zijn, is dat al een succes. Heel wat patiĂ«nten zijn al blij met een behoorlijke verbetering. Goed om weten is ook dat migraine soms spontaan overgaat. Zo raken nogal wat vrouwen van het probleem verlost na de menopauze. De migraine kan ook evolueren door veranderingen in je leven. Het gebeurt dat patiĂ«nten hun medicatie kunnen afbouwen of stoppen doordat er minder stress is in hun leven, bijvoorbeeld na verandering van job of relatie.”

“Paradoxaal genoeg kun je bijkomende hoofdpijn krijgen door de medicatie. Dat gebeurt vooral als patiĂ«nten verslaafd raken aan zware geneesmiddelen, wat bij hardnekkige migraine helaas weleens voorkomt”, waarschuwt Cras. “Ze hebben dan voortdurend gewone hoofdpijn, maar durven niet met hun medicatie stoppen uit angst voor erger. Meestal is er dan een ziekenhuisopname nodig, waarbij alle medicatie wordt stopgezet en de patiĂ«nt met tijdelijke ondersteuning van andere medicijnen moet ontwennen. Veel patiĂ«nten ondervinden aanzienlijke verbetering door hun levensstijl aan te passen. Want hoewel de oorzaak van migraine zich in het zenuwstelsel van de hersenen situeert, zijn er tal van factoren die een aanval kunnen uitlokken. Van stress tot te weinig eten en drinken. Het loont om te proberen die uitlokkende factoren te vermijden.”

 

stigma

In 2019 waren er in BelgiĂ« 279 900 personen met migraine bekend bij de huisarts: 60 200 mannen en 219 700 vrouwen. Zowel Afra, Sofie als Tineke, de drie studenten die ik over hun migraine sprak, verliezen per jaar anderhalve Ă  twee maanden aan migrainedagen. Maar het is niet alleen de migraine die voor hinder zorgt. “Als ik een erge migraineaanval heb, zeg ik mijn afspraken af”, vertelt Tineke. “Alleen zal ik nooit zeggen dat ik migraine heb. Dat wordt toch niet aanvaard. Dat is zogezegd makkelijk gezegd. ‘Het is maar hoofdpijn, kom gewoon.’ Ik heb geen zin in die reacties, dan ga ik er me nog meer druk in maken en dat werkt mijn migraine alleen maar in de hand.”

Afra bevestigt het stigma. “Mensen die het niet kennen, tonen eerst medelijden en zeggen dan: ‘werk wel door’. Ze willen respect tonen, maar het lukt niet, omdat ze niet weten wat het is. ‘Het is toch maar hoofdpijn.’ Dat was bij mijn ouders ook zo toen ik mijn eerste migraineaanval had, tot ze inzagen dat ik echt niets meer kon behalve op bed liggen en dat het dus meer dan hoofdpijn is. Die houding merk ik op in de hele maatschappij. Het helpt niet dat moeilijk wetenschappelijk onderbouwd kan worden wat migraine is. Mijn huisarts zegt: we weten het niet. Hij noemt het een soort van spasme van de aderen in het hoofd.”

“Het onbegrip bij vrienden dat je je telkens moet afmelden op het laatste moment is niet fijn”, vertelt Sofie. “Sommige mensen begrijpen het en sommigen helemaal niet. De impact op je leven wordt onderschat. Een migraineaanval betekent in het meest optimistische geval dat ik twee dagen niet kan functioneren. Ik heb geleerd er rekening mee te houden. Het valt moeilijk uit te leggen aan mensen, maar op een stabiel uur gaan slapen en opstaan is heel belangrijk. Ook dat ik geen alcohol drink, begrijpen mensen moeilijk. Migraine is niet zomaar een hoofdpijntje. Ik weet niet of het goed is, maar door telkens migraine te hebben ben ik pijn anders gaan interpreteren.”

Ik heb zelden zo instemmend zitten knikken bij het schrijven van een eigen stuk. Het aantal mensen dat het plezierig vindt om afspraken en activiteiten af te zeggen door migraine, beperkt zich tot een onzichtbaar minimum. Toch moeten migrainepatiënten afrekenen met slecht verholen sceptische reacties, in die mate zelfs dat ze, zoals Tineke getuigt in dit stuk, verzwijgen dat ze migraine hebben. Dat kan beter. Daarom richt ik me tot slot tot de geluksvogels der niet-migrainelijders. Geloof de persoon die afzegt voor je feestje door migraine. Stel je open. Vraag of je iets kunt doen. Spreek op een ander moment af. Maar zeg niet dat het een hoofdpijntje is. Dank je wel. 

Aan de hoofdredactie: heb begrip dat ik dit artikel laattijdig indiende. Migraine.



sensibiliseren of demotiveren?

06/12/2021
🖋: 

Wie vanaf volgend academiejaar Farmaceutische Wetenschappen wil studeren aan UAntwerpen zal eerst verplicht een ijkingstoets moeten afleggen. De resultaten zijn niet bindend. 

Tot nog toe konden studenten Farmaceutische Wetenschappen bij het begin van de zomervakantie een vrijblijvende ijkingstoets afleggen. 24 van de 162 generatiestudenten maakten daar bij het begin van dit academiejaar gebruik van. Bart Tambuyzer,
inhoudelijk en logistiek verantwoordelijke voor de ijkingstoetsen Farmaceutische Wetenschappen en voorzitter van de centrale ijkingstoetscommissie, legt de filosofie achter de verplichte ijkingstoets uit. “Het doel van de ijkingstoets is een spiegel voorhouden. De opleiding Farmaceutische Wetenschappen was vragende partij om de ijkingstoets te verplichten voor iedereen. Alle mensen die aan de opleiding willen beginnen krijgen zo de kans om na te gaan of ze de juiste startcompetenties bezitten om de opleiding aan te vatten.” 

De opleiding Farmaceutische Wetenschappen is in korte tijd flink gegroeid. Waar rond de eeuwwisseling een dertigtal studenten aan de opleiding begonnen, zijn er dat dit jaar ruim vijf keer zoveel. De keerzijde van de medaille is dat een derde van de eerstejaars in het eerste semester voor geen enkel vak slaagt.  

Wim Martinet, gewoon hoogleraar aan het departement Farmaceutische Wetenschappen, zoekt naar verklaringen: “Heel wat studenten kiezen voor Farmaceutische Wetenschappen zonder in het middelbaar veel wetenschappen of wiskunde of chemie te hebben gehad. Dat merken we duidelijk in de instroomtoetsen, testen bij aanvang van het academiejaar die peilen naar de voorkennis van studenten. Vooral de voorkennis van chemie is verrassend genoeg bijzonder ondermaats. Nochtans primeert chemie in onze opleiding. En dat reflecteert zich ook in de studieresultaten.” 

Tambuyzer benadrukt dat de ijkingstest geen toelatingsproef is. “Wel wordt er aan de ijkingstoets in de toekomst remediĂ«ring gekoppeld. Dit voorjaar bespreken de verschillende instellingen in Vlaanderen hoe de verplichte remediĂ«ring er zal uitzien mocht je niet geslaagd zijn voor de ijkingstoets. Het is de bedoeling dat die vanaf 2023-2024 wordt ingevoerd. Dat wil niet zeggen dat elke opleiding op zichzelf geen initiatieven kan nemen. Met de huidige ijkingstoets proberen we al kwetsbare studenten te detecteren en zij kunnen hulp krijgen via overbruggingsonderwijs, monitoraat of aan-de-slagpakketten.” 

Martinet gelooft dat het verplichten van een ijkingstoets een sterk sensibiliserend effect heeft mits een goede remediĂ«ring. “Ik zie heil in een verplichting tot overbruggingsonderwijs of deelname aan sessies van het monitoraat. We hebben een monitoraat Chemie, Wiskunde en Fysica dat uitstekend werk levert. Je kunt een ijkingstoets opleggen en er niets mee doen. Er is een kans dat de student begint na te denken over de studiekeuze. Maar velen denken: ‘Het zal wel lukken, we zien wel.’ Je moet iets opleggen opdat die studenten zich kunnen bijschaven en hun kennis kunnen bijsturen.” 



opinie

26/11/2021
huisartsen in Glasgow
Bron/externe fotograaf

Evelien Peeters, Sana Ilyas

🖋: 
Auteur extern

Lenie Hollants, Lukas Hellebuyck


"Our fragile planet is hanging by a thread. We are still knocking on the door of climate catastrophe. It is time to go into emergency mode — or our chance of reaching net zero will itself be zero.“ Zo concludeerde VN secretaris-generaal António Guterres aan het einde van de COP 26 (Conference of the Parties) in Glasgow. Het komt niet als een verrassing, deze COP van veel woorden en weinig daden. De uitkomst stond al in de vermoeide, teleurgestelde ogen van Greta Turnberg geschreven die we tegen het lijf liepen na het boarden van de Eurostar huiswaarts. Maar wat me vooral bijblijft van deze klimaattop is de verbeten blik en vreedzame strijdlust van de 100 000 mensen die deelnamen aan de klimaatmars op zaterdag 6 november.  

Samen met acht collega’s huisartsen in opleiding uit verschillende praktijken van Geneeskunde voor het Volk trok ook ik naar Glasgow om mijn stem te laten horen en op te roepen voor een verantwoordelijk klimaatbeleid. Je zal je misschien afvragen waarom, is het immers niet ongezien druk in elke huisartsenpraktijk? Dat klopt, graag doe ik het niet, maar ik kan niet anders; ik zie elke dag van dichtbij de impact van het milieu op de gezondheid van onze patiĂ«nten. In Antwerpen bijvoorbeeld hebben bovengemiddeld veel mensen last van luchtwegproblemen ten gevolge van luchtvervuiling en fijn stof. Als we die mensen beter willen maken volstaat het niet om medicatie voor te schrijven, maar moeten we de maatschappelijke oorzaak aanpakken.  

De gezondheid van patiĂ«nten wordt niet enkel door luchtvervuiling bedreigd. De opwarming van de aarde zorgt voor steeds meer extreme weersomstandigheden (bosbranden, storm, overstromingen 
). In ons land beleefden we de gevolgen van de klimaatopwarming recent van dichtbij. Met Geneeskunde voor het Volk trokken we deze zomer herhaaldelijk naar de door overstromingen getroffen gebieden in WalloniĂ«. We merkten daar de enorme impact van de overstromingen op de gezondheid. Initieel zagen we veel mensen zonder hun medicatie, patiĂ«nten met blessures opgedaan tijdens de overstromingen zelf of tijdens het wanhopig maar ook verbeten opruimen van de chaos, onverzorgde wonden ... Verder ontmoetten we een heleboel mensen met posttraumatische stress en depressieve symptomen, bij wie het niet meer lukte om administratieve zaken in orde te brengen of aan de opkuis te beginnen. 

 

Our fragile planet is hanging by a thread. We are still knocking on the door of climate catastrophe. It is time to go into emergency mode — or our chance of reaching net zero will itself be zero.

 

VRT NWS berichtte de afgelopen 2 weken over toenemende droogte in de Sahel, bosbranden in CaliforniĂ«, overstromingen in WalloniĂ«, huizen in SiberiĂ« die door de smeltende permafrost verdwijnen. Die evoluties zorgen voor een heel arsenaal aan klimaatziekten: allerlei soorten Ă©n nieuwe infecties, traumata, psychisch lijden (o.m. posttraumatische stressstoornis), brandwonden – je kan zo nog even doorgaan. Als koolstof- of methaanproducerende organismen uit de permafrost vrijkomen, zou dat de bovendien temperatuurcurve wel eens exponentieel kunnen doen stijgen.  

“The greatest risk to human health is neither communicable nor noncommunicable disease — it is climate change”, schreef Fiona Godlee, hoofdredacteur van The British Medical Journal, al in 2011. En gelijk had ze. De WHO berekende dat gevolgen van de klimaatveranderingen tussen 2030 en 2050 maar liefst 250 000 extra doden met zich zullen meebrengen, vooral in ontwikkelingslanden en voor armere gemeenschappen met tekortschietende gezondheidszorg. Dat staat dan nog los van de enorme meerkost voor de gezondheidszorg en in de tweede plaats het toenemende aantal mensen in armoede door ziektes, overstromingen, bosbranden 
 

 

The greatest risk to human health is neither communicable nor noncommunicable disease — it is climate change.

 

Hoewel de toekomst er niet rooskleurig uitziet en de verschillende betrokken partijen aanwezig op de COP in Glasgow momenteel weinig meer lijken te beloven dan blah blah blah, kwam ik toch met onverhoopt veel energie terug thuis. Zo’n diverse groep mensen en organisaties verbonden zien voor het klimaat, dat geeft hoop. Vreedzaam maar standvastig riepen zij de overheden op om openingen te creĂ«ren in het huidige kapitalistische systeem om de mensheid en andere levende organismen op deze planeet een trieste toekomst te besparen. 

Het creëert het gemeenschappelijke gevoel dat we allemaal mensen zijn en samen vechten samen voor de toekomst. De toekomst van onze planeet én elkeen op de aardbol. Planet and people before profit. Nous sommes un. We are one.   

 

individuele maatregelen, rookgordijn voor collectieve maatregelen 

Als transport 22% van de CO2-uitstoot verzorgt, en industrie goed is voor rond de 40-45% CO2-emissie, waarbij vijf Belgische multinationals bijna evenveel uitstoten als de volledige Belgische bevolking, dan begrijp je dat we er met individuele maatregelen niet komen. Ik eet maximaal tweemaal in de week vlees of vis, ik probeer zoveel mogelijk verplaatsingen met fiets of openbaar vervoer te doen, om die ecologische voetafdruk – trouwens ironisch genoeg een concept door BP (British petroleum) bedacht – zo laag mogelijk te houden. Daarmee voelt mijn inwendige klimaatengel zich misschien wat gesust, maar eigenlijk is dat een druppel in de oceaan. En misschien komt dat de grote bedrijven ook niet al te slecht uit, aangezien het de aandacht mogelijks wegtrekt van de collectieve maatregelen die er moeten komen om de grootste uitstoot te minderen. En ondanks alle alarmbellen die al jaren steeds maar roodgloeiender rinkelen, is dat nog niet gebeurd. Integendeel, grote aantallen projecten die steunen op fossiele brandstof worden nog steeds gesubsidieerd door de overheid.  

 

West vs. Oost, Noord vs. Zuid: wie toont verantwoordelijkheid? 

Wat onze politiekers wel doen, is belerend naar elkaar wijzen. En vooral naar de ontwikkelingslanden die niet genoeg hun best zouden doen. Er wordt vaak naar China gekeken als één van de grootste CO2-uitstoters op dit moment. Als we kijken naar uitstoot per capita, bezit Qatar de mooie eerste plaats, de VS bekleedt de zestiende plaats, en Duitsland hinkt jammerlijk achter op plaats 38. En waar blijven die ontwikkelingslanden? China neemt een mooie plaats 48 in, India staat maar liefst op 128. Dus nog eens: wie zijn de grootste vervuilers?  

Als we het historisch plaatje bekijken sinds 1850, zien we dat 92% van de koolstofuitstoot door Westerse landen gebeurde. We vergeten daarnaast soms dat we een groot deel materialen, die we in het Westen menen nodig te hebben, laten produceren door landen als China, wat de CO2-uitstoot van deze landen vergroot. Ga maar eens na hoeveel voorwerpen thuis het label made in China dragen. Ik krijg een beetje rood op mijn wangen de volgende keer dat ik vingertjes zie wijzen naar ontwikkelingslanden. En eigenlijk gaat dit enkel over steenkool.  AustraliĂ« is een van de grootste producenten van ijzer(erts), de VS ontgint massaal olie maar ook grondstoffen voor kunstmest, Rusland exporteert gas en olie wereldwijd 
  Het is goed dat men de aandacht richt op steenkool, maar dat mag de blik niet afleiden van andere belangrijke bronnen van CO2-uitstoot. Klein weetje: gas en olie zijn de energiebronnen waar de Westerse landen voornamelijk op teren. Verbazingwekkend: er wordt niets vermeld over olie en gas in het slotakkoord van de COP26.  

 

Planet and people before profit. Nous sommes un. We are one.

 

We vergeten ook wel eens dat met koloniale opbrengsten gehaald uit landen als India wij meer mogelijkheid zagen complexe installaties en technologieën te ontwikkelen om efficiënter energie te creëren. Tegelijkertijd verhinderen de patenten (of eigendomsrechten) daarop ontwikkelingslanden toegang tot deze technologieën. Om nog maar te zwijgen over de financiële mogelijkheden van ontwikkelingslanden. De koloniale schuldenlast, maar even goed instanties als het IMF, dwingt deze landen soms zo kapitalistisch en competitief te werk te gaan, dat een degelijk klimaatbeleid voeren er onhoudbaar is. Het lijkt dan ook alleen maar eerlijk dat de Westerse industrielanden, die historisch nog steeds de grootste vervuilers uitmaken, de eerste en grootste stap nemen om de Klimaattransitie in gang te zetten. 

Slimme investeringen en sociale terugbetalingssystemen kunnen het leggen van zonnepalen op daken, het investeren in efficiĂ«ntere en minder verbruikende huishoudapparatuur absoluut boosten. Energiezuinige woonwijken uittekenen en mensen subsidiĂ«ren om huizen te isoleren gaf in andere landen reeds mooie resultaten qua CO2-uitstoot. Zo bestaat het Vaubandistrict met 2000 woningen in Freiburg enkel uit zero-energy of energy-plus huizen, wat betekent dat deze woningen of evenveel groene energie produceren als ze verbruiken, of zelfs méér energie produceren. Het goedkoper maken van treinen kan ertoe leiden dat mensen minder snel de auto of een zogenaamde cheap flight nemen, naast talloze andere slimme maatregelen die onder het cadeaupapier liggen wachten tot het beleid er rijp voor is. De mogelijkheden zijn er, maar verandering heeft tijd nodig om z’n plaatsje te bemachtigen in het hoofd van veel mensen. Jammer genoeg hebben we die tijd niet meer. Laten we dus samen voor een die sociale klimaatrevolutie gaan. We weten dat dit in het begin een startkapitaal zal vragen, maar we zien ook dat quasi alle groene investeringen zichzelf op termijn terugbetalen. 

 

de voetafdruk van onze eigen gezondheidszorg 

En wat kan ik doen, als huisarts in opleiding? Ik kwam tot het besef dat onze gezondheidssystemen een enorme én groeiende broeikasuitstoot kennen. Onderzoek van de dienst duurzame ontwikkeling van de National Health Society (de gezondheidszorg in het VK) becijferde dat de koolstofvoetafdruk van de NHS tussen 2004 en 2012 nog aangroeide tot 21 megaton CO2, wat gelijkloopt met de uitstoot van een gemiddeld land. De CO2-uitstoot vloeit onder meer voort uit het verwarmen, verkoelen en verlichten van gebouwen en verschillende machines, afvalverwerking en transport van patiënten of artsen. 

 

Because who's going to save the planet except us? This is not a planet for humans. We just live on it. It's not our property. We simply have to learn to live in respect with it. We have to learn to behave ourselves.

 

De koolstofvoetafdruk van de eerstelijn ligt aanzienlijk lager. Dat brengt het belang van goed georganiseerde, efficiĂ«nt werkende eerstelijnsgezondheidszorg naar voren. Een kwalitatieve eerstelijnszorg zorgt voor minder opnames en dus minder energieverbruik en afval in ziekenhuizen, minder transport naar het ziekenhuis, etc. Multidisciplinariteit – verschillende disciplines in eenzelfde praktijkhuis dicht bij de bewoners van de wijk – kan daarnaast het patiĂ«ntentransport minimaliseren. Inzetten op tele- of videozorg en goede digitalisering vermindert de CO2 -uitstoot eveneens. 

Het zogenaamde ‘vergroenen’ van de gezondheidszorg zoals hierboven beschreven, is echter maar een deel van de oplossing. De grote sociale ongelijkheidskloof zorgt namelijk voor een bemoeilijkte toegang tot ‘gezondheidsgoederen’ (divers voedingspatroon met voldoende fruit en groenten, gezuiverd drinkwater 
) en kwalitatieve woonplaatsen (zonder lucht- of grondvervuiling, groen, geen overstromingsgevaar 
) voor de minder begoeden in de maatschappij. Het ontbreken daarvan is de voorloper en vaak de belangrijkste veroorzaker van ziekten. Om dit belangrijkste en van oorsprong socio-economische luik aan te pakken, is er verantwoordelijk en inzichtelijk beleid nodig. Dat onderstreept nogmaals het belang van een sociale klimaatomwenteling.  

 

tijd voor actie! 

Als huisarts heb ik de taak de stem te vertegenwoordigen van hen die bij mij kwamen met ziekten door milieuvervuiling en klimaatverandering. Gezondheidspromotie is immers één van de CanMeds rollen – the good practice leidraad voor de huisarts. 

Iedereen kent de drempelvrees die voorafgaat aan verandering. Als we die drempels niet over rijden, kiezen we de weg richting afgrond. We onderschatten soms onze eigen kracht, en de kracht van mensen die zich met elkaar verenigen. Toch zijn alle grote zaken, zoals vrouwen- arbeidersrechten, recht op betaalbare gezondheidszorg 
 afgedwongen door mensen die opstonden en zich verenigden. Laten we de politiekers, aandeelhouders en multinationals, als ze nu niet in beweging komen, van onderuit een duw in de rug geven. We moeten dat opnieuw doen, nu meer dan ooit. Ik zeg dat niet graag, ik doe dat niet graag, maar er is geen keuze meer als we onze toekomst willen redden. De tijd van wachten en praten, die is op.  

Ik sluit af met een quote uit de conferentie met Indiaas historicus en journalist Vijay Prashad:  

“Because who's going to save the planet except us? This is not a planet for humans. We just live on it. It's not our property. We simply have to learn to live in respect with it. We have to learn to behave ourselves.” 



poëzie

30/10/2021
🖋: 
Auteur extern

Benjamin Heirbaut


naar ‘The Emperor of Ice Cream’  

van Wallace Stevens  

  

Roep hem die filtersigaretten rolt, 

de bewalde, tot hier. Zeg hem 

in keukenkopjes geurend gruis te malen, 

ons te wapenen tegen de wrange nasmaak van 

een zonsopgang. Laat stelletjes  

de geijkte formules van het goed humeur herhalen 

en laat de radio het journaal spelen voor de kat.  

Laat wat komt al geweest zijn voordien. 

De enige keizer is de keizer van caffeïn. 

  

Neem uit de badkamerkast, 

die met in de spiegel een barst, het potje 

dagcrÚme, dat kwam bij een ongelezen tijd- 

schrift, en smeer hem over je gezicht. 

Als de jonge kraaienpoten nog steeds zichtbaar zijn 

Dan tonen ze hoe moe we zijn, en kwetsbaar. 

Laat nooit achter je masker zien. 

De enige keizer is de keizer van caffeïn.  

 



GreenOffice kookt

30/10/2021
paprika
Bron/externe fotograaf

Timothy Brock

🖋: 
Auteur extern

Stan Schepers


nodig voor twee personen 

  • 1 blik rode bonen  
  • 1 blik tomatenstukjes 
  • 1 blikje maĂŻskorrels  
  • 1 ui  
  • 1 paprika  
  • 1 teentje look  

kruiden naar smaak  met 

  • komijnpoeder 
  • zout 
  • kaneel  
  • paprikapoeder 
  • Niet al deze kruiden in huis? Geen probleem! Mix en match eens met andere kruiden. Een beetje limoen, peper, koriander, tabasco, shiracha 
 zijn ook allemaal kruiden die hier perfect bij passen. 

 

  1. Snij de ui en paprika in blokjes en de look fijn.  
  2. Bak de ui en look in een pot met een beetje olijfolie en voeg een snufje van alle kruiden toe. 
  3. Wanneer de ui begint te verkleuren voeg je de tomatenstukjes, rode bonen en paprika toe.  
  4. Laat even sudderen en voeg de maïs toe.  
  5. Breng op smaak met komijnpoeder en paprikapoeder.  
  6. Voeg eventueel nog wat vegan kaas of voedingsgist toe.  

 

Smakelijk! 



klokkenluider Thomas Goorden

29/10/2021
Thomas Goorden
Bron/externe fotograaf

Maarten De Bouw

🖋: 

Het wordt ingewikkeld, beloofd. Op een mooie dag vatte ik het plan op om de hele PFOS-affaire te doorgronden en samen te vatten. Ik maakte een sierlijke duik in een rivier aan informatie en toen ik na enkele seconden weer boven water kwam, was er geen oever meer te bespeuren. Stuur hulp! Wel, de hulp is daar. Thomas Goorden is burgeractivist en bracht de PFOS-affaire aan het oppervlak. Hij zal je uit de doeken doen waarom de PFOS-affaire zo belangwekkend is.  

Maar eerst, een minihandleiding om nog te kunnen volgen:

Wat is PFOS? 

PFOS, de korte benaming voor perfluoroctaansulfonaten, is een chemische stof die wordt gebruikt om voorwerpen water- en vetafstotend te maken. Belangrijk om te onthouden: PFOS komt als alles goed gaat niet voor in de natuur (spoiler: niet alles gaat goed) en is niet afbreekbaar. PFOS behoort tot de PFAS-stoffen, een verzameling van chemische stoffen die in verschillende producten worden gebruikt. 

 

Kun je voorbeelden geven van producten die PFAS-stoffen bevatten? 

Toevallig wel. Antiaanbakpannen, regenjassen, schoonmaakgerei, blusschuim 
 Maar blootstelling gebeurt ook via de lucht die we inademen, de inname van voedsel of contact met de bodem. 

 

Handig goedje wel. Ik heb niet veel tijd: kun je in één zin uitleggen waarom PFOS zo controversieel is?  

Eén zin maar?  

 

Drie zinnen. 

Ik heb al geschreven dat PFOS niet afbreekbaar is en doordat PFOS-deeltjes in het milieu belanden, komen ze ook in ons lichaam terecht waar ze jaren en jaren blijven zitten. Volgens mensen die er wat van kennen, verhoogt te veel PFOS in je lijf het risico op voortplantingsproblemen, kanker en verstoorde hormoonbalansen en immuunsystemen. Daarom staan Zwijndrecht en omstreken dus in rep en roer.  

 

Wacht, ik ben niet mee: waarom Zwijndrecht? 

Als de mens geen PFOS schept, is er geen PFOS. Tot 2002 schiep 3M in haar Zwijndrechtse fabriek PFOS. In de bloedstalen van werknemers in haar Amerikaanse vestigingen noteerde 3M bijzonder hoge PFOS-waarden en ook de studies bij knaagdieren wezen al op ernstige gezondheidsrisico’s. Dat de risico’s verbonden aan PFAS-stoffen geen nieuwe kennis is, laat de film Dark Waters zien. Onvervalste kijktip!

 

We zijn bijna twintig jaar later, hoe groot kan het probleem nog zijn?  

Nu ja, de terreinen van 3M zouden 9.553 kilogram (speciaal voor u gaan nameten) PFOS bevatten en via de Palingbeek stroomt er dagelijks 125 gram PFOS de Schelde in. Deze zomer werd het bloed van 796 omwonenden van de 3M-fabriek in Zwijndrecht onderzocht op 13 PFAS-types. 59 procent van deze mensen heeft te veel PFOS in het bloed; bij slechts negen procent valt een waarde te detecteren waarbij er geen gezondheidseffecten worden verwacht. 

 

Klinkt problematisch. Ik woon gelukkig niet in Zwijndrecht, hé hé. 

Ho maar, niet te snel. Inmiddels is duidelijk geworden dat de Belg naast een baksteen ook een flinke hoeveelheid PFOS in de maag heeft. Willekeurig voorbeeld: in de Zwarte Spierebeek in Spiere-Helkijn zit er 33 keer meer PFOS dan toegelaten. Je hoeft in de lessen aardrijkskunde niet aandachtig hebben opgelet om te weten dat dit op enige afstand van de bedrijfssite van 3M in Zwijndrecht ligt. De lokale besturen maken nu een inventaris van de gronden met een verhoogd risico op PFOS-vervuiling waar dan tests zullen plaatsvinden. Bepaalde industrieĂ«n en brandweerterreinen zijn grote kanshebbers. Of om de Vlaamse Milieumaatschappij te citeren: “Overal waar we PFOS meten, vinden we het.” 

 

Dan snap ik nog niet zo goed waarom PFOS nu een issue is. En er was ook nog iets met Oosterweel.  

Terechte opmerkingen. Maar het is beter dat Thomas Goorden je dat uitlegt.

  

Goorden vertelt hoe PFOS in zijn leven kwam en uiteindelijk zijn leven ging beheersen. “In het voorjaar van 2019 werd ik gewaarschuwd door een vriendin die voor een Europees onderzoeksbureau een rapport aan het schrijven was over PFOS. In een Noors document kwam zij Zwijndorf tegen en ze meldde me dat dit allesbehalve een goed teken was. Dat moet Zwijndrecht zijn! Ah ja, daar ligt 3M. En wacht, gaan ze daar Oosterweel niet bouwen? Ik contacteerde Lantis, de overheidsorganisatie die instaat voor de bouwwerken, voor meer informatie en zij reageerden dat ze ervan wisten, maar dat alles in orde is. Niets te zien hier, u kunt rustig gaan.” 

 

de geboorte van de PFOS-affaire 

“Natuurlijk prikkelt dat de nieuwsgierigheid. Maar ik had niets in handen. Tot januari dit jaar, toen Frank Van Houtte, een collega-burgeractivist, me contacteerde omdat ik zijdelings eens iets over PFOS op sociale media had gepost. Hij had een verzoek tot openbaarheid van informatie gedaan naar een bodemsaneringsproject van 3M en werd bedolven onder honderden megabytes aan pdf-bestanden – dit om hem te doen verdrinken in de technische informatie. Hij stuurde die bergen informatie naar mij door en dankzij mijn natuurkundige achtergrond snapte ik meteen dat er onder het bedrijfsterrein van 3M een toxische bom ligt: onwaarschijnlijk veel PFOS. Ik zag waarden passeren waarvan ik dacht dat de komma verkeerd stond. Waarden die gemakkelijk duizend keer hoger liggen dan eender waar in de natuur.” 

Nadien volgden twee maanden van maniakale studie tot de PFOS-affaire in maart het daglicht begon te zien. Terwijl Goorden dat beschrijft, spreekt hij een zinnetje uit dat hij tijdens ons gesprek iets vaker herhaalt dan comfortabel kan zijn in ons gesprek: “Er is nooit goed nieuws over PFAS. (Dankzij de explainer bovenaan weet u het verschil tussen PFOS en PFAS, noot van de behulpzame auteur.)” En vervolgens: “Overal waar ik keek, waren er nog meer problemen. Hallucinant dat niemand van iets afwist. Geen enkele milieuvereniging had weet van dit probleem, op Natuurpunt na. Maar zij gaven geen kik.” 

 

Ik zag waarden passeren waarvan ik dacht dat de komma verkeerd stond. 

 

Als hoofdredacteur van een krant zou ik denken dat dit verhaal te groot is om waar te zijn. “Ik ben op zoek gegaan naar een redactie die dit verhaal aankon en vond gehoor bij De Standaard. Ik had voorafgaand veel begrijpende lectuur geschreven en wat de krant moest doen was de informatie verifiĂ«ren. Niet onbelangrijk is dat er zich anonieme bronnen aanboden na de eerste publicatie in De Standaard. De journalisten verkregen informatie via hun eigen bronnen en ik via mijn weg.” 

Is al die milieu-informatie dan niet openbaar? “De minst effectieve weg om informatie in te winnen is via openbaarheid van bestuur. Zowel Lantis als de Vlaamse afvalstoffenmaatschappij OVAM stellen zich heel star op in het vrijgeven van informatie. Aan wat voor manoeuvres moet je dan denken? Je van het kastje naar de muur sturen, onbestaande uitzonderingsgronden inroepen, vragen waarom ik de informatie nodig heb (wat een volstrekt illegitieme vraag is) 
 Pestgedrag is een rode draad in het hele dossier, terwijl dat allemaal milieu-informatie is waar je als burger recht op hebt.” 

 

wacht, er volgt nog meer 

Waarom zijn instanties als Lantis niet zo happig om informatie prijs te geven? “Op een gegeven moment kreeg ik een document in handen waarin wordt uitgelegd hoe de bodemnormen van Lantis zijn berekend. Niet via openbaarheid van bestuur – laat ons zeggen: via een achterdeur. Toen moest ik bijna overgeven. Pure wetenschapsfraude, ik kan het niet anders omschrijven. Er is een bodemnorm geschreven om Oosterweel te kunnen graven. Als er sprake is van een nieuw soort bodemvervuiling moet je samenwerken met een onafhankelijk bodemexpert. Lantis heeft eigen bodemexperts. Die werken zogezegd onafhankelijk, maar in werkelijkheid zitten ze al meer dan tien jaar op hetzelfde bureau als Lantis. Ik hoef geen tekeningetje te maken bij het probleem.” 

Er staat dan ook heel wat op het spel. “Als Vlaanderen een beleid zou voeren op basis van de meest recente wetenschap kun je Oosterweel niet bouwen. Men wist dat er vervuiling was. Maar plots heeft de wetenschap haar met verstrengde normen ingehaald. Het project werd onuitvoerbaar. Dus wat gebeurde er? Lantis duwde de wetenschap opzij, gebruikte de verkeerde referentiedosissen om tot bodemnormen te komen en maakte rekenfouten. De gehanteerde bodemnormen zijn voor toxicologen onverklaarbaar.” 

 

Men negeerde de meest recente Vlaamse normen en koos voor de veel lossere uit Amerika. 

 

Stopt het hier? Nee, natuurlijk niet. “VITO, Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, krijgt in 2020 de opdracht om bodemplannen te maken voor PFOS-normen in het algemeen. Helemaal in het algemeen? Niet voor Lantis, voor Lantis geldt de uitzondering dat het eigen bodemnormen heeft. Voor de algemene bodemnorm hanteert VITO referentiedosissen van Amerika uit het jaar 2016. In 2020 is de Europese referentiedosis echter 35 keer verstrengd. Kort gesteld: VITO maakt bodemnormen die vanaf de eerste dag achterhaald zijn. De reden laat zich raden. De PFOS-vervuiling is in Vlaanderen zo groot dat je met een onhoudbare situatie zit. Waarin zit hier de wetenschapsfraude? Je moet je baseren op de meest recente wetenschappelijke inzichten. Maar wat deed men? Men negeerde de meest recente Vlaamse normen en koos voor de veel lossere uit Amerika.” 

 

nog veel meer 

Niet alleen PFOS moet zorgen baren. “Er zijn duizenden mogelijke PFAS-stoffen, waarvan PFOS er maar een is. Een PFAS-stof wordt op organische moleculen gebaseerd, die voornamelijk koolstof en waterstof bevatten. Bij PFAS-stoffen vervangt men de waterstof door fluor. Van elke organische molecule kun je met andere woorden een PFAS-versie maken. Er is inmiddels een verbod op zo’n tweehonderd PFAS-stoffen, maar als de industrie een PFAS-variant produceert zonder er melding van te maken, weten we er niets van af.” 

PFOS komt in het leefmilieu terecht via het water, de lucht en het voedsel. Gelukkig zijn er controleorganen die de veiligheid van ons voedsel bewaken! Toch? “Het Federaal Voedselagentschap stelt zijn normen vast op basis van referentiedosissen uit 2008. Dat zijn normen die honderden keren te hoog liggen. Ze weigeren ook de absolute cijfers te geven van hoeveel PFOS in ons voedsel zit.”  

 

Eigenlijk moet je heel Vlaanderen afschrapen.  

 

“Bepaalde voedingsgroepen zullen zwaar onder druk komen te staan. PFOS is bio-accumulatief. Dat wil zeggen dat de bovenkant van de voedselketen het meest vervuild is. Groenten staan onderaan, vlees en vis hoger, vissen die andere dieren eten nog hoger. De PFOS in het vervuilde drinkwater dat een dier drinkt, stapelt zich op in de lever van het beest. Als je leverpastei eet, krijg je heel wat PFOS binnen. Wild in Vlaanderen? Daar gaan we mee moeten stoppen. Aangezien we geen cijfers krijgen, gaan we zelf onze voedselketen moeten screenen.” 

Dat klinkt alsof we min of meer allemaal vergiftigd zijn. Ik had gehoopt dat ik zou worden tegengesproken. Ik had beter moeten weten: over PFAS is er nooit goed nieuws. “Achter de referentiedosis zit het bloedserumniveau, het niveau PFOS dat er in je bloed zit ten gevolge van voedselopname. Ook daar zijn Europese waarden die zeggen vanaf welk niveau er gezondheidseffecten zijn. We gaan heel veel moeite hebben om er in Vlaanderen te vinden die onder die grens zitten. Als je de huidige bodemnorm zou baseren op de huidige referentiedosis in Europa, zit de achtergrondwaarde van Vlaanderen erboven. Dat betekent dat je eigenlijk heel Vlaanderen moet afschrapen.” 

 

te veel meer 

Toch wordt er nog flink PFOS in onze leefomgeving gedumpt. Maar waren we al niet lang met de productie gestopt? “PFOS-vervuiling is historisch in die zin dat 3M in 2002 met de productie is gestopt. Het is nog wel gebruikt sinds 2002. Er was toen nog geen productieverbod; 3M is spontaan gestopt met de productie ervan. Als een bedrijf zelf beslist om te stoppen met de productie van haar meest populaire product, zou ik verwachten dat er bij de overheid alarmbellen afgaan. Zeker als je weet wat er in het verleden al misging met dat product. Je zit op Linkeroever met een toxisch stort dat zich over de hele omgeving verspreidt.” 

 

Een goedkope of bevredigende oplossing bestaat niet. 

 

OkĂ©, maar is er dan echt geen enkele manier om PFOS uit onze omgeving te verwijderen? “Als je saneert, blijft er toxisch afval over en saneren zal veel geld kosten. Dan spreken we niet over een paar tientallen miljoen euro, wel over honderden. PFOS verbranden dan maar? PFOS heeft temperaturen van plusminus 1200 °C nodig om kapot te gaan. Hier wordt het bij ongeveer 800 °C verbrand. Er blijft PFOS over en we weten eigenlijk niet wat er gebeurt als je PFAS-stoffen verbrandt. In Amerika zijn er staten waar het om die reden verboden is PFOS te verbranden. Een goedkope of bevredigende oplossing bestaat dus niet.” Ja, ik weet het inmiddels, er is nooit goed nieuws over PFAS. 

 

verantwoordelijkheden 

Dat een bedrijf als 3M jarenlang buiten het zicht van iedereen een vervuiling van deze aard op poten kon zetten roept vragen op. Veel vragen. “De milieuwetgeving is mettertijd uitgehold. We hebben wel milieuwetten, maar niemand meer die ze afdwingt. Bedrijven schrijven hun eigen vergunningen. Er zijn te weinig mensen om de vergunningen na te kijken. Maar het gaat verder: milieu-inspecteurs moesten bedrijven verwittigen dat ze langs zouden komen. Tot een week op voorhand. Soms mochten ze gewoon niet komen. Dan weet je dat er de komende jaren nog meer problemen boven zullen drijven.” 

 

Iedereen heeft schrik om de industrie een haarbreed in de weg te leggen, dat is het probleem. 

 

“Het probleem is: iedereen heeft schrik om de industrie een haarbreed in de weg te leggen, want ‘ze zijn de economische motor.’ We hebben in Vlaanderen de faustiaanse deal gemaakt om ons leefmilieu op te offeren voor de economie. Vrij vertaald: immuniteitsproblemen, kankers, hormonale aandoeningen en vruchtbaarheidsproblemen zijn aanvaardbaar zolang onze economie maar draait.” 

Maar is het niet bijzonder moeilijk om gezondheidsschade rechtstreeks te linken aan PFAS? “Daarvoor moet je een epidemiologische studie houden. Maar die wordt tegengehouden. Op Linkeroever worden bloedproeven afgenomen, maar men doet geen anamnese. In Amerika hebben ze bij ongeveer 30.000 mensen wel onderzoek gedaan en daar heeft men tal van gezondheidseffecten gevonden. We hebben een epidemiologisch onderzoek nodig in Vlaanderen en de kans dat dat goed nieuws zal zijn is inderdaad 
 nihil.” 

 

wetenschap 

Wie Goorden volgt op sociale media weet dat hij zijn kritiek aan het adres van de wetenschap niet spaart. “Er is bijna geen beleid rond wetenschappelijke integriteit en tegelijkertijd is er een bijzonder grote verwevenheid met de industrie. Dat is de perfecte storm. De universiteiten worden langzaamaan geprivatiseerd. Als je onderzoek privatiseert, kun je corruptie verwachten. Ik merk bij de mensen met wie ik praat dat er een grote vrees is om hun job of hun onderzoeksmiddelen te verliezen. Nu kan elk instituut zich vrijwillig inschrijven op de wetenschappelijke integriteitscode en een eigen procedure maken. Dat is veel te vrijblijvend. We hebben een Vlaamse koepel nodig als aanspreekpunt voor wetenschappelijke integriteit, die een code hanteert voor heel Vlaanderen en die onderzoekers in bescherming kan nemen. Alle universiteiten en hogescholen moeten zich daarbij aansluiten.” 

 

Wij hebben geen onafhankelijke universiteiten. 

 
“Ik vind het ongelofelijk hoeveel media-aandacht de PFOS-affaire tot dusver heeft gekregen. Maar het is zo: er zijn weinig wetenschapsredacteurs bij redacties. Internationale universiteiten hebben mensen in dienst die onderzoek vertalen naar een persbericht. Dat kun je niet aan onderzoekers vragen. Zij moeten geholpen worden om dat naar buiten te brengen. Het wordt nog moeilijker om iets onder de aandacht te brengen als, zoals bij de PFOS-affaire, bijna niemand openlijk wil praten met journalisten. Alle journalisten staan met buitenlandse toxicologen in contact. Zo goed als iedereen die hier iets over de materie afweet, werkt op de ene of andere manier voor de overheid. Wij hebben met andere woorden geen onafhankelijke universiteiten.” 

 

alles al verteld? 

Het zou van een grove onderschatting van 3M getuigen mocht je nu denken dat het zich louter in het lozen van PFOS heeft bekwaamd. Het bedrijf neemt jaarlijks 4% van de Vlaamse broeikasgasemissies voor zijn rekening. “Er wordt veel te weinig gekeken naar wat er uit de schoorsteen komt. Je hoort dan bedrijven zeggen dat ze niet kunnen meten wat er via hun schoorsteen in de lucht wordt gepompt. En dan gaat het niet alleen over de PFAS-stoffen, maar ook over broeikasgassen. 3M heeft de laatste 15 jaar een onderschatting doorgegeven van een bepaald type broeikasgas dat 5000 tot 10.000 keer zwaarder is dan CO2. Broeikasgassen zijn een groot en onderbelicht probleem: de langetermijngevolgen zijn quasi even heftig als PFOS.”  

Een strenge boete voor 3M volgt, wil ik dan geloven. “Voor de onderraportage wordt 3M niet eens gepenaliseerd. Men doet alsof 3M altijd het recht heeft gehad om deze aantallen uit te stoten en de limieten worden opgetrokken.” 

 

persoonlijke impact 

Het is niet moeilijk om te raden dat deze hele affaire een zware impact heeft op Goordens leven. Om te beginnen is er het gerechtelijke luik. “Momenteel loopt er een strafrechtelijke klacht tegen Lantis. Die gaat over procedures: over het feit dat Lantis zich moeit met de bodemnormen en het ontbreken van toxicologische studies. Daarnaast loopt er een milieustakingsvordering tot in december. Ik heb ook een klacht ingediend bij VITO vanwege een schending van de wetenschappelijke integriteit. Ik heb klachten lopen bij de milieu-inspectie. Er loopt een klacht bij de commissie voor openheid van bestuur en er is een dossier hangende bij de ombudsman.” 

Ik stel vervolgens de vraag of Goorden zijn levensgewoontes heeft aangepast. “Ik heb een zware drinkwaterfilter geïnstalleerd. We ontdekten op een gegeven moment dat een bedrijf PFOS loost in het Albertkanaal. Vanwaar komt het drinkwater in Antwerpen? Correct, uit het Albertkanaal. Ik eet uit mezelf al weinig vlees of weinig vis. Maar als je dieren eet: eet jonge dieren.” 

 

Ik heb een overontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. 

 

Tot slot vraag ik of Goorden nooit heeft getwijfeld aan zichzelf. “Nu voel ik me geen roepende idioot in de woestijn meer. Maar natuurlijk heb ik vaak gedacht: ben ik nu knettergek aan het worden of hebben we een samenzwering ontdekt? Natuurlijk heb ik vaak gedacht: dit kan niet, dit is te groot! Andere mensen en oudere dossiers hebben me gelukkig geholpen. Ik moest niet van nul beginnen. Denk aan de film Dark Waters, die man dacht ook dat hij knetter werd en had er een veel langere periode voor nodig om alles boven water te krijgen.” 

Dan nog is het niet evident om hier vrijwillig je tijd en je uren slaap in te investeren. “Ik heb een zeer overontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. Ik heb mijn leven zo ingericht dat ik ernaar kan luisteren. Mijn innerlijke kind wil dat. Hoe groter de quatsch, hoe kwader en gemotiveerder ik word. De PFOS-affaire is de perfecte storm: mijn energie blijft komen. Van tegen mijn onrechtvaardigheidsgevoel te vechten word ik niet blij. Liever moe dan ongelukkig.” 



in gesprek met de projectmanager

29/10/2021
de click
Bron/externe fotograaf

Gert Jochems

🖋: 

Ben je ooit al eens gaan wandelen in een stad, dorp of de natuur zonder ook maar één stukje afval te vinden? Onmogelijk. Overal waar je gaat of staat, ligt er wel iets van vuil op de grond. Jammer genoeg. Volgens een recent onderzoek van OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) is het zwerfvuil in België over de laatste twee jaar met 14% toegenomen. Saskia Spruijt is de projectmanager van De Click en vertelt gepassioneerd hoe zij, binnen en buiten het project, een bijdrage levert aan het zwerfvuilprobleem. Het is één van de organisaties die hun uiterste best doen om het tij te keren. Hun doel is ervoor zorgen dat die 14% daalt in plaats van toeneemt. Maar het is niet zomaar een organisatie die zelf overal vuil gaat oprapen, zij proberen ervoor te zorgen dat wij, het volk, dat ook doen.  

Hoewel De Click alleen in BelgiĂ« te vinden is, is het team internationaal. “Fostplus is het bedrijf dat het initiatief nam om De Click op te starten. Unbox ontwikkelde voor hen de app. We hebben projectmanagers en adviserende advocaten in Dubai zitten, in Amerika lopen er ook nog een aantal mensen rond en in Londen vind je onze developers terug.” 

Wat is De Click? Het is een innovatieve app die je kan downloaden en werkt als volgt: je raapt zwerfvuil op, je scant het met de app en gooit het in een van de roze vuilbakken die daarvoor geplaatst zijn in Antwerpen. Ook je eigen afval on the go kan je scannen en daarna weggooien in de vuilbak. Daarmee verdien je punten (Circular Ucoins) die je dan kan inwisselen bij deelnemende lokale handelaren in de vorm van een promotie of ander voordeel exclusief voor puntenspaarders. Uit een vorig project, Antwerpen Ucoins, is gebleken dat handelaren echt extra omzet behalen met dit soort initiatieven. Het is net zoals op bepaalde festivals waar je plastieken bekers kan verzamelen en ze terugbrengen voor gratis drankbonnetjes. Alleen wordt dat idee nu doorgetrokken naar de straten. Alles wat je in de roze vuilbakken terechtkomt, wordt volledig gerecycleerd. 

De bedoeling is vooral mensen bewust maken van het probleem, hen motiveren en engageren om vuil op ruimen en zo de straten mee proper te maken. Het puntensysteem is er omdat zij je willen bedanken en erkennen. Het zijn twee vliegen in één klap want je draagt je steentje bij om zwerfvuil uit de stad te bannen en je steunt er onmiddellijk ook de lokale economie mee!  

Je zal denken, beloond worden voor iets wat vanzelfsprekend moet zijn? Geeft dat geen fout beeld? Saskia knikt begrijpend: “Er zijn mensen die het sowieso opruimen, zonder een app. Maar het is nu eenmaal zo dat er velen zijn die het gewoon niet doen zonder beloning. Het zwerfvuil in ‘t Stad blijft ondertussen liggen en verdwijnt niet met een ‘het zou moeten’. Daarom worden er alternatieven bedacht.” 

Een bepaald doelpubliek is er niet, maar het is opvallend hoe positief studenten tegenover al deze initiatieven staan. “Ze zijn enorm open-minded, ze staan open voor ons verhaal en doen graag mee.” De studentenverenigingen staan in voor onder meer een leuke studententijd, maar aan al die TD’s en andere evenementen geef je als student nu eenmaal wel wat geld uit. Als je dan een gratis hamburger krijgt met je opgespaarde punten 
 je met andere woorden een beetje uitspaart en de studentenbuurt waarin je uitgaat proper houdt, dan zorgt dat toch voor een extra leuke tijd?  

 

draag je steentje bij 

Het hele probleem oplossen kan natuurlijk niet, maar sinds de start van het project zijn er 13.000 stukken opgeraapt, gescand en weggegooid. “Dat zijn al 13.000 stukken minder op straat! Jammer genoeg heerst in BelgiĂ« weinig gemeenschapszin. Je loopt heel hard aan tegen laksheid. Klimaatbetogingen tonen aan dat mensen er wel om geven, maar het zou nog wat meer mogen. De maatschappij zou mooier zijn als we allemaal wat beter ons best zouden doen en wat minder naar onszelf zouden kijken. Het is echt niet zo moeilijk en het is jammer dat niet iedereen er zo over denkt. Wij hopen dat mensen een mentale klik maken om mee een einde te maken aan zwerfvuil. Het nieuwe normaal ligt letterlijk in onze handen. Verzamel onderweg zoveel mogelijk zwerfvuil en gooi het weg. Help mee en zo werk je zelf mee aan een betere toekomst.”  

 

 

Ontdek meer over het initiatief op www.the-click.be. 



open onderzoek, gesloten deuren

29/10/2021
3m-fabriek voor een bewolkte hemel
Bron/externe fotograaf

Gerard Stolk

🖋: 

Op 28 september publiceerde dwars online het artikel 3M financierde in 2011 onderzoek naar PFOS. De onderzoeksresultaten mochten alleen worden gepubliceerd met permissie van 3M. Daar wilde ik het fijne van weten. Lieven Bervoets, professor ecotoxicologie die meewerkte aan het onderzoek, stond me open te woord. UAntwerpen vroeg ik om een reactie, al ging dat een stuk stroever. 

Laat ik beginnen bij Lieven Bervoets, die in 2011 met gedragsbioloog professor Marcel Eens onderzoek verrichtte naar PFOS in koolmezeneieren op de terreinen van 3M en op verschillende afstanden van de fabriek in Zwijndrecht. Voor het online artikel liet Bervoets me per mail al weten dat hij en zijn collega’s niet blij waren met de clausule waarmee 3M het recht behield te beslissen wanneer er gepubliceerd werd en ze altijd de intentie hadden om te publiceren. Ik zocht hem later op om dit uitgebreider toe te lichten.  

“We zijn wetenschappers en willen onze resultaten altijd publiceren. Het is helemaal niet fijn als er op voorhand een kans is dat je niet mag publiceren. Maar uiteindelijk hebben we nog redelijk vlot kunnen publiceren. In 2013 hebben we met mensen van 3M vergaderd, onder wie enkelen van de hoofdzetel in Amerika, om onze onderzoeksresultaten te mogen publiceren. 3M stond hier aanvankelijk weigerachtig tegenover. Ze leken vooral angstig te zijn dat het in de pers zou komen. Na een lang gesprek gingen ze toch akkoord en wilde men eerst de draftversie kunnen bekijken. Die heb ik in 2016 enkele keren naar hen verstuurd zonder ooit een antwoord te krijgen.”  

 

 

De continue strijd om fondsen maakt externe financiering erg verleidelijk. 

  

 

In 2017 werd het onderzoek naar PFAS-concentraties bij koolmezen wetenschappelijk gepubliceerd. Dat 3M niet stond te springen om de studie openbaar te maken is niet zo heel gek. De PFOS-concentraties in de koolmezeneieren zijn de hoogste die ooit in de wetenschappelijke literatuur zijn gepubliceerd. De vraag blijft overeind of clausules waarbij externe financiers bepalen of er gepubliceerd mag worden wenselijk zijn. “Van de kant van de industrie lijkt me dat niet verstandig om dit te eisen. In feite zeg je dan dat je niet transparant wilt zijn. Over dit concrete geval: gesteld dat we tegen 3M zeiden dat die clausule niet in het contract mocht staan, dan zou het onderzoek elders gebeuren en was er misschien nooit sprake van een publicatie. Mocht 3M pertinent blijven weigeren, dan hadden we er alles aan gedaan om de onderzoeksresultaten wereldkundig te maken.”  

Dat neemt niet weg dat veel dan afhangt van de individuele integriteit van onderzoekers die in niet zeldzame gevallen extreme inspanningen moeten leveren om voldoende fondsen binnen te rijven. “Daar ben ik het mee eens. Het is een continue strijd voor fondsen. In het beste geval lukken 10 tot 15% van de aanvragen die we doen. Mocht dan morgen een bedrijf komen en een grote som op tafel leggen is het heel verleidelijk om meegaand te zijn in hun wensen. De afhankelijkheid van externe financiers en de mogelijke druk op onderzoekers is een reĂ«el gevaar. We moeten hier alert voor zijn en binnen onze onderzoeksgroep zijn we dat nu ook voor dergelijke clausules. Het is een delicate afweging: is het slim om als wetenschapper het been stijf te houden of ga je toch mee in het verhaal om dan er alles aan te doen de onderzoeksdata gepubliceerd te krijgen? Ik neig naar het tweede, op voorwaarde dat je die clausules als wetenschapper probeert te vermijden en dat je, als dat niet lukt, alles in het werk stelt om je onderzoek gepubliceerd te krijgen.”  

  

bosmuizenonderzoek 

“Het onderzoek naar PFOS aan UAntwerpen kent inmiddels al een rijke geschiedenis. Voor de eerste publicatie over PFOS moeten we terug naar 2004. De levers van bosmuizen op de Blokkersdijk bleken op dat moment de hoogste PFOS-concentraties te bevatten die ooit werden gemeten in een dier. Vanaf dan is er aan UAntwerpen stelselmatig onderzoek verricht naar PFOS. Toch werd de ernst van de PFOS-vervuiling pas dit jaar duidelijk. Waarom moest het zo lang duren? ‘Is dat ook onze fout?’  is een vraag waarover we al lang zitten nadenken. Ik ben sinds 2008 betrokken bij het PFOS-onderzoek en dat was deels in opdracht van de Vlaamse of federale overheid, maar ook met eigen onderzoeksgeld of FWO-fondsen. Uit de toenmalige studies kwamen in de buurt van 3M extreem hoge PFOS-waarden naar voren – onderzoeken die je onder andere kunt downloaden op de website van de FOD Volksgezondheid. Iedereen wist het met andere woorden.”   

 

Het is altijd een beetje achter de feiten aanhollen, omdat de industrie ons altijd een stap voor is. 

  

“Is het dan onze taak om nog naar de pers te stappen? Ik denk het niet. Hoewel we regelmatig onze publicaties naar redacties van tijdschriften zoals Knack stuurden, hadden we misschien actiever de pers moeten inlichten, maar ik denk niet dat het onze taak is als wetenschapper. We zouden zelf een strategie kunnen uitdenken om, telkens we denken dat we een hot item hebben, dat naar de persverantwoordelijke van de universiteit te sturen. Maar er wordt zo veel onderzoek gedaan binnen zo veel domeinen dat het onhaalbaar is voor één persoon aan de universiteit om dit te behappen.”  

Toch probeert Bervoets niet te pessimistisch te zijn. “Nadat ik pas was afgestudeerd, was mijn eerste project in het Denderbekken. Dat was zo’n zwarte smurrie dat leven er onmogelijk was, omdat niets van het afvalwater werd gezuiverd. Bekijk je de situatie nu, dan is ze heel hard verbeterd. Het is een goed teken dat de micropolluenten vandaag in het vizier komen. De aanwezigheid van sommige stoffen in het milieu is fel verminderd, maar tegelijkertijd komen er ook nog steeds nieuwe chemicaliĂ«n bij. Het is op dat vlak achter de feiten aanhollen, omdat de industrie ons altijd een stap voor is. Als je het mij vraagt, zijn de PFAS-stoffen slechts een topje van de ijsberg.”  

 

en dan nog dit 

Ik contacteerde niet alleen Bervoets. Daags na de publicatie van 3M financierde in 2011 onderzoek naar PFOS stuurde ik algemene vragen naar de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit van UAntwerpen. Zo was ik (en ben ik helaas nog altijd) erg benieuwd of het een frequente praktijk is dat bedrijven die het academisch onderzoek financieren contractueel bepalen of en wanneer er over de onderzoeksresultaten mag worden gecommuniceerd. Enigszins tot mijn verbazing kreeg ik geen antwoord van de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit, maar van een departementshoofd dat me de dag later al uitnodigde om het een en ander te kaderen. Uiteraard ging ik in op deze uitnodiging, aangezien het me bijzonder nuttig leek UAntwerpen in dwars op mijn vragen te laten reageren. Na de uitgetypte versie van dit interview te hebben gelezen, liet het departementshoofd mij weten geen interviews te geven en dat zijn reactie niet kan worden gepubliceerd. Op mijn verdere vragen over deze weinig verfrissende gang van zaken ontving ik geen antwoord. Wel bezorgde hij me per mail twee alinea’s tekst die zouden gelden als samenvatting van ons gesprek. Deze samenvatting biedt noch een antwoord op mijn vragen, noch kan ik de inhoud van deze tekst kritisch bevragen.  

Ik kijk op van deze intransparante gang van zaken. Bovenal heb ik zo jammer genoeg nog geen antwoord op mijn vragen die ik de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit heb opgestuurd. Het bewuste artikel lijkt me een goede aanzet te zijn voor een grondige discussie over de invloed van externe financiers en hierrond een stuk bewustwording te creĂ«ren. Ik wil weten welke afwegingen er worden gemaakt, wat de systeemkwetsbaarheden zijn en peilen naar de ethische dilemma’s. Helaas lijkt UAntwerpen tot dusver geen zin te hebben in dat debat. De muur waarop ik frontaal ben gebotst valt anders niet te verklaren.   

Gelukkig heb ik de afgelopen weken tal van mensen aan onze universiteit ontmoet die mij in alle openheid te woord staan. Zo zetten we stappen vooruit. Niet door studentenbladauteurs aan het lijntje te houden die schrijven over wetenschappelijke integriteit en transparantie. 



het en-enverhaal van het welkomstrituelenbeleid

29/10/2021
Jinnih Beels
Bron/externe fotograaf

Vooruit

🖋: 

“Laten we een kat een kat noemen”, stelt Antwerps Schepen van Onderwijs en Jeugd Jinnih Beels. “Er zijn voor- en tegenstanders van het dopen. Als stadsbestuur willen we tot een consensus komen, een kader waarbinnen elke student zich kan vinden.” Beels is al een jaar druk in de weer om een traject uit te stippelen waarin er afspraken worden gemaakt rondom welkomstrituelen, waarvan het dopen deel uitmaakt. Dat doet ze in samenspraak met de onderwijspartners, zoals UAntwerpen, met Stad Antwerpen, maar ook met studenten zelf. 

Wat opvalt, is dat het traject over welkomstrituelen gaat, niet enkel over dopen. “Ik wil het zo breed mogelijk maken, daarom spreek ik heel bewust over ‘welkomstrituelen’. Natuurlijk kan het dopen an sich een onderdeel zijn van zulke welkomstrituelen, maar het is meer dan enkel het doopverhaal. De woorden die je gebruikt, doen ertoe.” Dopen mag niet gedemoniseerd worden dus, maar het als de enige optie aanreiken is ook niet de bedoeling. 

 

iedereen mee 

“Voor mij als Schepen van Onderwijs is het essentieel dat jullie als studenten een even groot aandeel hebben in dat debat als de stad en de onderwijspartners. Die relatie, die niet altijd even evident of gelijkwaardig is, wil ik proberen zo gelijkwaardig mogelijk te maken”, stelt Beels. Antwerpen heeft al heel wat jaren een doopcharter dat door alle studentenverenigingen ondertekend wordt. Dat wijst er volgens haar op dat het een goede verstandhouding betreft.  

“Waar we het nu vooral over moeten hebben is het hedendaags maken van die welkomstrituelen, waarvan het doopritueel een belangrijk onderdeel kan zijn. We moeten naar een hedendaags, breed gedragen welkomstritueel- en doopbeleid. De zaak-Sanda Dia is een van de ergste uitwassen van de laatste jaren, maar er zijn ook zaken die onder de zichtbaarheidsdrempel zijn gebleven die bij ons terechtkomen. Als beleidsmakers moeten wij daaraan werken: voor alle studenten die zich laten dopen, maar ook voor alle studenten die er bewust voor kiezen om dat niet te doen. Concreet betekent dat dat we al die groepen moeten samenbrengen en tot een consensus moeten komen waar iedereen zich goed bij kan voelen.” 

Ook onze studentenraad is betrokken bij het welkomstrituelentraject. Julien De Wit is coördinator Sociale Zaken bij De Studentenraad UAntwerpen en zat samen met dwars om de kant van de student in het verhaal toe te lichten. Julien: “Het is belangrijk om alle studenten te betrekken in het debat rond welkomstrituelen en dopen. Zowel de studenten die liever alles willen verbieden als de studenten die ‘vrijheid, blijheid!’ verkiezen, maar ook alles daartussenin. Zo veel mogelijk studenten moeten hun mening kunnen geven.” De schepen heeft verschillende manieren waarop ze dat in de praktijk wil stellen: “Naast een algemene coördinerende groep, zullen alle onderwijsinstellingen afzonderlijk een participatietraject opstarten. Dat alles wordt in goede banen geleid door een trajectbegeleider. Daarnaast richten we een online platform op, waarop alle studenten de kans krijgen om hun stem te laten horen. Nu, dat loopt misschien wat trager dan de meesten zouden willen, maar beter zo dan dat we rap-rap alles erdoor jagen en dat we binnen een Ă  twee jaar van nul kunnen beginnen.” 

 

of alles verbieden? 

“Het zou erg jammer zijn als dopen verboden wordt”, zegt Julien. “Voor een tragedie als de zaak-Sanda Dia bestaat er volgens mij geen doopcharter, dat is een inbreuk op de strafwet. Natuurlijk moeten we er alles aan doen om ervoor te zorgen dat zulke zaken nooit meer gebeuren, maar ik hoed me ervoor om al te veel te verbieden. Er zijn veel clubs die op een goede manier kunnen dopen, met respect voor ieders waardigheid. Ja, er zijn een aantal clubs die af en toe over de schreef gaan. Ik vind het belangrijk dat studenten erover waken. Ik denk dat het vooral belangrijk is om in te zetten op peer support: we hebben een community van studenten nodig die voor elkaar zorgen. De vrijheid om te organiseren wat je wil, moet er zijn, maar daar komt ook de verantwoordelijkheid bij die je neemt tegenover andere studenten, bijvoorbeeld met betrekking tot alcoholgebruik. Wat kan en wat niet moet duidelijk zijn. Daarom denk ik dat het goed zou zijn om al die zaken eens preventief op te lijsten. Verder willen we het ook breder trekken, opdat we bij de stad kunnen aankaarten wat ze zoal kan doen om te ondersteunen. Neem het gebrek aan dooplocaties: er zijn klachten dat het op de Ossenmarkt gebeurt, maar als er geen andere locaties ter beschikking worden gesteld, rijd je daarop vast. Op dat punt kunnen we het gesprek met de stad aangaan.” 

Het gesprek met de stad aangaan is een welkom idee: volgens Beels zijn we het elkaar bijna verplicht om vragen te stellen en samen na te denken om een hedendaagse invulling te geven aan welkomstrituelen. “Wat wij willen doen met ons traject, is nadenken over welkomstrituelen. Wat is het doel van zo’n welkomstritueel? Wat wil je nu eigenlijk bekomen? Waarom wil je er een deel van uitmaken, of waarom juist niet? Voor de een kan het zijn omdat die erbij wil horen, voor de ander kan het dan weer zo zijn dat die dat niet nodig heeft. Zelf ben ik studente geweest aan KU Leuven en heb ik me bewust niet laten dopen. Niet omdat ik mezelf buiten de groep wilde zetten – integendeel zelfs – en ik heb ook nooit het gevoel gehad dat het voor mijn lichting uitmaakte of ik al dan niet gedoopt was. Dat vond, en vind, ik heel sterk. Ik hoop dat we dat vandaag kunnen nastreven, zonder dat we studenten die wel gedoopt zijn het gevoel geven dat ze met slechte dingen bezig zijn. Dat signaal willen we niet geven. Wel willen we binnen het traject ophelderen waarom je dat doet, waarom je dat belangrijk vindt. Dopen heeft, naar mijn mening, voor- en nadelen, maar ik begrijp ten volle dat studenten deel willen uitmaken van een groep. Dopen kan op een heel gezonde en fijne manier. Voor mij kunnen de welkomstrituelen een en-enverhaal zijn.” 



Humans of UAntwerpen

29/10/2021
🖋: 

Kunstenaar of topsporter, bejaarde of ondernemer, geen enkele soort ontspringt de dans. Je wordt op een dag wakker met de intense drang om je aan Universiteit Antwerpen in te schrijven. Het gevolg: zo veel vreemde vogels dat het uitzonderlijk wordt om normaal te zijn. Elke maand zetten wij een bijzondere student in de kijker.  

Deze klus had ik me beter bespaard. Het idee klonk nochtans niet mis: Amir Bachrouri interviewen, voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad en net als ondergetekende tweedejaarsstudent Rechten. Begin dit jaar, toen corona hopelijk aan zijn laatste adem toe was, vielen zijn parler-vrai en onverzettelijke houding om politici aan het bestaan van jongeren te herinneren me op. Mij niet alleen. Inmiddels heeft elk zichzelf respecterend medium Amir al geïnterviewd: Amir in het groot in De Tijd, 4000 woorden levenswijsheden van Amir in Humo en Amir op wandel met De Zondag. En nu dus ook in dwars. Maar wat valt er aan deze 18-jarige nog te vragen zonder open deuren in te trappen? Deze beginvraag heb ik al. Ik heb er vertrouwen in dat de rest vanzelf volgt.  

Amir lacht. “Laat ik beginnen met te vertellen wat de Vlaamse Jeugdraad is. De Vlaamse Jeugdraad is het officiĂ«le adviesorgaan van de Vlaamse regering voor kinderen en jongeren. Wij formuleren adviezen en laten onze stem horen in het maatschappelijke debat over kwesties die hun aanbelangen. In onze organisatie gaan jongeren actief in gesprek met elkaar, schrijven ze zelf adviezen en dan gaan ze in debat met politici. Voor ons is het essentieel dat ze zelf hun zegje kunnen doen en van in het begin actief betrokken worden bij de besluitvorming.”  

De Vlaamse Jeugdraad beperkt zich niet tot louter adviezen schrijven. Tijdens de pandemie verdedigde Amir de jongerenbelangen met vuur. “We zijn ook een drukkingsgroep. We willen thema’s op de politieke agenda zetten of nemen in maatschappelijke debatten een standpunt in. Natuurlijk hebben niet alle jongeren dezelfde mening. Hoe gaan we dan te werk bij bijvoorbeeld een acuut actueel thema? We hebben een adviesraad en in die adviesraad zitten zestien jongeren met elk een verschillende achtergrond die met elkaar in debat treden. Wat we niet doen: handje opsteken en zien welk standpunt wint. We zoeken naar een breed gedragen consensus die we samen nastreven en voor de buitenwereld willen verdedigen.” 

Dialoog en participatie komen meermaals in ons gesprek naar voren. Ook wanneer ik Amir vraag naar zijn focuspunten als voorzitter. “Onze focusthema’s dit jaar zijn klimaat, gelijke kansen, lokale participatie en democratie – het versterken van de stem van jongeren – en mentaal welzijn, iets wat deze crisis heel hard aan de oppervlakte is gekomen. Ons doel is mee het schip in de goede richting te sturen. We zijn momenteel aan een advies bezig over de relatie van jongeren en politie in een grootstedelijke context. Dan gaan we eerst in gesprek met verschillende stakeholders zoals jongeren, politie, politici, jongerenorganisaties en onderwijs met de vraag wat er beter kan. Het probleem benoemen is één, maar ik zou graag hebben dat ik het probleem niet meer zou moeten benoemen. Dat het probleem opgelost is.” 

“Ik zou niet zeggen dat ik persoonlijke impact heb. Maar met de Vlaamse Jeugdraad kunnen we wel wat stenen in de rivier verleggen. Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle luistert echt naar ons en vertegenwoordigt met verve de jeugd in het parlement en op ministerraden. Op die manier hebben we impact. Het is onvermijdelijk dat je veel moeite in bepaalde zaken steekt en dat het resultaat vervolgens onbevredigend is. Er zijn gelukkig ook momenten dat je één zin zegt en dat die letterlijk wordt overgenomen. Ik denk aan de discussie over de verplichte PCR-tests op jeugdkampen. Daar hebben we van bij het begin een duidelijke streep getrokken dat dit voor ons no pasarĂĄn was. Na vele gesprekken zijn deze tests op jeugdkampen er ook nooit gekomen.” 

Vanwaar komt Amirs engagement? “Dat vind ik moeilijk om aan te duiden. Ik kan niet zeggen welke trigger er is geweest die het vuur in mij heeft doen aanwakkeren. Ik denk eerder aan een samenloop van ervaringen in mijn omgeving die me hebben doen beseffen: ik heb een stem, maar in hoeverre mag ik die stem ook daadwerkelijk laten horen? Respect en dialoog zijn hierbij mijn kernwaarden. Bereidwillig zijn om te luisteren naar elkaar. En met elkaar gedachten uit te wisselen. En natuurlijk mogen meningen dan clashen. Flink clashen zelfs. Voor mij is het belangrijk dat je elkaar tegemoet kunt treden in die dialoog.” 

Voor Amir voorzitter werd van de Vlaamse Jeugdraad was hij al actief in het Antwerpse jeugdwerk en schreef hij voor StampMedia. “Ik werd er omringd door gepassioneerde en idealistische mensen. Een zegen om mee samen te kunnen werken. Heb ik één groot voorbeeld? Eigenlijk niet. Ik haal uit eenieders verhaal inspiratie. Ik vind die bij familie en vrienden, maar evengoed bij een minister, een voetballer of een schoonmaakster. Het gaat niet over wat je functie is, maar over wat je betekent in de samenleving. Kun je jongeren doen geloven in zichzelf? Mijn voorbeelden zijn heel vaak mensen die in mij en in mijn generatie geloven.” 

Amir neemt stelling in en is goed zichtbaar op sociale media, niet het meest fijnzinnige oord dat de mensheid heeft geschapen. Hoe gaat hij met negatieve reacties om? “’When they go low, we go high’, zei Michelle Obama. Ik denk dat je het onbewust wel opneemt en dat het je raakt. Ik weet nog dat ik in de eerste weken van mijn voorzitterschap heel veel positieve reacties kreeg, maar dat die ene negatieve dan ’s avonds bleef hangen. Aan de andere kant: zo erg zal het wel niet zijn, als er zo veel positieve zijn. Als je je door de reacties laat leiden, kun je beter stoppen. De dag dat er alleen maar negatieve reacties zijn en geen enkele positieve, ga ik me wel zorgen maken.” 

Amir heeft tot slot nog een boodschap voor de jongeren die in talrijke mate dwars lezen. “Wat ik aan de lezer nog wil meegeven: jaag je dromen na en geloof in jezelf. En laat je niet tegenhouden door denigrerende reacties naar jongeren toe. Reacties als: ‘je bent nog jong’, ‘je hebt me niks te leren’ of ‘je denkt nog naĂŻef’. Het gaat over ons en onze toekomst. Het is niet omdat je jong bent dat je niet van je mag laten horen. Wel integendeel.”Â