het laatste woord

11/09/2022
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie happen we naar de red herring.

Ik richt me even tot jou, speurneus in opleiding. Je hebt langzamerhand het hele boekje doorgewerkt, misschien zelfs hier en daar het een en ander genoteerd, alle interviews die wij hebben afgenomen bestudeerd… Begin je het een beetje door te krijgen? Is het criminele landschap van postcode 2000 en omstreken, en alle bijbehorende ongure heerschappijen en femmes fatales eindelijk op je netvlies gebrand? Wel, je zal je vast heel voldaan voelen, honderden alomvattende theorieën in je hoofd over wat het meisje op de cover is overkomen. Slecht nieuws, groentje. Er is één ding wat ik je nog niet heb verteld.

Als je ‘t mij vraagt is die oude, mopperende detective van pagina 4 voor geen cent te vertrouwen. Zeg nou zelf, eerst cynisch snuiven over de vergankelijkheid van het studentenleven en daarbovenop nog eens het halve praesidiumlandschap van de universiteit verdacht maken, om dan vervolgens heel selectief een paar jolige interviewtjes te houden met een aantal daarvan, is dat niet wat vreemd? En die interviewees zouden dan wel ineens uit goed hout gesneden moeten zijn? Dit riekt naar haring, groentje. Rode haring, om precies te zijn.

Ahh, ik zie aan je forensische frons dat je nog niet helemaal mee bent. Ik zal het je uitleggen. Erg lang geleden, toen ons politiekorps nog aangewezen was op speurhonden en vergrootglazen in plaats van al die nieuwerwetse DNA-dinges die ze daar in het lab uitvoeren, wilde er nog wel eens een schurk het bos inrennen om aan ons te ontkomen. Natuurlijk waren onze speurhonden de slechtste niet, maar dat kregen de recidivisten langzamerhand ook in de smiezen. Toen kwam de haring. Dat we op elke vierkante meter bos een haring vonden was al erg genoeg, maar na een paar mislukte ontsnappingspogingen kwamen die schelmen op het idee om de visjes te roken, waar die rode kleur dus vandaan kwam. Wat denk je? Jarenlang glipte het gespuis ons door de vingers omdat onze honden geen neus meer hadden voor lichaamsgeur. Ze zochten alleen nog maar naar die verdomde haring.

En ik zweer het je, dat misleiden en ons op een verkeerd spoor zetten, dat is precies wat m’n collega nu ook aan het doen is. Het is allemaal één groot rookgordijn, alles wat hij je heeft proberen wijs te maken. Dus geef je notitieboekje maar hier, dat heb je écht niet meer nodig. Die aantekeningen zijn toch allemaal niets meer waard, en… Oh, momentje, deze moet ik even opnemen, ‘t is dringend!

Met de politiechef? Ja nee nee, ‘t is allemaal geregeld. Hij heeft niets in de gaten, echt niet! Nee nee, wees niet bang. Okee, bel je snel terug, ciao.

 

Goed, waar waren we? Oh ja, dat notitieboekje, lever dat dus maar in.



11/09/2022
Antwerpse Studentenharmonie (© ASH | dwars)
Bron/externe fotograaf

ASH

🖋: 
Auteur extern

Floor Vandevelde


Wij zijn de Antwerpse Studentenharmonie (ASH), een bruisend orkest voor alle studenten, alumni en Erasmusstudenten van de Antwerpse universiteiten en hogescholen. Om een duidelijker beeld te kunnen geven van wie we zijn en wat we doen, stelden we onze ASH-ers enkele vragen over wat hen motiveert en inspireert om muziek te blijven maken tijdens de drukke studentenjaren.

Wat spreekt je het meest aan in de ASH?

De kans om muziek te spelen terwijl ik weg ben van huis en het leren kennen van nieuwe mensen. - Elly

De fijne repetities onder leiding van onze sterke dirigent. - Ruben

De sfeer en het warme gevoel in onze gevarieerde groep. Je wordt met open armen ontvangen en je kan bij iedereen terecht. - Tea

 

Wat is je favoriete stuk dat je al hebt gespeeld?

Ik speel graag klassiekere stukken of iets uit een andere cultuur. - Sophie

De diversiteit aan stijlen en nummers maakt de keuze moeilijk, maar onze medley van The Beatles was toch een hoogtepunt qua amusement en intensiteit. - Savannah

Ik speel graag technische stukken, liefst met een gevoelige, trage passage. - Jinke

Maandagavond kan je ons vanaf 19u30 vinden in Prinses16, ons vast repetitielokaal, gelegen in de univer-siteitsbuurt. Maar uiteraard doen we ook nog andere activiteiten.

 

Wat doet de ASH nog behalve repeteren?

We doen best wel wat activiteiten: een kroegentocht, een quiz, een (repetitie)weekend, een kennismakingsavond en uiteraard ons wekelijks cafébezoek na de repetitie. - Floor

De quiz is heel plezant! - Pieterjan

Elk jaar is er een repetitieweekend. Daar krijgen we niet enkel de kans om onze muzikale vaardigheden te verbeteren, maar leren we ook de andere muzikanten beter kennen door de voorziene groepsactiviteiten. - Elly

 

Wat is je leukste herinnering sinds je in de ASH zit?

De beste herinneringen heb ik aan de afterparty’s in het Hessenhuis na de concerten. - Sophie

Het repetitieweekend, waar repetitie en spel samenkwamen. We kregen de tijd om moeilijke delen met hulp van anderen te oefenen, maar ook om plezier te maken en de andere muzikanten beter te leren kennen, exact waar de ASH voor staat! - Elly

We kijken uiteraard ook samen naar de toekomst en bouwen samen aan nieuwe ideeën.

 

Wat zou je graag nog verwezenlijken binnen de ASH?

Een buitenlandse reis zou de muzikaliteit wel echt naar een hoger niveau tillen, met het aanwezige plezier en groepsgevoel uiteraard. - Savannah

Het lijkt me wel eens leuk om aan een wedstrijd mee te doen! - Jinke

Ik zou graag nog meer kleine concerten doen naast ons jaarlijks winter- en lenteconcert zoals de academische opening en ons concert in het MAS. - Tea



11/09/2022
UKA (© UKA | dwars)
Bron/externe fotograaf

UKA

🖋: 
Auteur extern

Linde Verheyden


Het UKA? Dat is natuurlijk het Universitair Koor Antwerpen! Als studenten van Universiteit Antwerpen en omliggende hogescholen komen wij elke week samen om te zingen en plezier te maken, met andere woorden echt een koor voor en door studenten. Wij treden twee keer per academiejaar op met ons groots Winter- en Lenteconcert. Maar leg vooral niet te veel druk op jezelf, want tussendoor gaan wij gewoon gezellig op weekend en stranden we na onze repetities menigmaal in ’t Waagstuk, onze favoriete kroeg.

Dus kun je best wel toonvast zingen en ben je het neuriën onder de douche beu? Kom dan eens een kijkje nemen op onze repetities! Wij zijn altijd op zoek naar nieuwe zangers en zangeressen. Elke dinsdag tussen 18:30 en 21:30 repeteren we in het centrum van de studentenbuurt, boven Universitas, onder leiding van gevierd dirigent Dirk De Nef. Op je eerste repetitie leg je een korte stemtest af om te kijken tot welke stemgroep je behoort, dus specifieke koor- of zangervaring is zeker niet vereist.

En misschien wel het beste: zingen bij deze prachtige groep mensen is helemaal gratis! Het enige wat we van je vragen is aanwezigheid en inzet. Maar we moeten ons hier niet blijven verkopen, dus ik geef graag het woord aan enkele leden:

“Joining UKA has indeed enriched my experience abroad: I appreciated how warmly international students were welcomed and made feel at ease. There is something special about singing with people who share your love for music, and I can confidently say that my exchange would have not been the same without UKA.”
− Andrea, erasmusstudent en bas bij het UKA in 2021-22

“In het UKA kan ik me bezighouden met zang en muziek én leerde ik een toffe, getalenteerde groep mensen kennen. Samen repeteren, liedjes zingen op café en op weekend gaan, hoort daar ook bij! Op het einde van het semester is niets beter dan een knaller van een concert te geven waar je samen zo hard aan hebt gewerkt! Het was mijn eerste ‘hobby’ ooit en ik kan niet meer zonder!”
− Veda, sopraan bij het UKA sinds 2019

“Telkens zie ik jonge mensen hun stem vinden, uit hun schulp komen, leren durven, zichzelf ontplooien en openbaren. Elke repetitie wordt een verslaving waar je de rest van de week naar uitkijkt. Het UKA is een plek waar iedereen welkom en veilig is en onvergetelijke herinneringen maakt. Wij zingen ook enkel dikke schijven.”
− Casper, tenor bij het UKA sinds 2021

“UKA is een groep waar je no matter what thuishoort en vrienden voor het leven maakt. Samen zingen verbindt ons zo hard dat je dat voelt in de vriend-schappen doorheen de jaren. Bij het UKA is er plaats voor eender wie.”
− Lotte, alt bij het UKA sinds 2016

Iets voor jou? Smeer je stem, hou onze socials in de gaten, en kom eens langs op onze open repetitiedagen op 4 en 11 oktober. Kans gemist? Geen probleem, in februari kan je opnieuw mee inpikken!

 



inzicht in de burn-out

10/09/2022
🖋: 

Het goede nieuws is dat studeren een mooie tijd van zelfverrijking en ontplooiing kan zijn – hoezee! Het slechte nieuws is dat, zoals bij elke periode in een mensenleven, dat niet 24/7 het geval zal zijn. Voor sommige studenten is het zelfs erg zwaar, tot op het punt van een burn-out. Hoe zit het precies met die burn-outpandemie van tegenwoordig? Loop ik gevaar? dwars legde haar oor te luister bij Sara Erreygers en Jonas Vandenbergh, respectievelijk studentenpsychologe bij het STIP en vrijwilliger bij Students for Students.

Wat is een burn-out precies? “Een burn-out is een werkgerelateerde aandoening. Het heeft te maken met het feit dat er op werkvlak te veel van je gevraagd wordt, zó veel dat je er niet meer aan kan voldoen. Wie met een burn-out kampt, heeft vaak veel energie en passie in het werk gestoken, maar krijgt er zo weinig voor terug dat het uiteindelijk echt niet meer gaat”, legt Erreygers uit. Ook studenten kunnen ermee te maken krijgen: studeren kan je tenslotte als werk beschouwen. “Op het STIP zien we ook studenten die met een burn-out kampen of die er dicht tegenaan lopen. Voor sommige studenten vraagt de studie veel, de ene richting al meer dan de andere. Dat is ook een stukje persoonlijk.” Volgens de psychologe kan een verkeerde studiekeuze mede een factor zijn. “Ik zie vaak dat studenten hard moeten werken maar weinig return on investment zien. Daardoor raken ze telkens opnieuw teleurgesteld bij tegenvallende resultaten. Als je nooit de voldoening krijgt van goede resultaten na erg hard werken, kan dat heel demotiverend zijn en het pad naar burn-out effenen.”

Bij een burn-out spelen meestal persoonlijke factoren mee. Wie naast een druk studiepakket nog met bijvoorbeeld mantelzorg of een moeilijke breuk moet omgaan, kan te maken krijgen met een cocktail van omstandigheden waardoor het geheel te veel wordt. Hoe voelt dat? “Als je met een burn-out kampt, ben je uitgeput, zowel fysiek als mentaal. In extreme gevallen kom je nergens meer aan toe; je bed kom je niet meer uit. Die uitputting komt meestal na een periode waarin je juist veel en hard gewerkt hebt.” Er zijn een aantal emotionele symptomen, zoals snel prikkelbaar worden, maar ook cognitieve symptomen, zoals een minder goed geheugen hebben, en symptomen van depressie. Ook is er mentale distantie. “Bij mentale distantie kan het je allemaal niet meer schelen. Je kan dit zien als een mentale afvlakking: van heel veel om iets geven naar niets meer. Bij een burn-out merk je dat je steeds minder gemotiveerd bent voor je studie en je je gedurende lange tijd somber voelt. Deed je je studie vroeger met veel enthousiasme, maar voel je nu geen motivatie meer, heb je geen concentratie en lukt het allemaal minder goed? Dat zijn alarmbellen.” Die mentale distantie is in feite een zelfbeschermingsmechanisme. Omdat je de energie niet meer hébt om te investeren in je studie, zegt je lichaam dat het je niet meer kan schelen.

 

ontspanning tegen opbranding

Herstellen van een burn-out kan maanden duren. Daarna terugkeren naar de orde van alledag zit er niet in. “Een burn-out moet je in se beschouwen als een signaal dat er iets moet veranderen”, zegt Erreygers. “Bij een burn-out op het werk zetten we een integratietraject op, waarbij we kijken wat je kan veranderen op persoonlijk- en werkgebied. Soms is dat veranderen van werk of van studie, maar dat kan ook veranderen van studiemethode zijn. Misschien was het niet nodig om van elk vak samenvattingen te maken, bijvoorbeeld. Waar je de lat legt, kunnen we ook bekijken. Moet alles perfect zijn? Moet je zestig studiepunten, of soms zelfs meer, opnemen per jaar?”

Een harde werker zijn en aan een moeilijke studie beginnen betekent niet per definitie dat je een burn-out krijgt. Hoe kan je proberen te voorkomen dat het zo ver komt? “Allereerst moet je ervoor zorgen dat je genoeg rustmomenten hebt. Je hoeft echt niet 24/7 met je studie bezig te zijn. Neem bijvoorbeeld in het weekend eens een dag vrij, verwacht niet van jezelf dat je constant aan het studeren bent. Wat vaak gebeurt, is dat je in een spiraal terechtkomt waarin je voelt dat het niet lukt en dat je daarom harder gaat werken voor je studie, maar dán schrap je snel hobby’s, zoals sporten of afspreken met vrienden. Op die manier ben je op den duur uitsluitend bezig met studeren, wat een burn-out in de hand kan helpen”, licht Erreygers toe. “Daarnaast is het belangrijk om sociale activiteiten te blijven inplannen. Eens uitgaan of zelfs maar koffie gaan drinken met een vriend is waardevol.” Maar er zijn ook de standaarddingen: gezond eten, voldoende water drinken, liefst elke dag – zelfs in de barre winters – naar buiten gaan of de natuur nu en dan opzoeken.

Mocht de burn-out je alsnog te pakken hebben gekregen, wat dan? “Het is héél belangrijk om hulp te zoeken”, benadrukt Erreygers. “Erover praten met iemand anders kan veel doen. Aan de universiteit zijn er veel mensen bij wie je terecht kan, hen kan je aanspreken wanneer je voelt dat je het moeilijk hebt. Je kan met je proffen en de assistenten spreken, of met Monitoraat op Maat. Ook bij de studenttrajectbegeleider van je faculteit kan je aankloppen. Als je met de hulp van die personen er niet uit raakt, kan de huisarts een belangrijke persoon zijn om aan te spreken. Wij, de studentenpsychologen van het STIP, staan ook zeker klaar voor elke student. Blijf er vooral niet alleen mee zitten.”

 

praten over de vlam

Als je voelt dat het eigenlijk niet meer gaat maar je de drempel naar een psycholoog of een prof te groot vindt, is het eveneens een optie om aan te kloppen bij Students for Students. Students for Students bestaat uit studenten die zijn opgeleid om hun medestudenten te helpen wanneer ze moeilijkheden ervaren. Die moeilijkheden kunnen alle kanten opgaan: je kan bij hen terecht als je het moeilijk vindt om vrienden te maken wanneer je net bent aangekomen in Antwerpen, maar ook als studeren aan de universiteit je zwaarder valt dan je had gedacht. Dat wil niet zeggen dat je enkel een berichtje naar Students for Students mag sturen met zware problematieken: een babbel over een banaal onderwerp kan zeker ook. “Studenten ervaren veel stress”, knikt Jonas. “Tijdens de lockdowns was dat bijvoorbeeld heel duidelijk, maar ook nu duikt de stress op. Veel studenten nemen contact met ons op tijdens de examenperiodes en in mei, wanneer de grote werken ingeleverd moeten worden.”

Dat Jonas juist dán veel contactverzoeken binnenkrijgt, is niet verwonderlijk. “Zeker in de eerste twee jaar van de opleiding zijn er veel mensen die het nog niet gewend zijn om op voorhand te moeten werken, waardoor de werklast in die periodes veel stress kan geven. Onlangs sprak ik nog met iemand die bijna geen vingernagels meer over had omdat ze er uit stress zo veel aan pulkte. Jammer genoeg is ze niet het enige voorbeeld dat ik zou kunnen geven.” Dat zijn zeker niet de enige studenten die bij Students for Students aankloppen, benadrukt hij. “Het studentenleven brengt daarnaast veel sociale druk met zich mee. Je komt in een nieuwe situatie, op een nieuwe plek. Opeens moet je vrienden maken, moet je plezier hebben, moet je ook nog zien dat al het werk gebeurt en ga zo maar door. Dat is zwaar.”

Ook studenten die tegen een burn-out aanlopen, kloppen aan bij Students for Students. “Wat wij hoofdzakelijk doen, is luisteren. Luisteren en samen naar een oplossing zoeken”, zegt Jonas. “Als de student het goed vindt, kunnen we ze doorverwijzen naar de psychologen van het STIP, die dan tijd vrijmaken of een psycholoog zoeken, zodat men kan verdergaan met professionele hulpverlening. Een burn-out is tenslotte ernstig. Nu, niet iedereen die bij ons komt, wil doorverwezen worden naar een psycholoog. Ook goed, uiteraard.” In dat geval probeert Students for Students mee te timmeren aan een manier om beter met die stress om te gaan. Op die manier kan het stressniveau verlicht worden. “De stress van het studentenleven verdwijnt niet zomaar.” Jonas beaamt dat erover praten heel belangrijk is. “Met vrienden is dat misschien niet altijd even gemakkelijk, maar het zou je verbazen hoeveel mensen in je sociale kring stress ervaren. Het lijkt snel alsof het voor anderen allemaal vanzelf gaat, maar dat is zelden het geval. Dat het allemaal vanzelf lijkt te gaan bij iemand anders, betekent niet dat dat echt zo is.”



meer spots dan enkel koeienvlekken

18/07/2022
🖋: 

Straten vol kleurrijke vlaggetjes verwelkomen ons na een vermoeiende autorit van meer dan anderhalf uur. We konden ons niets voorstellen bij het West-Vlaamse Westouter en kwamen tijdens de lange rit niet verder dan wat gemopper over de keuze voor dat verre dorpje en de discussie of het nu als Westouwter of Westoeter uitgesproken werd. Toch trokken we er met enkele dwarsers naartoe, want van 7 tot 10 juli stond het volledige dorp in het teken van theaterfestival Spots op West.

De opgetogen sfeer in en rond de spiegeltent, het welkomstgeloei van de koeien meteen achter die tent en het vriendelijke onthaal van medewerkster Liza Renders doen ons al snel vergeten dat we net 144 kilometer gereisd hebben. Toch vraag ik me nog af waarom organisator OPENDOEK geen spiegeltent kon neerplanten in een minder afgelegen oord, laten we zeggen het Antwerpse stadspark. Liza weet ons te vertellen dat Spots op West zijn twintigste verjaardag viert en aanvankelijk in Watou en Westouter voor een erg klein publiek georganiseerd werd. Na drie geslaagde kleinschalige edities werd de hulp van OPENDOEK ingeschakeld om het festival mee vorm te geven. Hoewel aanvankelijk enkele buurtbewoners argwanend op de bemoeienissen van een externe organisatie reageerden, is ondertussen zowel de meerwaarde van een groter festival als de afgelegen locatie voor iedereen vanzelfsprekend geworden. 

 

Een wit met gouden treintje brengt ons naar de verschillende theaterlocaties. We belanden in een plaatselijk café, een schuur en zelfs een loods. De afgelegen locaties gevuld met losse klapstoeltjes creëren een intieme sfeer. Dat laagdrempelige typeert het volledige festival: theaterliefhebbers vanuit het hele land reisden ervoor af naar het verre westen, maar ook geïnteresseerden uit de buurt vonden duidelijk hun weg. Wanneer Kurt Vervloet, artiest van Beter dan Elvis?!, de woorden “voor wie de jaren tachtig van de vorige eeuw niet heeft meegemaakt” uitspreekt en alle ogen plots op ons gericht zijn, besef ik dat we met afstand de jongsten in dat gemengde publiek zijn. 

 

Het jong geweld komen we achteraf in de spiegeltent tegen. Danspunt, een steunpunt voor dans en beweging, heeft daar hun podium staan. Samen met de jongeren van Academie Ninove worden we door een enthousiaste man in disco-outfit naar voren geroepen voor een dansalyse. Vijf dansjes van telkens dertig seconden, een ultrakort fuifje dus, bepalen ons danskarakter. Onze oud-hoofdredacteur krijgt al snel een dramaqueen-stickertje opgeplakt en naast ons slaat een metronoom voortdurend met zijn arm in de lucht. Op datzelfde podium krijgen doorheen de dag verschillende mensen hun five minutes of fame: twee mensen die elkaar enkel kennen van den uitgang dansen samen een tango, een koppel dat die dag gehuwd is zet hun huwelijksdans verder en wie wil kan gelift worden door een kartonnen Johnny en zich een echte Baby voelen. 

 

De hele setting geeft zo’n vakantiegevoel dat ik bijna vergeet dat er nog theater op het programma staat. Onterecht, want we wandelen diep geraakt de zaal (lees: loods) uit. Eerder vandaag keken we al bewonderend toe hoe een man in Elvis-hemd in volledige overgave zijn eigen emoties wist te balanceren met die van zijn personage. Nu doet het theaterduo kleine prettige stoornis hun naam eer aan met een kleine, prettige en gestoorde voorstelling die ons zowel doet schaterlachen als een traantje doet wegpinken. Wat begon met twee vrouwen die met een rode deur tussen zich in het podium op kwamen wandelen en later die deur als slakkenhuis wisten te gebruiken, eindigt met het besef dat thuiskomen voor iedereen anders is. En hoewel we na die twee sterke voorstellingen tijdens de derde teleurgesteld buiten wandelen, fleuren de koeien die op ons af komen lopen ons al snel weer op. We wuiven hen nog even gedag en vertrekken weer naar Antwerpen nadat ze hebben teruggezwaaid met hun staart. 



poëzie

20/06/2022
🖋: 
Auteur

Dat was het dan.  

Kans gemist of kogel ontweken?   

 

Onze woorden weergalmen in mijn hoofd.  

Strelen en steken.  

 

De werkelijkheid is geen poëzie.  

Afwassen en stofzuigerzakken.   

Rekeningen betalen en boterhammen smeren.  

Slapeloos en slaperig.  

Niet praten en veel roepen.  

Zij is mijn slechtste kant.  

 

Ik bewaar ons liever in mijn fantasie.  

Voor altijd veilig vacuüm.  

Zodat de werkelijkheid ons nooit verzuurt.  



dwarsdoorsnede

20/06/2022
Cookie Clicker (© Orteil | dwars)
Bron/externe fotograaf

Orteil

🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes – oud en nieuw, of oud en vernieuwd. De hype is weeral even gaan liggen, maar toen goude oude OG clicker-game Cookie Clicker op Steam werd gelanceerd brak het even alle records en behaalde het in een mum van tijd een plaatsje in de lijst van meest gespeelde games met op regelmatige basis meer dan 60 000 spelers. Tegenwoordig spelen nog zo’n 7 à 8000 spelers het spel op dagelijkse basis. 

Het opzet van Cookie Clicker is, zoals bij elke clicker of idle game, niet veel complexer dan de titel van het spel zelf. Je leidt een bakkerij die zich toelegt op het produceren van, jawel, koekjes. Koekjes produceren doe je aanvankelijk door, jawel, te klikken. Je aantal koekjes is een soort van valuta, je kan er gebouwen (zoals een koekjesbank, een koekjestempel, een chocolademijn) mee kopen die uit zichzelf koekjes opbrengen zonder dat je nog hoeft te klikken. Daarnaast koop je ook upgrades die diezelfde gebouwen en het klikken meer doen opbrengen. Dat is wat het spel ook verslavend maakt: de upgrades die tot upgrades leiden die tot upgrades leiden.  

Cookie Clicker zet redelijk hard in op de actieve spelcomponent, het klikken blijft belangrijk en wordt vervoegd door enkele minigames die de aandacht van de speler vereisen. Zo zijn er speciale Golden Cookies en Wrath Cookies, die om de zoveel tijd verschijnen op het scherm waarna de speler erop moet klikken om een willekeurige bonus te verkrijgen. Het is te zeggen: de Wrath Cookies kunnen ook een malus bevatten. Er zijn nog andere minigames die vrijgespeeld moeten worden. Elk gebouw kan geüpgraded worden met ‘suikerklontjes’, waarvan de speler er ongeveer eentje per 24h krijgt. Door de bank te upgraden kan de speler bijvoorbeeld speculeren op de ingrediëntenbeurs, in de tempel kan ie een eigen pantheon samenstellen voor extra bonussen en in de tovenaarstoren spreuken uitspreken. Wat het spel op lange termijn herspeelbaar maakt is het legacy-systeem, iets wat vele idle games gemeen hebben. Je geeft alle vooruitgang in je huidige spel op en afhankelijk van je totaal gerealiseerde koekjesproductie kan je permanente bonussen vrijspelen die een nieuw spel exponentieel sneller van de grond doen komen en je koekjesoutput naar een hogere macht tillen (letterlijk).  

Wat Cookie Clicker ten aanzien van andere idle games achterop doet hinken is allereerst het gebrek aan offline progression. De koekjesproductie wordt simpelweg een halt toegeroepen wanneer je je venster sluit, enkel het aantal suikerklontjes telt nog op, althans tot je daar (na heel lang spelen) upgrades voor vrijspeelt. Dat er weinig voordelen zijn om het spel even niet te spelen is enerzijds logisch, maar anderzijds een zonde tegen de conventies van het genre, temeer omdat het actief spelen al snel begint te vervelen door de redelijk trage vooruitgang en afhankelijkheid van autoclickers. Het helpt niet dat de graphics en de muziek eentonig zijn. Ook de achievements (bijvoorbeeld: produceer 1.000.000 koekjes), die tevens bonussen verschaffen, getuigen van weinig creativiteit. Het spel simpelweg spelen volstaat in de meeste gevallen om ze vrij te spelen. Cookie Clicker moet het dus vooral hebben van zijn nostalgische kracht, het spel zelf is tegenwoordig maar slappe, herkauwde koek. 



op studiereis naar Namen

17/06/2022
Studiereis Namen (© Tine Vandeweyer | dwars)
Bron/externe fotograaf

Tine Vandeweyer

🖋: 
Auteur extern

Michèle Peters


Het weekend van 29 april tot 1 mei was vervuld van literaire interesses. Professor K. Gyssels organiseerde een vrijwillige studiereis naar Namen waarin we ons konden onderdompelen in de Franse literatuur en cultuur in een Franstalige provinciestad met veel allure. Daartoe nodigde ze al haar studenten uit die een van haar literatuurvakken volgen in derde Bachelor of in de (edu)Master. Hoewel ons groepje van tien studentes vrij heterogeen was, heerste er een zeer aangename sfeer. We deelden allen eenzelfde interesse: Franse literatuur en cultuur, gevoed door een stevige fibre historique

vrijdag 29 april

Vrijdag 29 april werden we in de namiddag verwacht op de Faculté de Lettres in Namen. Professor Caroline De Mulder, docente Franse literatuur en romanschrijfster, verwelkomde ons in twee van haar lessen: schrijven en theater. Tijdens het eerste schrijfatelier zetten we onze eerste stappen in het schrijven van een novelle. Nadat we kort de kenmerken van een novelle hadden overlopen, stimuleerde de professor ons om met onze vijf zintuigen aan de slag te gaan. Na enkele ademhalingsoefeningen begeleidde ze ons bij het schrijven van kleine stukjes tekst. Dat deed ze aan de hand van allerlei denkoefeningen. Zo was er een opdracht waarbij we onze ogen moesten sluiten en moesten denken aan een treinstation. Stel, je moet er wachten. Wie tref je daar aan en wat blijft je bij over die specifieke persoon? Op die manier werden onze verbeelding en creativiteit geprikkeld.

Na een uurtje schrijven woonden we een les over het Franse theater bij. Het onderwerp van de les was het naturalisme in het theater. Onder andere werken zoals Henriette Maréchal van de gebroeders de Goncourt en Thérèse Raquin van Zola werden besproken. De les verliep anders dan wat wijzelf gewend waren aan UAntwerpen. Terwijl wij tijdens de colleges interageren en meer discussiëren over de teksten die we lezen, doceerde Prof. De Mulder de leerstof en namen de studenten vooral notities in hun syllabus. Dat was even wennen. 

Tijdens het tweede luik van ons schrijfatelier werd opnieuw participatie en creativiteit van ons verwacht. We werkten verder aan onze novelle. Uiteraard was de tijd te kort om deze effectief af te werken. Dit was ook niet het doel dat Prof. De Mulder zich had gesteld. Ze wilde ons kennis laten maken met enkele technieken om in een korte tekst lezers te boeien en onze eigen schrijfdrang aan te wakkeren. Elk ging van start met het schrijven van haar genre bref en hierin is ze zeker geslaagd. Gelukkig kunnen we na deze studiereis ons literair (meester)werk voltooien!

Met een intense maar leerrijke namiddag achter de rug, was het dan tijd om de stad te gaan verkennen. In groepjes kuierden we door de straten van de oude binnenstad en, zoals het goede literatuurstudenten betaamt, bezochten we heel wat boekenwinkels. Vooral het bezoek aan la librairie d’occasion, de fameuze Librairie Thirionet kon ieders hartje bekoren. De uitbater was een sympathieke boekenworm die bij elk boek dat ons interesseerde, en anekdote wist te vertellen. We snuisterden een hele poos in de uitgebreide collectie van de zichtbaar trotse eigenaar en verlieten opgetogen de zaak. Sommigen onder ons hadden een boek dat sinds jaren op hun verlanglijstje stond hier op de kop kunnen tikken. Van succes gesproken!

 

zaterdag 30 april

Met twee museumbezoeken en een concert op het programma beloofde zaterdag 30 april minstens even interessant te worden. Om 10 uur meldden we ons aan de balie van het Musée Félicien Rops. We werden er ondergedompeld in het leven en het werk van de Naamse kunstenaar. Omdat de gids onze literaire achtergrond kende, besteedde hij extra veel aandacht aan één bepaald werk, namelijk het frontispice dat Rops ontwierp voor de gedichtenbundel Les Epaves van Charles Baudelaire. Rops tekende tot tevredenheid van le prince des poètes een levensboom gevoed door de zeven hoofdzonden. Meer dan twee uur lang vertelde de gids gepassioneerd over het leven en werk van deze vermaarde karikaturist. Rops werd bewonderd door Baudelaire en J.K. Huysmans, naast vele andere tijdgenoten uit literaire en artistieke, internationale kringen uit het symbolisme. 

Na dit memorabele, leerrijke bezoek was het tijd om op krachten te komen: een leuk terrasje en een lekkere croque in de studentenbuurt betekenden heerlijk nagenieten. Na deze lunch verdiepten we ons in de eeuw van de Franse Verlichting met een bezoek aan het Les Bâteliers. Het museum is gevestigd in het voormalige Hôtel de Groesbeeck, een prachtig herenhuis uit de 18e eeuw, en etaleert een uitgebreide collectie decoratieve kunst: meubilair, klokken, schilderijen, kristal, kledij … Dankzij de rondleiding kregen we een beeld van de aristocratische salons in de 18e en 19e eeuw. Onze gids Michèle beëindigde de rondleiding in de tuin, een idyllische plek waar we tot rust konden komen en leuke groepsfoto’s namen. 

Als kers op de taart sloten we de avond en ook het weekend af in stijl: we woonden een klassiek concert bij, “Katchaturian et l’esprit slave” in het nieuw concertgebouw van Namen. L’Orchestre Philharmonique Royal de Liège speelde er eerst en vooral Phaéton (Camille Saint-Saëns), en daarna een aantal stukken gebaseerd op Spartacus. Een adembenemende ervaring.

 

zondag 1 mei

Op zondag 1 mei keerde we allen op eigen tempo weer naar huis. Ons “Feest van de Arbeid” betekende nagenieten van tal van culturele ervaringen en de ontdekking dat Namen veel te bieden heeft: het hoeft niet altijd een citytrip buiten de landsgrenzen te zijn om onze bagage te verrijken! De studiereis is zeker voor herhaling vatbaar. Aan de ene kant was er een erg gevarieerd programma; aan de andere kant leerden we elkaar beter kennen via onze conversaties in het Frans, en ondanks het feit dat we elkaar soms nauwelijks kenden bij vertrek, keerden we terug naar huis met een goed groepsgevoel en inzet voor onze studies. We zijn Prof. Kathleen Gyssels zeer dankbaar voor haar engagement en enthousiasme. Dankzij haar was deze tweedaagse mogelijk en hebben een andere manier van lesgeven ervaren, maar ook een concert bijgewoond en musea in een provinciestad ontdekt.

 

Namen deel aan deze "expeditie": Sarah Schroyens, Stiene Horemans, Michèle Peeters, Charlène Clément, Emilie Heirbaut, Rebecca Sadoughi, Emma Verslype, Tine Vanderweyer, Victorine Van Mieghem, Camille Callant



een festijn voor feitjesfetisjisten

13/06/2022
🖋: 

Hoewel mijn wekker al om zeven uur een eerste teken van leven gaf, zit ik pas twee uur later achter mijn bureau. Het bewijs dat mijn ochtendroutine uitblinkt in inefficiëntie. Gelukkig heb ik nog een hele dag voor de boeg. Helaas, drie kwartier later is het ver zoeken naar enige vorm van productiviteit. Afleiding, de grootste kwelduivel onder studenten, slaat genadeloos toe.  

De beruchte demon kent vele gedaanten: een voorbijrazende motorfiets, de bosmaaier van de buren of mijn kat die besluit een bloempot omver te stoten. Ogenschijnlijk futiele zaken die mijn studieritme genadeloos ondermijnen. De grootste plaaggeest blijft toch het internet. Het wereldwijde web draagt niet bij tot de studiemoraal: oud-klasgenoten die hun laatste examen wél al achter de rug hebben posten jaloersmakende foto’s, nieuwssites berichten over het leed in de wereld en op Twitter zit de ene onbekende de andere weer in de haren. Ik heb nood aan een gezonde dosis neutraliteit. Op naar Wikipedia!  

Eens ik daar ben aanbeland komt er van studeren weinig in huis. Meestal begint mijn speurtocht met goede bedoelingen.  Zo stuitte ik bij het lezen van een cursus op de Franse koningin Catharina Di Medici, een naam die een klein belletje deed rinkelen. Mijn aangeboren nieuwsgierigheid stuwt me naar dichtstbijzijnde internetbrowser. In een handomdraai verschijnt er een uitgebreid artikel over het leven van de Franse koningin op mijn beeldscherm. Tot zover het studiegerelateerde gedeelte … Zodra ik de eerste interne link aanklik, is het hek van de dam. Door een maalstroom van interessante artikels drijf ik steeds verder weg van mijn oorspronkelijke zoekopdracht. Een paar muisklikken later beland ik bij een lemma over Jean Nicot, een zestiende-eeuwse Franse ambassadeur naar wie de stof nicotine is vernoemd. Mijn hersenpan is weer een wist-je-datje rijker!  

Soms dwaal ik zo ver af dat ik mijn oorspronkelijke zoekopdracht uit het oog verlies. Zo las ik op een blauwe maandag een lemma over folkmetal, een genre dat ver buiten mijn muzikale comfortzone ligt. Hoe belandde ik daar in hemelsnaam? Mijn eerste zoekopdracht bleek een grijsgedraaide radiohit te zijn. Van een onschuldig popdeuntje naar gitzwarte metal, voor Wikipedia is het slechts een kleine stap.  

Draagt een lichte Wikipediaverslaving bij tot mijn algemene ontwikkeling? Ik betwijfel het ten zeerste. Door mijn beperkte aandachtspanne lees ik zelden een artikel van A tot Z. Ik ga actief op zoek naar onbenullige wetenswaardigheden. Als doorgewinterde feitjesfetisjist zoek ik mijn heil in trivialiteiten. Mijn hersenen verteren nu eenmaal geen grote theorieën. De stelling van Pythagoras is een blinde vlek in mijn geheugen maar de voetnoot in mijn oude wiskundehandboek over het tragikomische levenseinde van de Griekse wijsgeer staat me nog helder voor de geest. Een mens moet zijn prioriteiten kennen …  

De zoveelste onproductieve studiedag loopt ten einde. Jezelf verrijken met zinloze wist-je-datjes is nefast voor het studieritme. Of ik nooit gedacht heb mijn Wikipediabezoeken af te bouwen? Ik heb talloze pogingen ondernomen zonder enig resultaat. De geest is gewillig maar de nieuwsgierigheid is zwak. Bovendien moet de nicotinepleister voor Wikipedia-adepten nog worden uitgevonden.  

 

P.S.: wie na het lezen van deze bijdrage meer wil weten over de dood van Pythagoras, één adres …   



het laatste woord

13/06/2022
🖋: 
Auteur

Je zal het voorhebben: het ligt op je tong en toch kan je niet. Dat ene woord ontglipt keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we licht op een woord waar de meest vreemde betekenis, rocamboleske herkomst of grappige verhalen achter schuilgaan. Deze editie buigen we taalregels en ons over ellips. 

Er zijn veel grappige figuren, sommige daarvan zijn stijl. Ellips vinkt beide hokjes. Neem nu deze zin die stelt dat een ellips in de meetkunde een vlakke kromme is, waarbij de som van afstanden van alle punten op die vlakke kromme tot twee gegeven brandpunten constant is en dat een ellips in de taalkunde een stijlfiguur is waarbij er een woord weggelaten wordt of meerdere woorden weggelaten worden om een suggestief effect te bereiken of waarbij er een woord weggelaten wordt of meerdere woorden weggelaten worden om zinloze herhaling te vermijden. Onleesbare rommel, toch? Laat dingen weg en je tekst wordt leesbaarder. 

Uiteraard kan je (daarin) overdrijven. Hoe beknopter (je schrijft), hoe minder haakjes (je lezer heeft) om (zich) aan vast te (kunnen) houden en (hoe minder) exact je tekst. Toch mag je (de) intuïtie (van je lezer) niet onderschatten. (laat ons even) Terug naar de meetkunde (gaan). Ondanks dat het niet correct is om een ellips als (een) uitgerekte cirkel te omschrijven, kunnen de meeste lezers zich er iets bij voorstellen. Dat gaat zeker als ze al vertrouwd zijn met (hoe) een ellips (eruitziet), ook zonder dat ze de exacte definities kennen. (dat gaat) Net zo met taal. Tekstuele en sociale context helpen genoeg om in tekst te navigeren. (een) Kort(ere tekst) leest nu eenmaal vlotter. (of zoals) Jan Renkema in Schrijfwijzer weet: “Zodra weglating de stijl versterkt is er niets tegen (in te brengen).” 

Let op! Net zoals meerdere wiskundigen wellicht huiverden bij het lezen van ‘uitgerekte cirkel’, zo beten sommige taalfanatici zich vast in hun definitiepilaren: een ellips is niet zomaar een weglating! Volgens deze figuren gaat het enkel om zinnen zonder onderwerp of persoonsvorm. Een voorbeeld. En nog een. Gaat lekker, toch? Gebiedende wijzen en samengetrokken zinnen rekenen ze niet tot ellips. Nonsens, natuurlijk. Ellips is afkomstig van élleipsis: weglating, ontbreking, tekortschieten. Laat iets weg en je hebt een ellips, me dunkt; aan ontbreking ontbreekt het taal niet. 

Een aantal taalpuristen, een term waaronder ook vele van de dwars-eindredactie zich met misplaatste trots scharen, zulke zaken niet als ellips erkennen. Van syllepsis moeten ze ook niet veel hebben, trouwens. De syllepsis is nauw verwant met de ellips: waar in de ellips eenvoudigweg iets wordt gelaten, wordt er bij syllepsis een woord betrokken op een woord in die zin waar het niet strikt past. ‘Hebben’ in de zin ‘Of eindredacteurs of deze auteur het nu bij het rechte hebben, is niet duidelijk.’, zou volgens de eersten enkel toepasselijk zijn als die laatste gewag maakt van het koninklijk meervoud. Zelf vind ik het mijn royaal prerogatief om mij van die meningen weinig aan te trekken. 

Dan nog liever de wiskundigen, die laten met ellipsen tenminste nog planeten draaien en hebben best veel leuke eigenschappen. Zo valt de omtrek van een ellips niet losjes te berekenen, daarvoor gebruikt men een specifieke (elliptische) integraal. En excentriciteit dan. Denk aan excentriek, maar dan voor kegelsneden. Zo zijn ellipsen excentrisch in hoeverre er afgeweken wordt van cirkels. Het lijkt er dus op dat de ene ellips een buigzamere persoonlijkheid dan de andere; niet elke kromme is helemaal en dat heeft vast gevolgen voor de guest list op de meer elitaire feestjes in Plato’s ideeënwereld. Net zoals voor ondergetekende op eindredactiebrunches na dit artikel. 

U ziet, figuren in stijl en maat. Vaak met een hoek af. Zeg eerlijk. Onderwerpen? Persoonsvormen? Context? Echt nodig? ‘tuurlijk niet.