Student en sport. Vloeken deze woorden? De allitererende ‘s’ doet ze nochtans vlot uit de mond rollen. Student en sport. Zijn het elkaars uiterste tegengestelden? Maar is de studententijd niet de fleur van eenieders leven? Dan sport men zich toch te pletter? Student en sport. Leuzen genoeg om je te laten inspireren: van het gouden oude ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’ tot ‘zweet is slechts vet dat huilt’ of de gevleugelde woorden van Rocky Balboa: “It ain't about how hard you hit. It's about how hard you can get hit and keep moving forward.” Neen? Weten ze je niet te raken? Te lui, te veel geleerd, te veel gefeest? Ik begrijp het en wil helpen.
Daarom doe ik het in jouw plaats. Iedere maand beoefen ik zelf een sport, om vervolgens mijn avonturen hier neer te schrijven. Wat de keuze qua sporten betreft: ik volg de mindset ‘hoe gekker hoe beter’. Laat dat potje voetbal of tennis dus maar varen; een namiddag kleiduifschieten, teenworstelen of schaakboksen zijn de activiteiten. Deze maand doet er zich echter een klein probleem voor: de deadline toont binnenkort al zijn venijnig gelaat en in zulke korte tijdsspanne is het onmogelijk om zowel een sport te beoefenen als in detail mijn belevenis neer te schrijven. En dat is uiteraard wat de dwarslezer verdient, een met zorg geschreven en volledig afgewerkt artikel. Maar net als vele anderen heb ook ik een lief en twee katten te onderhouden, ik hoop dat je het begrijpt.
Gelukkig zijn er ook heel wat studenten die regelmatig aan sport doen – al doet de inleiding hierboven het tegendeel vermoeden – en waar ik bijgevolg mijn mosterd kan halen. Ieder jaar oganiseert en ontwerpt de Sportraad zelfs een competitie speciaal voor studenten, de Antwerp Students League (ASL), waarin gestreden wordt voor de overwinning in veld- en zaalvoetbal, basketbal en volleybal. En dat doen studenten uiteraard op leven en dood, want wie wint gaat de eeuwigheid in, maakt kans op miljoenencontracten, ontvangt zelfs een standbeeld uit massief marmer, pronkend aan de ingang van de sporthal op Stads- of Middelheimcampus! Of dat lijken bepaalde deelnemers toch te denken ...
Begrijp mijn sarcastische toon niet verkeerd, een competitie mag op zijn minst ietwat serieus genomen worden. Anders ben je maar gewoon een balletje aan het trappen, zonder meer. Net het feit dat er iets op het spel staat, vormt de charme van een competitiestrijd. Samen de winst bereiken is bijgevolg de ultieme beloning, samen ten onder gaan het ultieme leed. ‘Samen’ is hierbij een belangrijk woord. De Antwerp Students League is namelijk een competitie voor alle Antwerpse studenten. En dus ook voor vrouwen. “Uiteraard ook voor vrouwen, meneer de columnist!”, gaat je geëmancipeerde studentenbrein nu hevig tekeer, terwijl het een overloed aan signalen stuurt naar je op tafel bonkende vuist. “Dat is toch vanzelfsprekend?”
Blijkbaar niet voor iedereen. Vorige week polste de organisatie van ASL op Facebook of er nog voldoende dames geïnteresseerd waren om deel te nemen aan het veldvoetbal. Het systeem werkt nu namelijk als volgt: indien een volledig elftal wil aantreden, moet de ploeg uit negen mannen en twee vrouwen bestaan. Wie echter kiest om zonder vrouwen te spelen, moet ook twee extra mannen naar de bank verwijzen, waardoor het team slechts zeven spelers telt. De maatregel heeft als doel ploegen aan te moedigen op zoek te gaan naar vrouwelijke spelers en ze ook op te stellen. Naast heel wat positieve antwoorden op de post, stuitte de organisatie ook op enkele pretbedervers. Verblind door strijdlust en met een hevige drang om te winnen, pleitten bepaalde studenten voor een competitie die alleen uit mannelijke spelers bestaat. “Want dat zou de ASL doen groeien en uitsluitend topmatchen opleveren”, luidt de commentaar. Maar wat dan met teamspirit? Wat met sportiviteit, ook naast het veld? “Vrouwen mogen nog altijd meedoen, maar vanaf de kwartfinales moet een ploeg in staat zijn enkel mannen op te stellen, zonder straffen of maatregelen”, luidt nog een argument. Ook die regeling is gewoonweg betreurenswaardig, enthousiaste vrouwelijke spelers worden dan figuurlijk buitenspel gezet zodra de wedstrijden ‘belangrijk’ worden. Belangrijk voor wie of wat? Het ego van de studentenclub en diens praeses? Alsjeblieft zeg, je speelt in een competitie met studenten, tegen studenten en voor studenten. Behalve studenten is er dan ook geen haan die ernaar kraait. Laten we het gezellig houden voor iedereen.
Uiteindelijk verhitte de discussie en greep de organisatie van ASL in, waarna de post vakkundig van Facebook werd verwijderd. De uitkomst van dit alles? Het ziet er niet naar uit dat het systeem van afgelopen jaar drastisch zal worden aangepast. Man en vrouw voetballen nog altijd samen en zolang er geen waardig alternatief voorgelegd kan worden, zoals bijvoorbeeld de instelling van een volwaardige vrouwencompetitie, blijft dit samenspel hoogstwaarschijnlijk ongewijzigd. Sommige studenten zijn echter hun kleuterjaren nog niet geheel ontgroeid: de ‘meisjes mogen niet meespelen’-fase is klaarblijkelijk blijven hangen. Sneu.