Iedere maand laat Capitant, de studentenvereniging die studenten inleidt tot en begeleidt naar de financiële markten, economische en financiële onderwerpen aan bod komen in het Marktsegment van dwars. Deze rubriek gidst je door het beursnieuws heen, zonder vast te lopen op de moeilijke en ingewikkelde concepten. Hier worden ze uitgelegd in mensentaal.
Enkele weken geleden trokken we met Capitant naar Londen om daar enkele bedrijfsbezoeken af te leggen bij financiële instellingen. Londen is een geliefde wereldstad en staat bekend om talloze dingen: mode, muziek, film en nog veel meer. Ook op economisch vlak speelt Londen een hoofdrol op wereldniveau. In eigen land draagt de Londense economie 20 procent bij aan het bruto binnenlands product. Op wereldvlak staat Londen bekend als belangrijk financieel centrum. Buurten als de City of London en Canary Wharf staan vol met wolkenkrabbers in alle soorten en maten en bieden een werkplek voor banken, asset managers, traders en beurswolven. Hoogtepunt van dit allegaartje aan gebouwen is de One Canada Square: 235 meter hoog en 50 verdiepingen rijk. Op de verschillende trading floors van het gebouw werkt ongeveer evenveel finance-personeel als in heel Frankfurt, de grootste concurrent van Londen in Europa.
een geschiedenis doordrongen van finance
Om te weten te komen waarom Londen de wereldstad is geworden die het nu is, duiken we 2.000 jaar terug in de geschiedenis. Het was rond ongeveer die tijd dat de Romeinen Londen voor het eerst beschreven. Het was toen nog een klein, weinig betekenend dorp aan de oevers van de Theems. 200 jaar later was het uitgegroeid tot een grote Romeinse nederzetting, zichzelf verrijkt door handel. Het was echter wachten tot het einde van de 16de eeuw voor Londen echt relevant werd als financieel centrum. In 1565 werd de Royal Exchange opgericht in de City of London, waarmee de trend gezet was voor dit stadsdeel. Nog steeds staat de City bekend om haar vele financiële instellingen, waar de naburige City of Westminster traditioneel onderdak biedt aan de overheid met onder andere het Palace of Westminster. De opgang van de industriële revolutie in de 18de eeuw zorgde voor een sterke economische groei die ook de financiële sector ten goede kwam. De financiële instellingen in de stad bleven aangroeien, onder stimulans van een groeiende economie. Ook in de 19de en het begin van de 20ste eeuw zetten deze trends zich voort dankzij technologische vooruitgang, zoals de spoorlijnen naar Londen, de London Underground genaamd. Hierdoor vond er een globalisering van het netwerk naar Londen plaats.
Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef Londen zichzelf verstevigen als centrum van de financiële wereld. Belangrijke factoren hiervoor zijn onder andere het feit dat Londen in een praktische tijdszone ligt. Zowel handelen met Noord-Amerika als Azië kan voor een deel geschieden binnen de normale werkuren. Daarnaast speelt het ook in het voordeel van de Engelsen dat ze de huidige lingua franca en wereldtaal spreken: het Engels! Andere factoren zijn iets technischer van aard. In de jaren '60 van de vorige eeuw stond de pond bijzonder sterk. Dit maakte het voor de Engelsen minder interessant om buiten eigen land te gaan investeren. Het waren dus geen hoogtijdagen voor de investment business in Londen. Aan het eind van de jaren '60 begon de pond echter geleidelijk in waarde af te nemen. Deze evolutie leidde ertoe dat de pond een gewild instrument werd om te investeren in het buitenland. Dit vormde een gezonde motivatie voor veel investeerders en bedrijven om zich in Londen te vestigen, waardoor naast banking ook investment management zichzelf daar op de kaart zette.
Een ander bekend fenomeen binnen de Londense finance-wereld is de ‘Big Bang’. Op 27 oktober 1986 ging er een schokgolf door de financiële wereld. De financiële markten werden sterk gedereguleerd, wat grote gevolgen had voor Londen als financieel centrum. Naar deze ingreep wordt gerefereerd als de ‘Big Bang’ omdat op één dag plots een stuk meer marktactiviteit werd verwacht door de ingrijpende deregulatie. De ‘Big Bang’ bevestigde Londen als wereldleider voor de financiële wereld. Hoewel de gevolgen voor Londen in de periode na de ‘Big Bang’ erg positief waren, gaan er stemmen op die een stuk van de verantwoordelijkheid van de financiële crisis van 2007 toeschrijven aan deze financiële oerknal.
imposante gebouwen en een augurk
Dat Londen een grootstad is binnen de financiële wereld valt niet alleen af te leiden uit haar geschiedenis, ook de imposante gebouwen in de financiële districten getuigen hiervan. Lloyd’s of London, een trading floor voor verzekeringen, heeft een opmerkelijk gebouw laten ontwerpen door Richard Rogers, dezelfde architect als die van het Centre Georges Pompidou in Parijs. De twee gelijken in sterke mate op elkaar, beide gebouwen lijken binnenstebuiten te zijn gebouwd. Leidingen voor water, elektriciteit en verwarming lopen aan de buitenkant en ook de liften zijn hier te vinden. Door het futuristische en tot de verbeelding sprekende uitzicht, wordt het gebouw vaak gebruikt in films.
Iets verderop staat de London Gherkin, liefkozend refererend naar een augurk. Dit gebouw, waarvan de bouw afgelopen was in 2003, is ondertussen kenmerkend geworden voor de Londense skyline. In 2006 stond het gebouw te koop, een aanbod waar IVG Immobilien en Evans Randall 630 miljoen pond veil voor hadden. Dit prijskaartje maakte de Gherkin het duurste kantoorgebouw van Groot-Brittannië.
Hoewel Londen nog niet zo lang geleden werd ingehaald door New York als belangrijkste financieel centrum van de wereld, blijven financiële bedrijven in Londen investeren. Het staat vast: finance bepaalt voor een deel het verleden én de toekomst van Londen.