Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie gaan we 'pimpelen' met de pink omhoog.
Al sinds ik kennismaakte met het nachtleven en de daarmee gepaarde alcohol merkte ik een zekere vulgarisering van de taal in mijn omgeving. En nee, dat ligt niet aan het feit dat ik me voornamelijk in de Aalsterse kroegen bevond. Door het merendeel van de zestienjarigen werd “die hebben gekust” eerder beschreven als “die hebben staan muilen”, en “ik heb een pintje gedronken” veranderde haast onvermijdelijk in “ik heb gans het weekend gezopen”. Ik moet toegeven dat ik nog voor ik het doorhad ook deelnam aan die trend. Het was sterker dan ikzelf (en dan heb ik het over het taalgebruik), maar ik kan je verzekeren dat mijn moeder er niet mee was opgezet. Ze vindt die woorden nogal plat en “ook gewoon echt niet mooi”. Dat, samen met mijn diepgewortelde fascinatie voor mooie woorden, bracht me op een zoektocht naar ludieke manieren om dezelfde bourgondische gedragingen te omschrijven. Een “prédrink” werd “een potje inpilsen” en “mijn zuipmakkers” werden “mijn drinkebroers”.
Sinds kort heb ik een nieuw pareltje binnen deze categorie ontdekt. Het was liefde op het eerste gezicht. Tegenwoordig verberg ik mijn semi-problematisch overmatig drankgebruik achter het lieflijke werkwoord ‘pimpelen’. Deze schattige formulering klinkt als een oud kinderlijk volksspel, een soortgenoot van bikkelen, ringwerpen en sjoelen, maar dat is het allesbehalve. Daarbij weet ook het substantief ‘pimpelaar’ mijn ex-favoriet ‘drinkebroer’ in te halen op mijn lijst der favoriete ‘mooie benamingen voor mensen die graag weleens een glaasje drinken’. Het zou zo een titel kunnen zijn van een nieuwe Suske & Wiske: ‘De pimpelende patissier’.
De kans bestaat dat er ondertussen een belletje is gaan rinkelen bij de fervente Cluedo-spelers. Bij hen groeit vanaf nu ook het vermoeden dat de moord gepleegd werd door Professor Pimpel met behulp van een heupfles of een fles whisky. Wie had er ooit gedacht dat mijn onnozel woordenlijstje criminele daden kon oplossen? Toch moet ik degenen die nu vergezochte fantasieën beginnen te krijgen over de pimpelmees teleurstellen. Dit beestje vliegt doorgaans niet zoals een dronkenlap terug naar huis fietst na een zware avond, maar zou etymologisch wel zijn oorsprong vinden bij het Zuid-Nederlandse ‘pumpel’, wat vlinder betekent.
Hoe dan ook, bij deze ben ik wel in mijn missie geslaagd om mijn mama niet langer te storen met mijn boertig taalgebruik. Voortaan beantwoord ik haar “Wat zijn je weekendplannen?” dus met “pimpelen”. Benieuwd wat ze daarvan vindt.
- Log in to post comments