“Zouden de studenten hierin geïnteresseerd zijn?” Aan het woord in de eerste dwars van het academiejaar was Geert de Hoon, voorzitter van de Studentenraad van de Universiteit Antwerpen. De ‘hierin’ sloeg op de verslagen van hun algemene vergadering. Deze vraag stelden we dan ook aan jullie, beste studenten, in onze enquête Raad voor de Studentenraad.
Met deze enquête gingen we bij jullie te rade. Wat zijn jullie visies en ideeën over de Studentenraad? Hoe evalueren jullie deze belangrijke werking? Wanneer we deze enquête op het einde van het academiejaar herhalen, hopen we een evolutie te zien. Laat ons wel toegeven dat we slechts 216 van jullie zover kregen om onze enquête in te vullen, zelfs na een melding op Blackboard. We beseffen hoe moeilijk het is om de studenten te bereiken. Met dit onderwerp. Jawel.
onbekend is onbemind
Aan het hoofd van een Studentenraad staat een voorzitter. Hij of zij zou het gezicht horen te zijn van dergelijke organisatie. 21,8% van de deelnemende studenten kan de naam van de vorige voorzitter – Anaïs Walraven – voor de geest halen. De naam Geert de Hoon wordt door slechts 13,9% van de deelnemers herinnerd. In zijn voordeel speelt dat het academiejaar op het moment van enquêteafname slechts twee weken bezig was. Of hoort dat net de periode te zijn waarin de studenten iets vernemen van de Studentenraad?
Anaïs Walraven deelde ons – terecht – mee dat het meer opportuun zou zijn de namen van de studentenvertegenwoordigers uit de eigen opleiding te bevragen. “Als voorzitter van de Studentenraad sta je immers aan het hoofd van een grote werking, maar het zijn de stuvers in de onderwijscommissies en de faculteitsraden die echt snel een verschil kunnen maken voor hun medestudenten.”
Zo gezegd, zo gedaan. De cijfers zijn treurig: 5% van onze deelnemers kent zijn facultaire vertegenwoordiger. De studentenvertegenwoordigers scoren opvallend beter: zo'n 29,5% kan de naam van zijn/haar facultaire vertegenwoordiger neerpennen. Bij de doorsnee studenten haalt echter een schamele 1,1% deze hindernis.
transparantie
Net na het publiceren van deze enquête werd ons gevraagd deze nog even offline te halen en de publicatie te herbekijken. “Ik denk namelijk dat het niet bevorderlijk is om studentenvertegenwoordigers nog extra druk op te leggen om hun naamsbekendheid te verhogen. Uiteraard moeten we dat doen en dat weten we, maar hier kan je enkel stuvers of toekomstige stuvers mee afschrikken,” motiveert Geert de Hoon.
Naamsbekendheid is uiteraard niet enkel een ‘probleem’ of ‘taak’ van de studentenvertegenwoordiger zelf, maar een werk van lange adem. Een werk dat mee gedragen zou moeten worden door het centrale bestuur.
Dat centrale bestuur – het Bureau van de Studentenraad – moest echter tijdens de eerste Algemene Vergadering nog vervolledigd worden. Stonden er nog andere punten op de agenda? Wij weten het niet, want de verslagen zijn op onze universiteit niet openbaar.
Waarschijnlijk doen ze ook heel veel goede dingen, maar daar hoor je niets over.
- deelnemer van onze enquête
Toch is 77,3% van onze deelnemers van mening dat deze verslagen raadpleegbaar moeten zijn. 18,5% heeft geen mening en slechts 3,7% laat een luide nee horen.
Beau De Clercq en Joey De Pauw zijn beiden voorstander. Ze zetelen in de faculteitsraad van de faculteit Wetenschappen en vertegenwoordigen allebei de studenten van de opleiding Informatica in de onderwijscommissie. Beau is daarbovenop ook nog vertegenwoordiger van de studenten van de faculteit Wetenschappen in de onderwijsraad.
“Het publiceren van de verslagen brengt transparantie. Op zijn minst zouden de minder gevoelige onderwerpen die besproken worden openbaar gemaakt moeten worden. Desnoods geanonimiseerd”, motiveert Joey. Beau vult aan: “Het geeft een beter en correcter beeld van wat de Studentenraad doet en waar we voor staan. Hiermee wil ik echter niet gezegd hebben dat dit de verschillende campagnes moet vervangen, maar wel dat het als een aanvulling gezien moet worden.”
Er zijn minder schouders voor al het werk.
- Larsen Priem
Transparantie brengt dus informatie. En studentenvertegenwoordigers, volgens Beau. “Ik ben ervan overtuigd dat wanneer studenten geïnformeerd worden rond de inhoud van (facultaire) vertegenwoordiging, er studenten zullen opstaan om het op te nemen voor hun medestudenten. Om frustraties aan te pakken.”
“Ik voel me wel verplicht om te melden dat dit een punt is waaraan al een tijdje gewerkt wordt vanuit de Studentenraad. Het is noodzakelijk, want in mijn beleving hebben studenten altijd wel een mening. Ze hebben echter geen interesse om deze op relevante plaatsen te verkondigen. Wanneer ik pols naar de reden hierachter, hoor ik vaak dat het zinloos is om zulke zaken te melden. Alleen verandert er hierdoor niets en blijven dezelfde frustraties jarenlang circuleren.”
eisen stellen
Beau reikt op die manier een sleutel aan voor een groter aantal studentenvertegenwoordigers. Die moeten echter opkomen om verkozen te raken. Dat betekent ook: campagne voeren. In een ideale wereld toch. Een campagne wordt niettemin vaak als overbodig bestempeld. Zeker wanneer er minder of evenveel kandidaten zijn voor het aantal functies.
Nochtans vindt 83,8% van onze deelnemers het belangrijk dat ze de standpunten van de kandidaten kennen of kunnen raadplegen. Ook dat is een duidelijke roep naar informatie. Bijna een eis.
Geert de Hoon was nochtans van mening dat we geen eisen kunnen stellen aan studentenvertegenwoordigers wanneer we er zo weinig hebben. Met die uitspraak gaat 22,2% van onze deelnemers akkoord, maar 42,1% deelt deze mening niet.
Larsen Priem – lid van VVS en student in de faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen – gaat deels mee in Geerts verhaal: “Er komen steeds meer verwachtingen bij voor de studentenvertegenwoordigers. Hun studiepakket is echter niet minder en het stuverschap is geen hobby die je beoefent wanneer je even tijd hebt.”
“Werkgroepen, vergaderingen, AV’s, advies- en bestuursraden blijven allemaal gewoon doorlopen tijdens de examen- en blokperiodes. Je kan hen dus niet verplichten om bovenop hun functie nog in tientallen extra raden en organen te zetelen of daarbij nog een heel jaar aan activiteiten en acties in elkaar te steken. Er zijn minder schouders voor al het werk. En het belangrijkste werk hoort voor te gaan. Je bent nog steeds een student, ondanks de facilitaire tegemoetkomingen. Je bent vertegenwoordiger, geen manusje-van-alles voor ieder initiatief.”
Ik denk dat het niet bevorderlijk is om studentenvertegenwoordigers nog extra druk op te leggen om hun naamsbekendheid te verhogen.
- Geert de Hoon
“Desalniettemin is het correct en noodzakelijk om bepaalde zaken te verwachten van een studentenvertegenwoordiger in functie, zoals het bijwonen van vergaderingen – en hier ook op tijd aanwezig zijn. Hij of zij dient actief bezig te zijn met het vertegenwoordigen van zijn achterban en moet ook periodiek en strategisch terugkoppelen. Een stuver is immers geen benoemde leider die iedereen zomaar volgen moet. Een goede band met de achterban is noodzakelijk.”
visie
Allemaal goed en wel, maar hoe goed scoort de Studentenraad bij die achterban? Met een gemiddelde van 3,8 op 5 gelooft de student alvast wel in het belang van stuvers: het is voor de studenten duidelijk dat ze wel degelijk iets kunnen betekenen.
Toch geeft bijna 60% van de studenten aan dat ze geen beeld van de Studentenraad kunnen vormen, en dat ze er niets of te weinig van hebben opgevangen. Waarschijnlijk ligt hierdoor de score van de professionaliteit en het imago van de Studentraad een volledig punt lager. Met 2,8 op 5 kunnen we besluiten dat er ruimte is voor verbetering. Maar waaraan liggen deze lagere cijfers? We krijgen opvallende antwoorden – die bovendien vaak terugkomen – van onze deelnemers.
Het publiceren van de verslagen brengt transparantie.
- Joey De Pauw
16 studenten halen letterlijk het gebrek aan communicatie aan. 10 anderen geven aan geen verandering op te merken, waardoor er geconcludeerd kan worden dat er weinig wordt gedaan. Een ander vaak terugkomende reden voor een slechte evaluatie is een reactie van Anaïs op een opiniestuk van een medestuver afgelopen academiejaar.
9 studenten halen het voorval aan. “De Studentenraad kwam bij mij het meest in de kijker met de ‘rel’ rond de aanwezigheden vorig academiejaar. Hierbij vond ik de manier waarop Anaïs Walraven een medestudente persoonlijk aanviel onwaarschijnlijk onprofessioneel. Het was een schande dat een dergelijk 'opiniestuk' op hun website kon belanden”, schrijft een participant. Een ander voegt hieraan toe: “Ze willen leden, maar blaffen de leden die ze al hebben af. Dat is erg defensief en niet constructief.”
“Door het moddergooien bij het debat rond de zestigprocentregel lijkt het wel alsof je als studentenvertegenwoordiger geen andere hobby’s mag hebben. Laat staan dat je je mag focussen op je studies”, is weer een andere reactie.
“Waarschijnlijk doen ze ook heel veel goede dingen, maar daar hoor je niets over.” Het is niet de enige reactie die aangeeft dat er onvoldoende communicatie naar de studenten toe is: “Er is een groot gebrek aan communicatie en overleg met de andere studenten. Hierdoor heb ik persoonlijk het gevoel dat de Studentenraad weinig betekent voor het dagelijkse leven van de doorsnee student, aangezien je niet echt het gevoel hebt dat ze veel verschil maken.”
Een andere deelnemer maakt er nog meer woorden aan vuil: “De Studentenraad lijkt een ver-van-mijn-bedshow te zijn. Iets waar studenten geen grip op hebben. Adviezen en besluiten gebeuren boven in plaats van met de studenten. De Studentenraad oogt geen open studentenraad te zijn.”
Andere studenten zien het positiever: “Aan het begin van vorig academiejaar zat de Studentenraad samen met de rector. Dit creëert het beeld dat deze raad gehoor krijgt en een bepaalde invloed kan uitoefenen. Mocht ik dus een bepaald probleem willen aankaarten, weet ik dat dat bij de hoogste instanties van onze universiteit kan geraken.”
Het mag wel duidelijk zijn: inzetten op communicatie en informatie maakt de weg naar de studenten vrij. Ook aan naamsbekendheid kan de Studentenraad nog werken. De voorzitter is er zich bewust van, dat weten we. Ondertussen is hij gestart met een Facebookcampagne waar hij zijn bureauleden aan jullie voorstelt. Hopelijk zijn hierna de stuvers in de onderwijscommissies en facultaire raden aan de beurt. Zijn zij tenslotte niet degenen die snel verschil kunnen maken?
- Log in to post comments