Congolese jongeren voelen zich in de steek gelaten

Mouvement Panafricain vertolkt verlangen naar betere levensomstandigheden
28/01/2005
🖋: 
Auteur extern
Denis Bouwen

KINSHASA – In onze oud-kolonie Congo, die sinds 1960 onafhankelijk is, loopt een zeer moeizaam "transitieproces" dat het land aan een nieuwe, meer democratische bestuursvorm moet helpen. "Zo goed als iedereen liet de Congolese jongeren in de steek", beklemtoont Rossy Mbi, de voorzitter van de Mouvement Panafricain de la Jeunesse Congolaise (MPJC). "Veel jongeren hebben geen idee hoe ze uit de miserie moeten geraken. Ze raakten hun hoop in de politiek kwijt en vluchtten in de drank, drugs, muziek en prostitutie."

De levensomstandigheden in Congo mogen dan uitermate precair zijn, er is wel degelijk een "civiele maatschappij" die de strijd voor een meer rechtvaardige samenleving niet opgeeft. Ook onder de studenten en andere jongeren blijven mensen actief die zich niet wensen te verzoenen met het cynisme van diegenen die prediken dat “het toch allemaal nooit zal veranderen”. Een teken van hoop voor de toekomst van Congo, een land dat om historische en andere redenen nauw verbonden blijft met Vlaanderen en België.

 

Veelzeggend is dat de studenten in Kinshasa en andere Congolese steden begin juni 2004 massaal op straat kwamen. De studenten protesteerden toen erg fel tegen de lakse houding van de VN-missie in Congo (Monuc). In Congo leeft heel wat ergernis over de manier waarop de internationale vredesmacht haar – uitermate belangrijke – taak al dan niet uitvoert.

 

De "Panafrikaanse Beweging van de Congolese Jeugd" (MPJC) wil dat Congo opnieuw een jonge generatie krijgt die "waardig" en "verantwoordelijk" is, en die in staat is het land naar een betere toekomst te leiden. De initiatiefnemers zien zichzelf als een onderdeel van een beweging met een lange traditie die de Afrikaanse cultuur wil beschermen en die Afrika de mogelijkheid wil bieden haar rol in "het concert der naties" te vervullen.

 

"De MPJC werd opgericht op 8 juni 2003", vertelt voorzitter Rossi Mbi, een student geneeskunde in Kinshasa. "Jongeren uit diverse organisaties wilden niet langer in verspreide slagorde werken, maar hun krachten bundelen. De basis van onze werking is het panafrikanisme. Wij willen de Afrikaanse cultuur en specifieke waarden als solidariteit en onderlinge bijstand promoten. We geloven dat Afrika aan de wereld kan bewijzen dat het wel degelijk in staat is te evolueren. De filosofie van het panafrikanisme ontstond in de negentiende eeuw in Amerika, maar wij passen ze aan de Congolese realiteit aan. Congo beleeft een uiterst moeilijke periode. Wanneer er bijvoorbeeld in Oost-Congo wordt gevochten, lijkt het in Kinshasa alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Wij willen onze jongeren ervan bewust maken dat de gebeurtenissen in het oosten voor iedereen van belang zijn en dat zij het verdomde recht hebben dit land te laten evolueren."

 

"Conferenties" en publieke bijeenkomsten zijn voor de MPJC essentiële middelen om de Congolese jongeren bewuster te maken van de problemen en van de mogelijkheden. "Als jongeren leven we in zo'n grote miserie dat we verplicht zijn onszelf te beredderen", zegt Mbi. "We willen niet langer gewoon afwachten wat de anderen zullen doen. Met beperkte middelen willen we zoveel mogelijk van onze idealen verwezenlijken. Dankzij de bijdragen van onze leden kunnen we onze activiteiten zelf financieren. We willen onafhankelijk werken, en verbinden ons niet aan een politieke partij."

 

Complexen

"Jongeren van hun complexen bevrijden." Dat is een belangrijke uitdaging voor Rossy Mbi en de rest van het bestuur van de MPJC. In dat bestuur zitten heel wat jonge mannen en vrouwen met potentieel. Ondervoorzitter Rémy Musongela bijvoorbeeld is een student criminologie. Secretaris-generaal Kapax Kalume is een jurist. Mayuto Ibrahim verzorgt de "public relations". Hervé Kutonda Mbala is verantwoordelijk voor "het politieke departement". De vrouwelijke flank wordt verzekerd door mensen als Fanny Mbi, een zuster van de voorzitter, en Betty Nsende.

 

De jongerenbeweging tracht zoveel mogelijk jongeren in contact te brengen met Congolese politici. "Wij inviteren alle politici die in onze ogen een boodschap te vertellen hebben", stelt de voorzitter. "De machthebbers - de overgangsregering - staan eerder onverschillig tegenover onze activiteiten. De meeste politici in dit land zijn met andere dingen bezig dan met de bekommernissen van de jongeren of de bevolking. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen, die onze verzuchtingen wel begrijpen."

 

Mbi heeft geen gebrek aan inspiratie wanneer hij de vraag krijgt welke de concrete noden zijn van de jongeren in Congo. "Het onderwijssysteem is tegenwoordig van een lamentabele kwaliteit", legt hij uit. "Intellectuelen kunnen de problemen van hun land alleen maar helpen oplossen als ze een degelijk onderwijs genoten. Net als in andere landen gebeurt, zouden de autoriteiten hier jongeren moeten steunen wanneer ze zich willen organiseren. Er heerst een groot gebrek aan burgerzin, mede als gevolg van de oorlogen in de jaren negentig. De jongeren worden door zo goed als iedereen aan hun lot overgelaten. Kinderen werden misbruikt als kindsoldaten of voor andere doeleinden. Soms zijn ze goed om de leiders te komen toejuichen."

 

Jongeren die het geluk hebben een baan te vinden moeten vaak compromissen sluiten. "Meisjes moeten bijvoorbeeld accepteren dat ze 'met de baas moeten meegaan' als ze hun job willen houden. Universitairen hebben het zo moeilijk dat ze verplicht zijn 'taxichauffeur' te spelen. Theoretisch bestaat er nu in Congo een soort van minimumloon, maar in werkelijkheid blijft die maatregel dode letter. De jongeren zijn dan ook erg wanhopig."

 

Nieuwe politieke klasse

De vraag rijst wat er moet gebeuren om het lot van de circa 54 miljoen Congolezen te kunnen verbeteren. "Wanneer een voet door gangreen is aangetast, moet je hem afzetten om de patiënt te redden", argumenteert Mbi. "De huidige politieke klasse, die in de ban is van corruptie en egoïsme, moet plaatsmaken voor anderen. Het is hoog tijd voor een aflossing van de wacht, voor een nieuwe generatie politici met nieuwe ideeën."

 

Hét probleem bij uitstek in Congo is dat "de leiders" niet de minste visie voor hun land hebben, meent Mbi. "De leiders beschouwen Congo als een soort van familiebedrijf en bedienen zichzelf gretig uit de staatskas. Corruptie is er natuurlijk zowat overal in Afrika, maar bepaalde landen gaan wel voorop."

 

Volgens Mbi is de onvrede onder de Congolese bevolking zo diepgeworteld, dat er vroeg of laat problemen van komen. "Ik vergelijk de situatie met een geweldige atoombom, die dreigt te ontploffen. De machthebbers snappen maar niet dat de jongeren zeer gegronde verwachtingen koesteren. Ze verkondigen graag dat wij jongeren niet in staat zijn te begrijpen wat er gaande is en wat er moet gebeuren."

 

Het transitieproces in Congo is het resultaat van de vredesakkoorden die tijdens de intercongolese onderhandelingen in Sun City (Zuid-Afrika) werden afgesloten. “Sun City” deed in 2003 een overgangsregering aantreden, met Joseph Kabila als president. Kabila moest niet minder dan vier vice-presidenten naast zich dulden. Een belangrijk deel van de regering bestaat uit mensen die vroeger in rebellenbewegingen tegen "Kinshasa" vochten.

 

De zogenaamde "1+4"-formule stuit bij veel Congolezen op scherpe kritiek. "1+4 is gelijk aan 0", scanderen de Congolezen vaak tijdens demonstraties.

 

"In Sun City werden deals gemaakt die niets met de echte behoeften van de bevolking te maken hadden", vindt Rossy Mbi. "De vredesakkoorden legden wel een kalender voor vrije, transparante en democratische verkiezingen vast. Wij eisen dat de machthebbers de door henzelf beloofde verkiezingen ook laten plaatsvinden." Volgens de jongerenactivist kan het transitieproces op twee zaken uitdraaien. "Ofwel leidt de transitie tot een machtsstrijd tussen de 'composantes' (stromingen), ofwel komt het volk in opstand. Ik herinner daarbij aan de acties van de studenten op 3 en 4 juni 2004."

 

Offers brengen

Als het volk zou revolteren tegen de huidige leiders, zijn nieuwe bloedbaden niet uit te sluiten. Mbi reageert nuchter: "Om een nobel doel te bereiken moet je nu eenmaal offers willen brengen."

 

Essentieel voor het welzijn van de Congolese bevolking is dat de internationale gemeenschap, België voorop, haar engagement voor het democratiseringsproces vooral niet opgeeft. Ons land profileerde zich de voorbije jaren als een speler die de transitie in Congo wil zien slagen. Ook voor de jongeren van Congo is het belangrijk dat die inspanning wordt voortgezet.

 

Niets belet studenten- en jongerenorganisaties in Congo en België (Vlaanderen) overigens om onderlinge banden te kweken en elkaar te inspireren en steunen. Wie Congo kent, weet dat de Congolezen nog altijd veel genegenheid koesteren voor alles wat Belgisch is. Een belangrijke troef voor al wie de Congolees-Belgische betrekkingen een warm hart toedraagt en nieuwe vormen van samenwerking wil tot stand brengen.

 

 

Denis Bouwen
Afrika- en Congo-journalist
oud-student UA

 

Studenten die graag met de Mouvement Panafricain de la Jeunesse Congolaise (MPJC) in contact willen treden, kunnen e-mailen naar het adres mpjc_africa@yahoo.fr. Bellen kan naar het nummer 00243/988.31.675. Het secretariaat van het MPJC-bestuur zit in de Avenue Lubumbashi (nr. 398) in de wijk Adoula, een onderdeel van de gemeente Bandalungwa in Kinshasa. Wie graag contact wil leggen met studenten in Congo, kan ook e-mailen naar denis.bouwen@skynet.be.