dwarszitter

22/02/2025
🖋: 

Je kent het wel, met goede moed begin je in februari aan het tweede semester, maar in maart smelt je motivatie alweer als sneeuw voor de zon. Hoe anders had je leven er kunnen uitzien mocht je een ander pad ingeslagen zijn? Om dat te ontdekken gaat dwars regelmatig haar boekje te buiten. Deze keer nam ik een kijkje bij de discussies in de Research Master in Philosophy.

Discreet kon je me niet echt noemen toen ik plaatsnam in het kleine kaslokaal in de annex van Gebouw R. In de plaats van een volle aula vol half slapende studenten, kwam ik bij deze dwarszitter terecht in een kleine groep van een vijftal filosofen. De totale hoeveelheid passie bij deze studenten kwam misschien wel op hetzelfde neer als die in de voorgenoemde aula. Gelukkig was mijn aanwezigheid aangekondigd en ethisch bevonden, dus kon ik zonder al te veel schaamte en verwarde blikken het kaslokaal binnengaan. Ik was gewapend met de kennis van een enkel vak filosofie drie jaar geleden, plus twee teksten die me waren doorgestuurd en die ik heel toegewijd gelezen had.

Al snel werd duidelijk dat dit soort les me niet heel vertrouwd was. Ten eerste: de les bestond volledig uit een groepsdiscussie van de gelezen teksten en de filosofische concepten die erin voorkwamen. Ten tweede: de studenten namen effectief deel aan de discussie. En die was allesbehalve een koffieklets. Het onderwerp van de dag was onsterfelijkheid en al snel kwam ook de vraag naar boven wat een leven betekenis geeft, waar iedereen een verbazingwekkend eloquent en diepgaand antwoord op kon geven. Al werden de filosofische gedachten ook zeker bij mij aangewakkerd, kon ik er niet veel tussen brengen en beperkte ik me vooral tot gefascineerd luisteren.

Persoonlijke topfavorieten uit de besproken levensvragen, die ook werden gesteld in de teksten: Is er een manier waarop een onsterfelijk leven het waard kan zijn om te leven? Is het mogelijk om voldoening te blijven halen uit het leven? Wat als je tijd hebt om alles te bereiken wat je wil, zijn verlangens dan nog wel iets waard? En aan de andere kant, wat als er een grens aan je talenten zit en je bepaalde zaken nooit zal kunnen bereiken, ben je dan niet gedoemd tot een leven vol frustratie? Ook werd het onderscheid gemaakt tussen onsterfelijkheid en simpelweg niet ouder worden, waarbij werd gevraagd of ouderdom gezien kan worden als een onnodige dood. Is het noodzakelijk goed, omdat het natuurlijk is? Al bracht de les nog veel meer ontzettend interessante ideeën naar boven, toch was ik op het einde van de les niet echt warmgemaakt voor een onsterfelijk leven, moest me dat ooit aangeboden worden. Disclaimer: dwars stelt zich niet aansprakelijk voor mogelijke existentiële crisissen die het lezen van de voorgaande vragen heeft veroorzaakt.



stuvers aan het woord

22/02/2025
Stuver
📷
Bron/externe fotograaf

Laurens Verhaegen

🖋: 
Auteur

Waar is de Studentenraad zoal mee bezig? Haar roze logo verschijnt te pas en te onpas in de mailbox, maar wat doet ze naast mailen? Op welke manieren beïnvloedt ze het dagelijks leven van de student? Om daarachter te komen neust dwars in de projecten van de Studentenraad. Deze editie vertelt voorzitter Laurens Verhaegen over het studentenengagement.

Laurens merkt teleurgesteld op dat het studentenengagement lager ligt dan verwacht: “Je zou denken dat rechtenstudenten elkaar naar de keel vliegen in een Algemene Vergadering of dat taal- en letterkundestudenten zich literair laten gaan bij dwars, maar dat is niet het geval. Steeds minder studenten engageren zich.” Hij verwoordt probleem in memejargon: “Soms lijkt het alsof er NPC’s op onze campussen rondlopen.”

Toch haalt hij zelf veel voldoening uit zijn engagement. “Ik steek er veel tijd in, maar het gevoel dat je iets positief bijdraagt, is onbetaalbaar”, vertelt hij . Wanneer hij terugkijkt op zijn beginjaren binnen de studentenvertegenwoordiging, ziet hij een groot verschil. “Vier jaar geleden hoefden we studenten niet te overtuigen. Engagement was vanzelfsprekend. Nu lijkt die motivatie afgenomen. We proberen studenten te lokken met etentjes of weekendjes weg, maar echt engagement koop je niet met een broodje. Het gaat om de intrinsieke motivatie om bij te dragen.”

Ook clubs kampen met een gelijkaardige trend. “Ze vinden moeilijker praesidiumleden dan vroeger. Winaks praeses vertelde me dat zijn club vorig jaar achttien praesidiumleden telde, maar dit jaar nog maar tien. Ik weet uit vertrouwelijke bronnen dat al minstens twee clubs overwegen te stoppen tegen academiejaar ‘25-‘26, omdat ze te veel verlies lijden bij activiteiten en ze niet meer genoeg praesidiumleden vinden”, voegt Laurens toe.

Volgens Laurens is het cruciaal dat studenten zich engageren als stuver. “Ik hoor vaak: ‘Iemand anders zal het wel doen’, maar als iedereen zo denkt, gebeurt er uiteindelijk niets. Je engageren is niet zomaar een extraatje, het bepaalt mee hoe goed je medestudenten vertegenwoordigd worden.”

Om studentenparticipatie te stimuleren, werkt de Studentenraad samen met andere Antwerpse studentenraden en ASRA (de overkoepelende studentenraad van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen, ofwel AUHA) aan concrete aanbevelingen. Tegen het einde van dit semester worden deze voorgelegd aan de Antwerpse hogeronderwijsinstellingen. “We pleiten bijvoorbeeld voor de erkenning van engagement binnen het curriculum, zoals een korfvak waarin studentenvertegenwoordiging en coaching centraal staan”, legt Laurens uit.

Het uiteindelijke doel is om studentenengagement nieuw leven in te bazen. Engagement en participatie naast je studie lonen namelijk enorm, of je nu actief bent bij een club, bij een club, bij dwars of bij de Studentenraad. Als ik terugkijk op de voorbije vier jaar, kan ik overtuigd zeggen dat mijn studententijd zonder de studentenraad onvolledig zou zijn."



studentenleven

22/02/2025
🖋: 
Auteur

Dat studenten weinig tijd hebben, is algemeen geweten, zeker in de examenperiode. Tijdens een normale lesweek is dit gecompliceerder: waar tussen twee vakken soms van je verwacht wordt om op lichtsnelheid van de ene les naar de andere te lopen, heb je op andere dagen een hele namiddag vrij tot het volgende vak. Hier zijn een aantal leuke manieren om je springuren (nuttig) te gebruiken.

ontspanning (met vrienden)

Een van de beste manieren om springuren te overleven, is om dit met mede-springuurslachtoffers te doen. Geniet samen met je vrienden van een gratis theetje of kop koffie bij Zomaar een dak, Ichtus of Cabin of breng een bezoek aan Komida en verwen jezelf. Omdat Antwerpen de modestad van België is, zou het jammer zijn om daar geen gebruik van te maken. Struin gezellig over de Meir en zorg ervoor dat je met al je tassen de aua nog binnengeraakt.

sport en beweging

“Mens sana in corpore sano” – een gezonde geest in een gezond lichaam. Ga op advies van de Romeinse filosoof Juvenalis eens bewegen, want sporten heeft een positieve invloed op studeren. Ga naar de sportschool tijdens je springuren en sport eventuele ergernissen ervan af. Heb je geen zin om geld uit te geven aan een sportabonnement? Online vind je verschillende gratis work-outs voor pilates en yoga, ideaal om je spieren aan het werk te zetten! Waarschuwing: dwars is niet verantwoordelijk voor spierpijn de dag erna.

kunst, natuur en cultuur

Studenten op de buitencampus kunnen beweging en kunst combineren in het Middelheim Openlucht Museum door al wandelend tot rust te komen tussen de mooie kunstwerken.

Voor studenten van de Stadscampus is het Museum aan de Stroom (MAS) een grote aanrader, of je nu voor zes euro alle verdiepingen bezoekt of enkel foto’s op het gratis panoramisch terras maakt.

Natuurliefhebbers kunnen zich uitleven in Plantentuin Den Botaniek, aan de Schelde of in de Zoo van Antwerpen. Als je meer van architectuur houdt, zijn Het Steen en het Havenhuis de place to be. De centrale inkomhal is gratis, de koffiebar echter niet.

studeren, want zelfs een klein uurtje loont

Je bent zeker niet de enige student die in een vrij uurtje tegen zichzelf zegt dat het toch de moeite niet loont om nog aan iets te beginnen. Toch kan je zelfs in deze korte tijd een nuttige taak afmaken, zoals bijvoorbeeld nadenken over een leuk idee voor je tekst. Ook kan je opnieuw door je notities gaan, lessen nakijken of opgegeven oefeningen maken.

Omdat de boog zeker niet altijd gespannen kan staan, moet je vooral doen met jouw springuur waar jij je goed bij voelt.



antwerpen

22/02/2025
🖋: 
Auteur

Hemel, Drink, Joe English: vele haltes van ons Antwerpse tramnetwerk klinken mij vreemd in de oren. Bij Zwaantjes of Regatta kijken anderen misschien vreemd op, maar voor mij zijn ze bekend. Voor iedere pendelaar is het netwerk van vertrouwde tramhaltes anders en het lijkt wel alsof de eeuwige vertragingen en het gebrek aan voldoende zitjes de enige dingen zijn die we allemaal ervaren. Is ons tramnetwerk dan echt zo divers?

In een onderzoek voor dwars besloten mijn vriend Matthew en ik de proef op de som te nemen en alle 174 haltes in Antwerpen af te gaan. Om het wat spannender te maken, gaven we onszelf een moordende deadline: we kregen slechts één dag de tijd om de hele lijst te voltooien. Was er een wereldrecord in de maak? Stap op, activeer zeker je ticket en rijd mee tot de eindhalte om te weten of we het haalden!

We nemen het idee vanaf het begin al te serieus om het nog een grap te noemen. Wat begint als een gesprek over Antwerpens mooiste tramlijn, de nog steeds buiten dienst gestelde Tram 11, eindigt met een grondig uitgewerkte Excelsheet. Om de hele reeks binnen de tijd te kunnen afwerken, moeten we zo efficiënt mogelijk te werk gaan: geen enkele lijn mag meer dan tweemaal gebruikt worden en liefst stappen we niet al te veel. We beginnen aan de P+R Melsele, enkel bereikbaar met Tram 3, en eindigen bovengronds bij Opera, waar enkel Tram 1 komt.

in openbare vervoering

We activeren gauw onze dagticketjes en vertrekken rond 9u40 met Tram 3 van de desolate P+R Melsele richting die van Merksem. De ochtendspits is al afgevlakt en zonder veel oponthoud staan we een dik halfuur later in Merksem. Met Tram 2 rijden we terug tot de Gasthuishoeve, om daar over te schakelen op mijn geliefde Tram 6, die ons tot in Wilrijk zal brengen. Van controles zouden we de hele dag geen last hebben, maar politie zien we in Astrid Metro al wel: agenten in fluohesjes, een hond en zelfs een tentje. Hopende dat ik me in opnames van pakweg Professor T bevind, zoek ik naar Koen De Bouw, maar tevergeefs – er blijkt gewoon een drugsonderzoek aan de gang.

Na de hectiek van de vier haltes op 500 meter tussen Volhardingstraat en Kruishof strekken we even de benen tot Olympiade en nemen we opnieuw de 2, naar de fameuze Zwaantjes. Een van die beestjes is duidelijk gaan vliegen, want voor de Zwaantjeshalte van Tram 10 moet je blijkbaar de hoek om. Ook heeft die halte een magisch bord dat een kwartier lang “binnen vier minuten” kan projecteren. Enfin, de tram komt uiteindelijk opdagen en we vatten de langste etappe van de route aan – maar liefst 31 haltes – richting P+R Wijnegem.

naar spitsere uurtjes

Alles gaat vlot. We hebben al bijna 80 haltes achter de rug en het is nog maar 13u. De vertragingen vallen overigens mee en we hebben nog maar één plaats delict gezien! Ik spreek duidelijk te vroeg, want in Wijnegem deelt de omroeper ons mee dat een stroompanne al het metroverkeer stilgelegd heeft. Geen probleem. We hebben honger van al dat reizen en het Shoppingcenter ligt met Tram 5 op de weg en vlak om de hoek. Na een vorstelijke maaltijd (lees: we hadden Koning Albert II’s royale dotaties zeker kunnen gebruiken) in Eetcafé de Bibliotheek lijken de metroproblemen een uur later achter de rug. Via de overkill aan haltes die de 5 in Deurne aandoet, komen we wederom in het hart van de Scheldestad terecht, ondergronds bij Astrid Metro.

Op de oude Tram 12 komen we dan wel een hevig flatulerende dagdrinker tegen, we geraken zonder al te veel problemen via Trams 6 en 1 tot bij de Noorderplaats. De koude begint echter tot ons door te dringen en een onophoudende stroom aan AP-studenten overspoelt ons aan het perron, maar blijkbaar moet vrijwel niemand onder hen met Tram 24 naar het dystopische Havenhuis. Als ik een drugmaffioso was, zou ik wel een gezelligere plek uitzoeken dan die ongure Antwerpse Haven! In ieder geval reizen we van daaruit af naar Silsburg en beginnen we zo ruim op tijd aan het laatste deel van onze missie. We rijden met een prettig namiddagzonnetje langs halte Joe English; niets ligt onze recordpoging … dwars.

Via een gekke constructie met Trams 8 en 9, waarbij we iets te vaak langs halte Florent Pauwels komen om het nog efficiënt te noemen, arriveren we met nog eens tien nieuwe haltes achter de kiezen bij Plantin – alweer onze laatste premetrohalte. Richting Boechout komen we met Tram 15 midden in de spits op de Antwerpse Ring terecht terwijl de zon geheid de benen neemt. We hebben geen exacte cijfers, maar ik denk dat we anderhalf uur op de witzwarte 15 zitten. Heeft Johan Daisne geen boek geschreven genaamd De tram der traagheid? Als enigen nemen we plaats in Tram 7 op het intussen pikdonkere Mortselse Gemeenteplein. Maar ja, Terminus, zo heet die halte. Toch een gepaste naam voor notre fin de partie, denken we lachend.

recordpoging? Geen trackinginfo...

De honger begint ondanks onze meegebrachte koekjes op te spelen (tijd voor een bakker of winkelbeurt is er niet!) en we zijn sinds Wijnegem alweer vijf uur aan een stuk onderweg, maar op Tram 7 klagen we vooral dat het MAS zo slecht verlicht is dat het ons van een welverdiende toeristische aanblik berooft. Het aantal niet-afgevinkte haltes is nu bij na op twee handen telbaar, dus we zullen wel eten als we terugkomen van het Zuid. Een feestmaal zal het worden. Volgende overstap? Bij Meirbrug!

We wachten op Tram 4. We zijn nog niet op de hoogte dat die als eindbestemming Dantes negen lagen van de hel heeft. Toch heeft een ijselijke koude inmiddels de Scheldestad overgenomen. Meer dan twintig minuten staan we daar, maar nog steeds “geen trackinginfo”. Een begrip dat iedere pendelaar zelfs op een zomerdag zou doen huiveren. Wat zien de ballerina’s die enkele verdiepingen boven de Ulla Popken tegenover ons ronddansen er vrij uit!

Zelfs de Burger King, waarvan ik normaal geen fan ben, lokt ons richting de bron van de Meir. En wij maar lijden! Ook na een gulzige maaltijd in diezelfde fastfoodzaak moeten we wachten. Eerst geloof ik te hallucineren als ik in de etalageramen op de Schoenmarkt het – ironisch genoeg – hemelse blauw van Tram 4 zie verschijnen. Ein-de-lijk.

We rijden mee tot Cuperus en wachten op dezelfde tram terug. Nog maar acht haltes, nog één overstap hierna. Algauw barst onze bubbel als de omroeper zegt: “Vanwege problemen met de tramsporen rijdt Tram 4 vanavond enkel nog tot aan de Groenplaats. Onze excuses voor het ongemak.” Zo eindigt het dus, zo mislukt onze missie, onze recordpoging. Ons geluk kon niet blijven duren. Onder het bakenlicht van de Kathedraal beëindigen we om 21u10 onze recordpoging en besluiten we onze ellende te verdrinken met een warme chocomelk in de Quetzal. Is het voorbij?

We kijken op de app van De Lijn naar ons ticket en merken dat het nog zo’n elf uur geldig is, tot 9u morgenvroeg. Wat als? We nemen het idee vanaf het begin al te serieus om het nog een grap te noemen. Ja, morgenochtend maken we het af!

En zo nemen we de ochtend erna diezelfde vervloekte Tram 4 naar het Zuid. Na een laatste overstap daar stappen we in een overvolle Tram 1, waar we dus gelukkig vanaf de beginhalte op zitten mét zitplaatsen incluis, en we bereiken om stipt 8u19 tramhalte Opera. Er staat jammer genoeg geen welkomstcomité ons juichend op te wachten. Mijn brein heeft voor zichzelf na zo’n lange reis natuurlijk verwachtingen geschept om ergens exotischer aan te komen dan een mistig Operaplein. Maar de trots heeft slechts een kleine vertraging opgelopen en arriveert snel. Net als de gedachten: “Is dit nu een wereldrecord?” en “Hoe doen we dit volgende keer nóg sneller?” Misschien is al dat reizen me naar het hoofd gestegen.

Als je na het lezen van ons verslag suggesties hebt voor een efficiëntere reis of als je zelf een poging onderneemt, stuur het dan zeker door naar het mailadres van dwars met als onderwerp 'Tramrecordverbetering'. Zo kunnen we het onderscheiden van alle fanmail en de onvermijdelijke uitnodiging van het Guinness Book of Records-agentschap!



recensie

22/02/2025
de cover van het boek
Bron/externe fotograaf

bij barbara

🖋: 
Auteur

Ken je dat gevoel? Je hart bonkt in je borstkas, zweetdruppels glijden over je voorhoofd en een ijzeren greep sluit zich om je longen. Dat is angst. Pure paniek. Je lichaam schreeuwt om aandacht. Ik ken dat gevoel maar al te goed. Angst en stress zijn een constante in mijn leven, maar ik ben niet alleen. Bijna de helft van de bevolking worstelt met angsten. Ook Leen Dendievel ondervond hoe haar razende hart haar leven begon te beheersen. In Asem onderzoekt ze de oorsprong van haar paniekaanvallen. Wat gebeurt er in je brein tijdens zo’n aanval? En hoe kan je ermee leren omgaan?

Wat Asem zo sterk maakt, is de balans tussen persoonlijke ervaring en wetenschappelijke inzichten. Dendievel neemt je mee tot in de diepste lagen van je lichaam en legt uit hoe angst zich vastzet, zonder dat het een droge uiteenzetting wordt. Ze biedt geen snelle oplossing, maar reikt wel handvaten aan om te begrijpen, te accepteren en de controle langzaam terug te nemen. Soms is die controle verrassend simpel. “Zing!”, schrijft Dendievel. “Concentreer je op de lyrics. Je focus gaat daar naartoe en je ademhaling gaat op slag de juiste kant op.” Het zijn van die kleine, tastbare adviezen die een lichtpuntje kunnen vormen in het donker van paniek.

Dit boek is meer dan zomaar een BV-getuigenis. Dendievel schrijft met een heldere pen en een oprechte stem over haar eigen ervaring met paniekaanvallen. Maar ze gaat verder dan een persoonlijke getuigenis: door gesprekken met experts en artsen plaatst ze haar ervaring in een breder kader. Ook anderen – bekende en minder bekende Vlamingen – delen hun verhaal, waardoor Asem een mozaïek wordt van stemmen die angst uit de schaduw halen. Dendievel moedigt aan om je niet te verbergen: “Het kan er alleen maar voor zorgen dat anderen zich ook uitspreken. Houd je asem niet in, deel hem uit.” Asem is een oproep tot openheid, een pleidooi om angst en kwetsbaarheid niet langer in stilte te dragen. De structuur voelt soms wat springerig aan, alsof Dendievel de lezer meeneemt in de gedachtegangen die angst met zich meebrengt. Toch blijft haar relaas vlot leesbaar, toegankelijk en herkenbaar. Naast persoonlijke verhalen en treffende citaten biedt het boek ook concrete handvaten om met angst en paniek om te gaan. De afwisseling tussen ervaringsverhalen en wetenschappelijke duiding schept niet alleen inzicht, maar ook troost: angst is geen eenzame strijd.

Dendievel weet uit eigen ervaring hoe angst zich genadeloos kan nestelen in het dagelijks leven. Haar verhaal en dat van anderen doorbreken het taboe en openen een ruimte waarin asemen opnieuw mogelijk wordt. Door de lezer een spiegel voor te houden, zet ze aan tot zelfreflectie. Niet iedereen ervaart angst in zijn meest extreme vorm, maar stress, druk en de moeilijkheid om “nee” te zeggen, zijn voor velen herkenbaar. En net daarin schuilt de kracht van Asem: het is een boek waarin iedereen wel iets van zichzelf terugvindt.

Dit is geen boek om na een lezing terug in de kast te zetten. Het nodigt uit om passages te herlezen, aantekeningen te maken, stukken te onderlijnen – iets wat ik zelden doe, maar hier vanzelfsprekend voelt. Ondanks de zwaarte van het thema weet Dendievel een zekere lichtheid te bewaren, waardoor Asem leest als een ademhaling – soms onregelmatig, maar altijd noodzakelijk.



betweter

22/02/2025
🖋: 

Het is niet omdat je veel onnozele weetjes kent, dat je een betweter bent. Dat bewijst een van onze redacteurs door een waanzinnig interessant, ongelofelijk boeiend of verbluffend spannend feit te delen.

Op een terras, een paar meter van mij vandaan, staat een rode tas met koffie op een tafeltje met een wit tafellaken. Iemand met een zware schouderzak komt voorbij en raakt de tas, waardoor die omvalt en het tafellaken bruin wordt. Ik weet dat ik dit nog nooit eerder heb gezien, maar toch voelt het alsof ik op deze plek al heb staan kijken naar de botsing van de rode koffietas met de zware schouderzak (en de onvermijdelijke ondergang van de koffietas). Dit vluchtige gevoel van valse vertrouwdheid kennen we als een déjà vu. Niemand weet exact wat het is of waarom we het ervaren. Net dit maakt deze universele ervaring zo fascinerend en een bron van veel verschillende theorieën.

Volgens een van de theorieën kan je een déjà vu vergelijken met een kortsluiting. Wanneer we naar iets kijken wordt dit beeld eerst naar een plek in de hersenen gebracht waardoor we er bewust van worden. Kort daarna wordt deze informatie opgeslagen op een andere locatie in de hersenen. Bij een déjà vu wordt het beeld eerst opgeslagen en worden we er ons pas later bewust van, waardoor het als een herinnering aanvoelt. Een mogelijke oorzaak van deze kortsluiting is dat we een waargenomen prikkel via twee verschillende informatiestromen verwerken, bijvoorbeeld wanneer we een bepaald beeld twee keer waarnemen omdat we de eerste keer afgeleid waren. Onze hersenen verwerken dan eerst de input van het moment waarop we afgeleid waren. Wanneer we het tafereel vervolgens met meer aandacht bekijken, hebben onze hersenen het tafereel al deels verwerkt. Hierdoor voelt het bekend aan.

Daarnaast kan je een déjà vu ook bekijken als een factcheck door onze hersenen. Onze temporale lobben, die een belangrijke rol spelen in ons geheugen, sturen namelijk signalen naar onze frontale hersenen, met de boodschap dat we dit beeld al eerder hebben gezien. Het is dan aan onze frontale lobben om te beslissen of dat mogelijk is. Wanneer onze frontale lob beslist dat dit onmogelijk is, bijvoorbeeld omdat we hier nog nooit geweest zijn, ontstaat er een déjà vu. We denken iets al ervaren te hebben, terwijl we ons ervan bewust zijn dat dit niet kan.

Niet alleen wetenschappers, maar ook goeroes zoeken naar een verklaring voor déjà vu’s. Sommigen zien het als een herinnering aan een vorig leven, terwijl anderen het beschouwen als een teken van onze zielenfamilie, die ons laat weten dat we op het juiste pad zitten.

Aangezien het allemaal nog onduidelijk is en niemand het echt weet, mag je van mij best geloven dat je de toekomst kan voorspellen. Waarschuw me dan wel even de volgende keer dat iemand een tas koffie omgooit.



maatschappij

22/02/2025
🖋: 

Hoe goed zijn de studentenraden van de Belgische universiteiten en hogescholen? Het is exact die vraag die Oleksii Zahreba zich stelde. Als masterstudent Politieke wetenschappen aan de Université de Montréal heeft hij de Belgische studentenraden scores gegeven en gerangschikt. Het eindresultaat, de Index Belgische Studentenvakbonden, staat nu in drie talen online voor iedereen om te lezen.

Dat Oleksii Zahreba onderzoek deed naar studentenraden is geen toeval. In het verleden heeft hij meerdere leiderschapsfuncties bekleed binnen de International Association for Political Science Students (IAPSS) en zijn bachelorscriptie ging over betrokkenheid van studenten bij internationale beleidsvorming. “Ik zag het potentieel van internationale samenwerking tussen studenten, maar om dat te realiseren moeten lokale studentenverenigingen sterk zijn en goed georganiseerd zijn.” Hij koos België als casestudy vanwege de sterke cultuur rondom studentenparticipatie, het geavanceerd wetgevend kader en omdat België als federale staat met twee onderwijssystemen het toestond om Vlaanderen en Wallonië te vergelijken.

Het resultaat is een index die alle Belgische studentenraden rangschikt op basis van een score op 10. Die scores worden opgedeeld in aparte scores op 5 voor dienstverlening en representatie. Onder dienstverlening verstaat het onderzoek verschillende soorten ondersteuning aan studenten, alsook aanwezigheid op sociale media. Onder representatie valt het lidmaatschap van een overkoepelende organisatie van studentenraden, gebruik van structurele macht, geschreven beleid en documentatie, betrokkenheid bij bestuursorganen buiten de universiteit en succes in het uitvoeren van campagnes die leiden tot tastbare resultaten. De studie is opgesteld op basis van online beschikbare data en erkent daarom ook zelf dat ze niet perfect is. Informatie die niet online of enkel via interne sites te vinden is, werd dus niet mee opgenomen in de studie.

inzichten

Het doel is meer dan enkel een rangschikking maken van studentenraden. Door scores te geven en te kijken welke studentenraden het beste uit de bus komen, kan men kijken naar wat studentenraden succesvol maakt. De hoop van het onderzoek is dat studentenraden met lagere scores kunnen leren van degene met betere scores. Uiteindelijk kwamen er drie belangrijke conclusies uit het onderzoek. Ten eerste is er een positief verband tussen de structurele macht die studentenraden hebben en de totaalscore die ze krijgen. Volgens het onderzoek suggereert dit dat studentenraden de meest effectieve manier zijn om studenten te vertegenwoordigen binnen onderwijsinstellingen.

De tweede conclusie is dat studentenraden beter werken wanneer ze meer autonomie krijgen van de staat. In tegenstelling tot Vlaanderen dwingt het Waalse onderwijssysteem strenge vertegenwoordigingsquota af. Indien er niet genoeg verkozenen zijn, kunnen in Wallonië studenten gecoöpteerd worden in de studentenraad en daarmee dezelfde rechten krijgen als verkozen studenten. Het onderzoek stelt vragen bij deze praktijk omdat gecoöpteerde studenten mogelijk minder geëngageerd zijn dan verkozen studenten. Uiteindelijk lagen de scores van Vlaamse studentenraden hoger in de categorie vertegenwoordiging. Tot slot hebben studentenraden aan grote universiteiten een voordeel, waarschijnlijk door grotere budgetten, maar dat biedt geen garantie tot succes. Toch was het effect daarvan zeer beperkt in vergelijking met het effect van de hoeveelheid structurele macht die een studentenraad heeft.

geslaagde scores

Hoe staat het met onze eigen studentenraad? De Studentenraad Universiteit Antwerpen staat met een score van 74,4% op plaats 4 bij de Belgische universiteiten. Een score waar Laurens, voorzitter van het bureau van de Studentenraad, en ondervoorzitter Bodine zeker trots op zijn. Ze zijn dan vooral trots op de maximumscore van 5/5 die ze krijgen voor vertegenwoordiging. “Vertegenwoordiging is de basis, als je dat niet hebt dan valt al de rest in het water”, aldus Laurens. De index gaf die maximumscore vanwege de goede communicatie van de Studentenraad en voor het bereiken van tastbare resultaten, zoals het organiseren van rectordebatten en het onderhandelen dat de bibliotheek langer openblijft tijdens de blokperiode.

Op diensten is de Antwerpse Studentenraad nipt gebuisd met een score van 2,44. Het onderzoek raadt aan dat de Studentenraad focust op diensten die kosteneffectief de grootste impact hebben. Daaronder vallen: peer-tutoring door medestudenten, sporadische voedselhulp en psychologische ondersteuning door studenten Psychologie. Laurens geeft hierop aan dat veel van wat de Studentenraad al voorziet van ondersteuning onder de radar vloog van het onderzoek. De werking van de Studentenraad is er grotendeels op gebaseerd dat mensen rechtstreeks hun stuver aanspreken bij problemen. Zoiets komt uiteraard niet online en kwam dus niet in het onderzoek terecht. Hetzelfde geldt voor peer-tutoring: dat doet de Studentenraad reeds met een overdracht voor nieuwe stuvers. “We houden ook persoonlijke gesprekken met verschillende facultaire stuvers en mensen op centraal niveau om te zien hoe we daarop kunnen inzetten”, legt Bodine uit. Op vak van voedselhulp erkennen ze dat de Studentenraad hier niet op inzet, maar dat daar ook geen budget voor is vanuit de universiteit.

Er was al voor het onderzoek een proefproject om psychologische ondersteuning door medestudenten te voorzien. Vorig academiejaar kregen enkele stuvers een mentale EHBO-cursus zodat ze studenten met problemen kunnen erkennen en deze kunnen doorverwijzen naar de juiste diensten. Dit werd positief ontvangen en het is de bedoeling om dit volgend jaar uit te breiden naar alle stuvers. Op de site van de index staat dat hij jaarlijks geüpdatet wordt en daar is Laurens alvast blij mee: “We hebben de ambitie om op te klimmen naar de top 3 en hopen zo een voorbeeldfunctie op te kunnen nemen.”



opinie

22/02/2025
🖋: 

“Schijtrechter” – ja, zo had ik het geschreven. Was ik acht, negen? Zoiets. Schijtrechter. Rode streep erdoor. Want natuurlijk, het was niet goed. Daar stond ik dan, zoals ik daar altijd stond: schaapachtig. Ik wist niet of ik moest lachen of huilen. “Scheidsrechter” had het moeten zijn, zei de juf. Ze tekende zo’n belachelijk lachend gezichtje ernaast. Waarschijnlijk bedoelde ze dat ik er niet zo zwaar aan moest tillen, maar dat werkte averechts. Schaamrood op m’n wangen. Dat verdomde schaamrood.

Jaren later denk ik nog wel eens aan dat woord, die streep, die scheids- of schijtrechter. Alsof een paar stomme letters – een i, een j, een t – je hele schrijfsel onderuit kunnen halen. Dat een halve pennenstreek ineens bepaalt wat goed is en wat fout. Wie beslist dat überhaupt? Mensen die rode pennen vasthouden alsof ze daarmee Gods oordeel in handen hebben. Als je iets zegt of schrijft dat niet past in hun debiele regeltjes, dan ben je zogezegd fout. Te dom om te schrijven wat klopt. Wat zij ‘klopt’ noemen. Maar de kantjes, de rafels, dat wat er halfslachtig en ongecontroleerd uitkomt, zeggen meer dan hun hele regeltjesboek ooit zal kunnen. Die rode-pennen-mensen, dat zijn de echte schijtrechters.

En toch. Toch betrap ik mezelf erop dat ik tot hun kamp ben toegetreden. Hoe vaak heb ik zelf niet mentaal een rode streep getrokken door andermans woorden? Een spelfout gezien en gedacht: nee dat klopt niet, dat hoort niet. Als tiener ging ik al tekeer met een rode pen in mijn vriendenboekje. De spelfouten van mijn vriendinnetjes moesten eraan geloven. Aan de universiteit werd ik eindredacteur van dit studentenbad. Elke keer als ik een komma verzet of een letter verbeter, voel ik voldoening. Het zit er blijkbaar ingebakken, die neiging om te corrigeren. Om te zeggen: jij hebt dit fout, en ik niet.

Ergens, in een verloren hoekje van mijn hoofd, moet dat achtjarige kind zich roeren, zachtjes protesterend elke keer ik vol overtuiging naar mijn rode pen grijp. Ze fluistert: schijtrechter. Want dat ben ik dan ook, net als de juf van het derde leerjaar. Misschien altijd al geweest.

Voel jij de onweerstaanbare drang om komma’s te verzetten, woorden te polijsten en stiekem toch een beetje schijtrechter te zijn? Sluit je aan bij dwars en wordt deel van onze (eind)redactie. Stuur een berichtje naar onze sociale media of mail naar werving@dwars.be.



antwerpen

22/02/2025
🖋: 

Heb jij ze al gezien, de struikelstenen in onze studentenstad? Dat zijn kleine herdenkingsstenen, verwerkt in de stoep voor voormalige woningen van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Het project werd ontworpen door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig en is ondertussen uitgegroeid tot een groot monument, bestaande uit honderdduizend stenen die over heel Europa verspreid liggen. Op elke steen vind je de naam en de geboortedatum van het desbetreffende slachtoffer, alsook de eventuele deportatiedatum en de plaats van overlijden. Ook in Antwerpen liggen verschillende van deze symbolische herinneringen. dwars belicht elke editie een Antwerpse struikelsteen. Deze editie: Hendrik Hazen.

Hendrik Hazen, geboren in 1920, groeide op in een arbeidersgezin in Antwerpen waar de haven altijd in beweging was. Zijn toekomst lag al vroeg vast: hij werd scheepshersteller bij Mercantile. Daar repareerde hij schepen, te midden van het constante lawaai van metaal op metaal. Zijn wereld bestond uit lange werkdagen, de geur van zout water en een sterke onderlinge solidariteit tussen de arbeiders. Maar in 1940 veranderde alles door de Duitse bezetters die van de haven een strategisch doelwit maakten. Arbeiders zoals Hendrik werden onder druk gezet om samen te werken met de vijand. Net als vele anderen voelde Hendrik zich niet alleen een werknemer, maar ook een bewaker van zijn stad. Hij sloot zich aan bij een verzetsgroep van scheepsherstellers die op verscheidene manieren sabotage pleegden. Zo deden ze bij voorbeeld alsof machines onherstelbaar beschadigd waren en gaven ze informatie door aan verzetslieden. Dit was levensgevaarlijk werk. De Gestapo hield de haven scherp in de gaten en in de zomer van 1942 sloeg het noodlot toe. Op 13 juli werd Hendrik gearresteerd. Hij werd overgebracht naar het Fort van Breendonk, waar hij, ondanks martelingen en verhoren, bleef zwijgen. Na enkele maanden werd hij gedeporteerd naar Mauthausen, een kamp dat berucht stond om zijn wrede aard. Gevangenen moesten er onmenselijk zware arbeid verrichten in de steengroeven op ‘de trappen des doods’, tot hun lichamen het begaven. Hendrik zag vrienden sterven en voelde zichzelf verzwakken. Zijn lichaam gaf op 17 april 1943 de strijd op. Hij was slechts 23 jaar oud. Vandaag staat zijn naam gegrift in de straatstenen van de Duboisstraat. Een herinnering aan een jonge man die, zonder geweld, met daden van verzet, vocht.

Je kan zelf een struikelsteen aanvragen voor een slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog via het aanvraagformulier op de website van Stad Antwerpen. De stenen dwingen ons de gruwel van de oorlog te herinneren en waarschuwen ons voor de toekomst, zodat dergelijke tragedies nooit meer plaatsvinden.



opinie

22/02/2025
🖋: 

Je kent het wel: je opent je favoriete socialemedia-app om even rustig te scrollen. Nog geen twee filmpjes verder en je komt al een influencer tegen die het hele Kruidvatassortiment op haar gezicht smeert. Van crèmepjes tot maskertjes, alles komt voorbij. Natuurlijk is het niet abnormaal om goed voor je huid te willen zorgen, het is immers het grootste orgaan van je lichaam. Toch denk ik dat we met z’n allen een beetje zijn doorgeslagen. Het is zelfs zo erg dat grote modebladen artikelen schrijven als “de grootste skincare trends voor 2025”. Hoe bedoel je ‘skincare trend’? Wat verandert er precies aan dagcrème?

Dermatologen benadrukken dat een goede basis eigenlijk al genoeg is om je huid gezond te houden. Enkel een milde reiniging en een goede zonbescherming door middel van SPF zou genoeg moeten zijn om je huid jong te houden. Wat je daarnaast kan gebruiken, hangt af van het type huid dat je hebt. Dat zijn bijvoorbeeld ingrediënten als hyaluronzuur voor een droge huid, of salicylzuur voor een vette huid. Overmatige exfoliatie of het combineren van te veel verschillende producten kan juist irritatie en een verzwakte huidbarrière veroorzaken. Het heeft dus geen zin om elk product op de markt aan te schaffen en op je gezicht te smeren. Waarom doen influencers dat dan wel?

Er komt eigenlijk maar één woord in me op: geld. Influencers zijn in principe gewoon wandelende reclameborden voor grote bedrijven. Zolang die giganten genoeg betalen, zeggen deze contentmakers precies wat ze worden voorgelegd: “deze crème haalt je rimpels weg” en “dit serum zorgt ervoor dat je geen puistjes meer krijgt”, terwijl dit in de realiteit eigenlijk nooit het geval is. Het product is vaak gewoon heel duur, omdat er zoveel mogelijk geld moet worden verdiend. Deze vorm van adverteren laat vrouwen geloven dat ze hun huid koste wat het kost strak en rimpelloos moeten houden. Iets wat niet alleen onmogelijk en onnodig is, maar ook bijdraagt aan nog meer onzekerheid in deze generatie, en dat is iets waar we al meer dan genoeg van hebben.

Blijkbaar zijn er nauwelijks regels voor wat deze internetpersoonlijkheden mogen promoten, want zo’n uitgebreide skincareroutine is ronduit gevaarlijk. Zelfs kinderen komen op mijn For You Page voorbij. Ze zijn hooguit twaalf jaar oud en smeren zich eerst in met tien verschillende producten alvorens ze op de bus naar de basisschool stappen. Dit is natuurlijk totale onzin, maar het wordt hen aangeleerd door vrouwen op het internet. Kinderen kijken op naar knappe vrouwen die een perfect leven adverteren op sociale media, waardoor ze het idee krijgen dat het de bedoeling is dat zij dit ook doen. Bovendien kan het gebruik van zoveel producten een jonge huid beschadigen: er kan irritatie optreden, net als acne, en zelfs brandwonden kunnen ontstaan.

Wat is het toch met deze generatie en de obsessie met de eeuwige jeugd? Sinds wanneer is het een schande om te verouderen? Het lijkt alsof elke rimpel als een nederaag wordt gezien en veroudering iets is dat koste wat het kost vermeden moet worden. Mensen lijken te vergeten dat het een privilege is om ouder te mogen worden, om te leven tot je haren grijs worden en je huid gaat rimpelen. Want hoe ironisch is het dat er zoveel tijd en geld gespendeerd wordt aan het tegenhouden van iets dat onvermijdelijk is? Smeer je goed in met zonnebrand en laat die rimpels maar komen. Want ouder worden is geen mislukking, maar een voorrecht.