progress lost

08/03/2025
Progress Lost (© Dennis Van Der Kuylen | dwars)
Bron/externe fotograaf

Dennis Van Der Kuylen

🖋: 

Slay the Spire is een roguelike deckbuilder uit 2019, waarvan de titel letterlijk vertaald kan worden als “vernietig de torenspits”. Het zou overigens niet enkel van slechte smaak, maar ook van slechte taalbeheersing getuigen, mocht ik opmerken dat dit spel in hetzelfde jaar is verschenen als de brand in de Notre-Damekathedraal van Parijs. Voorgenoemde slechte smaak mag gezocht worden in het feit dat het dramatisch instorten van de transepttoren van de kathedraal tot op vandaag op menig netvlies gebrand staat (pun intended). Een slechte beheersing van het Engels zou dan weer blijken uit het feit dat 'slay' altijd gebruikt wordt als er iets te doden valt en dat is bij de meeste torenspitsen in onze wat saaie realiteit vooralsnog niet het geval. Daarvoor zouden eerst ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie moeten toegepast worden op torenspitsen, zodat deze tot leven kunnen komen om vervolgens tragisch te sterven. Hier moeten we even realistisch zijn: eerder nog schenkt het militair-industrieel complex ons pratende broodroosters of neomalthusiaanse diepvriezers dan zelfbewuste torenspitsen. Maar de torenspits die in Slay the Spire beklommen moet worden is dus een levend wezen met een kloppend hart, die bovendien de lullige gewoonte heeft om met de voeten van enkele helden te spelen door ze keer op keer een automatisch gegenereerde route naar boven te laten banen om aldaar (of onderweg) te sterven. Noem het gerust een metafoor voor het leven van een ambtenaar op de 22e verdieping van een anoniem bureaublok in een betonnen grootstad. 

Een spel gebaseerd op een eindeloze translerende beweging had gemakkelijk uitermate vervelend kunnen worden, maar door goed te kijken naar soortgelijke games en na een zeer uitgebreide testperiode zijn de makers erin geslaagd om een perfect gebalanceerd en uitermate verslavend spel af te leveren. Inmiddels hebben talloze updates het spel nog strakker gemaakt en de inhoud verdubbeld met twee extra helden die elk hun eigen kaartenset hebben meegekregen. De vier helden luisteren naar de namen Ironclad, Silent, Defect en Watcher, en lijken ze in niets op de generieke krijgers, boogschutters en andere magiërs die doorgaans dit soort games teisteren.

Volgens de onoverzichtelijke bende psychologen, die niets van gaming snappen, maar wel verondersteld worden erover te lullen, zit het verslavende van een spel in escapisme, sociale interactie met medespelers en de illusie van volledigheid die altijd net buiten bereik van de spelers wordt gehouden. Het vreemde is dat geen van deze zaken fundamenteel onderdeel uitmaakt van Slay the Spire, maar dat dit spel toch uitermate verslavende gameplay aflevert. Visueel stelt het spel weinig voor en het verhaal past op de achterkant van een bierkaartje. Multiplayer is volstrekt afwezig en zowat alle kaarten die een held kan spelen zijn na een eerste bestorming van de torenspits al de revue gepasseerd. Toch zouden mensen zonder verpinken hun kinderen afstaan voor adoptie of een acute uitbraak van een venerische ziekte faken bij hun werkgever om enkele uren langer in de vermaledijde torenspits door te kunnen brengen.

Wat psychologen niet weten en gamers wel, is dat gameplay de brandstof is waarop een goed ontwikkelde gameverslaving draait. In Slay the Spire is het niet in de eerste plaats de bedoeling om het einde van het spel te halen, maar om doorheen de lange klim naar boven een strakke verzameling van kaarten te bundelen die steeds beter in staat is om monsters te verslaan. Het blindweg verzamelen van alle kaarten onderweg is een strategie die gedoemd is om te falen. Niet in de eerste plaats omdat het einde dan onbereikbaar wordt, maar omdat het oervervelend is. Wie daarentegen ongenadig kaarten schrapt, de strategie aanpast aan het toeval, slechts aanpakt wat bruikbaar is, en verleidingen van sterke maar niet passende kaarten weet te weerstaan, die kan naar gelang het spelverloop langzaam sterven net voor de top of uiteindelijk de meest waanzinnige en dodelijke combinaties in gang steken waar geen tegenstander tegenop kan. Slay the Spire is een spel dat teert op de voldoening van een dek te hebben uitgebouwd (meestal na een aantal keren frustrerend falen) dat zo goed als onverslaanbaar is. Het einde van de torenspits halen activeert dan nog amper het beloningscentrum van de hersenen, want dat is tegen dan al lang helemaal overgestimuleerd. Soms overheerst zelfs de weemoed wanneer er afscheid moet genomen worden van een set kaarten dat het gevoelsmatige equivalent is van een soloslim in het kleurenwiezen.

Uit bovenstaande mag afgeleid worden dat ik Slay the Spire van harte aanbeveel aan elke zichzelf respecterende gamer. De verslavende gameplay en de enorme hoeveelheid uren die dit relatief eenvoudige spel kan opslokken, betekenen wel dat een paar secundaire zaken uit het leven op pauze gezet dienen te worden (denk aan persoonlijke hygiëne of communicatie met betekenisvolle anderen) en dat men best geen beroep uitoefent waarbij aandacht het verschil betekent tussen leven en dood, zoals luchtverkeersleiders of essentieel personeel van kerncentrales.

Tot slot weze nog opgemerkt dat Slay the Spire ondertussen zo populair is geworden dat het spel een hele reeks aan navolgers heeft geïnspireerd. Net als Dark Souls een reeks ‘soulslike’ games in het kielzog heeft, zijn er misschien wel redenen om langzaam ook over ‘slaylike’ games te beginnen spreken. Overigens zal ook Slay the Spire 2 dit jaar nog het licht zien. Best even niet het vliegtuig nemen wanneer dit gebeurt, want het is onzeker of de luchtverkeersleiding in die periode wel met de volle aandacht bij het werk zal zijn.

 

Pro

  • Uitermate verslavende gameplay 
  • Vier unieke helden met zeer uiteenlopende en ongebruikte eigenschappen 
  • Uiteenlopende strategieën aanpassen aan toeval

Contra

  • Eenvoudig verhaal en weinig opmerkelijke graphics 
  • Trage aanloop van elke run 
  • Toeval kan ook noodlot worden, net als het leven zelf


satire

04/03/2025
🖋: 

Doorheen onze stad rijden talloze trams over uiteenlopende trajecten. Als je ze – net zoals dwars – allemaal zou nemen, dan zal je zien dat niet alleen de trajecten, maar ook de mensen op de trams verschillen. Maar wat zijn nu juist die verschillen? Op tram 3 kom je sneller iemand uit Zwijndrecht tegen, op tram 24 eerder iemand uit Borgerhout, en ga zo maar voort. Met zo’n saai en feitelijk antwoord ga ik echter geen views krijgen op mijn clickbaitartikel. Gewapend met niet meer dan de kennis van je favoriete tram en ervaring met duizend-en-een online personality quizzes ga ik je een trip naar het STIP besparen en de vraag van één miljoen beantwoorden: wat ging er mis in je laatste relatie? 

Tram 1 is een vrij nieuwe toevoeging, maar heeft zichzelf toch op de eerste plaats gezet – waarschijnlijk voelt het zich beter omdat het van het Zuid komt.  
Je snobistische ego is zo groot dat er geen plaats voor was in je relatie. Stop in de toekomst met denken dat je beter bent omdat je rijk bent. 

Tram 2 is een levenslijn voor twee districten en ouder dan tram 1, maar is toch zo bescheiden om de tweede plaats te nemen.  
Je deed al het werk in de relatie en zette jezelf altijd op de tweede plaats. Maar werd je daar gelukkig van? Misschien moet je eens aan je zelfvertrouwen werken? 

Tram 3 is moedig genoeg om de beschaving achter zich te laten en helemaal tot in Oost-Vlaanderen te rijden. 
Avontuurlijke uitstapjes kunnen leuk zijn, maar je kon gerust eens luisteren naar je lief toen die zo vaak vroeg om gewoon een avondje Netflix te kijken. 

Tram 4 kuiert door smalle straten waar het verkeer stapvoets rijdt en maakt nog een grote bocht voor het eindelijk zijn bestemming bereikt; het is de slak van de trammen. 
Je tijd nemen is een mooi principe, maar toen je lief vroeg om op tijd te komen voor de begrafenis van hun tante, had je toch echt wel mogen voortdoen. 

Tram 5 rijdt zowel langs Wijnegem Shopping als de Meir.  
Had je serieus verwacht dat je lief ging blijven nadat je hun huurgeld aan kleren had uitgegeven?  

Tram 6 werd jaren geleden gelanceerd om de hippe plekken van 't Stad te verbinden: de Zoo, deSingel, de Kinepolis, Antwerp Expo, enzovoort. 
Je probeert veel te hard om hip te zijn – een beetje zoals UAntwerpen op Instagram. Je lief kon het simpelweg niet meer aan om elke TikTok-trend uitgelegd te krijgen. 

Tram 7 is de enige die naar het MAS rijdt en passeert onderweg parels van musea zoals het  Snijders&Rockoxhuis en Museum Mayer van den Bergh.  
Waarschijnlijk ben je een kunstsnob die zich gesofisticeerd voelt omdat je Instagramprofiel volstaat met oude schilderijen in plaats van selfies. Dit verklaart meteen ook waarom je dwars leest. Je ex was de eindeloze tirades beu telkens wanneer die een populaire film wilde kijken in plaats van een drie uur durende, surrealistische clusterfuck van David Lynch. 

Tram 8 rijdt dwars door Borgerhout, maar stopt er slechts één keer voor de vorm.  
Als je wilde dat je lief bleef, had je toch meer moeten doen dan het absolute minimum.  

Tram 9 begint als een bovengrondse tram, wordt een metro, komt weer boven en denkt dan precies dat het een trein is wanneer het langs de treinsporen van Antwerpen-Centraal naar Antwerpen-Berchem rijdt.  
Je hebt een stevige identiteitscrisis. Voor je weer aan een relatie begint, moet je je leven terug op de rails krijgen. Of dat trein- of tramrails zijn, laat ik aan jou over.  

Tram 10 rijdt van de velden van Wijnegem, langs de bomen van het Rivierenhof, het Stadspark en het Kielpark, tot de perken van het Schoonselhof.  
Je geniet van de rust alleen in de natuur. Zoveel zelfs dat ik denk dat je helemaal geen ex hebt en dat je liefdesleven even dood is als de inwoners van het Schoonselhof.  

Tram 11 rijdt niet eens meer. 
Je zit vast in het verleden en je ex ging weg omdat je nog steeds niet over je eerste lief heen bent. Maar niet getreurd: in tegenstelling tot je ex komt tram 11 dit jaar wel terug in je leven. 

Tram 12 legt zo’n kort en traag traject af dat je haast altijd sneller te voet bent.  
Een avondje op de zetel is leuk, maar kom op, je had ook eens moeite kunnen doen voor een actieve date. 

Lijn 13 is helemaal geen tram, maar een bus. 
Ik denk dat je “liefde maakt blind” net iets te letterlijk hebt genomen. 

Tram 15 eindigt zijn traject een halte vroeger dan de andere trams op Linkeroever; het is de opgever van de trams.  
In tegenstelling tot tram 8-liefhebbers heb je wel moeite gedaan, maar gaf je op toen het moeilijk werd. Houd volgende keer in gedachten dat liefde er is voor in goede en slechte tijden. 

Tram 24 gaat door Borgerhout en neemt daar de mensen mee die tram 8 in de kou liet staan. Dat terwijl het zo bescheiden is om de laatste plaats in te nemen. 
Daarmee is deze tram een beetje zoals de dwarseindredactie, die door heel dit artikel moest gaan om mijn taalfouten eruit te vissen zonder daarvoor credit te nemen. Uit respect voor hun werk ga ik zeggen dat je vorige relatie stuk liep omdat je fantastisch bent en je ex je simpelweg niet verdiende. * 

De Kusttram rijdt helemaal niet in Antwerpen. 
Je weet dat deze quiz gaat over je favoriete Antwerpse tram, toch? Ik denk dat je ex wegging omdat je altijd ergens anders zat met je hoofd. 

Geen favoriete tram? Doe niet moeilijk en kies degene die je het vaakst neemt. Indien je ook daar niet op kunt antwoorden, neem dan de laatste die je gebruikte. Als je echt nooit een tram neemt, dan ben je ofwel te rijk voor het openbaar vervoer, ofwel woon je in een primitief parkingdorp waar ze het vuur nog moeten ontdekken. In beide gevallen mag je zelf uitdokteren waarom je laatste relatie stukliep, want mij kan het geen moer schelen. 

 

*Indien je als lezer toch een hoop taalfouten hebt aangetroffen, mag je deze zin geheel negeren.



progress lost

22/02/2025
Progress Lost (© Dennis Van Der Kuylen | dwars)
Bron/externe fotograaf

Dennis Van Der Kuylen

🖋: 

Spoiler Alert: deze tekst beschrijft belangrijke plotelementen uit dit spel.

Tot op vandaag durft een slecht geïnformeerde journalist wel eens in de krant schrijven dat er geen vrouwelijke hoofdpersonages in computergames bestaan. Daarmee bedoelen deze iewat misogyne broodschrijvers vaak dat ze er wel zijn, maar dat mannen in games keer op keer het voorrecht krijgen om schaamteloos hun eigen heldhaftige zelf te zijn. De functie van een vrouwelijk personage bestaat volgens hen erin om identiek dezelfde mannenrol op te nemen, maar dan in een geseksualiseerd lichaam. Hierdoor heeft een vrouwelijk harnas in klassieke Role Playing Games (RPG’s) letterlijk weinig om het lijf en mag het lichaam van Lara Croft een anatomisch wonder heten, aangezien het gewicht van haar boezem haar eenvoudig zou verhinderen om zich zonder rugpijn voort te bewegen.  

Het is vanzelfsprekend dat het hier over een wat achterhaalde en naïeve misvatting gaat die vooral door een oudere generatie journalisten gebezigd wordt. De meeste zichzelf respecterende games hebben hun licht vrouwonvriendelijke puberteit inmiddels achter zich gelaten en koesteren eventuele restanten ervan zonder schaamte of op een wat meer ironische manier.  

Een van de vele verdiensten van Hellblade: Senua’s Sacrifice is dat dit wat hardnekkige stereotiep in ieder geval hier niet terug te vinden is. Senua, het psychisch getormenteerde hoofdpersonage van Hellblade, moet met voorsprong de moedigste vrouw zijn die ooit het voorrecht heeft gehad om in een game op te treden. Het spel verhaalt op geloofwaardige wijze dat Senua tijdens haar jeugd meerdere lange periodes van psychose doormaakte. Gelukkig zijn vandaag de dag psychiatrische instellingen redelijk goed uitgerust om mensen de periode te helpen overbruggen waarin hun gedachten en zintuiglijke ervaringen niet meer overeenstemmen met de realiteit. Sinds 1 januari 2025 is de term geestesziekte in België zelfs verdwenen en bestaat er een nieuw systeem van vrijwillige behandeling onder voorwaarden. Helaas zijn de mensen van het Schotse boerengat waar Senua opgroeit in de zevende eeuw op het zachtst gezegd niet helemaal klaar voor een kind dat regelmatig volledig de voeling met de realiteit verliest. De moeder van Senua, die aan dezelfde aandoening lijdt, wordt uiteindelijk op de brandstapel gezet omdat in haar ziekte de oorzaak van een pestepidemie wordt gezien. Senua zelf krijgt van haar vader een paar gewelddadige pogingen over zich heen om de ziekte, die gezien wordt als een vloek van de goden, uit te bannen. Zij wordt, met andere woorden, het slachtoffer van een omgeving die niets met haar ziekte kan aanvangen en uit angst en onwetendheid bereid is om haar als zondebok op te offeren. Enkel bij Dillion, een jongeman die haar liefde en begrip toont, slaagt Senua erin om even troost te vinden. 

Wanneer een nieuwe psychotische episode zich aandient, vlucht Senua de wildernis in, noem het gerust een vroegtijdelijke variant van de eerder genoemde vrijwillige gedwongen opname. Helaas blijkt bij haar terugkomst haar hele dorp uitgemoord te zijn door plunderende Noormannen. Zij ziet hierin een gevolg van haar vloek en besluit om met het afgehakte hoofd van haar geliefde naar de mythologische hel van de vuige Noormannen te trekken om daar Dillions leven terug te eisen van de godin Hela. Begeleid door een koor van gekmakende stemmen in haar hoofd, met een duisternis die soms als golven over haar heen trekt, waadt Senua heupdiep door moeraslanden waar rijen gespietste lijken staan te rotten. Met een verbetenheid die geboren is uit wanhoop en moed geeft ze vervolgens twee demonen, een van vuur en een van illusies, een formidabele schop waar de zon niet schijnt, enkel en alleen maar om de toegangspoort van de hel te kunnen bereiken. B.J. Blazkovitz, Master Chief, Solid Snake en zelfs Kratos, de iconische superhelden van tal van computergames, zouden hierbij wenend om hun mama roepen. Niet omdat ze niet sterk genoeg zijn, maar omdat hun persoonlijkheid samenvalt met hun daden. Het zijn voorbeelden van stereotiepe mannen die de rol die de samenleving van hen verlangt zonder nadenken uitvoeren. Senua daarentegen wordt verscheurd door angsten. De realiteit waarin ze beweegt is onzeker en verraderlijk, haar motivatie is geen rationele beslissing op basis van kennis en uitgaande van haar eigen kracht, maar een gevoel voor de richting die ze moet gaan, omdat elk alternatief voor haar wel fataal moet aflopen. Zij wil niet zwemmen, maar ook niet verzuipen. Zij is fataal zwak, maar beschikt over een door en door verbeten moed die niet voortkomt uit een drang naar rechtvaardigheid door vergelding, maar door een zucht naar leven en liefde, zelfs wanneer alles in en rond haar verstikt raakt door duisternis. 

Net die kwetsbaarheid maakt van Senua ook een ontroerend personage. Een effect dat nog versterkt wordt door haar plaats in een direct betrokken medium als computergames en door de stemmen in haar hoofd die weerklinken en bij momenten weergalmen in de koptelefoon van de speler. Naast haar rol als plaatsvervangend slachtoffer door de inwoners van haar dorp, brengt Senua ook het (titelgevende) offer van haar eigen leven: ze geeft zich totaal en verliest zich in haar poging om door de hel te trekken om haar geliefde opnieuw tot leven te wekken. Master Chief mag bij het horen van dit verhaal nog zo hard beweren dat het zweet is dat de binnenkant van zijn helm doet bewasemen, maar wij mannen weten wanneer het tijd is om onze tranen te verbergen en onze ontroering door te slikken. Het is bij dit alles overigens een open vraag of de vergaming van Senua’s leven helend is voor mensen die zelf psychose hebben doorgemaakt, maar dit spel heeft in ieder geval de enorme verdienste dat het een beeld geeft van wat het is om een psychose te beleven. 

Gelukkig loopt het allemaal nogal goed af voor Senua. Het hoofd van Dillion als plotobject voor de makers of emotioneel object voor Senua wordt uiteindelijk als een nutteloos ding weggegooid en van haar vloek wordt – nogal anachronistisch – een gave gemaakt waarmee ze een nieuwe stralende toekomst instapt. Inmiddels werd er overigens ook een tweede game met Senua als hoofdpersonage gemaakt. Hopelijk zijn de makers erin geslaagd om haar ook daar niet triomfantelijk te laten toetreden tot het pantheon van de bovenmenselijke helden, maar haar simpelweg zichzelf te laten zijn. Zeker is wel dat dit eerste deel in de saga van Senua door iedere zichzelf respecterende gamer gespeeld zou moeten worden.  



poëzie

22/02/2025
🖋: 
Auteur extern

Dina Alitem


Van wie ben ik? De vraag achtervolgt de ziel,

Een voet in het verleden, een voet in het nu–

In de buik van twee werelden, ben ik onvolledig,

Verscheurd tussen wie ik ben en wie ik toelaat.

 

Een minnaar van vrouwen, maar gebonden door een geloof,

De Islam fluistert een belofte die ik niet kan houden,

De gebedsmat is bevlekt met het gewicht van mijn geest,

En in de moskee vind ik alleen ruimte om te huilen.

 

Hoe kan ik liefhebben als de wereld erop staat

Dat geloof en verlangen bebloede vuisten zijn?

 

Mashi f’din, mashi f’kh7ater (Niet in geloof, niet voor plezier)

Rani tleft fi l’h7ayat (Ik ben verloren in de waas van het leven)

 

Horen bij , zeggen ze, is bij het lichaam en bloed,

Maar wie kan aanspraak maken op een liefde die tegen de stroom in zwemt?

Marokkaanse huid, Belgisch hart – een gebroken lied,

De reis van het zij n waar niemand kan thuishoren.

 

Wie ben ik? –  het galmt door de Belgische straten.

Een vraag die gefluisterd wordt als niemand groet.

 

Ik draag de maskers van beide, maar toch is er geen gezicht te zien,

Gevangen tussen woestijnen en te schone steden,

Waar de schaduwen lang zijn en de zon te fel,

Toch dwaal ik in stilte, zonder helder zicht.

 

De muezzin roept, en ik ben er niet...

Maar mijn huid kent de hitte, mijn geest kent het gebed.

Twee keer de ongelovigheid, twee keer de wanhoop,

Een geest op de rand, gevangen gehouden door lucht.

 

Behoor ik toe aan God, of aan wat er in mijn borst zit?

Aan de koude eisen van de wereld, of aan niets dan rust?

Een gebroken geloof, een lichaam in twijfel,

Wat is mijn naam als mijn ziel rondloopt?

 

Ooit was ik zeker, er was een plek om te zijn,

Een thuis, een liefde, waar ik vrij kon zijn,

Maar nu ben ik gespleten als een gebed halverwege,

Mijn hart in Marokko, mijn handen ook in België.

 

Mashi l’islam, mashi fi l’hob (Niet in de islam, niet in de liefde)

Rani fi l’arwaah, ma andich shouf (Ik ben in de wind, ik kan niet zien).

 

Ze noemen me een buitenlander, toch ben ik hier –

Een vreemdeling voor mezelf, gevangen tussen angst.

Ik ben noch de vrouw die ze willen dat ik ben,

Noch de ziel die zichzelf wil bevrijden.

 

Wiens naam beantwoord ik als ik mijn eigen naam hoor?

Een geest van mijn vroegere ik, nooit gekend,

Tweemaal de dubbele ongelovigheid, verwrongen en verscheurd,

Achtergelaten met een verlangen naar een plek om herboren te worden.

 

In de stilte vervaag ik, verdwijn ik,

En niemand kan me vertellen wat me nog dierbaar is



het laatste woord

22/02/2025
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie een woord waar hopelijk geen dwars ooit moet belanden: de schaamstapel.

Onlangs was ik met een vriend aan mijn bureau aan het eten. Althans toch, wat er overblijft van dat bureau. De boekenplank op kot is inmiddels even vol als een IC-trein tussen Brussel en Antwerpen, waardoor het bureau bevolkt wordt door boekenstapels die hoger reiken dan de toren van Babel. Nu was alles goed en wel, tot die vriend me vroeg hoeveel van die boeken ik al had gelezen. Ik moet bekennen dat het antwoord drie was. Waar ik eerst trots was op mijn mooie collectie, werd ik nu overmand door schaamte.

Zo’n stapel ongelezen boeken heet met een mooi woord een schaamstapel. De Nederlandse krant NRC populariseerde eind 2022 de term toen ze haar lezers vroeg foto’s van hun stapels door te sturen en te vertellen hoe ze zich erbij voelden. Veel reacties stroomden online binnen en rond de jaarwisseling verscheen “De Schaamstapel” tijdelijk als rubriek op de laatste pagina van de krant. Met woorden als vliegschaamte, bezorgschaamte en singleschaamte past schaamstapel alvast binnen een trend. Alsof we heimwee hebben naar de biechtstoel van weleer, hebben we duizend-en-een nieuwe soorten schaamte uitgevonden op het internet, dat is uitgegroeid tot het evangelie van deze tijd. Maar waarom zou ik me eigenlijk schamen voor mijn ongelezen boeken? Mijn gevoel van schaamte werkt tenslotte al overuren wanneer ik mijn examenpunten bekijk. Die ongelezen boeken betekenen dat ik nog veel wil bereiken en ze zijn het bewijs dat ik nog een heel leven voor me heb om dat te doen. Ze zijn ook het bewijs dat ik een rampzalig planvermogen heb, maar zijn we niet allemaal slechts mensen?

Zelf gebruikte ik daarom liever de term “tsundoku”, een Japans woord dat verwijst naar het kopen van boeken om ze vervolgens ongelezen te laten opstapelen. Een beetje hetzelfde als de schaamstapel, maar in tegenstelling tot de Nederlanders houden de Japanners hun oordeel voor zichzelf. Een van de reacties op NRC doet het nog beter: een twitteraarster beschreef haar stapel ongelezen boeken als “lonkboeken”. Sindsdien betekent dat een boek waar je maar niet aan toekomt, maar dat telkens weer het verlangen wekt om het te lezen. Vanaf nu sluit ik me hierbij aan: ik heb geen schaamstapels maar een verzameling lonkboeken. Afsluiten doe ik graag met de woorden van Van Dale-hoofdredacteur Ton den Boon: “‘Lonkboek’, het is zo’n mooi woord dat het eigenlijk verdient een algemeentalig woord te worden.”



brieven uit praag

22/02/2025
🖋: 
Auteur

Dag dwars

Het is vrijdagavond 7 februari. Vier snijplanken liggen gevuld met sushi die ik samen met vrienden gerold en gefrituurd heb. Ik eet tot ik vergeet dat ik vierentwintig uur later in dat vervreemde bed in Antwerpen zal liggen. Al mag dat bed comfortabeler zijn dan wat ik hier heb, ik kijk er niet naar uit. Ik neem met vele grote knuffels een pijnlijk afscheid. Thuis staan drie koffers en een rugzak klaar naast de deur van mijn kamer. Alles is ingepakt: ik ben voorbereid op de verhuis, alleszins fysiek.

Ik ben nu niet meer in Praag. De lessen aan UAntwerpen beginnen terug. De wereld gaat weer zijn normale gangetje en zo wordt dat ook van mij verwacht. Dit is dan ook het leven dat ik al vele jaren leef. Ik ken het vanbinnen en vanbuiten. Toch zijn er dingen veranderd, je ziet ze alleen niet zo goed als je naar de oppervlakte kijkt. Mijn ingesteldheid is veranderd: ik probeer meer te leven, meer te genieten en meer voor dingen te gaan. Eén ontdekkingsreis eindigt, maar dat wil niet zeggen dat het ontdekken moet stoppen.

In Praag heb ik veel geleerd: van zelfstandigheid tot vertrouwen, van omgaan met frustratie tot genieten van geluk. Ik heb meer rondgedwaald, meer onderzocht, meer opgelet, meer opgenomen en meer gedaan wat ik op dat moment wilde. Zelfs als ik daar niets van meeneem naar Antwerpen, weet ik nu dat ik dat kan. Ik weet dat het door de juiste context en de juiste ingesteldheid helemaal niet zo moeilijk aanvoelde. Het zou wel mooi meegenomen zijn als ik dat alles ook in België meer kan doen.

Ik kan echter alleen maar zeggen wat ik hoop. De realiteit is zo ver nog niet binnengedrongen en alle toekomstblikken zijn hypothetisch. Het feit dat er wel degelijk toekomstblikken zijn, doet me al deugd. De laatste weken op Erasmus kon ik niet verder denken dan het einde van mijn tijd in Praag. Alles zou eindigen op 8 februari wanneer ik het vliegtuig op zou stappen. Verbazingwekkend genoeg kan je ook leuke dingen doen na je Erasmus. Dat was ik mogelijk een beetje vergeten. Ik ga het toch voor altijd missen: de mensen, de school, de stad, de feestjes, de Erasmus-context en de vrijheid. Sommige, de meeste, daarvan zal ik nooit opnieuw kunnen beleven. Andere, wel, anderen zie ik morgen alweer terug in Antwerpen.

Liefs

Remco Terryn



satire

22/02/2025
🖋: 

De Grote Boze Wolf is verkozen tot president van het Sprookjesbos. In een spannende verkiezingsrace versloeg hij zijn tegenkandidate Roodkapje. Wat moeten we verwachten van zijn ambtstermijn en wat vinden de inwoners? Onze correspondent ter plaatse zoekt het uit.

De Grote Boze Wolf is zeker geen onomstreden kandidaat. Vooraf aan de verkiezingen kwam er veel kritiek op zijn plan om alle huizen van de biggen omver te blazen en dan de inwoners op te eten. Een groot deel van de kiezers lijkt echter overstag te zijn gegaan voor de economische plannen van de wolf. De afgelopen jaren zijn de prijzen van gouden eieren en magische tapijten namelijk sterk gestegen en veel inwoners voelen dat in hun schatkist. De vorige administratie onder de Sprookjesboom kreeg vaak de kritiek hier te weinig aan te doen. Enkele ongelukkige uitgaven, zoals een peperduur kleed dat niet echt bleek, wakkerden deze frustraties alleen maar aan.

“Er moet iets gedaan worden aan alle biggen die hier binnenkomen en daarom heb ik op de Grote Boze Wolf gestemd”, steekt Cantecleer de haan van wal. “Ze komen hier massaal binnen, stelen onze jobs en maken alles vuil door constant in de modder te ploeteren. Natuurlijk is het te extreem om hun huizen omver te blazen en de biggen vervolgens op te eten, maar ik denk dat we realistisch moeten blijven. Die plannen zijn onhaalbaar, niemand heeft zo’n grote longcapaciteit. Wanneer de Grote Boze Wolf president is, zal hij zijn plannen bijstellen aan de realiteit en de biggen vreedzaam deporteren.”

Iets verder ligt het biggendorp waar veel inwoners in strooien huisjes wonen. Hier zijn de reacties minder positief. Velen zijn bang voor hun toekomst en die van hun kinderen. “Ik ben naar hier gekomen om aan politieke vervolging te ontsnappen en dacht hier een nieuw leven te kunnen opbouwen. Nu moet ik misschien opnieuw vluchten en ik zou echt niet weten naar waar”, vertelt Sneeuwbal ons. Toch is niet iedereen negatief: “Ik denk dat al deze praat bangmakerij is van Roodkapjestemmers. Ik ben alvast niet bang dat mijn huis omvergeblazen zal worden en kijk ernaar uit om weer betaalbaar met mijn vliegend tapijt de kinderen naar school te brengen”, vertelt een big in een bakstenen huis.

De Grote Boze Wolf lijkt alvast voor provocatie te kiezen met zijn frappante keuzes voor ministerposten. Zo is Reinaert de vos aangesteld als minister van Justitie, opvallend aangezien zijn enige ervaring met justitie als verdachte in een aantal rechtszaken is, waaronder voor moord, verkrachting en mishandeling. Andere keuzes zijn al even bijzonder: Repelsteeltje wordt minister van Staatsveiligheid, de Kleine Zeemeermin minister van Communicatie en de Sneeuwkoningin minister van Kinderwelzijn. In het Sprookjesbos is het nu allesbehalve zeker dat iedereen nog lang en gelukkig zal leven.



uantwerpen

22/02/2025
🖋: 

De maand maart staat aan UAntwerpen in het teken van etnisch-culturele diversiteit, inclusie en globaal engagement. Het Team Diversiteit en Inclusie heeft in samenwerking met verschillende organisaties een programma samengesteld met lezingen en workshops. dwars deelt graag deze kalender en zat samen met stafmedewerker Diversiteit en Inclusie Saana Haddouchi, die ons wat meer vertelde over deze maand en het beleid erachter.

“De maand voor etnisch-culturele inclusie en globaal engagement is een initiatief dat komt vanuit de universiteit”, vertelt Haddouchi. “We bundelen heel wat activiteiten die vertrekken uit bijvoorbeeld de Universitaire Stichting voor Ontwikkelingssamenwerking (USOS), de African Youth Organization (AYO) en Team Globaal Engagement. We verzamelen op onze website dus verschillende activiteiten. Het thema is uiteraard breed, maar de rode draad is culturele inclusie en globaal engagement. Zaken als antiracisme en dekolonisatie staan centraal, al overlappen thema’s vaak. Ook heel belangrijk voor deze maand is dat we willen informeren over het beleid dat we voeren: studenten gaan hier vaak niet zelf naar op zoek, dus grijpen we deze kans om hierover te communiceren.”

Haddouchi licht het beleid toe: “Momenteel zijn we bezig met het aanpassen van ons vorig beleidspan. Ook rond etnisch-culturele inclusie zijn we acties aan het uitwerken, die onder meer gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. We hebben bijvoorbeeld op Vlaams niveau de engagementsverkaring rond etnisch-culturele diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs ondertekend, die gaat over zaken zoals het verbeteren van de doorstroom, representatie, enzovoort. Je hebt ook het strategisch kader voor globaal engagement. Dat gaat over onder andere samen werkingen met het Globale Zuiden en over dekolonisering. In ons beleid denken we altijd na over hoe we structureel veranderingen kunnen teweegbrengen. Ons voornaamste doel is natuurlijk dat ongelijkheden verdwijnen.” Ze benadrukt ook het belang van een goede balans tussen structureel beleid en initiatieven als de maand voor etnisch-culturele inclusie en globaal engagement: “Op korte termijn zullen studenten de structurele veranderingen misschien niet merken. Dat willen we dus opvangen met initiatieven als deze, want studenten die op dit moment ongelijkheden ervaren, moeten ook gehoord worden. Het ene kan niet zonder het andere: je kan niet enkel inzetten op het structureel beleid, maar je kan ook geen dergelijke maand organiseren zonder een structureel beleid te hebben.”

Het Team Diversiteit en Inclusie vindt het ook belangrijk om in dialoog te gaan met studenten over zijn beleid: op 1 april hebben ze bijvoorbeeld hun beleidsdag en vorig jaar hebben ze een Town Hall Meeting georganiseerd waar studenten zelf getuigenissen hebben gedeeld. De ervaringen en input van studenten gebruiken ze om vorm te geven aan hun beleid. Op het vak van studentenengagement weet Haddouchi te vertellen: “Ik heb wel het gevoel dat het engagement nog groot is, maar dat het misschien andere vormen aanneemt. We hadden bijvoorbeeld enkele jaren geleden een studentenpanel diversiteit en inclusie. Daar hebben we gemerkt dat engagement fluctueert en dus experimenteren we met manieren waarop we het engagement kunnen aanwakkeren. Het is een zoektocht om te vinden wat goed werkt.” Ook probeert het Team Diversiteit en Inclusie hun website te gebruiken om mensen te informeren en te sensibiliseren. Hun activiteiten zijn ook zeker niet beperkt tot de maand maart: voor hen is deze maand eerder een jaarlijks moment om heel actief ruimte te maken voor etnisch-culturele diversiteit en inclusie en er kritisch over te reflecteren.

Weet je niet goed waar te beginnen in het aanbod van de maand maart? Haddouchi vertelt al wat meer over enkele activiteiten. “Persoonlijk vind ik de workshop rond microagressies van AYO heel interessant. Microagressies, zoals ‘Amai, jij spreekt goed Nederands’, worden door omstaanders vaak geminimaliseerd, terwijl ze een impact hebben. Het is waardevol om daar even bij stil te staan en te leren hoe je ermee omgaat. Ook de openingslezing van Naïma Charkaoui over racisme kan ik aanraden. Al kan ik het hele programma wel opsommen”, lacht ze. Bekijk de kalender dus zeker en neem eens een kijkje bij een lezing of een workshop; je leert gegarandeerd iets bij!

 

Via de link kan je de volledige kalender bekijken: https://www.uantwerpen.be/nl/evenementen/maand-voor-inclusie-en-engagement/kalender/



22/02/2025
🖋: 

Antwerpen is al jarenlang een geliefde filmlocatie, maar de afgelopen twee jaar heeft de stad een echte opnamerevival doorgemaakt. Van grootse internationale blockbusters tot geprezen Vlaamse producties; onze mooie Scheldestad schittert als nooit tevoren op het witte doek. Of het nu gaat om adembenemende actie of intieme drama’s, Antwerpen is de perfecte setting voor programma- en filmmakers van over de hele wereld. In dit artikel richten we de schijnwerpers op enkele opvallende producties die recent, en soms minder recent, de stad aandeden.

2DEZIT (2022)

De serie 2DEZIT, te zien op Streamz, biedt een rauwe en soms choquerende blik op het studentenleven in Antwerpen. De serie volgt een groep studenten die zich worstelt door deadlines, feestjes en de onophoudelijke druk van hun academische en persoonlijke levens. De opnames vonden paats op herkenbare locaties, zoals de Stadscampus, de Ossenmarkt en de gezellige cafés in het historisch centrum van de stad. Deze vertrouwde plekken dragen bij aan de authentieke sfeer van de serie, waardoor studenten in de Koekenstad zich ongetwijfeld kunnen herkennen in de dagelijkse chaos van het studentenleven.

Now You See Me 3 (2025)

Wie dacht dat Antwerpen alleen aantrekkelijk was voor Vlaamse cineasten, heeft het mis. De langverwachte film Now You See Me 3 streek neer in de stad voor spectaculaire opnames, waarmee Antwerpen opnieuw op de wereldkaart werd gezet als een toplocatie voor Hollywoodproducties. De film, met sterren zoals Jesse Eisenberg, Woody Harrelson en Morgan Freeman, volgt een groep illusionisten die de grens tussen magie en misdaad verkent. Het iconische centraal station van Antwerpen kreeg de eer om het decor te zijn van enkele van de meer indrukwekkende scènes in de film. De releasedatum staat momenteel gepland voor 12 november van dit jaar. De majestueuze architectuur van het station voegt een magische sfeer toe aan de film die de intriges van de illusionisten perfect weerspiegelt.

Fubar (2023)

Ook de Amerikaanse Netflix-miniserie Fubar, met de legendarische Arnold Schwarzenegger in de hoofdrol, is deels opgenomen in Antwerpen. De opnames in onze stad geven de serie een echt Europees tintje. In deze spannende actiefilm kruipt Schwarzenegger in de huid van een CIA-agent die ontdekt dat zijn dochter ook werkzaam is als spion. Het verhaal neemt een spannende wending wanneer de industriële omgeving van de stad wordt omgetoverd tot een epische Hollywoodset voor explosieve actiescènes. De indrukwekkende skyline, de havenkranen en de Scheldekaaien bieden het ideale decor voor de achtervolgingen en spectacuaire confrontaties. Ook de Minderbroedersrui, vakbij Campus Mutsaard, werd gebruikt voor een zenuwslopende achtervolgingsscène, die de spanning en snelheid van de serie perfect vastlegt.

Miss Peregrine's Home for Peculiar Children (2016)

Antwerpen heeft ook een belangrijke rol gespeeld in internationale producties uit het verleden, zoals de film Miss Peregrine's Home for Peculiar Children (2016), geregiseerd door Tim Burton. De iconische uitstraling van het huis van Miss Peregrine, dat een centrale rol speelt in de film, werd vastgelegd in het majestueuze Kasteel Torenhof in Brasschaat, vlakbij Antwerpen. Deze locatie, met zijn mysterieuze sfeer en historische charme, sluit perfect aan bij Burtons kenmerkende visuele stijl. Hoewel de film geen scènes in het stadscentrum van Antwerpen bevat, draagt Brasschaat met zijn unieke architectuur bij aan de uitstraling van de film.

The American (2010)

In The American, een spannende thriller met George Clooney in de hoofdrol, wordt de industriële uitstraling van Antwerpen een cruciale component van het verhaal. Clooneys personage is een huurmoordenaar die zich in Europa verschuilt voor zijn vijanden. De ongerepte ruigheid van de Antwerpse haven benadrukt ook hier de gevaarlijke situaties waarin Clooneys personage zich bevindt en voegt een extra laag spanning toe aan het verhaal.

Stormforce (2003)

Ook in de actiethriller Stormforce (2003) speelt Antwerpen een belangrijke rol als locatie voor zenuwslopende achtervolgingen. Het verhaal draait om een internationaal team van misdaadbestrijders dat zich door gevaarlijke situaties worstelt. De ruwe uitstraling van de haven, met zijn kranen, grauwe gevels en immense schepen, wordt uitstekend benut, wat bijdraagt aan de opbouw van spanning en actie tijdens de confrontaties in de film.

Met de recente opnames van 2DEZIT, Now You See Me 3 en Fubar bevestigt Antwerpen zijn status als veelzijdige hotspot voor zowel internationale blockbusters als Vlaamse topseries. De stad biedt een mix van historische charme, moderne energie en een diverse architectuur die filmmakers van over de hele wereld blijft aantrekken. Of het nu gaat om adembenemende actie, emotionele drama’s of magische momenten, Antwerpen blijkt keer op keer de perfecte filmset te zijn. De camera’s blijven draaien en de stad zal blijven schitteren op het grote scherm.



opinie

22/02/2025
🖋: 
Auteur

236 dagen na de Belgische verkiezingen op 9 juni had ons land een regering. Menig onschuldig burger, ongeacht politieke voorkeur, slaakte een zucht en prevelde zachtjes “eindelijk”. We haalden onze toeters en bellen nog net niet uit de kast op het moment dat we begonnen met nadenken. Wat betekent dit nu eigenlijk voor ons, wat staat er in dat regeerakkoord, waarom zijn die idioten nu al zo lang aan het vergaderen en wie is de crimineel van een fotograaf die dat portret heeft gemaakt? dwars is er zoals altijd voor jullie om haar oordeel te vellen, hou je goed vast!

Wie hebben we met zijn allen verkozen om ons land gedurende vier jaar naar eigen believen te besturen? De vijftienkoppige regering-De Wever, met als voor de hand liggende premier Bart De Wever, telt vijf partijen: N-VA, MR, Les Engagés, CD&V en Vooruit. Uit die partijen zijn veertien ministers aangeduid, waarvan er vijf ook vicepremier zijn. N-VA en MR duiden respectievelijk vier ministers aan, Les Engagés heeft er drie en CD&V en Vooruit sturen allebei twee ministers uit.

vacatures genoeg

Het akkoord liet lang genoeg op zich wachten om een Pulitzerprijswinnend boek te kunnen verwachten, maar wat staat er nu precies in? Een korte samenvatting van de 200 badzijden is er niet, maar er zijn wel een aantal opvallendheden. De eerste twee pagina’s van het akkoord bestaan uit een voorwoord van De Wever. Daarin legt hij de focus zoals gewoonlijk op de zorgwekkende budgettaire toestand van ons land, waarvoor hij al op pagina acht een lijst met veelbesproken ‘voorgestelde hervormingen’ voorschotelt. Daaronder valt ook de controversiële hervorming van de arbeidsmarkt en pensioen. Wat houdt de pensioenhervorming van De Wever in? Een korte bloemlezing: de pensioenleeftijd blijft behouden en werknemers krijgen de mogelijkheid om vanaf 60 jaar met vervroegd pensioen te gaan op voorwaarde dat ze een loopbaan van minstens 42 jaar hebben opgebouwd met voldoende daadwerkelijke arbeidsprestaties. Wie vroeger stopt, krijgt een malus, een vermindering van je pensioen, per jaar vervroegde uittrede. Wie langer werkt, krijgt een bonus per jaar opname na de wettelijke pensioenleeftijd. Het minimumpensioen wordt enkel toegekend bij voldoende effectieve arbeidsprestaties. Daarnaast worden het gezinspensioen en het ziektepensioen afgebouwd. Klinkt niet zo slecht, toch?

Dat is het ook niet! De regering voorziet zelfs een familiekrediet van 30 weken per kind, waarvan ouders vrij gebruik kunnen maken om meer tijd te besteden aan hun familie. Let wel: één ouder kan maximaal 18 weken gebruiken. It takes a vilage to raise a child? More like 30 weken! Mensen zonder kinderen, en dat worden er elk jaar meer, krijgen helaas geen familiekrediet. Wil je dus voor je ouders zorgen als zij bijvoorbeeld geen rusthuis kunnen betalen met hun pensioen dat nu al niet volstaat? Of kan je bijvoorbeeld niet voltijds werken omdat je geen kinderopvang kan betalen? Kan je werkgever je gewoonweg geen voltijds contract aanbieden of staat je gezondheid je dat niet toe? Oefen je een fysiek zwaar beroep uit, zoals bouwvakker of havenarbeider, dat je niet tot je zestigste kan uitvoeren? Dan zal je dat moeten bekopen met een verminderd pensioen of een aantal jaren meer werken. Je hebt dan namelijk niet voldoende daadwerkelijke arbeidsprestaties vergaard. Je zal je tevreden moeten stellen met een verlaagd pensioen of je kan natuurlijk een nieuwe baan zoeken (vacatures genoeg, dixit De Wever).

de Connertaks

Het zal je vast niet ontgaan zijn dat de beruchte meerwaardebeasting van Vooruit de sappigste twistappel was van de formatie. Die belasting was voor de partij een voorwaarde om in de regering te stappen, maar voor MR was het dan weer een reden om er niet in te stappen. Uiteindelijk is de taks er min of meer gekomen. In het regeerakkoord wordt gesproken van een solidariteitsbijdrage “van 10% op de toekomstige gerealiseerde meerwaarde van financiële activa” (winst op aandelen, n.v.d.r.). De taks zou 500 miljoen euro moeten opbrengen tegen 2029, maar is nog niet in detail uitgewerkt en zorgt voor interpretatieverschillen en openlijke discussie binnen de regering. Uiteraard kan kritiek van de oppositiepartijen hier niet ontbreken. Zo werd de taks al gedoopt tot de Connertaks door de liberalen, die de taks een trofee van de socialisten noemen. Het Vlaams Belang opteert dan weer voor de Jambontaks, naar de minister van Financiën, als roepnaam. Solidariteit zal hen niet al te goed in de mond liggen.

diversiteit, who?

En dan nog even iets over dat portret; what the hell? Vier vrouwen die weggemoffeld staan in de schaduw van een roedel mannelijke ministers die naar alle mogelijke kanten behalve die van de lens kijken. Alle gekheid op een stokje, waar zijn nu de mensen die in debatten over genderquota het luidst schreeuwen dat vrouwen geen genderquota nodig hebben om dergelijke machtsposities te vergaren, dat het allemaal wel vanzelf zal komen? Als dat waar zou zijn, dan begrijp ik niet zo goed waarop men wacht om zulke quota ook in te voeren voor onze federale regering; wachten heeft blijkbaar hetzelfde effect! Waarom wachten op gelijkheid als die er ook nu al zou kunnen en moeten zijn? Ach ja, misschien ben ik wel te emotioneel of hysterisch om dergelijke redeneringen te volgen. Toch kan ik niet anders dan me bij aanvang van deze regeringsperiode chronisch onvertegenwoordigd te voelen. En ik had nochtans ergens gehoord dat mooie vrouwen de meest gepriviligeerde mensen ter wereld zijn.

Ten slotte een laatste pleidooi voor een genderquotum in de federale regering. Ik neem het de mannelijke ministers allesbehalve kwalijk dat ze niet denken zoals een vrouw, maar dachten ze nu echt dat het niet zou opvallen dat de pensioenshervorming vrouwen het hardst zou treffen? Het zijn nog steeds vrouwen die vaker deeltijds werken of voor langere periodes thuisblijven om te zorgen voor hun kinderen, ouders of om andere zorgtaken op te nemen. Mij zal je niet horen zeggen dat dat eerlijk is, maar het is wel de waarheid en die verandert niet in een-twee-drie, ook niet omdat de ministers vinden dat dat niet zo zou moeten zijn. Misschien ben ik te sceptisch en hadden ze het gewoonweg niet door, maar als er meer vrouwen aan tafel mochten schuiven bij het opstellen van het akkoord, zou het er allicht anders uit hebben gezien.

Bij nader inzien heb ik mijn feesthoed en rooskleurige bril niet uit de kast gevist om de langverwachte regering te vieren. Ik slaakte geen zucht van opluchting, en daar zal ik geloof ik nog lang op kunnen wachten.