dwarsdoorsnede

20/06/2022
Cookie Clicker (© Orteil | dwars)
Bron/externe fotograaf

Orteil

🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes – oud en nieuw, of oud en vernieuwd. De hype is weeral even gaan liggen, maar toen goude oude OG clicker-game Cookie Clicker op Steam werd gelanceerd brak het even alle records en behaalde het in een mum van tijd een plaatsje in de lijst van meest gespeelde games met op regelmatige basis meer dan 60 000 spelers. Tegenwoordig spelen nog zo’n 7 à 8000 spelers het spel op dagelijkse basis. 

Het opzet van Cookie Clicker is, zoals bij elke clicker of idle game, niet veel complexer dan de titel van het spel zelf. Je leidt een bakkerij die zich toelegt op het produceren van, jawel, koekjes. Koekjes produceren doe je aanvankelijk door, jawel, te klikken. Je aantal koekjes is een soort van valuta, je kan er gebouwen (zoals een koekjesbank, een koekjestempel, een chocolademijn) mee kopen die uit zichzelf koekjes opbrengen zonder dat je nog hoeft te klikken. Daarnaast koop je ook upgrades die diezelfde gebouwen en het klikken meer doen opbrengen. Dat is wat het spel ook verslavend maakt: de upgrades die tot upgrades leiden die tot upgrades leiden.  

Cookie Clicker zet redelijk hard in op de actieve spelcomponent, het klikken blijft belangrijk en wordt vervoegd door enkele minigames die de aandacht van de speler vereisen. Zo zijn er speciale Golden Cookies en Wrath Cookies, die om de zoveel tijd verschijnen op het scherm waarna de speler erop moet klikken om een willekeurige bonus te verkrijgen. Het is te zeggen: de Wrath Cookies kunnen ook een malus bevatten. Er zijn nog andere minigames die vrijgespeeld moeten worden. Elk gebouw kan geüpgraded worden met ‘suikerklontjes’, waarvan de speler er ongeveer eentje per 24h krijgt. Door de bank te upgraden kan de speler bijvoorbeeld speculeren op de ingrediëntenbeurs, in de tempel kan ie een eigen pantheon samenstellen voor extra bonussen en in de tovenaarstoren spreuken uitspreken. Wat het spel op lange termijn herspeelbaar maakt is het legacy-systeem, iets wat vele idle games gemeen hebben. Je geeft alle vooruitgang in je huidige spel op en afhankelijk van je totaal gerealiseerde koekjesproductie kan je permanente bonussen vrijspelen die een nieuw spel exponentieel sneller van de grond doen komen en je koekjesoutput naar een hogere macht tillen (letterlijk).  

Wat Cookie Clicker ten aanzien van andere idle games achterop doet hinken is allereerst het gebrek aan offline progression. De koekjesproductie wordt simpelweg een halt toegeroepen wanneer je je venster sluit, enkel het aantal suikerklontjes telt nog op, althans tot je daar (na heel lang spelen) upgrades voor vrijspeelt. Dat er weinig voordelen zijn om het spel even niet te spelen is enerzijds logisch, maar anderzijds een zonde tegen de conventies van het genre, temeer omdat het actief spelen al snel begint te vervelen door de redelijk trage vooruitgang en afhankelijkheid van autoclickers. Het helpt niet dat de graphics en de muziek eentonig zijn. Ook de achievements (bijvoorbeeld: produceer 1.000.000 koekjes), die tevens bonussen verschaffen, getuigen van weinig creativiteit. Het spel simpelweg spelen volstaat in de meeste gevallen om ze vrij te spelen. Cookie Clicker moet het dus vooral hebben van zijn nostalgische kracht, het spel zelf is tegenwoordig maar slappe, herkauwde koek. 



poëzie

20/06/2022
🖋: 
Auteur

Dat was het dan.  

Kans gemist of kogel ontweken?   

 

Onze woorden weergalmen in mijn hoofd.  

Strelen en steken.  

 

De werkelijkheid is geen poëzie.  

Afwassen en stofzuigerzakken.   

Rekeningen betalen en boterhammen smeren.  

Slapeloos en slaperig.  

Niet praten en veel roepen.  

Zij is mijn slechtste kant.  

 

Ik bewaar ons liever in mijn fantasie.  

Voor altijd veilig vacuüm.  

Zodat de werkelijkheid ons nooit verzuurt.  



op studiereis naar Namen

17/06/2022
Studiereis Namen (© Tine Vandeweyer | dwars)
Bron/externe fotograaf

Tine Vandeweyer

🖋: 
Auteur extern

Michèle Peters


Het weekend van 29 april tot 1 mei was vervuld van literaire interesses. Professor K. Gyssels organiseerde een vrijwillige studiereis naar Namen waarin we ons konden onderdompelen in de Franse literatuur en cultuur in een Franstalige provinciestad met veel allure. Daartoe nodigde ze al haar studenten uit die een van haar literatuurvakken volgen in derde Bachelor of in de (edu)Master. Hoewel ons groepje van tien studentes vrij heterogeen was, heerste er een zeer aangename sfeer. We deelden allen eenzelfde interesse: Franse literatuur en cultuur, gevoed door een stevige fibre historique

vrijdag 29 april

Vrijdag 29 april werden we in de namiddag verwacht op de Faculté de Lettres in Namen. Professor Caroline De Mulder, docente Franse literatuur en romanschrijfster, verwelkomde ons in twee van haar lessen: schrijven en theater. Tijdens het eerste schrijfatelier zetten we onze eerste stappen in het schrijven van een novelle. Nadat we kort de kenmerken van een novelle hadden overlopen, stimuleerde de professor ons om met onze vijf zintuigen aan de slag te gaan. Na enkele ademhalingsoefeningen begeleidde ze ons bij het schrijven van kleine stukjes tekst. Dat deed ze aan de hand van allerlei denkoefeningen. Zo was er een opdracht waarbij we onze ogen moesten sluiten en moesten denken aan een treinstation. Stel, je moet er wachten. Wie tref je daar aan en wat blijft je bij over die specifieke persoon? Op die manier werden onze verbeelding en creativiteit geprikkeld.

Na een uurtje schrijven woonden we een les over het Franse theater bij. Het onderwerp van de les was het naturalisme in het theater. Onder andere werken zoals Henriette Maréchal van de gebroeders de Goncourt en Thérèse Raquin van Zola werden besproken. De les verliep anders dan wat wijzelf gewend waren aan UAntwerpen. Terwijl wij tijdens de colleges interageren en meer discussiëren over de teksten die we lezen, doceerde Prof. De Mulder de leerstof en namen de studenten vooral notities in hun syllabus. Dat was even wennen. 

Tijdens het tweede luik van ons schrijfatelier werd opnieuw participatie en creativiteit van ons verwacht. We werkten verder aan onze novelle. Uiteraard was de tijd te kort om deze effectief af te werken. Dit was ook niet het doel dat Prof. De Mulder zich had gesteld. Ze wilde ons kennis laten maken met enkele technieken om in een korte tekst lezers te boeien en onze eigen schrijfdrang aan te wakkeren. Elk ging van start met het schrijven van haar genre bref en hierin is ze zeker geslaagd. Gelukkig kunnen we na deze studiereis ons literair (meester)werk voltooien!

Met een intense maar leerrijke namiddag achter de rug, was het dan tijd om de stad te gaan verkennen. In groepjes kuierden we door de straten van de oude binnenstad en, zoals het goede literatuurstudenten betaamt, bezochten we heel wat boekenwinkels. Vooral het bezoek aan la librairie d’occasion, de fameuze Librairie Thirionet kon ieders hartje bekoren. De uitbater was een sympathieke boekenworm die bij elk boek dat ons interesseerde, en anekdote wist te vertellen. We snuisterden een hele poos in de uitgebreide collectie van de zichtbaar trotse eigenaar en verlieten opgetogen de zaak. Sommigen onder ons hadden een boek dat sinds jaren op hun verlanglijstje stond hier op de kop kunnen tikken. Van succes gesproken!

 

zaterdag 30 april

Met twee museumbezoeken en een concert op het programma beloofde zaterdag 30 april minstens even interessant te worden. Om 10 uur meldden we ons aan de balie van het Musée Félicien Rops. We werden er ondergedompeld in het leven en het werk van de Naamse kunstenaar. Omdat de gids onze literaire achtergrond kende, besteedde hij extra veel aandacht aan één bepaald werk, namelijk het frontispice dat Rops ontwierp voor de gedichtenbundel Les Epaves van Charles Baudelaire. Rops tekende tot tevredenheid van le prince des poètes een levensboom gevoed door de zeven hoofdzonden. Meer dan twee uur lang vertelde de gids gepassioneerd over het leven en werk van deze vermaarde karikaturist. Rops werd bewonderd door Baudelaire en J.K. Huysmans, naast vele andere tijdgenoten uit literaire en artistieke, internationale kringen uit het symbolisme. 

Na dit memorabele, leerrijke bezoek was het tijd om op krachten te komen: een leuk terrasje en een lekkere croque in de studentenbuurt betekenden heerlijk nagenieten. Na deze lunch verdiepten we ons in de eeuw van de Franse Verlichting met een bezoek aan het Les Bâteliers. Het museum is gevestigd in het voormalige Hôtel de Groesbeeck, een prachtig herenhuis uit de 18e eeuw, en etaleert een uitgebreide collectie decoratieve kunst: meubilair, klokken, schilderijen, kristal, kledij … Dankzij de rondleiding kregen we een beeld van de aristocratische salons in de 18e en 19e eeuw. Onze gids Michèle beëindigde de rondleiding in de tuin, een idyllische plek waar we tot rust konden komen en leuke groepsfoto’s namen. 

Als kers op de taart sloten we de avond en ook het weekend af in stijl: we woonden een klassiek concert bij, “Katchaturian et l’esprit slave” in het nieuw concertgebouw van Namen. L’Orchestre Philharmonique Royal de Liège speelde er eerst en vooral Phaéton (Camille Saint-Saëns), en daarna een aantal stukken gebaseerd op Spartacus. Een adembenemende ervaring.

 

zondag 1 mei

Op zondag 1 mei keerde we allen op eigen tempo weer naar huis. Ons “Feest van de Arbeid” betekende nagenieten van tal van culturele ervaringen en de ontdekking dat Namen veel te bieden heeft: het hoeft niet altijd een citytrip buiten de landsgrenzen te zijn om onze bagage te verrijken! De studiereis is zeker voor herhaling vatbaar. Aan de ene kant was er een erg gevarieerd programma; aan de andere kant leerden we elkaar beter kennen via onze conversaties in het Frans, en ondanks het feit dat we elkaar soms nauwelijks kenden bij vertrek, keerden we terug naar huis met een goed groepsgevoel en inzet voor onze studies. We zijn Prof. Kathleen Gyssels zeer dankbaar voor haar engagement en enthousiasme. Dankzij haar was deze tweedaagse mogelijk en hebben een andere manier van lesgeven ervaren, maar ook een concert bijgewoond en musea in een provinciestad ontdekt.

 

Namen deel aan deze "expeditie": Sarah Schroyens, Stiene Horemans, Michèle Peeters, Charlène Clément, Emilie Heirbaut, Rebecca Sadoughi, Emma Verslype, Tine Vanderweyer, Victorine Van Mieghem, Camille Callant



het laatste woord

13/06/2022
🖋: 
Auteur

Je zal het voorhebben: het ligt op je tong en toch kan je niet. Dat ene woord ontglipt keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we licht op een woord waar de meest vreemde betekenis, rocamboleske herkomst of grappige verhalen achter schuilgaan. Deze editie buigen we taalregels en ons over ellips. 

Er zijn veel grappige figuren, sommige daarvan zijn stijl. Ellips vinkt beide hokjes. Neem nu deze zin die stelt dat een ellips in de meetkunde een vlakke kromme is, waarbij de som van afstanden van alle punten op die vlakke kromme tot twee gegeven brandpunten constant is en dat een ellips in de taalkunde een stijlfiguur is waarbij er een woord weggelaten wordt of meerdere woorden weggelaten worden om een suggestief effect te bereiken of waarbij er een woord weggelaten wordt of meerdere woorden weggelaten worden om zinloze herhaling te vermijden. Onleesbare rommel, toch? Laat dingen weg en je tekst wordt leesbaarder. 

Uiteraard kan je (daarin) overdrijven. Hoe beknopter (je schrijft), hoe minder haakjes (je lezer heeft) om (zich) aan vast te (kunnen) houden en (hoe minder) exact je tekst. Toch mag je (de) intuïtie (van je lezer) niet onderschatten. (laat ons even) Terug naar de meetkunde (gaan). Ondanks dat het niet correct is om een ellips als (een) uitgerekte cirkel te omschrijven, kunnen de meeste lezers zich er iets bij voorstellen. Dat gaat zeker als ze al vertrouwd zijn met (hoe) een ellips (eruitziet), ook zonder dat ze de exacte definities kennen. (dat gaat) Net zo met taal. Tekstuele en sociale context helpen genoeg om in tekst te navigeren. (een) Kort(ere tekst) leest nu eenmaal vlotter. (of zoals) Jan Renkema in Schrijfwijzer weet: “Zodra weglating de stijl versterkt is er niets tegen (in te brengen).” 

Let op! Net zoals meerdere wiskundigen wellicht huiverden bij het lezen van ‘uitgerekte cirkel’, zo beten sommige taalfanatici zich vast in hun definitiepilaren: een ellips is niet zomaar een weglating! Volgens deze figuren gaat het enkel om zinnen zonder onderwerp of persoonsvorm. Een voorbeeld. En nog een. Gaat lekker, toch? Gebiedende wijzen en samengetrokken zinnen rekenen ze niet tot ellips. Nonsens, natuurlijk. Ellips is afkomstig van élleipsis: weglating, ontbreking, tekortschieten. Laat iets weg en je hebt een ellips, me dunkt; aan ontbreking ontbreekt het taal niet. 

Een aantal taalpuristen, een term waaronder ook vele van de dwars-eindredactie zich met misplaatste trots scharen, zulke zaken niet als ellips erkennen. Van syllepsis moeten ze ook niet veel hebben, trouwens. De syllepsis is nauw verwant met de ellips: waar in de ellips eenvoudigweg iets wordt gelaten, wordt er bij syllepsis een woord betrokken op een woord in die zin waar het niet strikt past. ‘Hebben’ in de zin ‘Of eindredacteurs of deze auteur het nu bij het rechte hebben, is niet duidelijk.’, zou volgens de eersten enkel toepasselijk zijn als die laatste gewag maakt van het koninklijk meervoud. Zelf vind ik het mijn royaal prerogatief om mij van die meningen weinig aan te trekken. 

Dan nog liever de wiskundigen, die laten met ellipsen tenminste nog planeten draaien en hebben best veel leuke eigenschappen. Zo valt de omtrek van een ellips niet losjes te berekenen, daarvoor gebruikt men een specifieke (elliptische) integraal. En excentriciteit dan. Denk aan excentriek, maar dan voor kegelsneden. Zo zijn ellipsen excentrisch in hoeverre er afgeweken wordt van cirkels. Het lijkt er dus op dat de ene ellips een buigzamere persoonlijkheid dan de andere; niet elke kromme is helemaal en dat heeft vast gevolgen voor de guest list op de meer elitaire feestjes in Plato’s ideeënwereld. Net zoals voor ondergetekende op eindredactiebrunches na dit artikel. 

U ziet, figuren in stijl en maat. Vaak met een hoek af. Zeg eerlijk. Onderwerpen? Persoonsvormen? Context? Echt nodig? ‘tuurlijk niet. 



een festijn voor feitjesfetisjisten

13/06/2022
🖋: 

Hoewel mijn wekker al om zeven uur een eerste teken van leven gaf, zit ik pas twee uur later achter mijn bureau. Het bewijs dat mijn ochtendroutine uitblinkt in inefficiëntie. Gelukkig heb ik nog een hele dag voor de boeg. Helaas, drie kwartier later is het ver zoeken naar enige vorm van productiviteit. Afleiding, de grootste kwelduivel onder studenten, slaat genadeloos toe.  

De beruchte demon kent vele gedaanten: een voorbijrazende motorfiets, de bosmaaier van de buren of mijn kat die besluit een bloempot omver te stoten. Ogenschijnlijk futiele zaken die mijn studieritme genadeloos ondermijnen. De grootste plaaggeest blijft toch het internet. Het wereldwijde web draagt niet bij tot de studiemoraal: oud-klasgenoten die hun laatste examen wél al achter de rug hebben posten jaloersmakende foto’s, nieuwssites berichten over het leed in de wereld en op Twitter zit de ene onbekende de andere weer in de haren. Ik heb nood aan een gezonde dosis neutraliteit. Op naar Wikipedia!  

Eens ik daar ben aanbeland komt er van studeren weinig in huis. Meestal begint mijn speurtocht met goede bedoelingen.  Zo stuitte ik bij het lezen van een cursus op de Franse koningin Catharina Di Medici, een naam die een klein belletje deed rinkelen. Mijn aangeboren nieuwsgierigheid stuwt me naar dichtstbijzijnde internetbrowser. In een handomdraai verschijnt er een uitgebreid artikel over het leven van de Franse koningin op mijn beeldscherm. Tot zover het studiegerelateerde gedeelte … Zodra ik de eerste interne link aanklik, is het hek van de dam. Door een maalstroom van interessante artikels drijf ik steeds verder weg van mijn oorspronkelijke zoekopdracht. Een paar muisklikken later beland ik bij een lemma over Jean Nicot, een zestiende-eeuwse Franse ambassadeur naar wie de stof nicotine is vernoemd. Mijn hersenpan is weer een wist-je-datje rijker!  

Soms dwaal ik zo ver af dat ik mijn oorspronkelijke zoekopdracht uit het oog verlies. Zo las ik op een blauwe maandag een lemma over folkmetal, een genre dat ver buiten mijn muzikale comfortzone ligt. Hoe belandde ik daar in hemelsnaam? Mijn eerste zoekopdracht bleek een grijsgedraaide radiohit te zijn. Van een onschuldig popdeuntje naar gitzwarte metal, voor Wikipedia is het slechts een kleine stap.  

Draagt een lichte Wikipediaverslaving bij tot mijn algemene ontwikkeling? Ik betwijfel het ten zeerste. Door mijn beperkte aandachtspanne lees ik zelden een artikel van A tot Z. Ik ga actief op zoek naar onbenullige wetenswaardigheden. Als doorgewinterde feitjesfetisjist zoek ik mijn heil in trivialiteiten. Mijn hersenen verteren nu eenmaal geen grote theorieën. De stelling van Pythagoras is een blinde vlek in mijn geheugen maar de voetnoot in mijn oude wiskundehandboek over het tragikomische levenseinde van de Griekse wijsgeer staat me nog helder voor de geest. Een mens moet zijn prioriteiten kennen …  

De zoveelste onproductieve studiedag loopt ten einde. Jezelf verrijken met zinloze wist-je-datjes is nefast voor het studieritme. Of ik nooit gedacht heb mijn Wikipediabezoeken af te bouwen? Ik heb talloze pogingen ondernomen zonder enig resultaat. De geest is gewillig maar de nieuwsgierigheid is zwak. Bovendien moet de nicotinepleister voor Wikipedia-adepten nog worden uitgevonden.  

 

P.S.: wie na het lezen van deze bijdrage meer wil weten over de dood van Pythagoras, één adres …   



kortverhaal

06/06/2022
🖋: 

Het is eng hoe snel je tas gepakt is als je weggaan wil. Het was een rode tas, eentje die al jaren in mijn kamer pronkt, wachtend tot ik haar ooit zou gebruiken. Maar ze paste nooit bij de outfits die ik uitkoos en toen het misging tussen de gulle schenker en mij, voelde het al helemaal ongepast. Maar vandaag past het wel. Er past meer in het vuurrode ding dan je op het eerste gezicht zou denken. Mijn hele hebben en houden krijg ik erin, het hebben en houden dat ik missen zou althans, in het oude cadeau. 

Het is eng hoe gemakkelijk de voordeur geopend wordt als je weggaan wil, ook al klemt die deur eigenlijk al jaren. Alsof die het afscheid niet uitrekken wil, niet langer dan nodig. Hoe korter hoe beter. Wat zegt dat eigenlijk over die banden van mij? Over dat thuis van mij? Als ik daar een beter antwoord op had gehad, een antwoord dat ik wilde horen misschien, was ik misschien zelfs nooit vertrokken, maar kijk, hier ben ik dan. De voordeur is opnieuw dicht, mijn hak tikt tegen de oneffen kasseien, ik verdwijn. 

Het is eng hoe leeg je hoofd kan zijn op het moment dat je ervoor kiest om te gaan. Ik had gedacht dat ik aan alles zou denken, aan alles wat ik achter me liet, aan alles wat ik onopgelost en onaf liet liggen. Maar het blijft uit, zo blijkt, slechts een kalmte die me voortstuwt. Er liggen nog een paar wortelen in mijn koelkast, opgegeten worden zullen die niet meer. Het doodvonnis van beschimmeling wacht ze, niet onmiddellijk een verbetering op opgepeuzeld worden. Er ligt nog vuile was in de wasmand, bezweet en met ergens een witte wijnvlek die er nooit uitgewassen zal worden. Is dat een gemis? Of is dat slechts deel van het leven, jezelf achterlaten in de kleine feitelijkheden? Misschien kan ik mezelf op die manier overtuigen dat het er allemaal wel toe doet. 

Het is eng hoe ongemakkelijk de vrijheid kan voelen. Ik heb een doel, dat weet ik, en nu steven ik linea recta op dat doel af. Ik ben het niet gewend, besef ik, een onbehaaglijk idee in se. Er zijn duizenden dingen die ik had kunnen doen, anders had kunnen doen, maar ik wandel de straat uit, vind een asfaltweg en verlaat de kasseien. Ik ben omwegen gewend, een hoofddoel hebben en ondertussen twintig andere taakjes doen, alsof mezelf te hard focussen op de ene taak te confronterend zou zijn, het belang ervan inzien te angstaanjagend, maar nu is er maar één opzet. Al de rest, al de onbenulligheden, alle regels die ik mezelf opleg om een logica te vinden in de dagdagelijksheid van het leven – verdwenen. Opgelost, zou je kunnen zeggen. Een streep door de laatste problemen. 

Het is eng hoe anders ik me voel, een nieuw persoon met elke voetstap. De rode tas past nu beter, heb ik het gevoel. De sneakers zijn de mens die ik wil zijn: op stap, het gangetje gaande, gaandeweg onderweg naar een nieuw inzicht. Een doel per keer, geen duizend tegelijkertijd. Zelfstandig, onafhankelijk, dat ook. Er is iets moois in toebehoren aan een thuis met een klemmende voordeur, maar de poort naar die krochten wagenwijd openstellen is een hulde evenzeer. Aan mij misschien. Aan de wereld. Aan de asfaltweg, aan de kasseien, aan ademen. Aan zelfdefinitie in slechts enkele woorden, aan reflectie wanneer het niet meer gaat. Aan een tas, die nu wel bij de gelegenheid past.



poëzie

06/06/2022
🖋: 

Mijn engagement ligt ergens, 

zijn roes te beslapen 

na een thé dansant 

die op de duvel draaide 

wie weet waar 

 

op de achterbank misschien 

in een achterkamer 

van een salon 

van een bruin café 

in een versleten nachtjapon 

van barmeid drie 

 

Hij is uitgerust en klaar 

om te gaan comazuipen 



doorbomen

06/06/2022
🖋: 

Persbericht — De hoveniersafdeling van Universiteit Antwerpen heeft op 8 mei jl. een rechtszaak aangespannen tegen een tweeëndertig jaar oude Salix pentandra, woonachtig aan het voetpad aan de ingang van het R-blok van de Stadscampus. De laurierwilg in kwestie werd gedagvaard nadat er meerdere keren aangifte was gedaan van overlast; de boom zou zich aan verschillende vergrijpen schuldig hebben gemaakt. Hieronder leest u een kort verslag van het proces dat zich maandagochtend 23 mei voltrok in het Gerechtsgebouw te Antwerpen. 

Om 8.15u stipt opende civiel rechter H. Castagne de rechtbank, om een langgerekte zitting te ontkiemen. De verdachte, Wil G., werd opgeroepen te gaan staan en aan te horen welke aanklachten hem ten laste werden gelegd: de tweeëndertigjarige G. zou zich schuldig gemaakt hebben aan het sluikstorten van meerdere kilo’s dode bladeren, torenhoge schulden hebben na het jarenlang systematisch ontwijken van de ficus, verduistering (vooral in de zomermaanden) en meerdere cederdelicten, waaronder het zich ontdoen van de bast in de openbare ruimte. Aan de veelal ja-knikkende hoofden in het publiek was te zien dat G. zich niet bepaald populier had gemaakt bij de omwonenden. Een plaatselijke hovenier zou na de rechtszaak opmerken: “Het is allemaal hetzelfde met die daar uit dat probleemplantsoen. Oplichters met hedge funds, struikrovers … die grond daar is werkelijk een voedingsbodem voor criminaliteit.” 

Na het oplezen van de aanklacht leek G. zichtbaar aangedaan: het openbaar ministerie leek nogal wat voeten in de aarde te hebben. G. had van tevoren de schijn al tegen zich: de verdachte kwam nogal intimiderend over met zijn uit de kluiten gewassen gedaante, en ook zijn vader was al eens veroordeeld na een uit de hand gelopen potje sparren met een bevriende iep. Het had er toch alle indruk van dat de appel niet ver van de boom was gevallen, maar rechter Castagne verzekerde de rechtbank ervan, alvorens de getuigen op te roepen, dat diedetails niet meegenomen zouden worden in de beraadslaging. G. slaakte een zucht van verlichting: het vonnis zou slechts op de voor de hand liggende feiten geëikt worden. 

Hierna riep de rechtbank de getuigen naar voren. De eerste getuige zette al gelijk de beuk erin: G. zou bepaald geen laatbloeier zijn geweest. Al op jonge leeftijd was hij een doorn in het oog van menig leraar en dwarsboomde hij zijn klasgenoten maar al te graag. De getuige, R. Dennemans, nam geen blad voor de mond en vond duidelijk dat het kwaad met wortel en tak moest worden uitgeroeid. Dennemans’ provocatie stuurde de verdediging volledig het bos in, waardoor het emotionele pleidooi van G.'s advocaten vol ad bominems en tu quercussen kwam te zitten. Er werd nog een tijdje hars tegen hars gedebatteerd, voordat de rechter zich door de verhitte gemoederen genoodzaakt voelde een enkel moment te schorsen. 

Toch bleken de latere getuigen uit een ander hout te zijn gesneden. Eén ervan betoogde dat G. een gevalletje ruwe bolster, blanke pit zou zijn. G. zou eigenlijk afstammen van een nobel ras, maar jeugdtrauma’s hebben opgelopen toen een flink aantal van zijn jeugdvrienden tot zaagsel gereduceerd werd, wat zijn gedrag zou verklaren. In een latere getuigenis zou de verantwoordelijke hovenier, A. Eikman, de hand in eigen bloesem steken. Hij voegde er wel haastig aan toe dat zijn actie slechts op bevel was uitgevoerd. Na de onthulling ging de rechtbank in beraad, om nog eens goed door de geleverde bewijsstukken te bladeren. Tot die tijd zal G. nog op een houtje moeten bijten: het uiteindelijke vonnis wordt pas over een aantal weken geveld. 



recept

31/05/2022
Cheesecake (© Alina Kholopova | dwars)
Bron/externe fotograaf

Alina Kholopova

🖋: 
Auteur

Series bingen, je hele kot uitkuisen, oeverloze chatgesprekken voeren; het is weer tijd om te blokken en dus bij uitstek tijd om de laatste weken voor je examen zo nutteloos mogelijk te besteden. Doe anders eens iets productiefs met je uitstelgedrag en maak deze zoetigheden! Zo kan je genieten van wat comfortfood en heb je gelijk je blokcalorieën binnen. Deze examenperiode zijn je peren niet het enige wat gebakken is. 

Dessertrecepten zijn exactere wetenschap dan de gemiddelde opleiding op de Stadscampus, let dus op de verhoudingen van de ingrediënten. Indien je andere vormen gebruikt dan aangegeven, pas dan zeker je hoeveelheden aan. 

Benodigdheden: 

  • Springvorm (ingevet of bekleed met bakpapier) 
  • Voorverwarmde oven (150°C) 
  • Grote mengkom 
  • Afhankelijk van je budget ne klopper), of een vork 

 

Ingrediënten:

  • 190 g petit-beurrekoekjes 
  • 50 g gesmolten boter 
  • 5 eieren (waarvan 1 gescheiden) 
  • 900 g roomkaas 
  • 190 g kristalsuiker 
  • 1 theelepel vanille-extract 
  • fruit (optioneel) 

 

Werkwijze:

  • Verkruimel, terwijl de oven voorverwarmt op 150°C, de petit-beurrekoekjes  tot  fijne  kruimels  en  meng  er  de  ge-smolten  boter  doorheen.  Wanneer  het  geheel  zanderig  wordt, meng je er ook 1 eidooier doorheen.
  • Lepel het mengsel over in de springvorm, maak de bodem effen en zorg dat hij volledig tegen de vorm plakt door met de bolle kant van een soeplepel aan te drukken. Bak in  de  voorverwarmde  oven  voor  20-25  minuten.  Wanneer de bodem goudbruin is, haal je de vorm uit de oven en laat je hem rustig afkoelen. Verwijder de springvorm niet!
  • Kuis  je  kom  en  vul  hem  met  de  roomkaas,  de  kristalsuiker en het vanille-extract. Klop alles samen tot een effen, romig  mengsel. Voeg  al  kloppend,  een  voor  een  de  4  resterende eieren toe. Nadat alle eieren zijn toegevoegd zal het mengsel lopend zijn. Mix het voldoende maar niet te lang, anders zal je kaastaart makkelijk scheuren. Als je graag fruit toevoegt, is dit het moment om het er rustig tussen te spatelen.
  • Giet  het  mengsel  op  de  gekoelde  koekjesbodem  en  zet  het geheel in de oven. Als je plaats hebt, zet je best nog een  ovenschotel met  water  onderaan  de  oven.  Bak  30  tot 40 minuten. De kaastaart is klaar als hij goudbruin is en het midden nog wiebelt als je op de springvorm tikt.
  • Laat het geheel 2 uur afkoelen in de oven met de oven-deur  op  een  kier  en  zet  de  taart  nadien een  nachtje  in  de koelkast.


doorbraken

30/05/2022
🖋: 

Een nieuw jaar, nieuwe mogelijkheden, zo ook voor Stad Antwerpen. In januari al klonken naar oude gewoonte de nieuwe plannen voor de Scheldekaaien die stelselmatig worden opgewaardeerd. 2022 doet de stellingen simpelweg opschuiven. De plannen zijn beloftevol en recentelijk kwam ook naar boven waar het project haar financiering aan ontleende. Externe interesse bleef immers niet uit; het goede voornemen van KU Leuven ook voor 2022? Nog meer uitbreiden natuurlijk. “De Schelde is nu eenmaal deel van de Leuvense geschiedenis”, klinkt het. 

KU Leuven kampt met een imagoprobleem, ondanks haar jaarlijks hogere score in zowat alle rankings. Dat weet iedereen, behalve KU Leuven zelf. Haar pr-dienst was dan ook verbaasd toen ons gesprek als dusdanig startte: “Imagoprobleem? Wij gaan gewoon op hetzelfde elan verder. Ik ben zo vrij geweest om ook onze vicerector imperialisme mee uit te nodigen. Expansionisme was altijd al een pijler in ons beleid en dat willen we met deze nieuwe positie en plannen ook bestendigen naar de toekomst toe. Wij bouwen mee aan de toekomst, weet je wel.” 

Pr-praatjes daargelaten, KU Leuven treedt al jaren de provinciegrenzen met de voeten. Campus hier, campus daar. Het doet wat denken aan de vijftig jaar koude oorlog van de vorige eeuw, alleen dan met één megalomane paljas aan het roer, die hier op een treinrit vandaan in een ivoren torentje woont.  
Wat er ook van zij, de pas uitgelekte plannen van de Brabantse universiteit deden nieuwe discussies oplaaien over haar beleid en imago. Het is te zeggen, die discussies werden overal gehouden behalve in de hoofdstad van Vlaams-Brabant. Maar wat zijn die plannen eigenlijk? De Leuvense vicerector imperialisme licht toe: “Sommigen noemen dit grensoverschrijdend gedrag en ik vind dat een mooie woordkeuze. De KU Leuven is eigenlijk in hoofdzaak twee dingen: erg modern en grensoverschrijdend. Wij stoppen niet waar men verwacht dat we stoppen. Wij gaan elke grens over en we zijn daar trots op.” 

… Maar wat zijn de plannen nu eigenlijk? “Wel, de Antwerpse haven breidt elk jaar uit en elk jaar wordt een ander deel van de kaaien verfraaid. Dat is ook een grens die we willen overschrijden eigenlijk. De KU Leuven heeft zo’n kaai gekocht. En je mag er prat op gaan dat we er een campus met maritieme wetenschappen en logistiek en van die dingen gaan onderbrengen. Zo’n lekker hoog gebouw, hoger dan de kathedraal als ’t even kan.” Of het in 2022 bij één kaai blijft, daar bestaat nog wat onduidelijkheid over. “We willen eigenlijk ineens zoveel mogelijk grenzen overschrijden, maar er is ook zoiets als een budget, hé. Op termijn willen we eigenlijk de hele haven van Antwerpen kopen. En vandaar exporteren we KU Leuven de wijde wereld in. In 1968 riep men ‘Leuven Vlaams’. Nu roepen wij ‘Vlaanderen Leuvens!’, maar zoals Vlaanderen tegenwoordig zo graag Leuvens wil zijn, zo zal dat binnenkort voor de hele wereld gelden. Dat spreekt voor zich.” 

De pr-dienst herneemt: “Onze prognoses tonen dat de cartografie ten gevolge van ons grensverleggend gedrag zal herleven. Aangezien Borsbeek binnenkort ook Antwerpen is, bekijken we ook de mogelijkheden om daar een campus op te richten. Dat is een kwestie van consequent zijn, hé. De nabijheid van de luchthaven creëert alleszins exportmogelijkheden. En Conner Rousseau zal er ongetwijfeld blij mee zijn. Helemaal België is het daar in Borsbeek ook niet meer, hé. ” Het KVHV was alleszins laaiend enthousiast en wil graag katholieke zendingen koppelen aan de Leuvense missie.