een rondvraag bij de studenten en psychologen

19/02/2023

Universiteit Antwerpen plaatste dit academiejaar mindfulnesten in haar bibliotheken om haar studenten rust te bieden, een beslissing die op de Confessionspagina geridiculiseerd werd. Geluidsdichte cabines en studenten? Die worden nooit gebruikt voor mindfulness. Toch komt de beslissing van onze universiteit niet uit het niets. Waar elke student een eigen verhaal heeft, komen zaken als prestatiedruk, tijdsgebrek en nood aan hulp steeds terug. Ik sprak met studenten aan UAntwerpen: hoe is het met je? Hoe zit het met jouw stress en studiedruk? Welke rol speelt het studentenleven?

Alle namen van studenten zijn veranderd uit privacyoverwegingen.

 

De eerste fout bij het schrijven van dit artikel was misschien wel om het in december en januari te willen schrijven. Dé periode van stressuitbarstingen en paniekaanvallen. Het lijkt er wel op dat elke student me meewarig aankijkt zodra ik erover begin. Bachelorstudent Elias vertelt me vlakaf dat hij “te veel studiedruk voelt om zijn mening te geven over studiedruk”. Het is geen onlogisch antwoord: de blokperiode kan aanvoelen als een onophoudelijke stroom aan examens, deadlines en opdrachten die dringend ingediend moeten worden. Informele gesprekken met medestudenten wijzen allemaal die kant op: het is een trein die genadeloos doorraast.

Isabelle Vloeberghs en Marie-Yoleen De Vreese, beiden studentenpsychologen werkzaam aan UAntwerpen, herkennen dat. “Stress is een van de belangrijkste, maar ook een van de meest algemene aanmeldingsklachten. Bij bijna eender welk probleem waarmee studenten naar ons komen, wordt er stress ervaren”, zegt Vloeberghs. Dat heeft deels te maken met de studentenperiode. De Vreese: “De studentenperiode is een tijd met veel opportuniteiten en ontwikkelingen op een heel korte periode, van ongeveer achttien tot vier- of vijfentwintigjarige leeftijd. Op relatief korte tijd moet je veel doen en uitproberen. Die opportuniteiten zijn er op academisch vlak, maar ook daarnaast. Denk maar aan de hoeveelheid studenten die zich naast hun studies nog engageren voor verenigingen. Logischerwijs komt daar stress bij kijken.” Vloeberghs vult aan: “Er wordt veel verwacht van jullie:

je moet je studies vlotjes doorlopen en je moet op sociaal vlak sterk zijn. Daarbuiten moet je nog van alles ondernemen, werken, op een goede manier ontspannen, er goed uitzien... Die verwachtingen beginnen in het secundair onderwijs, maar zetten zich voort in het hoger onderwijs.” Deels kan dat gelinkt worden aan de individualistische maatschappij waarin we leven. “Je moet het allemaal zélf doen.” De Vreese knikt. “Die identiteitsontwikkeling op zich is al een stressfactor, maar onderschat de impact van het idee van de maakbaarheid van de mens niet. Dat idee impliceert namelijk dat we allemaal individueel verantwoordelijk zijn voor ons succes.”

Volgens de studentenpsychologen is de druk op studenten groter geworden. Dat heeft deels met de evoluties in het onderwijs te maken. “Ik denk dat het ex-cathedraonderwijs van vroeger minder veeleisend was voor studenten”, zegt Vloeberghs. “Er is nu een berg groepswerken en opdrachten bijgekomen, waardoor je meer werk hebt. Ook de manier van evalueren is anders: je moet op veel vlakken presteren. Daarnaast zijn de verwachtingen groot: onder andere van de thuiscontext, medestudenten, vrienden en van de maatschappij in het algemeen. Studenten zijn bang dat ze het niet zullen redden; de angst om de studie niet te halen is groot.” Hoewel de harde knip pas volgend academiejaar ingaat, maken de studentenpsychologen zich nu al zorgen over de impact. “We zijn bang dat de angst om het niet te halen zal verergeren, juist omdat het dan allemaal op nog kortere termijn zal moeten lukken. Op dit moment is het mogelijk om te beslissen om als student minder studiepunten op te nemen als het een moeilijke periode voor je is. Er zijn honderden redenen om je studies zo aan te pakken; dat wil niet zeggen dat je een slechte student bent. Dat zal dan niet zomaar gaan, waardoor we ons zorgen maken over een grotere uitval van studenten. Het zal een forse verandering zijn die extra studiedruk zal geven...”

 

van uitstelgedrag tot acute paniekaanvallen

Faalangst is volgens Vloeberghs en De Vreese een van de grootste factoren voor stress. Ze maken het verschil tussen actieve en passieve faalangst. “Actieve faalangst verwijst naar de studenten die altijd maar blijven studeren, geen pauzes nemen en alle details uit het hoofd leren. Zij nemen het risico dat ze crashen, ook al halen ze soms wel goede punten. Vaak is die crash fysiek: ze kennen hun grenzen niet of overschrijden ze”, legt Vloeberghs uit. Passieve faalangst is het tegenovergestelde. “Die studenten zijn even angstig, maar ze lopen ervan weg. Ze komen niet aan studeren toe en proberen enig contact met hun studie te vermijden. Dat zijn studenten die niet naar de les gaan, hun mails niet lezen, niet op het studentenportaal kijken. Het is akelig om te beginnen studeren omdat ze dan geconfronteerd worden met mogelijke examenvragen. Tegen het examen zijn ze onvoldoende voorbereid om nog te kunnen slagen.” De meeste studenten hebben een mengvorm. Een student kan bijvoorbeeld aanvankelijk alles uitstellen, wat op passieve faalangst wijst, maar later ontzettend hard beginnen blokken en een nachtje door doen. Het is dan omgeslagen in actieve faalangst.

“Er zijn veel studenten die het alsnog halen”, stipt De Vreese aan. “Daardoor worden die mechanismes in stand gehouden. Het blijft dan jarenlang een strategie, tot bijvoorbeeld de masterproef, omdat je dan over lange tijd gestaag moet werken. Een student heeft al gevolgen ondervonden op emotioneel vlak, maar omdat het altijd wel ‘gelukt’ is, voelen ze pas bij die masterproef dat het op die manier niet (meer) gaat.” Vloeberghs vult aan: “Passieve faalangst wordt vaak onderschat. Die studenten worden soms gezien als feestbeesten, studenten die gewoon geen zin hebben om te blokken, maar die onderliggende faalangst kan een ernstig probleem zijn en zware gevolgen hebben.” De Vreese: “Bij veel studenten merk ik een stuk schaamte. Passieve faalangst kan voor de buitenwereld op luiheid lijken. Het kan ook zijn dat ze het gevoel hebben dat, als ze het graag genoeg zouden willen, ze het wel zouden kunnen, maar zo werkt het niet.”

Bachelorstudente Irene herkent zich daarin. “Ik durf mijn allerbest niet te doen”, zegt ze. “Ik voel mij vreselijk als ik écht mijn best doe en dan alsnog faal, dat vind ik doodeng. Dat heeft ook veel invloed op mijn studie, zeker in combinatie met mijn perfectionisme.” Masterstudente Olivia getuigt iets gelijkaardigs: “Mijn faalangst heeft mij veel stress bezorgd, zeker in de bachelor. Het lijkt wel dat iedereen aan de universiteit en in het leven dat errond hangt constant kan presteren en continu het beste van zichzelf kan geven, maar dat tempo kon ik op den duur niet meer aan. Een paar jaar geleden ben ik er zelfs bijna door gecrasht. Het gaat nu beter dankzij professionele hulp en oude gewoontes afleren, maar ik heb het gevoel dat ik daardoor achterloop op mijn leeftijdsgenoten.”

 

tranen in de bachelor

Wat stressniveau betreft, lijkt er een verschil te zijn in de bachelor en de master. “Voor mij bracht de bachelor meer stress met zich mee”, zegt masterstudente Gitte. “De bachelor voelde voor mij aan als een toelatingstest, waardoor ik steeds het gevoel had dat ik moest bewijzen goed genoeg te zijn. Nu ik in de master zit, heb ik dat minder: mijn bachelordiploma heb ik, dus dat is een bewijs dat ik het wel kan.” Olivia meldt een gelijkaardige ervaring: “Ik voel me beter in mijn masteropleiding, maar dat is vooral omdat ik in de bachelor geleerd heb om met mijn stress en faalangst om te gaan. Ik zou niet zeggen dat mijn master gemakkelijker is of minder werk, eerder het tegenovergestelde.” Tegelijkertijd helpt een nauwer contact met professoren. Gitte: “Mijn proffen zijn nu meegaander dan in de bachelor. Als ik in de bachelor niet met een doktersbriefje kwam aanzetten, was ik meteen ongewettigd afwezig.” Meer en meer docenten vereisen onder andere doktersbriefjes om lessen te missen voor ze een lesopname ter beschikking stellen. “Tegelijkertijd kon je in de bachelor wel lessen missen zonder er al te veel gevolgen van te ondervinden. In al mijn mastervakken móést ik fysiek in de aula zitten, mee zijn met de leerstof, on top of it all zijn. Dat geeft druk, maar op een andere manier dan in de bachelor”, zegt Gitte. “Dat ik thuis zit met een burn-out op dit moment, ligt niet puur aan de studiedruk, in de bachelor noch de master. Het ligt meer aan de combinatie van alles: naast een fulltime opleiding heb ik twee studentenjobs en engageer ik me voor meerdere verenigingen.”

Olivia haalt aan dat ze nooit een burn-out heeft gehad, maar er wel dicht tegenaan heeft gezeten. “Zelfs niet per se door de werkdruk van mijn opleiding alleen. Ik engageer me binnen het studentenleven en dat doe ik graag, maar daarmee ben ik vooral begonnen omdat ik schrik had anders een te leeg cv te hebben om een job te vinden. Alles tezamen werd het op den duur te veel, waardoor ik heb moeten afbouwen omdat ik het anders niet meer aankon.” Deels komt dat uit competitiedrang, iets wat Olivia grif toegeeft. “Ik wil nooit fouten maken en liefst de beste van de klas zijn. In het middelbaar ging dat: de klassen zijn kleiner en de pakketten te doen. Aan de universiteit gaat dat niet meer, maar dat heb ik echt moeten ondervinden.” Zij is daar niet alleen in en ook in de master komt het terug.

 

schermstressen

Veel studenten halen ook het verschil tussen on-campus of online lessen aan. Een personeelslid van UAntwerpen haalde aan dat thuiswerk mag zolang het de goede werking van de campus niet hindert, maar dat het toch problemen geeft. “Zelfs met de beste wil van de wereld vallen er gaten,” zegt hij, “die dan door een paar medewerkers opgevuld moeten worden. Daardoor helt de werkdruk over naar een select groepje. Ik geloof dat de werkdruk minder zwaar zou aanvoelen als iedereen opnieuw op de campus zou werken en studeren.” Sommige studenten sluiten zich daarbij aan: ze kunnen gemakkelijker les volgen op de campus omdat ze daar beter kunnen opletten of omdat ze daar faciliteiten hebben die ze thuis niet hebben. Een stille werkruimte, betrouwbaar internet of zelfs maar anderen om zich heen hebben, zijn allemaal factoren waardoor een bruisend campusleven stress kan verlichten.

“Ik kreeg meer stress van online lessen”, zegt Benjamin, een masterstudent. “Presentaties bijvoorbeeld. Sommigen vinden dat gemakkelijker omdat je de tekst gemakkelijker kan aflezen, maar zelfs met die hulp had ik zo veel stress dat ik voor mijn scherm panikeerde. Mijn vrienden kunnen zien en naar een vertrouwd gezicht kunnen kijken helpt mij.” De rol van klasgenoten wordt vaker genoemd: zonder face-to-facecontact met medestudenten lijkt veel studenten een gevoel van overweldiging en eenzaamheid te bekruipen. Een medestudent een vraag over de leerstof stellen blijft laagdrempeliger dan een professor mailen. Toch blijft het dubbel. Irene getuigt dat haar medestudenten juist een drempel zijn om naar de lessen te gaan. Ze vertelt me dat ze weinig aansluiting vindt met haar klasgenoten, waardoor ze de lessen liever thuis volgt. Bachelorstudent Casper haalt aan dat het pendelen voor hem dan weer de druppel vormt: “Ik woon niet zo dicht bij Antwerpen en heb geen kot. Ik had veel meer tijd toen alle lessen online waren, nu ben ik opnieuw dagelijks minstens twee uur onderweg.”

Tijdens de coronaperiode groeiden studiegerelateerde Discordservers als paddenstoelen uit de grond. Nog altijd is een aantal daarvan actief, maar ook hun offlinecomponent kent succes. Veel studentenverenigingen organiseren studeersessies op een locatie op de campus. “Voor mij blijkt het cruciaal om ergens te studeren waar anderen zijn”, zegt Olivia. “Ik raak minder in een negatieve spiraal terecht als andere studenten om me heen ook bezig zijn met blokken.” Vloeberghs knikt. “Studenten geven aan dat dat werkt”, zegt ze. “Je ziet dat ook aan het succes van bibliotheken in examenperiodes. Studenten met faalangst, actief en passief, hebben veel aan studeren met anderen, of ze hen nu spreken of niet. Wie veel studeert, wordt gekalmeerd en voelt zich minder alleen. Wie passieve faalangst heeft, geeft aan dat het voor hen gemakkelijker wordt om aan het studeren te beginnen en het vol te houden.”

 

praesidiumperikelen

Actief zijn in het studentenleven levert globaal genomen extra werk op, ook al is dat werk vaak leuk. In het algemeen wordt er van je verwacht dat je aanwezig bent op allerhande evenementen en dat je je steentje bijdraagt aan het organiseren van die evenementen. Die last kan heel goed mee-, maar ook tegenvallen. “Ik zou minder gestrest zijn als ik niet actief was in het studentenleven”, zegt Olivia. “Ik zit in een bestuur en eerlijk? Achter de schermen is het een zootje. Ik heb het gevoel dat ik constant brandjes aan het blussen ben en daarnaast probeer om niets te laten uitschijnen naar de leden toe.” Het sentiment komt elders ook naar voren: in een praesidium of bestuur zitten kan zwaar en stresserend zijn. “Tegelijkertijd ben ik als mens gegroeid door in een bestuur te zitten”, vervolgt Olivia snel. “Ik ben beter bestand tegen stress en kan op een betere manier omgaan met mijn onzekerheden. Daarom vind ik het wat dubbel. Tijdens drukke periodes vervloek ik al mijn engagementen, maar ik denk dat het slechter met me zou gaan als ik het niet deed.”

 

Bij veel studenten merk ik een stuk schaamte. Passieve faalangst kan voor de buitenwereld op luiheid lijken.

 

In sommige kringen van het studentenleven heerst er een drankcultuur, waar een ontspanningsactiviteit bijna gelijkgesteld wordt met alcohol. Ook activiteiten waar drinken in principe niet centraal staat, krijgen vaak een staartje met een aantal meters bier. “Je hoort die verhalen inderdaad regelmatig”, zegt Irene. “Ik vind het jammer dat ik weinig tijd heb voor hobby’s door mijn studies, maar de studentenverenigingen die ik om me heen zie, interesseren me niet.” Gitte heeft een andere ervaring: “Oké, die drankcultuur is er, maar toch niet helemaal. Ik ken veel mensen die niet drinken en wel mee gaan feesten en cantussen. Ook zijn er veel studenten met een grote zelfbeheersing: als ze weten dat ze morgen helder moeten zijn, drinken ze één pintje en daar blijft het dan ook bij. Daar is in mijn ervaring veel respect voor.” Volgens Gitte komt het niet vaak voor dat wie niet of niet veel drinkt, lastiggevallen wordt om toch meer te drinken. “Ik heb soms het idee dat ik enigszins achterloop door actief te zijn in het studentenleven. Daarmee bedoel ik dat ik minder slaap heb, minder tijd heb en daardoor een beetje achterophink. Maar ik haal veel voldoening uit mijn engagementen. Dat is voor mij de grootste reden om het alsnog te doen.”

 

feestvarken of stresskonijn

Waar stress rondsluimert in de studentenbuurt, is het niet altijd evident om er iets aan te doen. “De drempel naar hulp is wat mij betreft te groot”, zegt student Hasse. “Zeker als je mooie resultaten hebt, is er geen duidelijke ‘reden’ om naar het STIP te stappen. Ook mentorgroepjes en dergelijke hulpmiddelen moeten allemaal uit eigen initiatief komen, waardoor het aanvoelt als iets ‘speciaals’.” En dan gebeurt dat niet. Ook Gitte ziet drempels: “Mentale gezondheid is niet in alle kringen bespreekbaar. Zeker bij mannen, heb ik gemerkt. Niet allemaal natuurlijk, ik heb mannelijke vrienden die erg open zijn, maar ik heb bijvoorbeeld ook een vriend die al jaren last heeft van zware PTSS, maar daar niet over wil praten met zijn vrienden. Hij zegt dan dingen als ‘Ja, maar da’s niet belangrijk, da’s mijn probleem’.”

Irene haalt aan dat ze graag hulp wil, maar niet weet waar ze terecht kan. “Er wordt veel reclame gemaakt over het STIP, maar ik vind dat niet toegankelijk. Je moet veel stappen doorlopen voor je een afspraak hebt of een workshop kan volgen en de informatie vind je niet gemakkelijk terug. De mail schrijven alleen al houdt me tegen.” Ook het feit dat ze niet zou weten bij wie ze een afspraak heeft gemaakt, vindt ze moeilijk. Maar ook buiten de universiteit is het lastig. “Er zijn veel wachtlijsten en het is duurder. Ik denk dat de hulp die je bij een externe psycholoog krijgt van hogere kwaliteit is, maar je moet er ook nog geraken.”

Volgens de studentenpsychologen is de drempel om hulp te zoeken in het algemeen juist verlaagd. “Sinds corona is het meer bespreekbaar geworden”, zegt Vloeberghs. “De drempel om hulp te zoeken en toe te geven dat het lastig is, is gedaald.” Tegelijkertijd merkt De Vreese in individuele gevallen dat dat niet altijd het geval is. “Maatschappelijk gezien is het misschien gemakkelijker geworden, maar er zijn nog veel mensen die om allerlei redenen – van opvoeding tot voorgaande slechte ervaringen – het erg moeilijk vinden om toe te geven dat er iets scheelt.” Mentaal welzijn in het algemeen is bespreekbaarder geworden, maar rond bepaalde problematieken ligt toch nog enig taboe. De Vreese: “Neem nu zoiets als passieve faalangst. Iemand die daarmee worstelt, krijgt gemakkelijk het etiket van ‘lui’ of ‘een feestbeest’ opgeplakt, terwijl het wel echt om iets moeilijks gaat om mee om te gaan. Je hebt nog altijd het idee dat, als je iets genoeg wil, je het wel zal kunnen, terwijl het in de praktijk niet zo eenvoudig is.”

Wie zulke labels opgeplakt krijgt, wacht soms lang voor de stap naar hulp wordt gezet. “Intern proberen we rekening te houden met alle mogelijke drempels”, zegt De Vreese. “Op dat punt willen we input van studenten: wat houdt hen tegen om hulp te zoeken, wat kunnen wij doen?” Over de communicatie van hun dienst is lang nagedacht, zodat de informatie en manier van uitleggen zo drempelverlagend mogelijk werkt. Vloeberghs licht toe: “We werken met een getrapt systeem, zodat studenten niet meteen de stap moeten zetten om een individuele afspraak te maken. Zij kunnen ook beginnen met een online programma rond faalangst doorlopen of deelnemen aan een online tips & tricks-sessie over stress. Als dat niet voldoende is, kunnen ze een workshop van vijf sessies volgen of intekenen voor een individuele begeleiding.” Alleen die laatste trap, individuele psychologische begeleiding, is betalend. Alle andere vormen van ondersteuning zijn gratis.

 

zonder schaamte

Dit was een relatief kleine rondvraag, verspreid over alle campussen van UAntwerpen. Waar ik zonder vooropgestelde ideeën ben begonnen – wie weet ben ik gewoon een gigantisch stresskonijn en kan al de rest er prima mee om – bleek snel dat enorm veel studenten last hebben van de stress die gepaard gaat met het student zijn. Ook is er een grote groep die kampt met faalangst, passief en actief. Moeten we er zomaar mee leren leven en zijn we anders slechte studenten? Moeten we het echt allemaal alleen doen? De drempel naar hulp is kleiner dan hij lijkt. Er valt veel steun te halen uit de vriendenkring en medestudenten; ook het STIP staat klaar als je denkt die hulp nodig te hebben. Schaamte is nergens voor nodig. Het nodige doen om je mentale gezondheid onder controle te houden, is dat wel.



het grootste gevaar van nu naast fascisme en klimaatverandering en zo

30/01/2023
🖋: 

De wereld is gebouwd rond ochtendmensen, is dat u al opgevallen? Om een of andere reden lijken we dat niet zo’n probleem te vinden. Maar waarom in vredesnaam? Ik zal het u zeggen: omdat de ochtendsekte onze regering in haar macht heeft. We moeten in opstand komen en wel nú.

Hoeveel mensen kent u tenslotte die blij zijn als al hun vakken om 08:30 beginnen? Voor hoeveel mensen in uw omgeving is de middag-TD hun favoriete feest van het semester? Het leven is een paar uur later een pak mooier. Wanneer de schemering ieders onzuiverheden verbergt en de “goeiemorgen!” met die rollende r van elk ochtendmens tot het verleden behoort, wordt het pas mogelijk om te genieten van de dag. Oh, misschien ben ik een verzuurd avondmens, maar laten we het wel stellen: wij avondmensen zijn met evenveel als de ochtendmensen. En het blok tussenin met het middenritme? Die zijn met dubbel zo veel.

Kijk, als de maatschappij blijft zoals die nu is, dan verdient minstens 75% van de burgers compensatie. Wíj verliezen jaren van ons leven aan uitputting. Weet u wel hoe dodelijk het is om een slaaptekort op te bouwen? En weet u hoe onvermijdelijk dat is als midden- tot avondmens? Het is niet zomaar mogelijk om een ochtendmens te worden, wat de morgencultisten u ook proberen wijs te maken. Wees trouw aan uzelf, fluisteren ze u gelijk een vilein serpent in het oor, daarmee enkel en alleen bedoelend dat u zich best klaarmaakt voor een leven vol troosteloos ochtendgloren. De dokters zuchten bij het volgende slachtoffer van de ochtendsekte en het mortaliteitscijfer stijgt gestaag. En de ochtendmensen? Die zetten schaamteloos nog een foto van de zonsopgang op hun Instagramstory.

Maar, hoor ik u, koppig als elke sektenovice, zo erg is het toch niet om voor zeven uur uit bed te komen? Mijn hart! Hoe voelt het om medeplichtig aan moord op de maatschappij te zijn? Hoe valt u in slaap bij de wetenschap dat uw keuzes uw medeburgers tot de miserie te doemen? Hoe kan u met uzelf leven? Elke ochtend sta ik op voor een of ander examen op een goddeloos uur ingepland, of een werkshift die zichzelf ethisch acht dankzij een verouderd koffiemachine in de hoek, elke ochtend knipt de duivel een dag van mijn leven – en waarom? Omdat een paar mensen graag vroeg opstaan? Houdt iets hen tegen om al dat goud uit de morgenstond voor henzelf te houden en de rest van de wereld niet te dwingen om hen gezelschap te houden? Ik hoef dat goud niet! Het zilver van het maanlicht is voor mij rijkdom genoeg.

Het is niet eenvoudig om in opstand te komen tegen de heersers van het ritme, dat besef ik goed. Maar we moeten wel. Anders verliezen we jaren van pensioengeld dat ik die verdraaide sekteleden simpelweg niet gun, jaren van een leven waarin we niet protestants vroeg moeten opstaan. Vecht dat ochtendexamen aan. Sleep uw baas voor de rechtbank wegens discriminatie. Bel uw plaatselijke burgemeester om het concept “brunch” te verbannen uit uw gemeente. U bent niet alleen in de strijd.

 



close-up

30/01/2023
🖋: 

Wanneer ik deze woorden op papier pen, vriezen buiten de stenen uit de grond. In 2022 mogen warmterecords gesneuveld zijn, in de laatste weken van het jaar duiken de temperaturen onder het vriespunt. Mijn gedachten dwalen af naar de hittegolven van afgelopen zomer. Waardeloos zijn de dagen waarop het kwik tegen de veertig graden aanschurkt. Zo ook die ene godvergeten maandag in juli. Leve het werkrooster dat aangeeft dat ik vandaag niet aan de bak moet! Maar mijn welverdiende vrije tijd laten renderen zit er helaas niet in. Al mijn vrienden zijn op vakantie, mijn gedachten dwalen af bij het lezen van een boek en de zwartwitfilm die ik geleend heb uit de bibliotheek blijkt behoorlijk slaapverwekkend te zijn. Gelukkig is er nog de wondere wereld van de muziek!

Heden ten dage moet de moderne meerwaardezoeker de deur niet uit om nieuwe horizonten te verkennen. Terwijl ik in mijn luie zetel lig, leiden algoritmes mij doorheen een onbekend muzikaal landschap. Voorstel van de dag: Musique originale de film van Ahmed Malek. Een inspiratieloze manier om aan te geven dat het over filmmuziek gaat. Terwijl de titel niet meteen blijk geeft van originaliteit spreekt de albumhoes wel tot de verbeelding: een sepiafoto van een contrabassist in maatpak met schaduwrijke concertzaal als achtergrond. Ik maak mij klaar voor een muzikale queeste van 42 minuten en 33 seconden en druk op play.

De eerste luisterbeurt laat een goede indruk na. De heer Malek – wie hij ook moge zijn – leverde een aardig plaatje af.  Zijn muziek houdt dan wel het midden tussen loungemuzak en de introtune van een seventiessoap, vervelen doet het nooit. Een orkestje aangevuld met elektronica meandert langs verschillende stemmingen: een soulduet tussen saxofoon en elektrische gitaar, een aanstekelijk synthesizerriedeltje, meeslepende strijkers… het passeert allemaal de revue in minder dan drie kwartier. Dit alles overgoten met een mediterraans sausje. Hoogtepunt van de plaat: La silence des cendres. Met zo’n poëtische titel kan het gewoon niet fout gaan…   

Mijn interesse is gewekt. Ik schuim het internet af voor meer informatie over de man achter de plaat. Het Franse Wikipedia blijkt het antwoord op al mijn vragen. Ziehier een beknopte en vrij vertaalde samenvatting van het lemma: “Ahmed Malek, Algerijnse musicus en componist vooral bekend door film- en televisiesoundtracks”. Op vlak van geografie en thematiek zat ik dus al op het juiste spoor. Allemaal goed en wel, maar ik kan nog steeds geen gezicht plakken op de man in kwestie. De bijbehorende foto besteedt meer aandacht aan het rommelige drumstel in de achtergrond dan aan het gezicht van Malek. Wanneer ik overschakel naar Google afbeeldingen stuit ik op een vinyluitgave van Musique orginale de film. Op de albumhoes prijkt een sticker met het potsierlijke opschrift: “Algeria’s Answer to Ennio Morricone”. Getuigt niet bepaald van bescheidenheid, als je het mij vraagt. Maar ach, ik vergeeft het je, Malek. Waarschijnlijk een ideetje van de geldlustige grote baas van het platenlabel. Associaties met ‘s werelds meest vermaarde filmcomponist brengen nu eenmaal geld in het laatje.

Aan beeldmateriaal geen gebrek op Google afbeeldingen: Malek op de achterbank van een taxi, Malek in pyjamabroek aan de keukentafel, Malek in een rooskleurig ijssalon… Nu ik zo veel afbeeldingen van de man te zien krijg, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de musicus me aan iemand doet denken. De snor, de bakkebaarden, het hoedje… Malek zou zo kunnen doorgaan voor de Algerijnse versie van inspector Clouseau.  Al is hij wel wat minder knullig dan de ‘Franse’ filmdetective. Ik vind een foto terug waarop de musicus nonchalant poseert voor een portret van Che Guevara. Dat zie ik het hoofdpersonage van The Pink Pantherfranchise niet zo gauw doen.

Stilaan geraak ik in de ban van Malek. Al snel beland ik op de website van een willekeurige vliegtuigmaatschappij. De tarieven voor een enkeltje Algiers blijken niet prijzig te zijn. Wat houdt me tegen? Een reisje Algerije met het album van Malek als soundtrack, dat is pas vakantie! Flaneren langs statige boulevards met witgekalkte panden, luisteren naar het klotsen van de azuurblauwe golven van de Middellandse zee, een zonsondergang aanschouwen op de zandduinen van de Sahara … het ligt allemaal binnen handbereik. Wie weet loop ik de grootmeester wel tegen het lijf. Kan ik hem meteen eens vragen wiens idee het was om de Morriconesticker op de albumhoes te plakken. Helaas, mijn wilde vakantieplannen verdwijnen al gauw als sneeuw voor de zon. Bij het lezen van het Wikipedialemma heb ik cruciale informatie over het hoofd gezien: Malek ruilde in 2008 het tijdige voor het eeuwige in. Een meet-and-greet in de straten van Algiers zit er helaas niet in.



kortverhaal

30/01/2023
🖋: 

Waar ben ik? Door het het bos ben ik mijn pad en mijn noorden verloren. Ooit dacht ik dat ik een gelukkig leven zou leiden en in de zetel voor de tv of rustig in mijn slaap zou sterven. Helaas lijkt deze gedachte momenteel meer op een utopie. Hier sta ik dan, in het midden van een bos. Alleen, opnieuw. Ik wil blijven rennen maar mijn lichaam is op. Mijn longen branden, mijn kuiten zijn verzuurd en mijn ademhaling vertelt me dat ik al heel lang gelopen heb. Te lang. Ik heb geen idee hoeveel tijd er verstreken is sinds ik de stad uitvluchtte, maar ik moest al een behoorlijke afstand afgelegd hebben. De lucht was van feloranje naar diepzwart gegaan. Nauwelijks had ik het gemerkt, noch had ik gemerkt hoe de lichtbewolkte hemel veranderd was in een groene massa van kruinen boven mijn hoofd. Waar ben ik? Waar moet ik heen? Ik wilde gaan zitten maar ik schrok van het geluid van de bladeren die al krakend protesteerden toen mijn zitvlak de grond raakte. Voor even had ik het gevoel dat ik niet alleen was. Mijn maag trok samen van angst, angst dat hij me dan toch te pakken gekregen had. Ik sloot mijn ogen.

Ik werd gewekt door het zonlicht dat door mijn raam naar binnen viel. De zon was nog maar net op, maar ik wist al dat het een mooie dag zou worden. Rustig wandelde ik naar beneden, bang om anderen in het huis wakker te maken. Net zoals elke ochtend zette ik een tas koffie en zette ik me met een goed boek in de zetel. Een klein momentje van rust in mijn drukke dag. Men zegt dat slapen gezond is en dat het helpt om dingen te verwerken. Om eerlijk te zijn ben ik daar in mijn geval niet zo zeker van. Er werd mij altijd op het hart gedrukt dat je mensen moet blijven vergeven, maar wat blijft er dan nog van je over? In gedachten verzonken wandelde ik de straat over en sloeg de straat van de bakker in. Hoewel ik er vandaag gewoon passeerde, kon ik het niet laten om even naar binnen te kijken. Ik was gisteren al brood gaan halen en er was nog voldoende voor vanavond en morgenochtend, maar ik hield ervan om te kijken naar de versgebakken taarten in de toonbank. Na bijna 5 minuten te staan watertanden besloot ik dat het tijd was om verder te wandelen. Ik was bijna op het werk aangekomen toen een man op mijn schouder tikte. Hij had een mager gezicht en helderblauwe ogen, zijn bruine haar viel langs zijn oren in zijn nek. Ik kende hem, al wist ik niet exact hoe goed. Toen mijn blik voor een seconde op het vogeltje in de boom naast mij ruste, was hij weg. Had ik mij hem verbeeld? De rest van de dag verliep rustig, al was het woensdag nooit echt druk op het werk. Toen ik ‘s avonds door het donker naar huis wandelde schrok ik op. Ik meende iemand te zien aan de overkant van de straat,  maar toen ik dichterbij kwam was hij weg. Op het moment dat ik thuis aangekomen was en de kaarsen bij de tv aanstak sloeg de klok van zeven uur. Mijn mama vertelde mij vroeger altijd dat het goed was om naast de kerk te wonen: je werd beschermd en kwam nooit te laat. Ik geloofde haar.

Toen ik een week later op het werk besefte dat ik mijn eten vergeten was, besloot ik om naar het bakkertje om de hoek te gaan. Ze hadden daar heerlijke chocoladebroodjes, maar toen ik de hoek omsloeg zag ik de man staan. De man met de blauwe ogen. De vriend die ik gekend en vergeven had. Ik keek weg in de hoop dat hij zou verdwijnen maar hij kwam dichter. Ik sloeg in paniek en rende zo hard ik kon. Toen ik achterom keek zag ik dat hij me nog steeds volgde. Ik liep door het dorp uit, door de weiden het bos in. Inmiddels was het blijkbaar donker. Uitgeput ging ik op de grond zitten, al schrok ik op van het geluid van krakende bladeren. Volgde hij mij nog? Ik denk van niet, maar zeker was ik nooit. Kon ik nog terug naar huis? Zouden mijn vrienden ongerust zijn? Het was toen ik mijn ogen sloot, dat ik hem zag.



examentheetjes

23/01/2023
🖋: 

De blok doorkomen doet ieder op zijn eigen manier. De een wandelt als een gek rondjes door zijn kot, de ander giet Red Bull achterover alsof zijn leven ervan afhangt en ondertekende theeliefhebber drinkt uiteraard thee. Maar welke thee drink je op welk moment voor een optimale examenprestatie?

doorslikthee

Je dacht dat je vorige examens slecht waren gegaan, maar dat gevoel verdwijnt als sneeuw voor de zon na dit teleurstellend, verschrikkelijk, afgrijselijk, weerzinwekkend slechte examen. Niets beter dan een verfrissende tas ‘Breezy Strawberry’ van Clipper om de nasmaak ervan weg te spoelen. Voeg exact veertien suikerklontjes en zes scheppen honing toe en je thee zal zodanig zoet zijn dat ook de laatste bittere restjes van dat verdomde examen zullen verdwijnen. Toch niet gelukt? Dan herhaal je het proces gewoon. Wie beweert dat er iets mis is met een tweede, derde of zelfs vierde tas is een hater. Theefabrikanten hebben een reden om meer dan één zakje in een doos te stoppen. Dat later alsnog zal blijken dat je een tien haalde, is op dit moment irrelevant.

 

Clipper Breezy Strawberry

Clipper

te koop bij Albert Heijn

€3,19 voor 35 gram

 

feestthee

Je laatste examen zit erop. Proficiat, je behoort tot de overwinnaars van de examenstrijd. Geef jezelf maar een schouderklopje of tien en schenk dan een tas thee in. Die thee was tenslotte je trouwe partner in de strijd. Blijkbaar bestaat er iets als champagnethee, maar dat moet zelfs deze theefanaat nog eens uitproberen. Voor nu zal de thee in de vrolijkste verpakking moeten dienen om je overwinning te vieren. ‘Ginger Spice’ van Pickwick is een grote kanshebber in die categorie. Zoek maar eens op, dat egeltje en vosje doen je alle stress van de afgelopen weken vergeten. Je kunt er natuurlijk ook meteen een heus theekransje met je vrienden van maken. Zei iemand ‘Cuperus’? Dat buitencampusstudenten het blijkbaar moeten doen met automaten en Starbucks-ish zaken is een schande.

 

Ginger Spice

Pickwick

te koop bij Albert Heijn

€2,19 voor 26,25 gram

 

afwachtthee

Nu de blok erop zit, breekt een volgende zenuwslopende periode aan. De komende weken zul je voor en na elke maaltijd, op het toilet, voor het slapengaan en op elk ander moment dat je meer dan twee seconden niet afgeleid bent door een andere bezigheid SisA refreshen. Je beseft wel dat de resultaten pas aan het einde van de lesvrije week zullen verschijnen, maar je weet toch maar nooit. De enige thee die je tot dan kalm zal kunnen houden, is een klassieke kamillethee. En nee, je hoeft je resultaten niet nog eens na te kijken terwijl je op je warm water wacht.

 

Infusion Camomile

Lipton

te koop bij Carrefour

€2,59 voor 14 gram

 

 



brief van een slechte student

23/01/2023
🖋: 
Auteur

Geachte slechte student,

Ik schrijf deze brief niet om jullie te bekritiseren. Jullie worden al genoeg belaagd. In de maanden december, januari en februari worden jullie geteisterd door ouders die niet begrijpen wat de miserie van studeren is. Tantes en nonkels vragen jullie op het kerstfeest wanneer jullie nu eindelijk afstuderen. Vrienden vragen je niet meer mee naar de bib. Wees niet bevreesd, slechte student, want ik ben een van jullie.

Tijdens de blok kan je me vinden achter mijn laptop. Dan kijk ik naar mijn favoriete Netflixprogramma terwijl ik begin aan mijn samenvattingen. Ik vraag mijn vrienden angstig om notities van lessen die ik niet heb bijgewoond. Als ik geen notities kan bemachtigen zoek ik op hoe ik illegaal lesopnames kan downloaden van Mediasite. Daarna plak ik allerhande PowerPoints in Word-documenten. Het echte blokwerk wacht ik af tot de echte examenperiode.

Na de blokperiode, voor mij een periode van algehele rust, komen de echte examens er genadeloos aan. Net als jullie denk ik dan dat ik nog zeeën van tijd heb. Ik slaap tijdens mijn blokdagen voor het aankomende examen tot tien uur uit, anders kan ik niet degelijk werken. Daarna begin ik in een sloom tempo met het overschrijven van mijn samenvatting; de enige studeermethode die werkt. Net als jullie besef ik dan na mijn avondeten, waarvoor ik vijf euro leveringskosten betaalde, dat ik nog enorm veel werk heb. Wanneer puntje bij paaltje komt verwerk ik bakken leerstof op een paar uur, die ik evengoed op een aangenaam tempo had kunnen verwerken tijdens de blok. Tot in de late uurtjes zorg ik er steevast voor dat ik toch alle leerstof heb gezien, anders kan ik niet slapen. Om de lichte paniek te onderdrukken, luister ik naar calming amygdala-muziek.

Na enkele uurtjes slaap vertrek ik, zonder mijn leerstof na te kijken, naar mijn examen. Ik geloof niet in al die onderzoekers die me elke examenperiode weer willen vertellen dat slaap een cruciaal element is voor het verwerken van leerstof. Dat idee zal ik tijdens mijn eerstvolgende examen voor de zoveelste keer ontkrachten. Na mijn examen denk ik waarschijnlijk naar goede gewoonte dat ik niet geslaagd ben. Naar goede gewoonte haal ik dan waarschijnlijk een tien. Erdoor is erdoor, nietwaar? De rest van de dag ga ik bijslapen, want wie studeert er nu op een examendag?

Ik hoop, slechte student, dat je jezelf herkent in mij. Als laatste woorden wil ik je nog dit zeggen: ga zo door, beste lotgenoot, ook wij geraken er wel.



kunst op de campus

23/01/2023
🖋: 

UAntwerpen heeft meer dan 1100 kunstwerken. Een groot deel daarvan is vrij te bezichtigen op de verschillende campussen, maar niet alles. Het leeuwendeel is hedendaagse kunst, van gevestigde waarden tot opkomend talent. Klinkt goed, toch? En tegelijkertijd… Wat is in vredesnaam het praktisch nut van al die doeken en beelden in de gangen? Waarom gaat daar budget naartoe als UAntwerpen ook meer geld zou kunnen toekennen aan een komida waarvan de prijzen níét opslaan?

De beeldvorming rond kunst in openbare ruimte is er niet eentje om over naar huis te schrijven. Arne Quinzes Rock Strangers in Oostende werd getrakteerd op boze buurtbewoners die het hun schone uitzicht op de zee vonden verpesten. Dankzij hen werd het een heuse mediarel. Pascal Smet liet Luk Van Sooms Man van Atlantis verwijderen uit het Brusselse straatbeeld wegens “te lelijk”. Universiteit Antwerpen kocht trouwens werken van beide kunstenaars aan. Gewoon. Dat je dat even weet.

 

Toch, kunst in openbare ruimtes heeft zo haar nut. Zo is het openbare karakter van de universiteit essentieel in dit hele verhaal: iedereen, van welke sociale klasse ook, heeft in principe toegang tot werken van hoog aangeschreven kunstenaars (of Pascal Smet hun oeuvre nu spuuglelijk vindt of niet), een democratisch recht. Oké, er zijn meer dan genoeg mensen, uit eender welke bevolkingsgroep, voor wie kunst echt niet kan boeien, maar ze kunnen er in theorie wel aan om hun gal op te spuwen. Dus.

 

Misschien nog belangrijker dan dat democratische karakter is wat kunst doet bij al wie er toevallig voorbij loopt. Het is niet per se van belang of je kunst interessant vindt en eigenlijk doet het er evenmin toe of je het werk in kwestie mooi vindt. Het feit dat het er hangt, geeft karakter aan het gebouw. Elke ruimte waardoorheen je passeert, krijgt een eigen identiteit, valt te onderscheiden van de vorige. Onbewust maakt dat ons productiever en gelukkiger, is uit onderzoek gebleken. Heb je dat nog nooit zo gemerkt in je beleving? Dat is goed mogelijk. Het effect van kunst merk je eigenlijk pas wanneer je in een gebouw bent waar elke gang op elkaar lijkt en waar niets onderscheidends is. In zulke gebouwen is het wat onbehaaglijk, wat kil ook, en de meeste mensen zullen er niet lang willen verblijven. Met kunst aan de muren wil je langer blijven omdat je je onbewust meer welkom voelt.

 

Kunst in openbare ruimtes heeft ook een verbindend effect en leidt tot meer gemeenschapsvorming. Een erg kleinschalig voorbeeld is het gebruik van opvallende kunstwerken als wegwijzers of ontmoetingspunten. Zo maakt afspreken aan het duikerachtige beeld in de komida van campus Groenenborger in één keer duidelijk waar je uithangt. Op een grootschaliger niveau kan je de lijn trekken tussen de identiteit van de universiteitsgebouwen en de identiteit van de universiteitsgemeenschap. Juist omdat de omgeving waarin je je identiteit als student opneemt een duidelijke persoonlijkheid krijgt door de aankleding, wordt het eenvoudiger om een gemeenschap daaromheen te vormen.

 

Nu sommige gangen in de Stadscampus door die vermaledijde dakbrand leeggehaald zijn, valt dat zo vaak onzichtbare effect van kunst meer op. Een gang met niet meer dan een houten frame heeft geen karakter, nodigt niet uit tot meer dan slechts erdoorheen lopen. De magie van verloren raken in Ysbrants werk ging verloren, het plezier van het luidkeels vreselijk noemen tegen wie het ook horen wil, verdween tezamen met het schilderij. Waar vorig academiejaar groepjes vrienden zich regelmatig in die gang verzamelden om te babbelen (en in de weg te staan), gebeurt dat nu nog zelden. Zulk verlies glipt ongemerkt door je vingers. Let er maar eens op: in welke universitaire ruimte voel jij je het meest op je gemak: wat hangt er daar allemaal ter decoratie?



close-up

23/01/2023
🖋: 
Auteur

Dove Cameron is één van de vele voormalige Disneysterren die de tienerrollen achter zich lieten en aan een solocarrière begonnen. Ze begon een paar jaar geleden aan haar carrière en verwijderde in 2022 al haar vorige videoclips, zoals Out Of Touch en We Belong Together. In augustus bracht ze verschillende liedjes uit in een ander genre. Cameron laat het brave Disneymeisje achter zich en laat haar stem en maatschappelijke kritiek horen.

In augustus bracht ze een nieuwe toon die mij bij bleef met onder andere Breakfast. Ik laat de aanstekelijke muziek voor wat ze is en focus op de tekst en videoclip, die zorgt voor één reactie: schokkend, op een goede manier. Cameron had volgens geruchten het plan het nummer uit te brengen met een andere videoclip, maar toen werd Roe versus Wade afgeschaft en dat had historische gevolgen. Hierna koos Cameron koos voor een videoclip waar genderrollen worden omgedraaid als creatief protest.

In die videoclip is onder meer te zien: seksistische vrouwelijke bazen die misbruik maken van hun positie en hun mannelijke werknemers dronken voeren en verkrachten. De videoclip toonde de verkrachting niet, maar de consequenties wel. Een man bij de dokter krijgt te horen dat hij zich de volgende keer beter moet kleden om vrouwen niet uit te dagen. Of een man die thuis kookt en de vrouw op haar wenken bedient terwijl zij alleen maar neerkijkt op hem.

De clip eindigt met een televisiescherm waar de effectieve protesten tegen de afschaffing van de abortuswet spelen en een beangstigde Dove die ernaar kijkt. Het script van de videoclip is niet naar moderne westerse normen, maar gebaseerd op de typische stereotypen van de jaren vijftig. De seksistische en onderdrukkende werksfeer die Cameron toont is meestal niet meer aanwezig in hedendaags Europa, maar door het gebruik van de scenario’s in de clip is de boodschap binnengekomen: door Roe versus Wade af te schaffen draaien we de klok terug.

De muziek is aangenaam om naar te luisteren en aanstekelijk, maar zet ook tot nadenken. Het is misschien minder relevant voor België, maar de ongemakkelijkheid die deze videoclip uitstraalt, kwam me toch ergens bekend voor en dat is misselijkmakend.



warm blokken en hokken

23/01/2023
🖋: 

t Is crisis voor iedereen, luidt het wijze adagium, en dus geldt die crisis ook voor ons, arme studentjes van het Antwerpse. Hoe halen we die energiefactuur naar beneden, opdat er meer centjes overblijven voor een extra opkikkertje tijdens de blok? Een groep medestudenten van Architectuur zet het op een rijtje.

Het doel is net zero-energieverbruik: enkel energie verbruiken voor de noodzakelijke dingen zoals koken, wassen, verlichting en dergelijke, maar niet voor de verwarming. Zo daalt de energiefactuur met circa 80%. Hoe doe je dat zonder te bevriezen?

 

1. elke dag dikketruiendag in je hok

Zet de verwarming zo min mogelijk aan, maar verwarm voornamelijk jezelf. Dat kan je doen door jezelf warm aan te kleden. Denk maar aan een dikke trui, een extra paar sokken, een warmwaterblaas voor de koukleumen onder ons.

 

2. koken in je hok

Koukleum, maar toch bereid om die verwarming uit te laten? De toestellen die je dagelijks gebruikt zoals een fornuis, oven, afwasmachine … geven warmte af. Die warmte kan je gebruiken om de ruimte te verwarmen. Je kan gaan studeren in de wasplaats van je huis wanneer de wasmachine draait of in de keuken wanneer de afwasmachine draait, zodat je warm blijft én energie bespaart. Bonus als je gaat studeren in de wasserette. Nog goedkoper.

 

3. samenhokken

Ben je toch niet bereid om die chauffage minder hoog te zetten? Als je allemaal samen in één ruimte hokt om bijvoorbeeld samen te studeren, hoef je de andere kamers niet te verwarmen. Bonus als je met iedereen in huis naar de bibliotheek trekt, opdat de verwarming thuis tóch niet opgezet wordt. Zo krijgen we dat inschrijvingsgeld enigszins terug.

 

4. hokken voor introverten

Dacht je bij #3 aan je persoonlijke hel? Is “L’enfer, c’est les autres” jouw mantra? Je kan huisgenoten negeren én de energiefactuur naar beneden trekken door te leven in één kamer. Ook op die manier hoeven de andere kamers niet verwarmd te worden. Kies één ruimte uit als jouw persoonlijke blokgrot, verwarm die naar wens. Profit.

 

5. hokken voor kamers

Als je niet in een kot woont maar in een huis met grote, open leefruimten, kan het lastig zijn om de ruimte te verwarmen zonder een klein fortuin uit te geven. Compartimenteer die kamers, dan verlies je minder warmte. Dat kan je doen door tussen de ‘kamers’ zware gordijnen op te hangen en alle deuren zo veel mogelijk gesloten te houden. Daarbij, wat houdt je tegen om een kussenfort te bouwen om in te blokken?

 

6. dikketruiendag voor hokken

Ligt jouw verwarmingsprobleem niet zozeer aan de grootte van je leefruimte, maar aan een slechte isolatie? Geef je leefruimte een “dikke trui”. Stoffen zoals gordijnen en tapijten houden warmte vast. Leg tapijten dus zeker in ruimtes die je vaak gebruikt en laat ze niet liggen in bijna ongebruikte kamers. Ook meubels zoals kasten kunnen een ruimte helpen isoleren. Laat de minimalistische stijl los, verwarm je kamer (en hart).

 

7. laat de zon in je hok

De dagen worden korter, het zonlicht verlaat ons steeds sneller, maar die paar uurtjes per dag kan je wel goed gebruiken. Houd de gordijnen open wanneer de zon schijnt en sluit de gordijnen zodra de zon ondergaat. Op die manier laat én houd je de warmte van de zon binnen.



de foto's van Gregory Crewdson

16/01/2023
🖋: 
Auteur

Een tijdje terug ging ik naar de Antwerp Academy Art Book Fair. Ik was niet erg geïnformeerd toen ik er naartoe vertrok: in mijn straat hing een affiche van het evenement en het klonk als een leuk weekenduitje. Ik werd bij aankomst positief verrast. In tegendeel tot mijn verwachting leek de boekenmarkt wel oneindig te zijn. Wel degelijk een leuk weekenduitje dus; oneindig snuisteren tussen zowel nieuwe als oude en zowel mainstream als niche kunstboeken.

Ik kocht als eerste een boek waarin 365 foto’s stonden van hetzelfde konijn met steeds een ander voorwerp op zijn hoofd, want dat vond ik grappig. Daarna deed ik een echt koopje! ik scoorde voor maar zeven euro een fotoboekje over punk in Antwerpen. Toen ik in de laatste hal kwam trok een fotoboek mijn aandacht: een dwarsliggerformaat met een absurde foto op de cover. Het boek, Twilight, draagt dezelfde naam als de serie foto’s van Gregory Crewdson, en bevat daarnaast een essay van Rick Moody over de reeks. Ik moest heel lang wachten om te betalen, maar nadat het eindelijk lukte, was ik euforisch, want de cover had me echt geïntrigeerd. Daarop ligt een vrouw in een gitzwarte vloeistof te drijven, midden in een woonkamer die me door de belichting doet denken aan een horrorfilm.

De foto’s van Gregory Crewdson zijn bizar. Zijn serie Twilight is een verzameling van in scène gezette foto’s die het leven in small-town America zouden moeten evoceren. Wel, als dat het leven is in Amerika, dan wil ik daar liever niet naartoe. Hoewel zijn foto’s me intrigeren, hebben ze toch eerder een schrikwekkend aspect. De dystopische wereld die Crewdson weet te creëren heeft een horrorachtige schijn, door de belichting die bijna altijd iets onheilspellends heeft en de vorm aanneemt van een blauwe schemering. Ook de bizarre taferelen die in beeld gebracht worden dragen hierbij toe.

Een specifieke foto die deze bevreemdende effecten goed illustreert, is de foto Untitled (Beer Dreams). In een woonwijk waar veel te veel auto’s geparkeerd staan op een oprit, staat een figuur in de schijnwerper. Er schijnt één straal blauwachtig licht op de in rook gehulde figuur, waardoor het bijna lijkt alsof er buiten het beeld een ufo rondzweeft. Dat is dus die onheilspellende absurditeit die steeds terugkomt in de serie.

Rick Moody vergelijkt dit effect met een twilight sleep: een slaap die door morfine geïnduceerd wordt en gebruikt wordt bij bevallingen. Daarnaast is er ook de vergelijking met de twilight state: een dromerige toestand waarin men geen greep heeft op de realiteit, voorkomend bij epilepsie, hysterie en schizofrenie, en soms opgewekt met verdovende middelen. Deze beschrijvingen omvatten de foto’s uit deze serie voor mij heel goed. Ik denk dat de cover me daarom zo hard aantrok; het was een absurd tafereel, maar ik kon niet meteen beschrijven wat me nu precies aantrok. Ik denk dat het die twilight state is; een glimp van een paranormale wereld die ik nog niet kende en waarschijnlijk ook nooit zal begrijpen.