16/02/2006
đź–‹: 

Ik ben barok, in alle opzichten. Ik heb het lichaam van één van Rubens runder-vrouwen. Met dikke, ronde borsten, die overduidelijk en onomwonden de middelpuntvliedende kracht van onze rondtollende aarde moeten zien te trotseren, en daarbij verlegen hun blozende, roze kopjes naar beneden laten hangen. Mijn bolle, blote billen schitteren in de donkere nacht, met de felheid van de volle maan en duizenden sterren, als het beste clair-obscur plaatje dat een artiest zich zou kunnen wensen, met het clairste licht van mijn blinkende ogen en de obscuurste donkerte van mijn talrijke diepe huidplooien. Ik heb de rondste en zachtste wangen waarvan de ruwste mannenmond nog niet eens durft te dromen en waarop mijn moeder vroeger talrijke kussen heeft gedrukt met zo veel liefde zodat ik nu niet zomaar toelaat de guitigste, of de knapste, of de liefste, of de slimste, of de grootste, of de sterkste, of de eerlijkste enzovoort zijn warme lippen over mijn heuvels te laten glijden, maar alleen hij die alles heeft. Alleen hij die ook barok is.

 

Ik ben barok. Ik heb het temperament van een op hol geslagen zwarte hengst die dagen- en nachtenlang rond galoppeert totdat hij zich schuimbekkend van de vermoeidheid zomaar ergens neerlegt en droomt van de sierlijkste, verrassendste en snelste nachtelijke merries, met de warmste bruine kleur en met de wolligste vacht die het toelaat om er heerlijk je gezicht in te laten verdwalen. Eén van hen wenkt hem en vraagt hem al fluisterend zijn hoofd op haar bolle buik te leggen, waarvan het op- en neergaan hem ras in slaap wiegt als het kleinste kind dat net zijn honger gestild heeft aan de moederborst en dromenland bereikt op het schommelen van haar schoot. Maar zo diep als hij slaapt, zo plots kan hij wakker worden om verder te draven, van oost naar west en helemaal van zuid naar noord; door berg en dal, door water, wind, zee, storm en ijs; springend over diepe kloven waar reeds menig man het leven heeft gelaten en kruipend door de diepste en smalste spelonken zonder ook maar één teken van neerslachtigheid op zijn gespannen gelaat te vertonen.

 

Ik ben barok. Ik heb de dorst van alle sappige en meest frisse groenten en fruit die ik dagelijks verorber samen met de dorst naar gekoeld mineraalwater die mijn bloemigste en geurendste kruiden hebben, daarenboven met de eetlust van alle hongerige – want rijkelijke voeding gewend – dieren tezamen die ik op een week tijd zou kunnen opeten. Ik heb niet alleen een berenhonger, maar ook honger als een paard, als tien varkens, twintig kippen en een haan met rode wijn. Dorst als avocado's, druiven, citrusvruchten, grote rode appels en peren, meloenen en pompoenen, vuurrode paprika's en purperen aubergines, als basilicum, lavendel, citroenkruid, tijm en salie, voor achteraf.

 

Ik ben barok. Mijn stem klinkt als zeventien cimbalen en een gong als ik om hulp roep. Maar als ik stilletjes in een hoekje met een boekje en een koekje zit, maakt ze het zelfde geluid als een zwoele zomeravond die zelfs verlegen zit om een zuchtje verkoelende wind. Als ik zing of neurie vlijt een hemels geluid als van vijf nachtegalen en een koekoek vergezeld door een strijkkwartet en een gouden harp zich op de omringende bloemen, wiens bladeren geroerd worden door de verrukkelijke trillingen en zo zachtjes met hun kopjes gaan meeknikken, waardoor binnen de kortste keren het hele bos lijkt mee te musiceren – fauna én flora – en alzo een heus symfonisch orkest alle aria's van Bach en Händel en ja, waarom ook niet, van Mozart, Strauss en natuurlijk Wagner op de pralerigste wijze uitvoert. De hele atmosfeer verandert in één geroezemoes van allegretto's, allegro's, accellerando's, vicace's, scherzando's, con brio's, crescendo's en ook diminuendo's en al gauw roept elke vezel van me om meer, meer, meer; “piu mosso, piu mosso”! Nog geen seconde durf ik te twijfelen aan een nieuwe sprong in het weldadige bad van de euforische muziek en roep vrolijk uit: “da capo, tutti!”

 

[D.C.]

Barok zijn is lijdend sterven, als Jezus, genageld aan het kruis, met trillende spieren en een borstkas die door een leger Trojanen, Franken, Pruisen en Vikingen platgedrukt lijkt te worden, waardoor elke ademhaling als een zucht van het hellevuur is. Barok zijn is eenzaam sterven met het hele leven en lijden rustend op uw sterke maar doodvermoeide schouders, met alle mogelijke memento mori's zinderend in uw hoofd, dat teneergeslagen hangt en noodgedwongen naar uw eigen tenen kijkt, waarop dikke druppels bloed vallen. Barok zijn is de meest vernederende dood sterven, en al kijkend naar een bloedstalagmiet op uw dikke teen denken: “Eenvoud siert.”



16/02/2006
đź–‹: 
Auteur

“Schrijf iets origineels, kom niet af met het voorspelbare zon-, zee- en strandverhaal want het komt er niet in.” Met deze wijze raad van onze immer intelligente redactiesecretaris vertrok ik naar het feesteiland Malta.

Met een slordige twee uur vertraging kwam ik in het donkere Malta aan. Nacht als het was, had ik alvast mijn jas dichtgeknoopt, sjaal omgedaan en vechtend met mijn muts kwam ik buiten. Zonder overdrijven kan ik stellen dat ik me nog nooit zo snel mij van overtollige attributen heb ontdaan. Het was, om het zacht uit te drukken, vrij warm buiten, hoewel de taxichauffeur er duidelijk anders over dacht: “Wat een slecht weer, hé meneer, waarom heeft u uw jas niet aan?” Uitleggend dat ik van België kwam en het daar af en toe kan vriezen 's nachts maakte het één en ander duidelijk, hoewel ik de stelligste indruk had dat de brave man nog nooit het genot van blauwe handen en gevoelloze oren had mogen meemaken. Britten kennen dit genoegen echter zonder twijfel wel en dat is niet het enige waar onze geliefde buren ervaring mee hebben.

 

In mijn voorlopige verblijfplaats heb ik het genoegen tussen verschillende nationaliteiten te verblijven: Amerikanen, Italianen, een Brit en een Belg maken van dit appartement een levendige plaats. Vooral de Brit is een speciaal geval; de eerste keer dat ik hem ontmoette was het ongeveer vier uur en had hij er juist zijn traditionele theemoment op zitten. Zelf ook wel een liefhebber van op smaak gebracht verwarmd water keek ik of dit laatste ingrediënt nog aanwezig was in de nog half pruttelende ketel. Er was nog water in de ketel dus zonder verder nadenken draaide ik de knop van het fornuis op zes. Een grote vergissing bleek, zonder iets te zeggen pakte de Brit de ketel van het fornuis en goot het water weg. Het aanwezige gezelschap werd muisstil, iedereen keek iedereen aan. Was dit een staaltje van de gekende Britse humor? Half lachend, half serieus vroeg ik hem waarom hij het water weggoot. “My good friend, you can not use reboiled water”. Ik was verbouwereerd, nog nooit had ik van dit principe gehoord. Zijn verklaring was even briljant als eenvoudig: “Kijk maar hier op mijn pakje thee: use fresh water.”

 

Een dag later zat ik in het gezelschap van een paar Britten en om het ijs te breken dacht ik maar ineens het beste exportproduct van GB ter sprake te brengen: “En wat vinden jullie van Fawlty Towers?” “Say again”, “Fawlty Towers, één van jullie meest humoristische series.” “Sorry, nooit van gehoord.” “The Fast show, Allo, Allo, Mister Bean, Smack the Pony, Blackadder, ...” “Neen, zijn dat Belgische programma's?” Ik had nood aan alcohol, en veel. Dit ging mijn begripsvermogen ver te boven. Die nacht ben ik dankzij dit soort antwoorden licht dronken in bed gekropen en heb ik gezworen dat ik nog liever met een Amerikaans accent spreek dan met de door mij zo geliefde Britse tongval.

 

Maar het gaat nog verder. Mijn Britse appartementgenoot had die nacht in een patriottische bui er niet beter op gevonden om in het midden van ons appartement een levensgrote Britse vlag te hangen. In een internationaal gezelschap je even niet kunnen inhouden en zomaar even het bloed dat op deze vlag hangt vergeten, waarom niet? Niet voor mij dus. Hoewel ik nog een beetje een kater had van de vorige dag kwamen mijn Poolse roots terug boven, nog liever te paard ten strijde trekken tegen de Duitse tanken dan deze wansmaak toe te staan. In geen tijd was de vlag teruggelegd waar ze hoorde: aan de deur van de Brit en zeker niet hangend! Zelfs de om hun vlaglievendheid gekende Amerikanen waren het met mij eens dat je dit eigenlijk niet kunt maken!

 

Terug in de alcohol vliegen was een optie, maar licht dronken elke nacht in bed kruipen niet. Bij wijze van alternatief zocht ik de kolonie Ieren op. Direct voelde ik mij thuis bij hen: constant vlijmscherpe steken geven en zichzelf zonder enige vorm van zelfrespect neerhalen, fantastisch gewoon. “Hebben jullie al van Fawlty Towers gehoord?” “Greattt program, so funny, the same with father Ted, Blackadder, Smack the pony, Allo, Allo, mister Bean.” Geen wonder dat de IRA zijn wapens heeft neergelegd.



Voor u beluisterd
16/02/2006
đź–‹: 

The Strokes – First Impressions of Earth

Sommige magazines noemen hen wel eens The Fab Five, maar hoewel The Strokes een degelijk potje rock-'n-roll kunnen neerzetten, lijkt deze term zwaar overdreven. Het derde album van dit kwintet opent met de angstaanjagend strakke patser You Only Live Once, waarin de formule van catchy-refreinen-met-dubbele-gitaarlijnen meteen mooi wordt getoond. De ophitsende baslijn in de eerste single Juicebox wordt gesteund door gitaren die allebei bijna de noise-richting uitgaan en in Razorblade is het duidelijk dat de snarentandem van Nick Valensi en Albert Hammond Jr. duidelijk naar At the Drive-In heeft geluisterd. Er vliegen de hele tijd flarden Velvet Underground, Clash en Stooges voorbij en drummer Fabrizio Moretti verdient een standbeeld voor zijn opwaardering van het efficiënte gebruik van de tamboerijn. Of de begeleiding in Ask Me Anything een bas met effect, elektrische cello of mellotron is, is nog steeds niet duidelijk, maar zanger Julian Casablancas moet in elk geval oppassen dat zijn stem niet te vaak monotoon gaat klinken. Vision of Division is zonder meer het sterkste nummer: de rauwe korrelzang die hier wordt gecombineerd met oosters getinte gitaarsolo's en een complexe drumpartij zorgt voor het aloude rock-met-ballen-fenomeen. Op de tonen van Killing Lies kan u zo gaan surfen en voor Evening Sun zou menige punkgroep een arm geven. Toch duurt het album veel te lang (de drie laatste nummers konden perfect geschrapt worden) en zijn de mid-tempo prestaties niets tegenover het punky werk. The Strokes zullen waarschijnlijk nooit echt grootse muzikale potten breken, maar in hun genre zijn ze alvast stukken sterker dan het gros van hun collega's.

 

Zita Swoon â€“ A Band in a Box

Toen Stef Kamil Carlens' groep voor dit exclusieve cameraconcert in zee ging met de drie zangeressen van Radio Candip, had men al kunnen weten dat dit live-album een klankenfestijn zou worden. Opgenomen in een lege Vooruit in Gent, biedt A Band in a Box een schitterend beeld van het gezelschap op een podium. Het briljantste aan Zita Swoon live is dat deze rakkers voor zowat elk nummer een volledig nieuw arrangement uitwerken. Zo vervangt een wah-gitaarlijn de originele blazerssectie in Hot Hotter Hottest, wordt het gospelgehalte van het refrein van Song for a Dead Singer danig opgedreven door de kale pianomelodie en de swingende achtergrondzang, en de slepende erotiek van Remember to Withhold wordt door de combinatie van zware funk en ophitsend slagwerk extra in de verf gezet. Als de groep van leer geeft met een wel zeer exotisch getint My Bond with You and Your Planet: Disco!, blijkt dat dit nummer nooit eerder zoveel kracht had. Het hoogtepunt is het mambo-jasje dat Jintro and the Great Luna aanheeft: het is nauwelijks te geloven dat dit nummer op het originele Moondog Jr.-album een ingetogen pianoblues is. Ook de afgestripte versie van Our Daily Reminders geeft de pure essentie weer en bewijst dat dit nummer staat als een huis. Het unplugged in de hal opgenomen Moving Through Life as Prey heeft een geweldige akoestiek en in de emotionele Bob Dylan-cover You're a Big Girl Now laat Carlens nogmaals zien wat een sterke zanger hij wel is. Door het originele instrumentarium dat gebruikt wordt en de sferische manier waarop het gebeuren werd gefilmd, is dit album een absolute must voor mensen die op zoek zijn naar Belgische topkwaliteit.

 

Arctic Monkeys â€“ Whatever People Say I Am, That's What I'm Not

Toegegeven, niet iedereen slaagt erin om zonder platenlabel volle zalen te trekken met slechts hulp van het internet. Arctic Monkeys deden het wel en kregen zo een trouwe schare fans die zich op topsnelheid uitbreidde. De vraag is: hoe is het mogelijk? Bij het beluisteren van hun debuut (het snelst verkopende Engelse debuut ooit, stel je voor) vraagt een mens zich af of er niet tien keer hetzelfde nummer de revue passeerde. Af en toe zit er zeker een leuk ritme in de nummers, hier en daar zorgt de afwisseling tussen de gitaren van Alex Turner en Jamie Cook voor een sterk effect en de ritmesectie van Andy Nicholson en Matthew Helders speelt krachtig en strak, maar er is werkelijk nergens diepgang in de muziek te bespeuren. Is er eens een leuke melodie, dan wordt ze eindeloos herhaald (getuige hun eerste single I Bet You Look Good on the Dancefloor) en de poging tot opbouwend jammen in Perhaps Vampires is a Bit Strong But... faalt genadeloos. Turners stem verveelt al na vier nummers en de onduidelijke stop in het overigens niet zo slechte The View from the Afternoon is een flater waar de Queens of the Stone Age eens kostelijk mee kunnen lachen. Het enige dat Arctic Monkeys werkelijk goed doen is het gebruik van achtergrondzang, maar jammer genoeg was Franz Ferdinand hen daarmee voor: originaliteitswaarde, daar ga je dan. De enige twee lichtpunten zijn Still Take You Home (Sex Pistols meets Blur) en When the Sun Goes Down, dat zowaar reggae met postpunk combineert. Aanhangers van de groep noemen dit graag indierock, maar roestige britpop lijkt hier qua term te volstaan. Deze trend van het moment is mooi op de hippe kar gesprongen, maar die rijdt wel oor in, oor uit.



Softerotica en vrouwe justitia
15/02/2006
đź–‹: 
Auteur

Ik sluit de deur en draai me om. Vanuit de glazen tempel zie ik hoe de stad aan mijn voeten ligt. Ze spint krols op deze ijskoude decemberochtend, ze hijgt in mijn oor. Terwijl haar grond nog vastgevroren is, belooft zij al zwoele zomeravonden met tango op de kade. Onder gekleurde lampjes zal ze mij liefhebben, na me eerst bedwelmd te hebben met rode wijn. Omhullen zal ze me met haar nacht van zwart satijn. Boven aan de trappen zie ik hoe ze zich alvast opmaakt.

Ik kijk terug de hal in. De laatste hand wordt gelegd aan deze nieuwe plaats van gerechtigheid. De tapijten liggen opgerold in een hoek en flarden plastic hangen nog aan de trapleuningen. Naakt beton toont zich beschaamd, verlangend naar het zachte strelen van verfborstels. Samen met een groep anderen – een groep tragikomische burgerverhalen – word ik de nog niet officieel ingewijde gangen door geleid. Ik kijk nog een keer naar mijn papieren, oefen mijn zinnen. Als de waarheid het niet haalt, zal ik de retorica wel laten zegevieren.

 

Twee weken daarvoor: ik kom in het holst van de nacht aan bij mijn woonst, waar mij door een nieuw slot duidelijk wordt gemaakt dat mijn huisbaas het recht in eigen handen heeft genomen. Blijkbaar is het een voor hem logische stap na een paar maanden van eindeloos discussiëren over enerzijds het recht op een werkende douche, brandveiligheid, verwarming en waterdichte vensters en anderzijds het in orde brengen van een strategisch misbruikte waarborg.

 

De volgende dag zwerf ik door overheidsinstanties. Laat ik een agent mijn huisbaas dwingen het slot terug te veranderen. Dien ik een klacht in bij het vredegerecht. Huisvredebreuk, inbraak, huisjesmelkerij, verwaarlozing van plichten, intimidatie. Heel de dag trillen mijn handen terwijl ik formulieren invul, situaties uitleg en bij weldoensters die wel een douche hebben mijn vege lijf was. Ik probeer uit te rekenen hoeveel jaar van mijn leven dit mij kost.

 

Na de grote verdwijntruc met het slot is het opvallend stil. 's Morgens word ik niet gewekt door het gekrijs van de deurbel of het geram op mijn slaapkamerdeur – ik doe haar nu wel op slot. Even lijkt het nog niet zo slecht en valt het mee om de vorige maand te vergeten. De verwarming werkt eindelijk en we hebben geen douche maar ach, die vinden we wel. We koken onze laatste avondmalen, draaien nog een keer die bigbandplaat. We testen het gerechtelijk apparaat en het werkt zoals het hoort. Dat is: beter dan verwacht. Cynisch kijkt de magistraat neer op ons dossier, geeft hij onderkoelde raad en probeert hij de plooien glad te strijken. Wij plooien naar zijn wil; jong, nog niet gehard in het leven én best redelijk als we zijn. Ondanks een tegenstribbelende huisbaas loodst de man ons efficiënt naar een aanvaardbare oplossing. Iedereen wint een beetje, of zo lijkt het toch. Ik verlies geen geld en mag meteen weg uit mijn appartement. Hoewel dat mijn opzet was, verlies ik ook. Relatief dakloos zal ik de stad een tijdje verlaten. Ik bind mijn kast op de auto, laad mijn gitaar in, trek de foto's van de muur. Mijn nog maar vier maanden droge verf en mijn eerste poging tot behangen laat ik trots rechtop hangend achter.

 

De stad wil – een tikkeltje onderkoeld – weten waarom ik van haar wegga. Ik stel haar gerust: het moet nu eenmaal zo zijn; natuurlijk heb ik geen ander; voor je het weet ben ik terug.



15/02/2006
đź–‹: 

De Kerst- en Nieuwjaarsperiode is alweer meer dan een maand achter de rug. Geen mens die zich ondertussen nog kan herinneren wat nu weer zijn of haar goede voornemens waren, dus kon SMS opnieuw putten uit een rijk aanbod aan rare of opzienbarende gebeurtenissen waar geen tekeningetjes bij hoeven gemaakt te worden.

Om nog even in de stemming te blijven; een mysterieuze barmhartige Samaritaan zorgde in Birmingham voor extra kerstsfeer. Een onbekende stopte enveloppen met geld erin achter de ruitenwissers van automobilisten die een parkeerboete hadden gekregen. In de briefomslag zat meestal ook een kerstkaartje met de boodschap: ,,Laat deze boete uw Kerstmis niet vergallen. Hier is dertig pond om de bekeuring te betalen. Prettig kerstfeest''. De onbekende ondertekende zijn kaartjes met de naam ‘kerstman van de bekeuringen'. Prins Laurent heeft zijn koffers al gepakt!

 

Ouders, onthoud dit goed: Barbie is niet de heldin van uw dochters dromen. Onderzoek bij zeven- tot elfjarige kinderen aan de Engelse universiteit van Bath heeft uitgewezen dat die kleine rakkers de pop meer folterden dan wat anders. De pop werd gescalpeerd, onthoofd, verbrand of op temperatuur gebracht in de microgolfoven. Barbie, en alleen Barbie, bleek onvoorstelbaar veel haat en geweld op te wekken. Een verklaring kan zijn dat er te veel Barbietypetjes bestaan. De kinderen praatten nooit over één unieke pop, maar bleken er altijd een doos vol van te hebben waardoor ze probleemloos vernield en weggesmeten konden worden. Volgens de onderzoekers is een Barbie nog het meest geschikt voor vierjarigen. Waar is Veronique De Kock als je haar nodig hebt?

 

Dat men van de as van een overleden geliefde juwelen kan laten maken, was u misschien al bekend. Maar nu is er nog een nieuwigheid ontdekt aan het opsmukfront: biojuwelen! Die worden gemaakt van de beenderen van een levende geliefde die daarvoor dan wel een wijsheidstand en/of een stukje kaakbeen moet afstaan. Vraag ernaar bij uw volgende controle bij de tandarts!

 

Ziggy, een praatgrage papegaai, is de held van de Britse pers geworden. Hij veroorzaakte namelijk de scheiding van zijn baasjes. Ziggy verklapte immers de zorgvuldig geheim gehouden voornaam van de minnaar van zijn bazinnetje.

 

Een 35-jarige Rus, Igor Namyatov, had al sinds de leeftijd van vijftien last van chronische rugpijn. De dokters namen aan dat het om een onschuldige tumor ging. Toen de man onlangs een operatie liet uitvoeren om deze te laten verwijderen, haalden de stomverbaasde dokters een embryo met kleine handen en voeten uit 's mans rug. De programmasamenstellers van VTM vragen zich nu af of ze het nu in '‘Babyboom' of in de ‘'Wellnesskliniek' moeten inlassen.



Kasper; student, drinkebroer, held
07/01/2006
đź–‹: 
Auteur

“Nee, de soundtrack van 'Reservoir Dogs' omdat ik mijn saaie leven dan even kan ontvluchten en voor mezelf meer word dan ik eigenlijk ben.”

Het meisje lachte haar tanden bloot en gaf hem een vluchtige kus op de wang. Kasper neeg zijn hoofd even en tikte met twee vingers tegen zijn slaap voor hij zich omdraaide, huiswaarts.

“Dankje.” mompelde hij met een glimlach. “Ik was zelf niet op zo'n mooie afsluiter gekomen.”

“Natuurlijk. Als je wat meer naar mij zou luisteren, rund, zou je al een heel stuk verder staan.”

“Ach, laat het hangen, Alf, dit doe je nu elke keer.”

Kasper luisterde al niet meer; hij had op 'play' gedrukt en liet zich in de muziek zinken terwijl zijn voeten hem weg van de universiteit brachten. Hij kon zich niet meer herinneren wanneer ze bij zijn bewustzijn waren ingetrokken, maar aangezien iedereen die erover hoorde het allemaal afdeed als 'imaginaire vriendjes' en ze zelf karig waren met het hoe en waarom, had hij geleerd om hun aanwezigheid gewoon te aanvaarden; zoals lelijke mensen dat doen met hun gezicht en domme met hun intellect. Na verloop van tijd was hij er zelfs achter gekomen dat niet àl hun raad hem in de problemen bracht – niet al hààr raad dan toch – en had hij geleerd wanneer hij best kon luisteren. Nu echter werd de discussie een vaag gezoem dat hij amper hoorde (“Laat de jongen toch wat zelf zijn weg zoeken, hij moet een beetje zelfstandig worden.” – “Zelfstandig, ha! Waar zou het rund zonder ons staan?”) en gedachteloos stak hij de straat over met muziek in zijn oren, zijn ogen dicht en zijn gezicht naar de zon gericht. /it's so hard to keep this smile from my face/ Een piepend geluid deed hem verschrikt opkijken, wat hij ook bleef doen terwijl de auto, een donkergroene Porsche 911, slippend vanuit de bocht op hem af kwam. /losing control, yeah, I'm all over the place/ Niet echt op het laatste moment maar daar dichtbij schoot de wagen opzij. Kasper bleef een beetje afwezig kijken hoe de Porsche zich in de zijkant van een geparkeerde auto boorde en hoe een meisje dat net wou oversteken met een klap naar achter werd geworpen. /clowns to the left of me, jokers to the right / here I am, stuck in the middle with you/

“Doe iets!”

Kasper rende naar de auto en zag de chauffeur een beetje versuft naar zijn leeggelopen airbag kijken. Toen hij de jongen door zijn gebroken raam naar hem zag kijken, schudde de man zijn hoofd en knikte in de richting van het meisje. Kasper fronste even, maar kroop toen snel op en over de motorkap naar haar toe. Ze lag met haar hoofd op de boordsteen van de stoep en hij was opgelucht toen ze kreunde en een beetje bewoog, ondanks het plasje bloed dat tussen haar haren in de goot lag. Hij deed zijn jas uit om onder haar hoofd te leggen. Even, heel even maar, staarde hij naar haar gezicht dat er op hetzelfde moment zowel vreemd bekend als haast onmogelijk perfect uitzag; maar daar was geen tijd voor. Nadat hij zo voorzichtig mogelijk het mouwloze vestje tussen de wonde en de stoep had gelegd probeerde ze naar zijn geknielde figuur te kijken, maar na enkele ogenblikken sloot ze zuchtend haar ogen.

“Je hebt een harde smak gemaakt. Hoe heet je?”

“Sam...Samantha. Sam.”

“Aangenaam, Sam, mijn naam is Kasper en ik zal er voor zorgen dat alles goed komt. Waar woon je?” Hij probeerde zo luchtig mogelijk te klinken, maar slaagde er niet goed in.

“Mooi zo, jongen, hou haar wakker en aan de praat.”

“En hoe mooi je haar ook vindt, hou je handen uit de buurt van haar erogene zones. Men houdt er niet zo van als je verongelukte mensen betast.”

“Hebben wij elkaar zo niet leren kennen, Alf? Het was toch nadat ik...”

“Wees stil, Klaartje, hij moet dit niet weten. Wat wij met elkaar...”

Kasper sloot de stemmen buiten. 'Al dat gezever ook altijd.' dacht hij geĂŻrriteerd.

“En wat doe je?” vroeg hij aan Sam.

Met een vlotte beweging haalde de jongen zijn GSM uit zijn broekzak en toetste daar drie cijfers op in. Vlak voor ze het bewustzijn verloor, hoorde hij echter nog wel haar antwoord, amper een zucht.

“Ik vlucht...”



07/12/2005
đź–‹: 

Hoewel hij altijd duidelijk gesteld heeft dat hij vanaf het moment dat hij de universiteit zou verlaten ook echt weg zou zijn, hebben we na lang aandringen toch nog dit interview kunnen loskrijgen. Michael Verdonck, de vorige voorzitter van onze één jaar oude studentenraad en tevens wereldrecordhouder studentenengagement, laat hieronder nog éénmaal zijn licht schijnen over de studentenaangelegenheden op de UA.

Je bent tijdens je studententijd zeer actief geweest. Zou je even kort kunnen overlopen in welke raden en verenigingen je precies hebt gezeten?

Michael Verdonck Dat is al meteen een hele boterham. Voor de eenvoudigheid zal ik het in twee luiken splitsen, want er is natuurlijk een verschil tussen studentenverenigingen en studentenvertegenwoordigers. Ik heb een paar jaar bij Unifac gezeten, als PR-verantwoordelijke en als voorzitter, ik zat toen ook in de kringraad. In 2003-2004 werd ik ook woordvoeder voor VUAS. Dit was het jaar van de fusie en onze taak was ervoor te zorgen dat alle reglementen met betrekking tot de studentenverenigingen die op de drie verschillende campussen golden, samengevoegd werden tot één enkel reglement. In samenspraak met de rector en Bruno De Loght waren er onderhandelingen over de subsidies. In datzelfde jaar was ik ook ondervoorzitter van de sociale raad. Als studentenvertegenwoordiger heb ik in de faculteitsraad, de CIKO en de onderwijscommissie voor TEW gezeteld, twee jaar in de Raad van Bestuur, het bestuurscollege, het bureau van de onderwijsraad en het laatste jaar was ik voorzitter van de Studentenraad. Verder zat ik ook twee jaar in het overlegcomite van de stad Antwerpen en was ik afgevaardigde voor de UA bij de Vlaamse Vereniging voor Studenten.

 

Kom je in al die raden niet geregeld dezelfde dossiers tegen?

Verdonck Uiteraard. Stel dat het niet zo zou zijn, dan had de universiteit een probleem. Dat zou namelijk willen zeggen dat iedereen zomaar los van elkaar beslissingen neemt. Vooral interessant is de scheiding tussen het centrale niveau en de faculteiten. De faculteiten kunnen wel een aantal zaken zelfstandig regelen. Maar je zit nog altijd op een universiteit, dat is geen bedrijf, er moeten nu eenmaal een aantal dossiers door verschillende raden passeren vooraleer ze goedgekeurd kunnen worden.

 

Kan je daar een concreet voorbeeld van geven?

Verdonck Het examenreglement, dat voor de studenten zeer belangrijk is. Het werd besproken op het bureau van de onderwijsraad, parallel werd dat ook besproken in de Studentenraad en tegelijk ook in de onderwijscommissies van de verschillende faculteiten. Het uiteindelijke voorstel werd goedgekeurd op de onderwijsraad, waarna de raad van bestuur uiteindelijk de knoop heeft doorgehakt. In principe zou de Raad van Bestuur alle beslissingen zelf kunnen nemen zonder iemand te raadplegen maar dat zou niet erg verstandig zijn.

 

Je vermeldde het nieuwe examenreglement, was dat niet juist een dossier waarbij niet naar de studentenvertegenwoordiging werd geluisterd?

Verdonck Dat was één van de grote dossiers op de Studentenraad, omdat er een hoop zaken veranderden door de BaMa-structuur. Het opstellen van het examenrooster blijft een probleem en zal dat ook blijven zolang er geen consensus komt tussen de administratie, de studenten en de professoren. De studenten vroegen om de bekendmaking van de roosters twee weken te vervroegen. Maar administratief achtte men dat niet mogelijk. Uiteindelijk zijn op vraag van de studenten enkele aanpassingen in het examenreglement gekomen, maar over de belangrijke zaken, zoals de roosters werd niet meer gesproken. De studenten in de onderwijsraden hebben tegen gestemd omdat er niet meer naar hun laatste compromisvoorstel geluisterd werd.

 

Wat heeft de Studentenraad wel kunnen verwezenlijken?

Verdonck De aanpassingen van het reglement rond de rectorverkiezingen. Het aantal studenten dat mee mag kiezen werd verhoogd van vijf naar acht. Dit heeft echter lang geduurd. Het probleem met al die raden is dat het enorm lang duurt om tot een concrete beslissing te komen. Ook de vervroeging van het academiejaar heeft de Studentenraad kunnen tegenhouden. Ik heb begrepen dat de vice-rector (Denekens) nu reeds opnieuw begonnen is over de vervroeging van het academiejaar. De studenten zullen weer van zich moeten laten horen als ze niet akkoord zijn.

 

Hoe sta je tegenover de toenemende studiedruk, vroeger werd gezegd dat je op de universiteit gewoon je cursus moest kennen tegen juni?

Verdonck Het belangrijkste en wat ik vooral het leukste aan het studentenleven vond, is dat je heel zelfstandig bent. Dat moet zo blijven. Je moet wel taken kunnen krijgen, als ze nuttig zijn tenminste. Je leert er ook uit. Maar wat niet interessant is, is dat je elke week, groepswerkjes moet maken en papers moet schrijven. Dan ben je de hele tijd aan het vergaderen en verricht je half werk. Er moet nog tijd overblijven om een studentenleven te kunnen leiden. Sociaal engagement, mensen leren kennen, ... het blijven toch de jaren waarin je de mogelijkheid en vrijheid krijg om heel veel te ontdekken. Op de universiteit kan je buiten de lessen ook aan heel veel interessante dingen deelnemen, gaande van culturele activiteiten of politieke debatten tot sportactiviteiten of TD's. Je moet van je studentenjaren profiteren!

 

Over constant vergaderen gesproken; hoeveel vergaderde jij?

Verdonck Ik was daarin wel een extreem geval. Concreet waren er elke week ongeveer twee vergaderingen waar ik moest zijn. Ik deed dat met plezier hoor, omdat je na een tijd merkt dat je een aantal dingen toch kan bijsturen.

 

Heeft dit gewogen op je studies?

Verdonck Natuurlijk had ik meer kunnen studeren. De vraag is of ik het dan ook gedaan zou hebben. (lacht) Het belangrijkste is een goede planning opstellen en dan lukt dat allemaal wel. Ik ben alleszins nooit in augustus moeten terugkomen.

 

Hoe rol je er eigenlijk in? Er zijn maar weinig studenten die op de hoogte zijn van al die raden. Werd je door iemand aangesproken om je daarvoor in te zetten?

Verdonck Wat we de vorige jaren gedaan hebben is een boekje uitgeven bij het Unifac-postje en de snelkrant waarin uitgelegd werd wat studentenvertegenwoordiging juist inhield. In principe moet je jezelf gewoon verkiesbaar stellen. Je zou ervan opkijken hoe vaak mensen, die zich out of the blue inschrijven, verkozen worden. Het is best op het niveau van de faculteit te beginnen, het is dichter bij je bed en er worden dossiers besproken die je persoonlijk aangaan. De kans dat je verkozen wordt is zeer groot, in sommige faculteiten zijn er zoveel mandaten dat er vaak niet genoeg kandidaten zijn. Zeker bij de faculteiten Exacte Wetenschappen en Geneeskunde zijn er veel mandaten aangezien ze daar zoveel richtingen hebben.

 

De verkiezingen worden op de Stadscampus door Unifac georganiseerd. Veel kandidaten zijn ook lid van Unifac. Stelt zich daar geen probleem?

Verdonck Ik kan je verzekeren dat dit zeer serieus gebeurt. Zoals in het reglement aangegeven wordt, is er altijd iemand van de overheid die het gebeuren superviseert. Dan is er per campus iemand die bij het tellen een oogje in het zeil houdt. Als er kandidaten zijn die bij Unifac zitten dan mogen die uiteraard niet mee tellen. In principe is er dus geen probleem. Door wie zou je het trouwens anders laten doen? Waarom zijn veel kandidaten Unifaccers? Dat zijn mensen die zich al enorm inzetten en geregeld met studentenvertegenwoordiging in contact komen. Ikzelf sprak daar tijdens mijn periode bij Unifac ook heel veel mensen over aan. Maar als je de resultaten bekijkt, zal je zien dat ook enkele mensen van Unifac niet verkozen raken.

 

Zijn er bepaalde zaken die je wou verwezenlijken maar die niet gelukt zijn? Bepaalde frustraties?

Verdonck De grootste frustratie was dat alles zo traag ging. Professoren hebben heel veel tijd, ze hebben een carrière van veertig jaar. Als student heb je meestal maar één jaar waarin je in een raad mag zetelen. Omdat je met een overlegstructuur zit, wat volgens mij toch wel het beste is, moet je rekening houden met deze traagheid van besluitvorming.

Concreet vind ik het zeer spijtig dat het dossier rond studiedruk en cursussen niet is opgelost. Opmerkingen over de inhoud en structuur van cursussen liggen nu eenmaal gevoelig bij professoren. Ik blijf er ook van overtuigd dat men het bekendmaken van de examenroosters zou kunnen vervroegen als men zou willen. In sommige andere universiteiten krijg je je examenrooster bij je lessenrooster. Dit vergt natuurlijk ook wat inspanning van de studenten die hun papieren op tijd moeten binnen brengen.

Ik denk echt dat als de studentenvertegenwoordigers dossiers goed aanpakken, eventueel met voorbeelden, dat professoren zeker zullen luisteren. De meeste professoren zijn zeker van goede wil, het gaat soms over geduld en de manier van aanpakken. Moest dat niet lukken, dan moet je via een Studentenraad de dingen formeler proberen aan te pakken en proberen alle studenten te betrekken. Ook de communicatie tussen vertegenwoordigers en studenten moet nog beter, hoewel er echt inspanningen zijn geleverd de laatste jaren.

 

Had de Studentenraad ook iets te zeggen over dossiers als de fusie of de verhuis van de buitencampussen?

Verdonck Bij de verhuis werd er aan de studenten gevraagd wat zij belangrijk vonden. Tijdens het studentenoverlegcomité, dat is een informele vergadering waar studenten elk semester rechtstreeks aan de rector kunnen vertellen wat hen dwars ligt, werd dit ter sprake gebracht. Dat is best een knappe structuur. Ik zie zo'n overlegcomité bijvoorbeeld niet meteen in Leuven plaatsvinden. De studenten van de buitencampussen wilden hun campus gemoderniseerd zien en daar werd dan ook naar geluisterd.

 

Hoe wordt een studentenoverlegcomité aangekondigd?

Verdonck VUAS kondigt dit aan en alle studenten worden daarvan op de hoogte gesteld. Het spijtige is dat bij het laatste overlegcomité meer mensen van de UA aanwezig waren dan dat er studenten waren. Op dat moment kan ik onmogelijk nog even aan de rector gaan uitleggen hoe het wel zou moeten lopen en dat is zeer spijtig. Het overlegcomité zou het ideale moment moeten zijn waarop andere studenten het academisch corps eens kunnen aanspreken over de bibliotheek, studentenrestaurants, enzovoort.

 

Krijg je soms nog telefoontjes van de nieuwe lichting vertegenwoordigers?

Verdonck Af en toe geef ik de huidige lichting wat raad. Bij dossiers die blijven terugkomen, kan ik waarschuwen voor argumenten van de professoren. In het begin ben je onder de indruk van de samenstelling van zo'n raad. Je bent er met een vijftal studenten en voor de rest zitten daar professoren en assistenten. Je moet door micro's praten en als je niet deftig je mannetje staat, wordt je gewoon uitgelachen. Je moet wat steken kunnen incasseren, maar soms kan je er ook wel subtiel een aantal uitdelen.

 

Hoe is de Studentenraad eigenlijk opgericht?

Verdonck Voor de fusie was alles anders, informeler geregeld. Daarna is er bij de fusie beslist om het statuut van de student op te richten. VUAS was de overkoepelende studentenvereniging en daarnaast was er ook een studentenvergadering (wat nu het overlegcomité is). Dat functioneerde eigenlijk vrij goed maar toen is het participatiedecreet gekomen vanuit de overheid en werden de universiteiten verplicht een Studentenraad in het leven te roepen. Vorig jaar is er dan formeel een Studentenraad opgericht. En daar zetelen nu vijftien studenten in. (drie studenten uit de raad van bestuur, een uit elk van de zeven faculteiten en vijf studenten verkozen door alle studenten) Zo krijgen de grotere faculteiten ook meer stemmen.

 

Had je het gevoel dat je door je medestudenten werd aanvaard als studentenvertegenwoordiger?

Verdonck De mensen die ik tegenkwam probeerde ik altijd te helpen. Maar ik kan niet alles. Het leuke is dat naarmate je meer begint te weten en meer mensen effectief kunt helpen, ze je meer en meer om raad komen vragen. Maar wat ik als goede studentenvertegenwoordiging beschouw, zou al op de faculteit moeten beginnen. Alle praktische problemen worden in de onderwijsraad en de faculteitsraad geregeld. Er zou dan één van de studenten dat naar de Studentenraad moeten linken waar dan ook nog een aantal grotere thema's behandeld worden. Op de universiteit krijg je een hele hoop mogelijkheden en het zou stom zijn die niet te benutten. Je kunt echt wel iets verwezenlijken, maar je moet goed kunnen argumenteren. Natuurlijk krijg je ook wel eens het deksel op de neus. Wat veel studenten echter niet weten is dat onder professoren de rivaliteit soms groot is, je zou ervan opkijken. Het zou stom zijn indien studenten hier geen voordeel proberen uit te halen door één blok te vormen.

 

Zijn er dingen geweest die je anders zou aanpakken?

Verdonck Bij de discussie over het examenreglement hadden we wat meer steun van de studenten moeten hebben. Als er tweeduizend studenten examenroosters op 1 december eisen, via een petitie of zo, dan is dat toch wat lastiger voor de UA dan dat ik op een vergadering even mijn eisen ga stellen. Daar had ik wat meer nadruk op kunnen leggen. Het zwakke punt in heel het systeem is de communicatie. Studenten zijn ook wat passiever dan vroeger, professoren klagen er alleszins vaak over. Dat komt ook omdat in Antwerpen heel weinig kotstudenten zijn. Veel mensen hebben hun sociaal leven nog thuis. In Gent en Leuven is dat helemaal anders. Ook de campussen liggen heel wat verder uiteen. Veel studenten vinden ook dat ze het zo slecht niet hebben, het gaat tenslotte soms over komma's en punten. Studenten hebben ook meer werk en het belangrijkste blijft studeren. Het probleem van studentenvertegenwoordiging is ook dat je heel weinig gaat veranderen voor je eigen generatie. Als het systeem eenmaal begint te draaien pluk je wel de vruchten van je voorgangers.

 

Wat vond je de leukste raad of club om in te zitten?

Verdonck De studentenclubs waren voor mij de leukste ervaring. Het groepsgevoel dat daar heerst is geweldig. Je plant samen allerlei activiteiten en dat hoeft zeker niet ten koste te gaan van je studies. Ik zeg altijd dat we even representatief zijn als de rest van de studenten. Je hebt bij ons ook gebuisden en mensen die met glans eerste zit halen. Qua raden is de onderwijscommissie het interessantste. Het is een kleinere informele raad, waar vaak concrete thema's worden besproken. Het bestuurscollege en de Raad van Bestuur waren voor mij een unieke ervaring omdat je de interne keuken van de universiteit van dichtbij kan volgen.

 

Werd jou al eens gevraagd om dingen uit die interne keuken voor jezelf te houden?

Verdonck Ja, dat gebeurt. Vaak gaat dat over personeelszaken. Als student ben je nu eenmaal soms bij dingen betrokken, die niet onmiddellijk betrekking hebben op onderwijs of studentenleven. Maar als ze bijvoorbeeld aan mij zouden vragen om te zwijgen over een aankondiging rond de vervroeging van het academiejaar dan zou dat niet pakken.



06/12/2005
đź–‹: 

Het ineenstorten van de Sovjet-Unie liet in Centraal-Azië een lappendeken van despotenstaatjes na. Olaf Koens, student eerste bachelor filosofie, ging samen met zijn studentenclub AEGEE de verkiezingen in Azerbeidzjan van naderbij bekijken en zag dat het niet goed was.

Kan je even uitleggen wat AEGEE is en wat jullie juist doen?

Olaf Koens AEGEE is een interdisciplinaire studentenvereniging, met afdelingen in 240 Europese steden. In Nederland zijn die soms heel groot met 200 leden of meer, in andere landen een stuk kleiner. In België zitten we alleen in Leuven. Daar organiseren we elk jaar een week waarin zoveel mogelijk talen worden onderwezen. We organiseren ook conferenties en seminaries. De steden werken autonoom onder een overkoepelend Europees netwerk dat alles samen houdt. Ik ben 2 jaar lang lid geweest van AEGEE in Groningen. Ik ben er langzaam ingerold en omdat AEGEE Europe vooral vanuit Brussel werkt ben ik daar nu meer bij betrokken geraakt. Ik werk ook mee met AEGEE Leuven, maar dit project van waarnemingsmissies ben ik aan het opzetten voor AEGEE Europe.

 

Wat zijn eigenlijk de doelstellingen van AEGEE?

Koens Europese integratie is onze belangrijkste doelstelling, we erkennen in principe dus ook geen grenzen. Europa loopt bij ons van IJsland tot Azerbeidzjan en van Portugal tot diep in Rusland. AEGEE werkt als NGO dus wat we ook doen is lobbyen. Om maar een voorbeeld te geven: het Erasmus-programma is opgestart als een AEGEE-project in 1993 en dan later,na ons lobbywerk, door de Europese Unie ontwikkeld.

 

Blijkbaar werd het in Azerbeidzjan pas vanaf 27 oktober mogelijk voor buitenlandse NGO’s om de verkiezingen waar te nemen. Waren jullie al lang op voorhand van plan om te vertrekken of was dit echt last minute?

Koens De missie was natuurlijk al veel langer gepland. Het probleem was dat we echt werden tegengewerkt. Uiteindelijk heb ik samengewerkt met twee andere organisaties: Lymec, de Europese liberale jeugd en Silba, een Deense NGO. Die samenwerking heeft er toe geleid dat we politieke druk konden uitoefenen op Azerbeidzjan, zodat we uiteindelijk toch geaccrediteerd werden.

De voorzitter van de Raad van Europa commissie voor Azerbeidzjan was Leo Platvoet, een parlementariër van Groenlinks in Nederland. Daar ben ik zelf pas heel laat achtergekomen. Ik heb hem opgebeld en hem verteld hoe moeilijk het was voor buitenlandse NGO’s om een accreditatie te krijgen. Ze hebben dat opgenomen in een rapport en 3 dagen later werd die regel door de regering van Azerbeidzjan opgeheven.

 

De democratie in Azerbeidzjan is op zijn zachtst gezegd nogal omstreden. De presidentsverkiezingen in 2003 werden bijvoorbeeld over de hele lijn afgekeurd door de internationale waarnemers. De verwachtingen over deze verkiezingen waren echter hoopvoller. President Aliyev had een paar dagen voor de verkiezingen dan toch nog buitenlandse NGO’s toegelaten als waarnemers en op vraag van de internationale gemeenschap het gebruik van onzichtbare inkt bevolen om dubbelstemmen te voorkomen. Toch zijn er nog dingen fout gegaan. De OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) heeft een bijzonder kritisch rapport afgeleverd en jullie ook. Wat is er nu juist misgegaan?

Koens We zijn de dag voor de verkiezingen naar het noorden afgereisd, naar het platteland op vijf kilometer van de grens met Dagestan. Toen we op het stembureau aankwamen, zag het er allemaal goed uit. Alles was goed geregeld: er zat een stemcommissie, er waren boxen en briefjes. Maar dan merk je rond een uur of negen dat er plots een peperdure Mercedes komt aanrijden met kandidaten van de YAP (de regeringspartij). Wat zij doen is verderop in de straat een soort carrouselstemmen organiseren. Ze bieden alle stemplichtigen een dollar aan, als zij van hen een stembriefje aannemen waarop de juiste naam al aangekruist is en weer buitenkomen met het blanco stembriefje dat ze hebben gekregen in het stemlokaal. Aangezien de mensen daar zeer arm zijn, betekent een dollar al heel wat geld.

Ik heb die mensen gezien; de eerste keer dat ik het zag kon ik het niet geloven. We gingen van stembureau naar stembureau en op het volgende bureau zagen we exact hetzelfde: ook weer iemand in een maatpak, handjesgevend enzovoort. Het ging zelfs van kwaad naar erger: ik heb bureaus gezien waar de kandidaten, waarop gestemd moest worden, simpelweg naast de boxen stonden. Ze vroegen doodleuk aan de mensen op wie ze gestemd hadden en dan staken ze het briefje zelf in de box. Ook maakten ze sommige mensen wijs dat ze door die speciale inkt – die je net vernoemde â€“ zouden kunnen controleren op wie ze gestemd hadden.

 

Kan je als waarnemer enkel waarnemen?

Koens Dat dachten wij ook in het begin, maar het liep zodanig uit de hand dat we wel moesten ingrijpen. Dus zijn we op die mannen in maatpak toegestapt en hebben we gevraagd wie ze waren, wat ze daar deden, hoelang ze er nog gingen blijven staan, enzovoort. Uiteindelijk worden die mensen zenuwachtig, want ze weten donders goed dat ze iets doen wat niet mag en dan gaan ze weg. Bij het tellen hebben we eigenlijk nog het meeste ingegrepen. Het hoofd van mijn stembureau was bijzonder corrupt, die wou alleen stemmen voor één bepaalde kandidaat tellen en de rest niet. Ze vouwde dus een biljet open, keek, vertelde op wie er gestemd was, schreef het zelf op, vouwde het dicht en stopte het weg. Dat is natuurlijk niet de manier waarop je stemmen telt.

 

De verenigde oppositie Azadliq wordt, ook in het buitenland, wel eens afgeschilderd als een onkundig allegaartje van botsende ego’s. Is er eigenlijk een valabele oppositiekandidaat of een echte democratische beweging in Azerbeidzjan?

Koens Dat is erg grappig, ik heb gemerkt dat de buitenlandse media inderdaad heel hard hameren op de zwakte van de oppositie. Mijn ervaring is alleszins anders. We hebben ons daar de eerste dagen laten informeren door verschillende seminaries bij te wonen.



editoriaal
06/12/2005
đź–‹: 

Wie gelooft er in geesten? Ik rekende mezelf tot de groep van niet-gelovigen op dat vlak, maar moet mijn mening sinds kort misschien toch herzien.

Op de UA-campussen Middelheim en Groenenborger, het vroegere RUCA en op campus Drie Eiken, de vroegere UIA, vind je al jarenlang condooms in automaten. Het viel ons op dat dit op de Stadscampus, de vroegere UFSIA, totaal niet het geval is.

 

We trokken naar de sociale raad en legden het probleem op tafel. Hier besloot men dat condooms aanbieden op de Stadscampus niet nodig is, wegens het voldoende voorhanden zijn van alternatieve verkooppunten in de buurt. Een zeer goedkoop argument, want zijn er in Wilrijk misschien geen apothekers of supermarkten te bespeuren? Maar het gaat nog verder.

 

Op de Lessiushogeschool werden, nadat ze ontdekt waren, de gratis condooms uit de Studentpacks gehaald. Wie neemt er in godsnaam de beslissing tot zo'n maatregel? Hiertoe de opdracht geven getuigt van een groot gebrek aan realiteitszin. Tracht een grote groep, zoals wij studenten, maar eens te sensibiliseren omtrent de HIV-problematiek. Je houdt het je nauwelijks voor mogelijk wat een belachelijk figuur je slaat door de rubbertjes uit de packs te plukken. Niet één student zal zich geremd voelen de daad te stellen. Alleen zal het her en der wat minder veilig gebeuren. Toch frappant hoe sommige geesten in onze gangen blijven dwalen...

 

Verder in dit nummer interviews met een jong politicus van N-VA en met ex-Unifacvoorzitter Michael Verdonck. Ook een UA-student die de ondemocratische verkiezingen in Azerbeidzjan aan de kaak stelt. Marktkramers doen hun verhaal in het midden en geëngageerde studenten worden gelauwerd.

 

Met de kerstdagen voor de deur kunnen we maar beter met zijn allen gezellig samen onder de wol kruipen, maar...hou het braaf, want onze studentenvertegenwoordigers vinden condoomautomaten blijkbaar overbodig.



Voor u bekeken
05/12/2005
đź–‹: 

A History of Violence

Ingetogen, dat is het minste dat je van de laatste worp van David Cronenberg kunt zeggen. Zeker als je zijn voorgaand werk kent, waarin het bloed en de gore niet van de poes waren. In 'A History of Violence' speelt Viggo Mortensen Tom Stall, een extreem brave huisvader. Gelukkig getrouwd, twee schatten van kinderen en een rustig kabbelende job als uitbater van een koffieshop. Wat wil een eenvoudig man nog meer? Klinkt niet bepaald als een Cronenberg-film? Je hebt gelijk. Maar wij gingen alvast op het puntje van onze stoel zitten bij de eerste actiescène, waarin Mortensen twee nietsvermoedende overvallers op spectaculaire wijze op andere gedachten brengt. Cronenberg hasn't lost his touch. Tegen wil en dank wordt de stille Tom daarop een Amerikaanse held. Alles lijkt terug peis en vree in Americatown. Tot een drietal gangsters uit de 'grote stad' Tom komen lastigvallen. Onder hen trouwens een onwaarschijnlijk coole Ed Harris, die er nog nooit zo dreigend uitzag. Zij kennen Tom als Joey en ze betichten hem zelfs van een verleden in de georganiseerde misdaad. Is er iets mis met Tom? Heeft de brave huisvader een verborgen verleden? Deze minimalistische setting is genoeg voor Cronenberg om je anderhalf uur lang in dubio te laten verkeren. Het lijkt allemaal zo simpel, deze film â€“ met slechts drie actiescènes â€“ is ontdaan van alle franjes. Maar in zulke eenvoudige films herken je makkelijk de hand van de meester. En laat er geen twijfel over bestaan, Cronenberg is een meester, dat bewijst hij hier nogmaals. Hij wordt natuurlijk geholpen door een sterke cast, met Mortensen voorop. Die zet hier ongeveer de dorpsversie van Aragorn, zijn personage in 'The Lord of the Rings' neer. Enige minpunt is dat het van alle vet ontdane verhaal weinig ruimte overlaat voor de karaktertekening van de andere personages, die dan ook wankelen op de rand van het karikaturale. Geniaal, ondanks de strakke lijn in de film.

SCORE: 75%

 

Match Point

Een wonder is geschied. Woody Allen heeft een film gedraaid die zich niet in New York afspeelt. Wie 's mans carrière een beetje kent, weet dat dat net zo logisch is als Dennis Bergkamp die Icarus-gewijs naar Oekraine vliegt om er met Arsenal brandhout te maken van de plaatselijke tegenstander, of als Tom Cruise die zich openlijk bekeert tot de sadomasochistische dwergenliefde. Allen zat lange tijd zonder geld. Geen enkele Amerikaanse producer wilde hem nog geld geven als hij volledige artistieke controle bleef eisen. Godzijdank voor de neurotische New Yorker kwam de redding uit good old England. Britse geldschieters wilden de grootheid uit de filmgeschiedenis volledig ter wille zijn. Enige voorwaarde: het resultaat moest Brits zijn. Het vergde enige aanpassing van de man die nooit verder filmde dan drie straten van zijn appartement, maar uiteindelijk bleek het een vermomde zegen. Een andere setting betekende voor Allen een nieuwe start, meer ademruimte. Eindelijk kon hij nog eens filmen zonder de clichés die zijn films de laatste jaren kenmerkten. Het verhaal is – zoals zo vaak bij intelligente films – erg eenvoudig. Quod erat demonstrandum. Jonathan Rhys-Meyers (look-a-like van Joaquin Phoenix), speelt een ex-tennisprof die trouwt met een rijk maar saai meisje. Hij begint een affaire met zijn schoonzus, en wordt verscheurd door de keuze voor een rijkeluisleventje en de vrouw van zijn leven. Wie van ons heeft nog niet in deze situatie gezeten? Ook hier laat de regisseur ons twijfelen over de afloop. De ontknoping is dan ook van wereldklasse. We verklappen wel niets, dit moet u zelf gaan ontdekken. Het doet ons plezier u nog eens met volle overtuiging een Woody Allen aan te raden. En het doet natuurlijk ook geen kwaad dat de hemelsmooie Scarlett Johansson de vrouwelijke hoofdrol speelt.

SCORE: 75%