Salamanca... Strasbourg... Erasmus
26/10/2006
🖋: 
Auteur extern
Lisa

Verre vriendin,

 

Wat er rest van een vrouw na één maand samenhokken met vier mannen (24+, 3x celibatair)? Wel Lisa, je gewassen beha’s bengelen zonder schroom tussen hun boxershorts – die je dan ook smakelijk bespiedt. Je arm kweekt spieren aan door het voortdurende bril-omlaag-doen en eenmaal je goed en wel in positie zit, dwalen je kijkers voyeuristisch doorheen de vrouwelijke bilspleten op de posters. Het Erasmus-gezelschap zorgt ook voor de nodige transformaties. Samen al te gedreven op zoek naar multicultureel gepalaver, belanden we pardoes in een gaybar of tussen buitenlanders die zich plots occasioneel vrijgezel wanen. Erasmus, of: hoe de selectievraag voor je potentiĂ«le partner – of hij kinderen wil â€“ verandert in het weinig chauvinistische "Je n’ai pas l’accent belge, non?" Hoeveel kwinkslagen elke nacht herbergt, hoeveel geproost en verkennerij. Dan slinger ik doorheen de kudde toeristen. Lach hen uit. Strasbourg heeft voor mĂ­j geen geheimen meer. Menigmaal echter, wanneer de doolhof opdoemt en ik weer besef vrouw te zijn, vraag ik hen groenig oriĂ«ntatieraad. Ben je nog steeds een toerist als je clichĂ©matige kiekjes ontloopt en vijf uur stapt voor vijf originele foto’s? Als fijnproever van choucroute? Als je, wijselijk, niet over het weer praat? (Laat het dus achterwege, dat meteorologisch gestoef van jou. Onthul me liever de " ÂżCĂłmo? ", " ÂżCuĂĄndo? " en vooral je " ÂżCuĂĄntos? ".)

 

Groet van een curieuzeneuzemosterdpot,

 

Kirsten

 


 

Madame,

 

Wees gerust. Het meteorologische gestoef blijft achterwege. Mijn eens zo bekoorlijke uitkijk is plotsklaps omgetoverd in een druilerig stadsgezicht. In plaats van terrasjes verslaan, bevolken we nu rokerige jazzcafĂ©s en kan ik zonder schuldgevoel tot de noen in bed blijven soezen (leve de strategische planning van het lessenrooster!). Maar pochen pronken pralen doe ik graag, perdĂłname. Als het meteorologisch niet kan, waarom dan niet gastronomisch? Op kot zijn we een heuse culinaire wereldreis gestart. De Mexicanen Ricky en Gabry spannen de kroon. Niets is hen vreemd: sushi, kakelverse paella (zonder overkoken, alstublieft) en overheerlijke pasta's, elke dag opnieuw. Als niemand kijkt, durf ik wel es het zilverpapiertje van hun individuele porties optillen om mijn smaakpapillen kortstondig in extase te brengen. EĂ©n ding weet ik nu al: mijn passie voor kookshows op televisie zal nooit meer dezelfde zijn, want
 Want! Mijnheer Huysentruyt, Meus en Van Hove
 Deze knapen doen het met zoveel meer flair en zintuiglijk genot
 Tot bolle buiken toe! Ook wij, de twee Belgische chicas, deden al monden schuimen met onze kiki-boulee. Afrika op ’n stokje? Nee, kriekemeboulette, watertandend uitgesproken door onze Nederlands onkundige tafelgangers. Over onkunde gesproken: de Salamancaanse vrijgezellen zitten er ook vaker naast dan op (laten we dit voor een beschaafde lezing enkel letterlijk interpreteren). Zo kwam ook ik een Rus tegen die graag vrouwelijk lekkers aan de haak wou slaan. Zijn strategie? Het wereldwijde web afspeuren naar oneliners (ook deze met hoog flopgehalte, zijn zoekmethode is niet echt verfijnd), die in gebroken Engels uittesten op kotgenotes en dan met broek vol goesting het wilde nachtleven induiken. Who do you like the most, David Bowie or Prince? Blij ben ik, dat ik niet tot zijn hoogblonde doelgroep behoor. Hoe gaat het met jouw haarkleur, Kirsten?

 

Knapperige zoenen,

 

Lisa, keukenprinses in opleiding



25/10/2006
🖋: 
Auteur

Het haardvuur knettert zachtjes in de gezellige kamer terwijl je geliefde een heerlijke erwtensoep (mét rookworst) bereidt. De pantoffels zijn weer van stal gehaald, de zetel zag er nog nooit zo uitnodigend uit. De regen tikt gezellig tegen de ruit, het is geen weer om een hond door te jagen. De gemiddelde viervoeter is dan ook niet op de hoogte van al het moois dat de Antwerpse cultuurhuizen brengen in november. Maar dat excuus gaat niet op voor u, beste lezer. Stel het Stoogiaanse I Wanna Be Your Dog uit tot na sluitingstijd van theaters, clubs en bars en stort u op onderstaande parels.

In oktober vond het Gentse filmfestival plaats. Veel minder bekend is de Antwerpse Week van de Sociale Film. Verscheidene zalen (waaronder De Roma en Filmhuis Klappei) bundelen hun krachten van 20 tot en met 24 november, wanneer zij u verrassen met topfilms die niet vies zijn van een dosis engagement. November pakt uit met nog een tweede festival in de stad: muziekmagazine Oor en Petrol werken samen voor Oor/deel. Film en muziek worden daar broederlijk naast elkaar geprogrammeerd. Van 7 tot 11 november draven onder andere Mike Patton, Spinvis, Under Byen en Billie King (de nieuwe meidenband van Tine Reymer) op.

 

Meer muziek is er in Trix, waar de avantfolkies van Espers acte de présence geven en hun uitstekende nieuwe plaat voorstellen. Over uitstekende nieuwe platen gesproken: een van de mooiere gebeurtenissen van november is de release van Orphans van Tom Waits. U moet er uw deur niet echt voor uitkomen, maar bon. In Cultuurcentrum Luchtbal zorgen Othin Spake, The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble en MoHa! op 24 november voor een potje freejazz en improvisatie. Diezelfde dag is er ook jazz in deSingel: Blindman en Quator Daniel gaan er aan de slag met composities van Helmut Oehring. Muzikantencollectieven Rarefish en Honest House slaan de handen in elkaar en halen op 10 november pop-, math- en postrockbands uit het ganse land naar The Bottom Line. Wie het liever wat rustiger aan doet, kan op 25 november in AMUZ Sigiswald Kuijken bewonderen, die de cellosuites van Bach brengt op de viola da spalla (een soort schoudercello waarvoor Bach zijn suites waarschijnlijk bedoeld heeft). Houdt november u vastgekluisterd in Wilrijk, dan hoeft u zich niet te beperken tot wiezen met de buurvrouw. In CC De Kern komt het Jef Neve Trio op 25 november het mooie weer maken.

 

Omdat ook het oog wat wilt, houdt het FotoMuseum een retrospectieve van het werk van Carl De Keyzer. Deze fotograaf valt op door zijn sterke reportages, waarmee hij al een aardige reeks prijzen veroverde. Voor ander visueel spektakel zorgt het Oude Badhuis, dat op 11 november een wervelende travestieshow programmeert. In het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten loopt dan weer Gorge(l), een tentoonstelling over het spel tussen beklemming en verademing in de kunst, met als grootste namen Turner, Kahlo en Ensor.

 

Liefhebbers van dans en theater hoeven in november niet op hun honger te blijven zitten. Monty nodigt Dood Paard (8 en 9 november) en Abbatoir FermĂ© (23 tot 25 november) uit, die respectievelijk Mecolomaan en een herneming van Tinseltown brengen. De Arenbergschouwburg haalt op 9 en 10 november de Koe binnen voor opvoeringen van Utopie van het atoom. In deSingel brengt Jan Fabre van 9 tot 11 november Etant DonnĂ©s, en ook Rosas (het gezelschap rond Anne Teresa De Keersmaeker) speelt ten dans: D’un soir un jour – te zien van 22 tot 25 november â€“ is een choreografie op muziek van Debussy, Stravinsky en de hedendaagse componist George Benjamin.



25/10/2006
🖋: 
Auteur

Wanneer u Hugo Matthysen als Clement Peerens in actie ziet, zou u het hem misschien niet meteen nageven, maar toch is hij de trotse bezitter van een universitair diploma. In 1978 studeerde hij af aan de toenmalige UFSIA als kandidaat in de Wijsbegeerte. Beroepsmatig houdt hij zich voornamelijk bezig met ‘het verzinnen van onzin’, zoals hij het zelf omschrijft, en daar schijnt de opleiding Filosofie in Antwerpen een uitstekende voorbereiding voor te zijn.

Hugo Matthysen Mijn talent voor het verkopen van onzin zat er vroeger al in, maar je kunt zeker stellen dat mijn studie Filosofie geholpen heeft. Bezig zijn met rare logica – of noem het maar onzin – moet toch altijd zo overtuigend mogelijk zijn. Je moet ervoor zorgen dat je consistent blijft binnen de absurde wereld die je schept. Zelfs al zijn de premissen waarop je steunt totaal van de pot gerukt: zolang je er consequent mee omspringt, kan het aanslaan. Deze werkwijze vind je min of meer terug in de filosofie.

 

Hebt u dan voor de opleiding gekozen om te leren redeneren?

Matthysen Niet echt, hoewel dat element mij uiteraard wel boeiend leek. Maar we spreken nu over de jaren ’70 en toen werd er op alle terreinen ongelooflijk gezweefd en ik wou iets, euh


 

Zweverigs doen?

Matthysen Nee, integendeel. Filosofie is eigenlijk heel streng. Je wordt verplicht logisch te redeneren, los van je eigen mening of aanvoelen. Ik heb nooit spijt gehad van mijn studiekeuze; wellicht zou ik nu, 30 jaar na datum, precies hetzelfde doen.

 

U hebt twee jaar in Antwerpen gestudeerd en voor uw licenties bent u naar Leuven getrokken.

Matthysen Ik woonde in Antwerpen, dus was het vanzelfsprekend dat ik daar ook zou studeren, maar in die tijd kon je aan de UFSIA enkel de kandidaturen volgen. Met andere woorden, ik moest nadien wel naar Leuven gaan.

 

Bespeur ik daar een voorkeur voor Antwerpen?

Matthysen In Antwerpen vormden de filosofiestudenten een kleine groep. We begonnen met ongeveer zestig, maar daartussen zaten een hoop macrobioten, boeddhisten, mensen die met bomen spraken en meer van dat fraais. Veel van hen gaven op, zodat er tegen Kerstmis nog maar een vijftiental studenten overbleven, die ook allemaal de meet hebben gehaald. Die twee jaar waren echt gezellig. In Leuven daarentegen kwamen de studenten van Kortrijk, Antwerpen en Leuven allemaal tezamen, waardoor de groep plots veel groter werd. Bovendien speelde daar – veel meer dan in Antwerpen – het idee dat je van filosofie enkel je boterham kunt verdienen als je assistent wordt en dat zette natuurlijk een domper op de sfeer.

 

Mijn medestudenten waren een hoop macrobioten, boeddhisten, mensen die met bomen spraken en meer van dat fraais.

 

U kreeg indertijd aan de UFSIA les van jezuĂŻeten. Hebt u dat gemerkt aan de manier van lesgeven?

Matthysen De jaren ’60 en ’70 waren nog stevig katholiek en zelf kwam ik ook al uit een katholieke omgeving, dus ik was wel op het een en ander voorbereid. Er werd inderdaad veel lesgegeven over Thomas van Aquino en consorten – in Leuven overigens nog meer dan in Antwerpen – maar ik vond dat juist ongelooflijk interessant. Die middeleeuwse filosofie met haar formele regels is toch – in het slechtste geval – een geweldige vorm van puzzelen, een uitstekende denksport.

 

Hebt u zich tijdens uw studies volledig ondergedompeld in het studentenleven?

Matthysen Een studentenleven was wat mij betreft onbestaande. Als ik op café ging, was het zeker niet in een studentencafé. Het irriteerde mij ook dat als je het waagde om tijdens de blok in Leuven een brood te gaan kopen, de mensen voor je en achter je over examens stonden te leuteren. Leuven is een studentenstad, Antwerpen is een echte stad. Als je je in mijn tijd honderd meter verwijderde van de UFSIA, hield het studentenleven op.

 

Dat is nu niet anders.

Matthysen Dat is dan heel hard toe te juichen.

 

Was u een ijverige student of rekende u op een portie geluk tijdens de examens?

Matthysen Ik was allesbehalve ijverig. In het toenmalige systeem vielen alle examens samen op het einde van het jaar na een blokperiode van vier weken en dat betekende voor mij topsport. Ik deed in de loop van het jaar bitter weinig, om dan tegen Pasen te beginnen panikeren. Toch putte ik mezelf niet volledig uit tijdens de examens: ik was verstandig genoeg om tegen tien uur ’s avonds te stoppen, want alles wat je daarna doet, ben je de dag nadien toch vergeten.

 

Sinds kort wordt aan de UA een Alumnus van het Jaar verkozen. U was in 2005 één van de zeven genomineerden, maar u hebt het uiteindelijk niet gehaald. Jammer?

Matthysen Nee hoor, ik vind het ideaal zo. De winnaar is een dokter die zich erg hard heeft ingezet voor aids-bestrijding (Paul Stoffels, nvdr.) en ik zou het nogal pijnlijk vinden zo iemand te moeten kloppen, terwijl mijn beroep toch maar bestaat uit Yvonne en Yvette of Jehan en Petrick spelen, hé. Ik was uiteraard erg vereerd met mijn nominatie, maar ik vraag me nog altijd af wat mijn bijzondere academische verdienste zou zijn.

 

Literatuurwetenschapper Geert Lernout, die u promootte bij de verkiezing van Alumnus van het Jaar, is nochtans volledig overtuigd van uw academisch talent. “Of wilt u misschien zelf een naam bedenken voor het paard van Sinterklaas?” legde hij het stempubliek voor.

Matthysen Als Geert Lernout dergelijke dingen zegt, dan durf ik daar niets tegen in te brengen!



De stille ruimte aan de UA
24/10/2006
🖋: 

In de reeks UActief Pluralisme (patent pending) heeft men weer een nieuw hoofdstuk geschreven. Er was al dat ietwat pretentieuze vak dat een selectie van ‘de grote antwoorden’ wil aanbieden, maar nu is er tevens iets dat minder met het hoofd in de wolken lijkt te zweven. Voor zij die niet graag luisteren naar een jezuïet met bekeringsdrang: de stille ruimte.

Een speechende rector en een aantal kleine krantenartikels, meer is er niet over gezegd. Zelfs op de UA-site lijkt het niet te bestaan. Enkel op de webstek van de Associatie Antwerpen was er enige informatie uit eerste hand te vinden, en dat was dan gewoon een neerslag van de speechende rector. Maar ik ben dan ook de doelgroep niet. Wel, officiëel is iedereen de doelgroep, maar als in aparte krantenartikels staat dat het de drempel voor allochtone jongeren moet verlagen, zal dat ook wel door officiële kanalen gekomen zijn.

 

De stille ruimte zelf is, los van enige morele of ethische kwesties, in het beste geval een beetje een vreemde plaats. Bij het binnenstappen van het studentenrestaurant ten Prinsenhove in de Koningstraat aan de stadscampus staart het je aan: ‘STILLE RUIMTE’, in grote letters aan de muur. Het geheel is ontworpen door Claire Bataille en Paul Ibens volgens de vertrouwde gulden snede. Toch doet het soms wat somber aan, misschien deels door het gebruik van sobere, donkere materialen. Het eerste wat je ziet als je in het inkomhalkamertje staat is een fontein. Dat denk ik alleszins, want op dit moment staat ze nog droog. Het zwarte stenen geval geeft een zekere onheilspellende indruk, maar misschien was dat enkel omdat ik een plaats van meditatie en spiritualiteit betrad. Naast nog een lege ruimte (voor yoga, matjes en zelfkastijding) staat de ‘woonkamer’ van de stille ruimte vol met meditatiebanken (inclusief lampjes die niet werken) en een tafel om te studeren en elkaar te leren kennen. In stilte, hetgeen dus enkel lichaamstaal kan betekenen (en ik maar denken dat de dominante religies dat als doodzonde beschouwen). Ook lagen er twee losse voetsteunen die eruit zagen alsof ze gestolen waren uit de wachtkamer van een pediater. De stille ruimte heeft echter één ding voor op het levensbeschouwelijk vak: het wordt op geen enkele manier opgedrongen, en daarom alleen al ben ik er wel fan van.



SMS
24/10/2006
🖋: 

Dat universiteiten of hogescholen een onmiskenbare aantrekkingskracht hebben, werd onlangs nog maar eens bewezen door de kersverse Miss World Tatana Kucharova. Gevraagd naar haar toekomstplannen antwoordde het 18-jarige gansje dat ze graag naar de universiteit wil, maar ook model wil worden. U merkt het al: hier is over nagedacht. Tenslotte kan niet iedereen aan de slag gaan in een zogenaamde "friteuse". Aangezien wij Veronique De Kock niet (tegen haar natuur in) op ideeën willen brengen, leggen we dit item terzijde en concentreren we ons op andere zaken.

Een Italiaans speleoloog en socioloog heeft de intimiteit van een grot opgezocht en is van plan om daar maximaal drie jaar in te verblijven. Op die manier hoopt hij inzicht te verwerven in het natuurlijke ritme van het menselijk lichaam. Dit zou dan moeten resulteren in een betere dosering van medicijnen en vermindering van stress en slaapproblemen. Het nieuwtje leverde de brave man alvast de titel ‘Holbewoner van het jaar’ op in de Italiaanse media. Deze titel mag echter niet verward worden met die van ‘Neanderthaler van het jaar’, een benaming die de laatste 20 jaar gemonopoliseerd wordt door Silvio Berlusconi.

 

In Vietnam ontsnapte een jongetje van amper 13 maanden oud miraculeus aan de dood. De tyfoon Xangse slingerde hem over een gebouw van twee verdiepingen hoog om hem tenslotte 150 meter verder te dumpen in een vijver. Als bij wonder hield de baby slechts enkele hoofdwonden over aan zijn kamikazevlucht. Britney Spears en haar kroost hebben alvast laten weten dat ze niet onder de indruk zijn.

 

Een Amerikaanse vrouw werd op de luchthaven van de Ierse stad Cork betrapt op het smokkelen van drugs. Ze had geprobeerd de douane te misleiden door een kilo heroĂŻne in zwarte zakjes in haar kapsel te verstoppen. De smokkelwaar werd mede ontdekt doordat één van de zakjes gescheurd was, waardoor zelfs het flinterdunne excuus van een acute aanval van pĂȘllekes overbodig werd.

 

GSM gestolen? De Britse firma Synchronica ontwikkelde software waardoor je GSM, als hij gestolen wordt, non-stop een doordringend krijsend geluid uitstoot. Deze nieuwigheid wil de veelvuldige diefstallen van GSM-toestellen een halt toeroepen door ze op die manier onbruikbaar te maken voor niet-rechtmatige eigenaren. Waar de ontwerpers het onuitstaanbare gekrijs vandaan hebben gehaald is nog niet geweten. Volgens de laatste geruchten zou het hier echter gaan om een combinatie van de stem van Frans Bauer en tram 10 aan de bocht van de Melkmarkt.



Het nut van een doctoraatsopleiding
05/10/2006
🖋: 

Sommige studenten kiezen ervoor om na het behalen van het felbegeerde diploma hun universitaire loopbaan met enkele jaren te verlengen. Tijdens het doctoreren verrichten zij onderzoek over een bepaald onderwerp. Doctoreren zit – mede door interessante beurzen – in de lift: dit jaar geeft de UA onderdak aan 996 doctorandi. Onze universiteit ondersteunt hen met een verplichte doctoraatsopleiding. Jetje De Groof, de coördinator van deze opleiding legt uit wat dat concreet inhoudt.

Jetje De Groof De doctoraatsopleiding is een heel flexibel traject dat mensen die aan de UA doctoreren zelf kunnen invullen. De bedoeling is dat het hen ondersteunt in het behalen van hun doctoraat. Zo kan je bijvoorbeeld opleidingen gaan volgen of onderwijstaken die je doet in het kader van je assistentschap mee inbrengen. Je kan congressen volgen waar je met je gelijken kan overleggen, en tenslotte kan je ook nog publiceren. Het halen van een doctoraat is geen eenvoudig proces en daarom heeft de UA ervoor gekozen om die opleiding aan te bieden en ook goed uit te bouwen. Daarmee hopen wij dat het onderzoek en het curriculum van onze doctorandi uitgebreider en kwaliteitsvoller wordt en dat het hen nadien ook helpt bij het vinden van werk. Vroeger was het namelijk zo dat bijna iedereen die doctoreerde later professor werd. Nu zien we veel meer dat mensen uitstromen naar heel andere beroepscategorieën. Ook hierin kan een doctoraatsopleiding hen ondersteunen.

 

U omschrijft de opleiding als iets dat verdiepend is?

De Groof Het verdiepende aspect, datgene wat je moet helpen om voeling te krijgen met je eigen discipline, wordt door de departementen georganiseerd. Zij zorgen bijvoorbeeld voor gastsprekers of speciale workshops voor doctorandi. Daarnaast moet je ook communiceren met je 'peers'. Dit is niet alleen belangrijk voor het behalen van je doctoraat, maar ook voor een eventuele carriĂšre in de bedrijfswereld. Voor die communicatievaardigheden bieden wij ook cursussen aan die mensen helpen om in academisch Engels teksten te schrijven of presentaties te geven op congressen. Wij bieden hen ook een budget aan om werkelijk naar congressen te gaan om met vakgenoten te gaan discussiĂ«ren. Voor meer vakgerelateerde zaken zijn er methodologische cursussen. Heel belangrijk is dat deze zaken enerzijds centraal worden aangeboden en anderzijds op departementeel niveau, maar dat de doctorandi wel zelf de invulling ervan kunnen kiezen. ‘Opleiding' is in dat opzicht een beetje een verkeerd gekozen term en kan misschien afschrikkend werken. De doctoraatsopleiding is bij ons wel verplicht. Je moet tegen het einde van je doctoraat 30 studiepunten behalen alvorens je mag verdedigen.

 

En hoe verhoudt onze doctoraatsopleiding zich tot de rest van Vlaanderen?

De Groof Ik denk dat wij een heel sterk uitgebouwde doctoraatsopleiding hebben. In Vlaanderen heb je twee systemen. Je hebt universiteiten waar de doctoraatsopleiding niet verplicht is, zoals Brussel en Gent, en je hebt diegenen waar ze verplicht is, zoals Antwerpen en Leuven. Tegenover die verplichting stellen wij wel een aantal diensten. Elke instelling doet dat, maar ons aanbod aan algemene opleidingen is uitgebreider dan bij andere universiteiten. Aangezien u ook in Brussel hebt gezeten kunt u misschien een adequate vergelijking maken.

 

Wat vindt u persoonlijk het beste systeem?

De Groof De meeste doctorandi nemen zelf wel de nodige initiatieven om aan de vereiste 30 punten te geraken. In een normaal doctoraatstraject ga je sowieso al eens naar congressen, volg je opleidingen en moet je al eens les geven. Maar bij sommige doctorandi is dat minder vanzelfsprekend. Door de doctoraatsopleiding te verplichten zorg je ervoor dat iedereen aangezet wordt aan onderzoekscommunicatie te doen, te publiceren of een opleiding te volgen. Een gevoel van isolement valt zo weg en gemaakte fouten kunnen indien nodig worden gecorrigeerd. In die zin ben ik wel voor de verplichting. Natuurlijk zul je veel mensen horen zeggen dat doctorandi oud en groot genoeg zijn om het zelf te doen. Zo'n doctoraat is echter een serieuze onderneming waarbij je alle hulp kan gebruiken. Dat merken we ook aan het feit dat een aanzienlijk deel van de doctorandi het uiteindelijk niet haalt. Je kan je ook afvragen hoe je mensen op andere manieren kan stimuleren om aan zulke activiteiten deel te nemen zonder hen daartoe te verplichten. Maar dat is nogal moeilijk omdat doctorandi doorgaans weinig tijd hebben. Aan de UA merken we toch dat er een groot animo bestaat voor die doctoraatsopleiding en dat de doctorandi er heel tevreden over zijn.

 

Wordt er ook interuniversitair samengewerkt voor doctoraatsopleidingen?

De Groof Sommige faculteiten/departementen werken alle samen met de faculteiten/departementen van andere universiteiten. Zo wordt voor de Geneeskunde de interuniversitaire doctoraatsopleiding georganiseerd. Op centraal niveau is er nog niet echt samenwerking, maar dat zit er wel aan te komen. Hiervoor werkte ik bij de Vlaamse Interuniversitaire raad en daardoor weet ik wat interuniversitair overleg kan opleveren. Je hebt je eigenheid, maar Vlaanderen is niet zo groot en het zou natuurlijk leuk zijn als je een aantal dingen zou kunnen organiseren waarbij doctorandi van verschillende universiteiten elkaar kunnen leren kennen. Wat ook één van de mogelijkheden is waarover binnenkort gepraat kan worden is een soort van competentieprofiel opstellen voor doctorandi, want wat zijn nu juist de capaciteiten van een doctorandus als hij afstudeert? De mensen in de buitenwereld denken al gauw dat een doctorandus iemand is die geen sociaal leven heeft, die vier jaar aan een stuk zich concentreert en toelegt op één klein ding en geen andere kwaliteiten of capaciteiten moet opbouwen. Wat blijkt uit de doctoraatsopleiding? Dat we dat absoluut wel verwachten.

 

We willen dat onze doctorandi hun mannetje kunnen staan.

 

Waar zit hem dan het probleem?

De Groof Er moet beter gecommuniceerd worden met het bedrijfsleven. Daarom wil men in de toekomst een soort algemeen competentieprofiel opstellen van doctorandi.

 

Over hoeveel doctorandi spreken we dan aan de UA? Evolueert dat aantal?

De Groof Tijdens het voorbije academiejaar waren er 966 doctorandi ingeschreven. Het aantal is zeker gestegen tijdens de voorbije jaren. Die stijging heeft onder andere te maken met de verhoging van het aantal beurzen.

 

Uw functie is om de cursussen te organiseren?

De Groof Ja, eigenlijk ben ik zo'n beetje het aanspreekpunt voor alles wat met de doctoraatsopleiding te maken heeft. Mijn belangrijkste taak is inderdaad het organiseren van al die cursussen en voor het onderling op elkaar afstemmen ervan. Voorts behandel ik ook alle inschrijvingen en verder denk ik ook nog mee over het beleid hieromtrent. Op dat vlak ben ik nu bezig met een enquĂȘte die binnenkort ook verstuurd zal worden naar de doctorandi zodat we dus een overzicht kunnen krijgen van wat goed of minder goed gaat. Ik bekijk ook de stand van zaken voor het niet-disciplinaire gedeelte. Een pluspunt aan de UA is dat alles hier goed opgevolgd wordt. Je moet op jaarlijkse basis aan je promotor en je doctoraatscommissie voorleggen wat voor onderzoek je al hebt gedaan en hoe ver je staat met je doctoraatsopleiding. Hierdoor worden problemen vroeger gesignaleerd en kunnen er ook vroeger maatregelen getroffen worden.

 

Die organisatie doet u bijna op uw eentje. Valt het goed mee om dat allemaal te kunnen blijven coördineren?

De Groof Het is een heel drukke job, maar ik doe niet alles alleen. Ook mensen van het departement Onderzoek zijn hiermee bezig. Vroeger kon je alleen maar doctoreren in meer klassieke richtingen zoals geschiedenis of de wetenschappen. Nu kan je bijvoorbeeld ook doctoreren in de kunsten. Daar wordt ook over nagedacht, maar dat doe ik samen met de mensen van Onderzoek en met enkele mensen van de hogeschool. In elke faculteit heb je ook een coördinator voor doctoraten. Dat is een professor die als aanspreekpunt fungeert voor mensen die vragen over of problemen hebben met hun doctoraat. Zij kunnen besluiten nemen voor alles wat gebonden is aan de discipline. Met hen werk ik dus ook nauw samen. Ook de studentenadministratie en de financiële dienst helpen mij met een aantal zaken. Maar het klopt wel ergens dat ik het centrale aanspreekpunt ben voor vele mensen en dat ik ook, als er vragen zijn, weet bij wie ze daarvoor moeten zijn.

 

Op welk vlak heeft u dan inspraak in het beleid?

De Groof Ik ben secretaris van de universitaire doctoraatscommissie. Zij bepaalt wat er met het doctoraat en de doctoraatsopleiding gebeurt. Hierin zetelen de facultaire coördinatoren, coördinatoren van een aantal instituten, de vice-rector Onderzoek en de vice-rector Onderwijs. Natuurlijk is het zo dat ik goed op de hoogte ben van verschillende evoluties. In die zin ben ik ook soms degene die mee bepaalde zaken op de agenda zet. En als bepaalde dingen goedgekeurd worden, dan worden die door mij verder uitgewerkt. De cursussen kunnen vrij gekozen worden.

 

Kan u een voorbeeld geven van speciale cursussen die men soms wil volgen?

De Groof De voorwaarden vanuit de opleiding zeggen dat een bepaalde cursus mag binnengebracht worden indien dat nuttig is voor je discipline of je verdere carriĂšre. Onlangs had ik iemand die tekenlessen gevolgd had op de academie in het kader van zijn doctoraatsopleiding in de geneeskunde. Hierbij moet je blijkbaar heel veel precieze anatomische tekeningen kunnen maken. Je hebt ook mensen die een EHBO-cursus volgen, maar dit zijn natuurlijk uitzonderingen. In de meeste gevallen liggen de activiteiten echt binnen de discipline of zijn ze te relateren aan de toekomstige carriĂšre van de doctiorandus. Natuurlijk zijn er ook nog altijd veel mensen die talen gaan studeren omdat dat ook altijd van nut kan zijn. Soms is er ook veel vraag naar een cursus vanwege de doctorandi, zoals iets rond Intellectual Property Rights. Momenteel zijn vooral cursussen over informatica, wetenschapscommunicatie en 'academic writing' erg in trek.

 

Hoeveel verschillende cursussen zijn er zo ongeveer?

De Groof Er zijn er een twintigtal. Je hebt communicatietechnieken, presentatietechnieken, onderhandelingstechnieken, vergadertechnieken, sollicitatietechnieken, time management, project management, bio-statistiek... Verder hebben we nog cursussen die te maken hebben met de link tussen onderzoek en het bedrijfsleven. Er zijn ook meer interdisciplinaire, filosofisch gerichte cursussen. Niet alle cursussen worden jaarlijks georganiseerd, sommigen zijn tweejaarlijks. Dan worden er ook nog een aantal multidisciplinaire dagen georganiseerd, waar onderwerpen besproken worden die iedereen kunnen aanbelangen, zoals gelijke kansen of sociale zekerheid.

 

Zijn er dingen die u zou willen aanpassen of waar u aan zou willen beginnen te werken?

De Groof In de wetenschappen is er een evolutie aan de gang naar tweejarige Masteropleidingen, maar in Letteren en Wijsbegeerte blijft het voorlopig een vierjarige opleiding alvorens je naar een doctoraat instroomt. Zo gaan we dus doctoraatsstudenten hebben die 4 of 5 jaar gestudeerd zullen hebben. Bij die laatsten zal bijvoorbeeld de onderzoekscomponent al tijdens de opleiding meer aan bod zijn gekomen, dus ook daar zullen we rekening mee moeten houden.

De inhoud van sommige cursussen moet ook bekeken worden omdat er soms overlappingen zijn. We moeten er voor zorgen dat cursussen goed naast elkaar passen of elkaar goed opvolgen zodat er meer lijn in komt. Misschien kan het evenmin kwaad om doctorandi ietwat meer richtlijnen geven, zij het dan wel in samenspraak met hen, de docenten en de mensen van het beleid. Een cursus sollicitatietechnieken kan bijvoorbeeld het best op het einde van de opleiding gevolgd worden. Op die manier kunnen we de opleiding intern beter structureren.

 

Wordt er gekeken naar de kwaliteit van cursussen?

De Groof Ik hoop dat de enquĂȘte voor doctorandi veelvuldig beantwoord zal worden. Op die manier kunnen we zelf zien welke vakken de mensen heel goed of wat minder vonden. Alle cursussen worden achteraf geĂ«valueerd en er wordt echt wel rekening gehouden met de opmerkingen van de doctorandi. Voor de rest hoop ik ook de procedure van het indienen van de jaarlijkse vorderingsverslagen te kunnen optimaliseren. Dat is altijd een hele papierwinkel, ook voor de doctorandi. Tenslotte zijn er ook nog de doctoraten in al die nieuwe categorieĂ«n, zoals productontwikkeling of kunsten. Hopelijk kunnen we ook die allemaal in goede banen leiden.

 

U werkt met veel mensen samen, maar u blijft wel het centrale aanspreekpunt. U heeft plannen om een tijdje naar het buitenland te gaan.

De Groof Dat klopt, maar qua opvolging is dat absoluut geen probleem. Ik vertrek begin november en mijn vervanger zal in oktober beginnen zodat wij een maand samen kunnen werken. Ik denk dat een maand voldoende is om die persoon op de hoogte te brengen van alles wat er gaande is. De doctorandi zullen daar in principe niks van voelen. De cursussen voor het komende half jaar zijn al georganiseerd en het indienen van de jaarlijkse voortgangsrapporten zal ook normaal verlopen, daar ben ik zeker van.

 

Dan wensen wij u alvast een goede reis!



25/09/2006
🖋: 

In de Antwerpse Seefhoek (“Seefhoek, vooruit!”) worden elke zondagmiddag gretig kinderen tussen zes en zestien jaar oud van de straten geplukt door enkele enthousiaste madammen en meneren. Ze worden dan meegenomen voor een uurtje of drie dol vertier bij Chiro Dolfijn.

De Griekse tekens chi en rho – de beginletters van ‘Christus’ – worden hier ruim geïnterpreteerd, gezien het zigeuner-moslim-illegalengehalte onder de kinderen. Hier ook geen verborgen paternalisme te bespeuren, want zoals ook de K van katholiek uit VVKSM verdwenen is, wordt ook in de Chiro de christelijke spoorslag meer en meer vergeten. Maar geen nood: het gaat hier niet om onbezonnen en ongeïnspireerd wildebrassen (ongetwijfeld hoort dat er ook bij), maar om een oprecht enthousiasme om van deze kleine wereld die zich uitstrekt van het Sint-Jansplein tot aan den Dam een leukere en verdraagzamere buurt te maken. Een buurt waarin een echte Indiaan zich thuis kan voelen naast een echte Marokkaan naast een rasechte Sinjorendochter.

 

Niet enkel op zondag is het feest in de Seefhoek. Tijdens de zomervakantie gaan de pagaddertjes samen met hun leiding een week op kamp. Uiteraard dient tijdens zo'n intensieve week menig geschil uitgeklaard te worden alsook verschillende oogjes dichtgeknepen, als er bijvoorbeeld voor de zoveelste keer ‘Aa moeder!' wordt geroepen of zelfs “Ik ga u moeder verkrachten en ik laat die aan mijn piet hangen als versiering!”. De kinderen hebben op dat kamp zeker niet te klagen, want naast hun verdraagzame oversten kunnen zij erop rekenen dat er geen varkensvlees geserveerd wordt en dat al het andere vlees hallal (zuiver, ritueel geslacht) is. De kinderen krijgen er zelfs gratis kledij bovenop: een ware noodzaak als je maar één T-shirt en een paar onderbroekjes bij je hebt.

 

Nu, tijdens deze kleurrijke herfstmaanden neemt veel leven een nieuwe start na een katalyserende zomerslaap, waaronder ook Chiro Dolfijn. We kijken weer met z'n allen uit naar een vrolijk Chirojaar, met hopelijk veel kleintjes en veel grootjes. Om van 't Stad een Stad van A te maken, een stad voor iedereen.

 

Voel jij (M, 18-28 jaar) je geroepen om Chiro Dolfijn een geksentriek jaar te bezorgen? Of voel jij (M/V, 9-99) je iets te warm aangekleed voor de tijd van het jaar? Bel dan even naar 0498/63.16.51 om leiding te worden of om speelkledij te schenken. Alvast bedankt!



Interview met Hojatolislam Hadj Ahmad-e-Hoesseini, lid van het Iraanse parlement.
25/09/2006
🖋: 

Op het einde van de jaren negentig leek het er op dat de hardliners in de Iraanse politiek stilaan plaats moesten ruimen voor meer pragmatisch ingestelde hervormers. Er werd gestreefd naar een dialoog met het Westen en na de Iraanse revolutie in 1979 werden voor de bezetting van de Amerikaanse ambassade zelfs verontschuldigingen aangeboden. Met de onverwachte verkiezing van Mahmoud Ahmedinejad als president in 2005 werd echter duidelijk dat de conservatieve ideologische scherpslijpers terug waren van niet zo heel ver weg geweest. dwars biedt u een blik in het hoofd van een conservatief lid van de 7e Majles (het Iraanse parlement verkozen in 2004, nvdr.). Zijn fractie vormt nu de meerderheid in die Majles.

Zou u uzelf kort kunnen voorstellen?

Ahmad-e-Housseini Bismillah al Rahman al Rahim (in de naam van God, de genadige, de medelevende, nvdr.). Mijn naam is Ahmad-e-Hoesseini. In het middelbaar heb ik wiskunde gestudeerd in Sirjan, vervolgens ben ik naar het seminarie gegaan in Qom (de heiligste stad in Iran, nvdr.). Ik kwam in contact met de religieuze clerus en werd actief in het verzet tegen de Shah, omdat ik vond dat hij een knecht van de Verenigde Staten was. Omwille van dit verzet ben ik verschillende malen gearresteerd, gevangen gezet en gemarteld. Na de islamitische revolutie van 1979 ben ik, zoals vele andere religieuze mensen, actief geworden in het leger. Later werd ik spreker tijdens het vrijdaggebed in Sirjan. Uiteindelijk ben ik door de mensen van Sirjan verkozen tot de Majles, omdat ze mijn achtergrond kenden van tijdens de heerschappij van de Shah. Zo werd ik de vertegenwoordiger in de Majles van Sirjan. Iran noemt zichzelf een islamitische republiek.

 

Kan u uitleggen wat dat juist inhoudt? Ligt de soevereiniteit bij het volk of bij de clerus?

Housseini We hebben het werk verdeeld volgens onze grondwet. Deze grondwet is door het volk gestemd. Bepaalde taken behoren toe aan de Majles, die door het volk verkozen wordt. De vertegenwoordigers van het volk worden zonder enige tussenkomst van de regering gekozen. Ik ben zelf vele malen verkozen en heb gezien dat de regering zich op geen enkele manier met de stembusuitslag moeit. De regering is verantwoording verschuldigd aan het parlement en is verplicht de besluiten van de Majles na te leven. De Majles duidt de ministers aan en de ministers zijn verplicht elke wet en regel die uitgevaardigd is door ons te respecteren. Dan is er de Rechtsgeleerde (concept gebaseerd op het werk van Ayatollah Khomeini ‘Hukumat-e-islam; Velayat-e-faqih', de islamitische samenleving; heerschappij van de Rechtsgeleerde, nvdr.), die de vervanger op aarde is van de verborgen twaalfde Imam Mehdi. In het geval van een onoplosbaar conflict tussen het parlement en de regering, zal hij met zijn wijsheid de problemen voorzien en oplossen.

 

Hoe verlopen de verkiezingen voor de Majles eigenlijk?

Housseini Volgens de wet kan iederen zich kandidaat stellen. Daarna zullen de persoonlijkheid, de kennis en de banden met het buitenland van de persoon in kwestie gecontroleerd worden. Nadat de kandidatuur is goedgekeurd door de Raad van Wachters (niet-verkozen orgaan dat moet toezien op het islamitisch karakter van de besluitvorming, nvdr.) hebben alle fracties het recht om hun publiciteit en hun programma te verspreiden. Alle kandidaten hebben het recht op een afgevaardigde aan de stembus om de stembusgang te controleren; de mensen mogen vrij stemmen. Na de verkiezingen heeft elke niet-verkozen kandidaat het recht de uitslag te betwisten en een onderzoek te vragen. Nadat een kandidaat verkozen wordt, gaat hij of zij naar de Majles om trouw te zweren aan de wetten en het volk van Iran.

 

Hoeveel moslims leven er in Frankrijk? Hoeveel parlementsleden hebben ze?

 

Welke verschillende politieke fracties bestaan er in de Majles?

Housseini Op het moment zijn er drie groepen: de meerderheid, de oppositie en de onafhankelijken. Ik geloof dat ik de plicht heb om te vechten tegen de mensen, waar ook ter wereld, die aggressief zijn en andere mensen overheersen. Ik geloof dat het mijn taak is om aan de kant van de onderdrukte mensen te staan. Daarom behoor ik tot de groep van de rechtvaardigen, die momenteel de meerderheid vormen in de Majles. Daarom heb ik ook dokter Ahmedinejad gesteund tijdens de eerste en tweede ronde van de presidentsverkiezingen: omdat ik geloof dat hij ook rechtschapen is en rechtvaardigheid in de wereld verdedigt. Hij staat aan de kant van de onderdrukten en vecht tegen de onderdrukkers.

 

Bij de vorige verkiezingen voor de Majles in 2004 waren er problemen nadat veel kandidaten, waaronder uittredende parlementsleden, geweigerd werden door de Raad van Wachters. Hoe staat u daar tegenover?

Housseini Mocht ik in de plaats zijn van de Raad van Wachters, dan zou ik hetzelfde doen. Sommige van die kandidaten hadden contacten met buitenlandse onderdrukkers. Ze waren van plan om vitale economische informatie aan buitenlanders te geven, met als doel onze economie te vernietigen. Anderen wilden gevoelige militaire informatie doorspelen en zo het land van binnenuit vernietigen. Het waren geen nationalisten, ze waren niet begaan met hun land en met de islam. Dit soort mensen verdient het niet in de Majles te zitten omdat ze voor de vijand werken. Sommigen onder hen lieten hun campagne door buitenlandse multinationals financieren. De geweigerde kandidaten waren dus moreel of financieel gecorrumpeerd en sommige waren tegen de islam. Elk ander land zou hetzelfde doen met mensen die tegen de grondwet zijn, een slechte morele achtergrond hebben of de instellingen willen saboteren.

 

In 1997 wonnen Khatami en het hervormingsgezinde kamp op overtuigende wijze de presidentsverkiezingen. Ook in de zesde Majles waren veel hervormers aanwezig. Hoe verklaart u de heropkomst van het conservatieve kamp, waartoe u ook behoort, en waarvan de verkiezing van president Ahmedinejad in 2005 het duidelijkste voorbeeld is?

Housseini Het is duidelijk dat de hervormers veel positieve zaken verwezenlijkt hebben, maar de meeste van hun beloften hebben ze niet kunnen waarmaken. In de praktijk zijn ze erg tekort geschoten, bijvoorbeeld tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in Teheran enkele jaren terug. Er waren een aantal hervormers verkozen, maar in plaats van aan het nationale belang te denken, maakten ze voortdurend ruzie onder elkaar en streefden ze hun persoonlijke en groepsbelangen na. Omdat ze te dogmatisch waren, konden ze niets veranderen in de praktijk. De mensen willen echter geen woorden maar daden zien; ze vertrouwden hen niet meer. En omdat Khatami aan de macht was gekomen met de steun van Rafsanjani (de president voor Khatami, nvdr.) en zijn partij van technocraten, vertrouwden de mensen bij de laatste verkiezingen ook Rafsanjani niet meer. Maar Ahmedinejad beloofde de mensen rechtvaardigheid en rechtvaardigheid ligt in de natuur van elke mens. Het is ook de basis van het islamitisch geloof. De mensen zagen ook zijn inspanningen voor sociale rechtvaardigheid toen hij nog burgemeester van Teheran was. Sinds hij president is, blijft hij op een zeer toegewijde en intelligente manier het pad volgen dat hij de mensen had beloofd.

 

In het Westen wordt veel belang gehecht aan de scheiding van Kerk en staat. De Iraanse regering baseert haar wetten echter rechtstreeks op het islamitisch geloof. Waarom bent u tegen deze scheiding?

Housseini Wij geloven in en volgen alle profeten: Abraham, Mozes, Jezus en Mohammed. We geloven dat het goede en onschuldige mensen waren met een goede boodschap voor de mensheid. Zij vochten tegen corruptie en onrecht. Deze strijd is een politiek die iedereen steunt en tegelijkertijd een religieuze politiek. We geloven dat dit de beste ideologie is om de maatschappij te besturen. Ons geloof is onze politiek en omgekeerd. Het Westen zegt dat ze voor vrijheid zijn. Leg me eens uit wat dat nog betekent, vrijheid; wat internationaal recht nog voorstelt. Toen wij aangevallen werden door Irak werd Saddam door de hele wereld gesteund, Oost en West verenigd tegen de Iraanse revolutie. Wij werden aangevallen met chemische wapens, geleverd door de VS. Zijn chemische wapens niet verboden? Zij respecteren de mensenrechten niet die ze zelf hebben uitgevonden. Ze willen andere landen niet hetzelfde gunnen, maar ze wilden de Iraanse revolutie controleren, omdat ze weten dat als de Iraanse revolutie overwint, alle uitbuiters in Oost en West verslagen zullen zijn.

 

Wat zijn eigenlijk de rechten van niet-sjiitische moslims in Iran?

Housseini In Iran kennen we een volledige democratie. Ik vraag u, hoeveel moslims leven er in Frankrijk? Hoeveel parlementsleden hebben ze? Hetzelfde voor Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Rusland? Omdat we in Iran alle geloofsovertuigingen respecteren, hebben de Joden, de Assyriërs, de Christenen en de volgelingen van Zarathustra een gewaarborgde vertegenwoordiging in het parlement. De vrouwen zijn vrij, de meerderheid is vrij, de oppositie is vrij en de religieuze groepen zijn vrij. De vrijheid die in Iran bestaat is uniek in de wereld. De Joden en de Christenen zijn met minder dan een miljoen, maar toch hebben zij gewaarborgde vertegenwoordiging in de Majles. Ze zijn ook volledig vrij om hun eigen erediensten in te richten; ze kunnen naar hun synagoge, kerk of moskee naar keuze gaan. Geeft het Westen dezelfde vrijheden aan moslims? Ginds verbiedt men moslimmeisjes om een hoofddoek te dragen op school. Men is er tegen vrijheid. Hier in Iran is iedereen vrij.

 

In het Westen zijn vrouwen een instrument, lokaas, ze worden gebruikt als koopwaar.

 

U vermeldde het hoofddoekverbod in bepaalde Westerse scholen, maar in Iran is de hoofddoek overal verplicht. Moeten vrouwen niet gewoon zelf kunnen kiezen of ze de hijab willen dragen?

Housseini Wij geloven dat de hoofddoek dient om meer respect en rechten aan vrouwen te geven. Daarom vragen we hen om de hijab te dragen. In het Westen zijn vrouwen een instrument, lokaas, ze worden gebruikt als koopwaar. Wij zeggen dat vrouwen de sluier moeten dragen om hen waardigheid en respect te geven en om hen te beschermen van de onreine blikken van mannen. De hoofddoek houdt families bijeen en daarom draagt ons geloof de vrouwen op om het te dragen. We willen vrouwen respecteren, vermijden dat ze ten prooi vallen aan verleiders en we vinden sterke familiewaarden belangrijk.

 

De revolutie vond 27 jaar geleden plaats. Ondertussen is de bevolking verdubbeld. Staat de nieuwe generatie nog achter de ideeën van de revolutie? Wat zijn de grootste problemen voor Iraanse jongeren vandaag?

Housseini Door mijn werk als lid van de Culturele Raad van de universiteit van Teheran (raad die over het islamitisch gehalte van de cursussen waakt, nvdr.) kom ik veel in contact met jongeren. De meesten staan nog steeds achter de revolutie. Vandaag is de jeugd zelfs veel religieuzer dan vlak na de revolutie. Er stonden duizenden jongeren klaar om naar Libanon te vertrekken om tegen Israel te vechten. Wij konden dit echter niet toestaan.

 

Het grootste probleem voor de jeugd is de werkloosheid, maar gelukkig heeft de regering van president Ahmedinejad daar aandacht voor, net als de Majles. Er worden een aantal nieuwe programma's opgestart, waarvan we verwachten dat ze op korte termijn dit probleem kunnen oplossen. Maar je moet weten dat we acht jaar oorlog gekend hebben en volgens onze schattingen werd er voor meer dan duizend miljard schade aan ons land toegebracht. Schade die we na de oorlog moesten herstellen. Als de oorlog ons niet opgedrongen was door de VS, zouden we vandaag geen werkloosheidsprobleem kennen. We zouden zelfs veel arme landen in Afrika kunnen helpen, we zouden jobs en kapitaal naar die landen kunnen brengen. Nu moeten we eerst ons eigen land opbouwen. De regering zal dit probleem echter binnenkort oplossen.

 

Iran is ook bekend voor het grote percentage aan opiumverslaafden. Wordt daar iets aan gedaan?

Housseini De verslaving is een zaak die we niet kunnen ontkennen. Maar wij geloven dat de verslaving verspreid wordt door de VS en het Westen. Sinds de VS Afghanistan bezetten is de opiumproductie vervijfvoudigd. Deze opium moet door Iran om het westen te bereiken. Ondanks het feit dat we dit met alle macht proberen tegen te gaan, blijft er tijdens het transport ook heel wat opium in ons land. We bestrijden dit met veel politiekracht, maar de VS importeren naast opium ook nog eens veel chemische producten, die ze verkopen aan lage prijzen. Zo willen ze onze jongeren verslaafd maken, zodat ze zich niet kunnen verzetten mocht Iran onderdrukt worden. We weten dat dit de schuld is van de VS, want sinds zij Afghanistan zijn binnengevallen, is het aantal verslavende middelen snel gestegen en worden ze over de hele wereld verspreid door de VS.

 

Is er nog een laatste raad die u de lezers wilt meegeven?

Housseini Ik wil aan alle studenten zeggen dat ze hun regering kritisch moeten vragen wat echte democratie is. Waarom er zoveel bommen vallen in naam van de democratie. Als ze die vraag niet stellen, zal er een schuldgevoel op hun geweten blijven drukken. De geschiedenis zal over ons oordelen, en ze zullen aan jullie vragen waarom jullie niet reageerden tegen deze misdaden. Je moet vragen waarom er zoveel kinderen en vrouwen moeten sterven in Libanon, Palestina, Irak en Afghanistan. Waarom mogen die mensen hun regering niet kiezen? Waarom worden ze bezet? Als jullie niet tegen de agressors protesteren, komen ze op een dag achter jullie aan.



Studentenmobiliteit aan de Universiteit Antwerpen
24/09/2006
🖋: 

Studeren kan je overal ter wereld, van het kleinste boerengat tot een of andere imposante wereldstad. En dat hoeft je niet eens een bom duiten te kosten, als je een beurs van onze universiteit krijgt. Of zo'n internationaal uitwisselingsproject een aanrader is? “Wie terugkomt zegt: doen!”, dixit de dienst voor Internationale Samenwerking (dIS).

Ondanks die warme aanbeveling zijn er niet zo gek veel studenten die een deel van hun studie in het buitenland afleggen. Begrijpelijk, want vooraleer je ginds verzeild raakt, moet je heel wat hindernissen nemen. Eerst wurm je je door een berg papierwerk, stel je een vakkenpakket samen, zoek je een kot en dan laten we de vertrekangsten nog even buiten beschouwing. Eigenlijk kan je net zo goed in Antwerpen blijven, zo lijkt het.

 

Het vakkenoerwoud

Onze eerste getuige schudt beamend het hoofd bij die boude uitspraak. Zijn Erasmus-aanvraag werd geweigerd omdat hij zijn vakkenpakket niet in orde kreeg. Eigen schuld zou je zeggen, of toch niet? “Punt is dat ik, doorheen de duizenden hyperlinks en errors van universitaire websites, nog steeds zonder degelijke vakbeschrijvingen zit.” Beter zoeken lijkt dan aangewezen, maar: “Ik begrijp dat met de huidige hervormingen niet alle gegevens beschikbaar zijn. Toch is het absurd dat van een leek in het vakkenoerwoud verwacht wordt dat hij een half jaar op voorhand een exact vervangend pakket opstelt. En dat liefst in recordtempo. Gedrevenheid, talenkennis en uitslagen van de student hinken dan blijkbaar achterop.” Het was wel niet allemaal kommer en kwel: “De begeleiding was zeer vriendelijk.”

 

Ook Evelien wil haar verhaal even kwijt. Vorig jaar trok ze naar Praag, in de hoop wat op te steken van Oost-Europese wijsgeren. Ondanks de mooie herinneringen heeft ze toch enkele bedenkingen: “Er is klaarblijkelijk geen afdoend systeem om de punten die ik daar behaald heb, hier te evalueren. Zo wordt ook de bekwaamheid van de proffen aan mijn gastuniversiteit in twijfel getrokken.” Gelukkig bleek de omrekening nog op faire manier te gebeuren: “De papers die ik daar geschreven heb, werden op onze universiteit opnieuw beoordeeld. De geschikte docenten hebben de cijfers dan aangepast indien ze dat nodig achtten.” Of dat desastreuze gevolgen had? “Uiteindelijk hebben ze de punten van twee vakken verlaagd, dat is het probleem niet. Wat ik wil aanklagen is dat er geen internationaal systeem bestaat om de objectiviteit van de punten die je op Erasmus haalt te garanderen. En in mijn geval had ik gewoon wat vroeger ingelicht mogen worden.”

 

Geef ons dan maar Stellenbosch. Sofie studeert er dankzij een bilateraal akkoord met onze universiteit. Hoewel ze nu ergens in de brousse vertoeft, staat ze ons toch te woord. “Alles verloopt hier fantastisch. Er is een introductieweek ter plaatse om je wegwijs te maken. Bij de International Office kan je ook altijd terecht met vragen en klachten.” Enkel lof? “Het is een hoop papierwerk maar daar worstel je je wel door, wil je echt naar het buitenland."

 

Als je echt wil

Met deze en andere getuigenissen op zak trokken we naar Patricia De Clopper, Jill Aerts en Nele Voorspoels van de dIS. Terwijl Erasmussers in spe hun lief vaarwel zoenen, leggen zij contacten in het buitenland, hernieuwen ze infobrochures en betalen ze de beurzen uit. Daarnaast zorgen ze ook voor een goede begeleiding van inkomende buitenlandse studenten. Een druk leventje.

 

dIS “En dat al sinds halverwege de jaren tachtig. In de beginfase hadden we onze handen vol met het ontwikkelen van de hele administratieve en academische organisatie die de internationalisering met zich meebrengt. Al gauw was er ook een aanzienlijke stijging in het deelnemersaantal, wat ons nog meer werk bezorgde.”

 

En dat deelnemersaantal blijft stijgen?

dIS “We zagen de afgelopen jaren een kleine terugval in het aantal Erasmus-studenten, hoewel er ten opzichte van vroeger nu meer globetrotters zijn die zich niet beperken tot Europa. Exotische locaties als Zuid-Afrika of Mexico vallen hoe langer hoe meer in de smaak. Studenten die kiezen voor zo'n bestemming kunnen niet op een Erasmus-beurs rekenen. Vanuit de universiteit wordt er wel een zekere financiĂ«le tegemoetkoming voorzien. Het ‘grenzeloos' studeren kadert immers mooi binnen die hele globaliseringsbeweging.”

 

Wij willen harde cijfers.

dIS “Er zijn 175 uitgaande Erasmus-studenten. Daarnaast zijn er nog 63 studenten die buiten Europa studeren. Dat maakt dus 238 avonturiers in totaal. Dat aantal kan nog lichtjes dalen door kandidaten met een fatale tweede zit. Op de 10 000 studenten (doctoraatstudenten inbegrepen) die de universiteit telt, is dat zo'n magere 5%.”

 

Die recente terugval van het aantal Erasmussers is wel opmerkelijk. Enig idee hoe dit komt?

dIS “Dát is de vraag. Vorig jaar hebben we een studie gemaakt in opdracht van het ministerie om de hele problematiek te doorgronden. Zo werden de kosten van een student op Erasmus vergeleken met de kosten van een student hier. En wat bleek? De uitgaven van de student op Erasmus verschilden niet zoveel van een gemiddelde Antwerpse kotganger. Als je echt wil, kan je dus op Erasmus gaan. Een vakantiejob plus een beurs plus een installatievergoeding en je hebt voldoende geld bij elkaar om een semester rond te komen.”

 

Bij deze hebt u net onze volgende vraag om zeep geholpen. We wilden stellen dat Erasmus enkel voor de rijkere student is weggelegd.

dIS “Per maand kan je tot 240 euro krijgen, afhankelijk van de inkomensklasse waarin je ouders vallen. Om die te berekenen, kijken we naar de fiscale aangifte. De laatste jaren komt zelfs de hoogste categorie, de rijkste, voor een beurs in aanmerking. Wat stellen we trouwens vast: iedere categorie wordt bevolkt door zo'n 25% van het uitgaande studentenaantal. Van een ondervertegenwoordiging van de minder begoede klasse is dus geen sprake.”

 

Onvoldoende financiële middelen vormen dus geen excuus?

dIS “Nee, wij doen er net alles aan om de uitwisseling laagdrempelig te houden. Er moeten andere redenen meespelen waarom we maar een minderheid van de studenten bereiken. Papierwerk dat afschrikt? Je dient je aanvraag in en zet je handtekening onder het contract. Heb je mindere resultaten? Erasmus is er niet enkel voor de beste studenten.”

 

Het is wel straf dat er enkel gekeken wordt naar het inkomen om het beursbedrag te bepalen. Een kot in Madrid is peperduur terwijl je in Vilnius voor hetzelfde geld in een riant buitenhuis kan resideren.

dIS “Een tiental jaar geleden was je beursbedrag nog afhankelijk van het land van bestemming. Daar kwam echter veel kritiek op. We zagen dat niet zozeer het land maar vooral de stad invloed heeft op je uitgaven. Om je een voorbeeld te geven: Madrid is echt duur terwijl Sevilla best te betalen valt. Nu is er nog steeds een variabele maar die hangt af van je inkomen.”

 

En wat is er met de reisvergoeding gebeurd?

dIS “Het was een heel gedoe vroeger om die reisvergoeding te berekenen. Er kwamen lijsten van de NMBS aan te pas, later vliegtuigtickets en meer van dergelijke bewijsjes. Nu krijgt iedereen een eenmalige installatievergoeding. Voor ScandinaviĂ« vang je meer geld dan pakweg de gemiddelde Zuid-Europese bestemming. Dat is wat verder en duurder. Het is ook een strategische zet: door hoge vergoedingen te geven voor Centraal-Europese bestemmingen hopen we die te promoten.”

 

Uitgekookt.

dIS “Het zijn goede universiteiten daar hoor, en mooie steden... Maar uiteindelijk volgen studenten blijkbaar toch hun hart bij de keuze van hun bestemming. En dat ligt verdacht vaak in het Zuiden. Voor Spanje en Frankrijk wordt het trouwens echt te gortig. Bijna honderd man trekt daarheen, dat is meer dan de helft van het totale aantal Erasmus-gangers. Die beweging zie je trouwens bij alle Vlaamse universiteiten.”

 

Viva España

Liever Spanje dan Letland: niet meer dan logisch, toch?

dIS “We bieden natuurlijk veel plaatsen aan in Spanje, gezien er ook een stoet Spanjaarden naar Antwerpen komt. Als je voor Frankrijk kiest, kan je onze tweede landstaal een beetje op peil houden. En ja, ook Spaans is een wereldtaal. Maar die vlucht naar het Zuiden gebeurt niet enkel door romanisten. Dat leren van talen heeft trouwens veel goed gedaan voor de instroom in Vlaamse universiteiten. De Britten hebben categoriek hun rangen gesloten voor de doorsnee student die zijn Engels wou bijspijkeren. Wat doen de Spanjaarden? Ze zoeken naar andere oplossingen om die taal te leren. En dan komen ze snel in Vlaanderen uit. Sommige cursussen worden bij ons al in het Engels gedoceerd en de afdeling Taal- en Letterkunde staat hier erg hoog aangeschreven.”

 

Alsof een taal leren de enige motivatie is om naar Spanje te trekken.

dIS “Erasmus is in de eerste plaats een academisch programma. Maar inderdaad, de motivatie ligt meestal elders. Je kan een andere cultuur en taal intuimelen, je kansen op de arbeidsmarkt verhogen. Uit de enquĂȘte is ook gebleken dat voor heel wat studenten het langverwachte kotleven een belangrijke rol speelt in hun beslissing. Dat zijn allemaal objectieve pluspunten, die we dan ook ‘verkopen' in onze infobrochures. Want verkopen moeten we, willen we ooit ons streefdoel, 10% van de studenten, bereiken. Natuurlijk hangen we vast aan een beperkt segment van mensen die het avontuur aankunnen. Niet iedereen heeft de behoefte om zijn vleugels uit te slaan.”

 

Academisch gezien zijn de motivaties misschien niet altijd even nobel. Studeren in Malta: een gemakkelijk studiejaar, denk je dan.

dIS “Buiten het academische zijn er andere elementen die je meepikt. Jaar na jaar schrijft Erasmus een succesverhaal en zorgt voor de persoonlijke ontwikkeling van de student. Maar een laag niveau in Malta, dat zou ik niet durven beweren.”

 

De faculteiten durven het wél. Ze passen immers de studieresultaten aan in functie van de Antwerpse norm.

dIS “Rond die puntenomzetting is al een hele discussie gevoerd. Normaal gezien worden de resultaten omgezet naar een puntenschaal van onze universiteit via het ECTS-systeem. Vaak is het echter aan de facultaire verantwoordelijken om de resultaten te interpreteren, geval per geval. Studenten kunnen hun punten altijd komen verdedigen voor de prof en het secretariaat. Waarom heeft een student plots 16 in het buitenland? Dat heeft niet altijd met het niveau daar te maken. Het is mogelijk dat het cijfer in dat puntensysteem klopt. Er kunnen natuurlijk ook minder objectieve elementen meespelen. Had de Maltese prof bewondering voor het Engels van de student en heeft hij hiermee rekening gehouden bij zijn quotatie?”

 

Omgekeerd kan ook: je hebt een tweede zit in je gastuniversiteit. Dan maar een duur vliegtuigticket kopen en terugkeren?

dIS “Nee hoor, dat lossen we hier wel op, in samenspraak met de faculteit. De Antwerpse prof kan voorstellen een gelijkaardig vak te ondervragen in tweede zit, los van de gastuniversiteit, of je examen kan opgestuurd worden. In Frankrijk eindigt het academiejaar begin juni, om dit probleem te verhelpen. Zo kan je je vakken ter plekke eind juni al herdoen.”

 

Bij het handje nemen

De faculteiten lijken een belangrijke rol te spelen. Alles staat of valt met hun mobiliteitsbeleid?

dIS “Inderdaad, en daarin proberen wij een stimulerende rol te spelen. TEW en Rechten hebben een goed uitgestippeld beleid met duidelijke reglementen. In de wetenschappenlijke richtingen is de studentenuitwisseling echter nog niet zo goed doorgedrongen. Internationalisering vormt wel een verplicht luik binnen hun onderwijsontwikkelingsplan. En in die optiek gaat het ook heel wat verder dan louter studentenmobiliteit van het genre Erasmus. Elke opleiding moet zelf een visie ontwikkelen en bepalen hoe zij dit aspect invult. Maar daar schort het voorlopig nog wel eens aan. De dIS speelt, voor de overheid, een voorbereidende en ondersteunende rol.”

 

Een toekomstig Erasmus-studente uitte de volgende bedenkingen: “Er is helemaal géén begeleiding, niemand weet iets, je hoort niks en als je nog eens mailt hoor je nog altijd niks. Van organisatie is geenszins sprake!”

dIS “Studenten worden echt wel bij het handje genomen. Maar ze moeten uiteraard ook zelf informatie verzamelen: infosessies bijwonen, infobrochures lezen, hun correspondentie afhandelen... We hebben kotadressen en gegevens van studenten die naar dezelfde plek trekken. Alleen moeten deelnemers die wel bij ons komen opvragen. We spelen met het idee oud-Erasmussers bijeen te brengen om mondeling wat reacties van hen te horen, want in het schriftelijk verslag dat ze normaliter achteraf moeten opstellen, wordt niet alles verteld. Schrijf dat maar in jullie artikel: ik vind dat wij vrij goed georganiseerd zijn, maar suggesties of opmerkingen zijn altijd welkom.”

 

Bij deze nog een opmerking: de selectie van de uitgaande studenten gebeurt pas eind april of later. Veel betaalbare, gesubsidieerde koten zijn dan al volzet.

dIS “Het semestersysteem hier vormt een serieuze hindernis. We hebben ervoor gekozen de informatiecampagne en de selectie te concentreren in het tweede semester. Dat is laat maar in de examenmaand januari kan je studenten onmogelijk bereiken. Nu informeren we begin februari en dan hebben ze nog zes weken om in gang te schieten en een lijvig vakkendossier samen te stellen. Het zou misschien beter zijn de deadline op half februari vast te pinnen, en niet ergens halverwege maart. De selectie gebeurt door de opleidingen onmiddellijk na de deadline, met een melding aan de studenten voor of net na de paasvakantie.”

 

Niet elke opleiding vraagt zoveel administratieve voorbereiding van de student. Een eigen deadline per faculteit, biedt dat geen oplossing?

dIS “Als we van de centrale organisatie afstappen, vrees ik dat de informatie niet meer transparant is voor studenten. De kans bestaat dan ook dat in bepaalde departementen de informatie niet tijdig tot bij de student geraakt. Wij willen elke student op dezelfde manier behandelen. Misschien is de infosessie vervroegen naar december wel een poging waard.”

 

We blijven hier maar doorbomen over Erasmus maar de dIS heeft ons nog heel wat meer te bieden.

dIS “De universiteit heeft een eigen reisbeurzenprogramma ontwikkeld: ze stelt geld ter beschikking van studenten die op uitwisseling buiten Europa willen gaan. Wij moedigen profs ook aan een groepsreis te maken met hun studenten, die we dan gedeeltelijk financieren. Verder proberen we de ontwikkelingssamenwerking wat aan te zwengelen en stimuleren we de studenten om een zomercursus te volgen. Door het bachelorsysteem en de ingelaste scriptie zijn de mogelijkheden om elders te studeren wel beperkter geworden. Korte, intensieve uitwisselingen zullen waarschijnlijk meer aan belang winnen.”

 

Met Erasmus Belgica kan je een tijdje in Wallonië of Brussel gaan studeren. Een ietwat bevreemdend initiatief, als je het ons vraagt.

dIS “Toegegeven, het slaat ook minder aan dan verwacht. Dit jaar gaan zes studenten naar WalloniĂ« en twaalf komen er naar hier. Een lichte stijging tegenover vorig jaar toen slechts één deelnemer de taalgrens overstak. Door het project kan je nochtans je Frans opkrikken en de kloof met WalloniĂ« wat dichten. De beurs is ook niet min: maandelijks honderd euro voor je kot en honderd euro forfait. Wie niet ver weg kan studeren maar er toch even uit wil, vindt zo een oplossing. Voor docenten is er overigens iets gelijkaardigs op poten gezet.”

 

Instroom

Ook buitenlanders worden warm gemaakt voor Erasmus in Antwerpen. Wat doet onze universiteit voor de inkomende studenten?

dIS “Onze dienst is de eerste contactpersoon. Als de student geselecteerd en aanvaard is, verzenden we een informatiepakket als voorbereiding van zijn verblijf. Vlak voor het begin van het academiejaar vindt er een oriĂ«ntatiedag plaats waar de verschillende diensten en studentenfaciliteiten aan bod komen. Het geeft de buitenlandse inwijkelingen ook de kans elkaar te leren kennen.”

 

En is Antwerpen zo'n beetje populair?

dIS “Dit jaar zijn er 180 inkomende Erasmus-studenten in het eerste semester, plus een twintigtal niet-Europese studenten. Dan komen er nog een 50-tal voor het tweede semester bij. We tellen dus evenveel inkomers als uitgaanders voor de start van het academiejaar. De intrede van de Oostbloklanden bij de Europese Unie heeft het aantal inkomende studenten fiks de hoogte ingestuwd. Centraal-Europa zendt haar zonen en dochters uit, en die blijken overigens over een meer dan degelijke studiebol te beschikken.”

 

De gemiddelde Let spreekt toch geen Nederlands?

dIS “We raden buitenlanders aan een (door de dIS gesubsidieerde) cursus Nederlands te volgen. En als dat echt geen optie is, dan kunnen ze zich nog steeds in het Engels behelpen. Veel handboeken zijn immers al in deze taal en ook profs durven zich een inspanning te troosten op dit gebied. Een mondeling examen afleggen in het Engels zou perfect mogelijk moeten zijn. Dan heb je ook nog faculteiten als Rechten en TEW die een Engelstalig programma aanbieden. Voor PSW is er momenteel een programma in ontwikkeling van 60 studiepunten, ook volledig in het Engels. Lessen in die taal vormen nu eenmaal een belangrijk verkoopsargument. Onze landstaal beheersen blijft echter wel de sleutel tot integratie.”

 

Bijspijkeren

Of ze kunnen natuurlijk ook gewoon dwars lezen om hun Nederlands bij te spijkeren. Na ons gesprek met de dIS zijn we een kijkje gaan nemen op de informatiebijeenkomst voor inkomende Erasmus-studenten. Daar werd het bonte gezelschap van Zweden, Italianen en Pakistani een dag lang bestookt met de finesses van de werking van onze universiteit en gebombardeerd met allerhande survivaltips.

 

Voor ons was het meteen een uitstekende kans om even te peilen hoe het met het Nederlands van de uitwisselingsstudenten gesteld is. Stavros (Griekenland) geeft grif toe dat de taal misschien wel de belangrijkste reden was om voor Antwerpen te kiezen. “Je kan je hier behelpen in het Engels en er zijn taalcursussen”. Maria (Cyprus) vult aan: “Antwerpen is gewoon een prachtige stad. Een vriend van me trok vorig jaar naar hier, hij was vol lof. Complimenten trouwens voor de vlotte organisatie.” Op de vraag of huisvesting geen probleem was, knikken beiden nee. De universiteit heeft ze uitstekend op weg geholpen. Dan rest er ons niet meer dan te vragen wat hun extra-curriculaire plannen nog zijn: “Het ModeMuseum natuurlijk, en ook het Museum voor Schone Kunsten gaan we zeker bezoeken. Heel wat historische gebouwen hier lijken de moeite waard.”

 

Bernadette (Duitsland) heeft het anders aangepakt. “Ik heb op mijn universiteit in Duitsland al twee semesters Nederlands gevolgd dus ik ken de taal een beetje. Eigenlijk wou ik naar Den Haag maar Antwerpen is ook goed hoor.” We informeren nog naar haar voorbereiding. “De website van de universiteit en een boekje over Antwerpen hebben me verder op weg geholpen. In de lessen Nederlands werd er trouwens ook veel aandacht besteed aan Antwerpen.” Haar niet-academische plannen staan nog niet helemaal vast: “Ik zie wel. Brussel pronkt bovenaan mijn lijstje maar ook de kathedraal wil ik zeker nog bezoeken.”

 

Het laatste zegje laten we aan de enthousiastelingen van de dIS. Het is bewonderswaardig hoe ze aan zo'n tweehonderd anderstalige studenten met handen en voeten trachten uit te leggen hoe de gescheiden huisvuilophaling in Antwerpen werkt. Zij zijn het referentiepunt voor alles wat ook maar een tikje naar internationalisering neigt, zowel voor inkomende als uitgaande studenten. En daarom laten we de conclusie aan hen: “Met een open attitude, de nodige achtergrondinformatie, een goede voorbereiding en de adviezen van internationale coördinatoren zal je verblijf in het buitenland een warme en leerrijke ervaring worden.” We geloven hen op hun woord.



editoriaal
24/09/2006
🖋: 
Auteur

Aan het begin van het academiejaar behandelt het editoriaal van een studentenblad doorgaans de bureaucratische rompslomp die bij de inschrijvingen in ons hervormd onderwijs komt kijken. Een ander mogelijk onderwerp is de vruchteloze zoektocht naar een goedkoop en tegelijkertijd degelijk kot; ook de prijzen van de cursussen worden al eens aan een kritische blik onderworpen. Studenten moeten echter ook verder kijken dan hun neus lang is.

Meer dan student zijn we inwoners van een stad. We maken in eerste instantie deel uit van de samenleving. Binnen die gegevenheid kunnen we dan ook niet om de verkiezingen heen. De koorts heeft toegeslagen en achter elke hoek schuilen de geafficheerde, lonkende blikken van zij die verkozen wensen te worden. Er wordt duchtig reclame rondgedeeld, menig hand geschud en er worden tig beloftes gemaakt. Achter de tandpastaglimlachjes gaat desondanks vaak een krampachtige angst schuil.

 

Er hangt een onheilspellende onweerswolk boven onze stad. Te pas en te onpas valt de naam van die ene partij. Blijven ze slapend rijk worden of kan men ze eindelijk het zwijgen opleggen? De ene politieke analyse volgt de andere op en weldenkend Vlaanderen zit met de handen in het haar. In volle campagnetijd mag een VB-voorman doodleuk leugens komen vertellen in Ter Zake, op schoot bij Siegfried. Het is wraakroepend dat iemand het waagt te beweren dat allochtonen positief gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt! Niets is minder waar, de situatie is schrijnend.

 

Het leeuwendeel van onze vers ingeschreven eerstejaartjes mag deze maand voor het eerst stemmen. Uit onderzoek is gebleken dat het stemgedrag van studenten niet afwijkt van dat van de rest van de bevolking. Bovendien is ook onze motivatie vaak weinig onderbouwd en weten velen een week voor de verkiezingen nog niet welk bolletje ze rood zullen kleuren. Ondertussen vraag ik mij af waarom ik nog nooit les heb gehad van iemand met een andere huidskleur dan de mijne. Als ik mijn ogen laat dwalen over onze studenten, kan ik enkel vermoeden dat ik nog lang zal mogen wachten.