Overzet aan zet
18/04/2006
🖋: 
Auteur

Dat de Schelde, zich voortdurend herbronnende levensader van onze havenstad, niet enkel gekruist wordt door tunnel of brug (laat staan door Lange Wapper), is een gegeven door velen geweten, maar slechts door weinigen aan den lijve ondervonden. Hier en daar schieten immers witgekalkte veerponden als landtongen uit het kolkende scheldewater. Zij bewijzen vooral des weekends hun nut door wandelgrage toeristen, wielerfreaks en gewone stervelingen naar deze of gene zijde van de stroom te brengen. Zo ook te Hemiksem, alwaar een bedrijvige veerdienst om het halfuur nieuwsgierigen naar Bazel toe stuwt.

Wie bij de overzet Hemiksem-Bazel aan een gammel en onstabiel te water gelaten motorbootje denkt, komt bedrogen uit. Ook de kapitein van het veer blijkt in geen enkel opzicht een ietwat ongure afspiegeling van Kapitein Iglo te zijn. Geen afgekloven pijp, noch een door weer, wind en whisky aangetast aangezicht te bespeuren, maar wel een netjes in het pak gestoken dertiger met onder zijn commando een vijf weken oud en dus nagelnieuw schip. Dan mag een mens al eens fier zijn, stel ik vast. Kapitein Somers zeult ons wars van alle verbodstekens mee naar de machinekamer en steekt boven het gebulder van deze achtklepper een redevoering af die enkel met instemmend geknik van onze zijde afgestompt kan worden.

 

Eenmaal terug bovendeks, lichtjes teleurgesteld omdat de kapitein in kwestie geen voortdurend vloekende piraat blijkt te zijn, stuit ik als bij toeval op Roger: de verpersoonlijking van al wat scheepvaart was en nog had moeten zijn. Geboren en getogen op een binnenschip, onverstaanbaar voor zich uit mompelend en met zijn in een roze fleece gewentelde poedel op de arm, kan het haast niet anders of deze man heeft ooit nog oog in oog gestaan met afstammelingen van Moby Dick. Eenmaal aan de praat vertelt hij – enigszins verward, met lange tussenpozen en turende blikken richting horizon – een relaas recht uit het hart. “Ik heb jarenlang als binnenschipper mijnen boterham verdiend. Eerst bij mijn ouders op den boot en later as hulp bij ander. Sommige periodes... Ik stond op ne zevenhonderd tonner en wij vervoerden kerosine. Da was ne moeilijken tijd. Ge mocht daar ni smoren, da was te gevaarlijk, en daar haddek het ni makkelijk mé. Ook schoenen me stalen zolen mochte ni drage. Voenkskes é. Toen dattek drieëntwintig was emmek Maria ontmoet, die was van aan de wal. Ik wou toen heel graag, samen me haar, nen eigen boot beginnen. Daarvoor moete mé twee zen en vooral een vaarbewijs emme. Ik had da al, dus ons Maria maar probere. Ene keer, twee keer. Da ging ni. Enfin, ikke mijn plannen opgeborgen, en in de scheepsbouw gaan werken. Allé, ik heb daar van zijn leven geen spijt van gehad zene, soems wel, mo...ik zien haar veel te geire é. En na pakke wij same zo goed als elk weekend den overzet. Da gevoel van varen, die geur, da's magnifiek. Ik kan gewoonweg ni zonder.”

 

Wanneer het door lousy captain Somers behendig gemanoeuvreerde veer linkeroever bereikt en Roger en Maria zwaaiend afscheid nemen, bolt tot mijn grote verbazing een bende booster-reljeugd het dek op. Gezinnenprikkeld door dit bizarre gebeuren, wordt de pseudo-onderzoeksjournalist, niet vies van enig vooroordeel, in mij wakker. Ik voel mij geruggensteund door een dek vol getuigen, en gewapend met de gedachte dat gedurende maximaal twee minuten niemand van dit driekoppige combo aan mijn vragen kan ontsnappen, stap ik op hen af. Mijn verdorven brein verzint een alibi om schijnbaar achteloos toenadering te vinden tot deze vervaarlijk ogende jeugddelinquenten. Voorzichtig stel ik mij voor en druk hen op het hart dat ook ik ooit, in lang vervlogen tijden, een boosterbolide heb bereden. Eenmaal aanvaard, diep vanbinnen “Leve de leugen!” schreeuwend en met het hart bonzend in de keel, peil ik naar hun beweegredenen. Want wees nu eerlijk: veel valt er voor hen niet te beleven, daar te Bazel. De drie tieners, ogen op halfzeven en gniffelend zoals normaal alleen pubermeisjes dat zouden moeten kunnen, kijken elkaar beurtelings vragend aan. Waarop de leider van de gang het woord neemt en lichtjes gedegouteerd, doch met uitgestreken gezicht en kikker in de keel de ongeloofwaardige woorden “Euh van de natuur genieten enzo” stamelt. Yeah Right, denk ik bij mezelf, maar voor ik hen ongelegitimeerd verder op de rooster kan leggen starten zij hun motors en stuiven niets dan stof achterlatend weg.

 

Terug op vertrouwde bodem, rechteroever genaamd, staat een jonge moeder met haar prille kroost op het veer te wachten. Wanneer de man des huizes haar vervoegt, vertelt ze: “Deze boot, dat is pure vakantie. Vroeger, toen dat wij nog maar pas samen waren, fantaseerden wij altijd dat we hiermee naar Amerika gingen varen en dan was ik Grace Kelly, met zonnebril, wapperende sjaal en al. En de Patrick, ja, die moest dan wel Prins van Monaco spelen.” “En ge ziet met wat voor resultaat”, draagt Patrick trots zijn steentje bij tot het gesprek. “En met wat voor een resultaat”, beaam ik zachtjes. Lul.



Theater op UA
18/04/2006
🖋: 

Het was u misschien stiekem ook ontgaan. Met haar éénmaking al even achter zich vertoonde het UA-programma een culturele leemte. Tot studente Evelien Wouters aan de mouw trok van de dienst Studentenvoorzieningen en zo in een mum van tijd theatergezelschap De Bromvlieg ontstond. Eind mei waagt de groep zich op de planken van het Klein Raamtheater met de voorstelling Leda van Jan Lauwers. Neem het maar van een voorproever aan: naar een projectiel grijpen om dit insect de mond te snoeren zal niet nodig zijn.

Ze noemen zich “amateuristisch” en “groen achter de oren”. Hoewel de ervaring van de meeste acteurs inderdaad niet verder reikt dan een schooloptreden, spelen ze zwierig en overtuigend. Al gauw verandert het repetitielokaal boven Agora in een mythewereld waar de bronstige Zeus, vermomd als zwaan, mensenkind Leda verkracht. Soms is de zwanenzang zoet, soms stekelig, trots of jammerend. Terwijl het gezelschap liefde en smart op de scène brent, zorgt regisseur Mehdi Koocheki voor gevatte commentaar én een volle "vloekpot": onder het motto “een acteur die zijn tekst kent, is er twee waard” slorpt deze confituurpot twintig cent op per hapering.

 

De zes acteurs en regisseur nemen hun pionierswerk ernstig. Repetities volgen elkaar in almaar kwieker tempo op, naarmate de lakmoesproef lonkt. Hoofdrolspeelster Ciska Hoet licht al een tipje van de sluier op. “De toeschouwer kan zich verwachten aan seks, geweld en dood.” Haar personage, de sensuele Leda, heeft inderdaad scherpe kantjes. “In het begin was het even slikken om Leda's pikante taal in de mond te nemen. De regisseur wou geen régel schrappen.” Erotisch getint toneelvoer is wel didactisch verantwoord. Dit controversiële stuk schaart zich achter de theorie van de hedendaagse filosoof Bataille, die aantoont dat geweld eigen is aan ons bestaan en dat het primaire in de mens een plekje moet krijgen. De opleiding Wijsbegeerte laat ook elders haar sporen na. De twee filosofiestudenten, Evelien en Ciska, rakelden Socrates' bijnaam op en noemden hun toneelgroep naar hem, de “bromvlieg”. Net als deze verbeten vragensteller willen ze met hun stuk blijven kleven, de toeschouwers wakker schudden. “Maar toch vooral zot doen,” grinnikt Evelien Wouters alias Master of Darkness, “een functie die in een zoveelste absurde bui kwam aanwaaien”.

 

Hun voorraad is wellicht onuitputtelijk. Er verstreek dan ook geen nanoseconde bij het kiezen van hun favoriete hilarische moment. Enkele lachstuipen later krijgen ze de beruchte zin eindelijk over de lippen: “Hij was groot, en ik onvoorbereid.” Eén klik en blik op hun website en u ziet dit citaat vergezeld van fotogeniek dijengeklets. “En het dansen tijdens de repetitie en de doorzakkende stoelen en ...” Eenmaal de buikspieren tegenspartelen, neemt het groepje een plechtige toon aan en verzekert ons een “serieus stuk” te brengen volgend jaar. De muzikale acteur van het gezelschap, Erik Heestermans, wil zelf muziek componeren en de regisseur hoopt zijn eigen tekst op te voeren. Er zullen ook audities komen. Dan loenst het ambitieuze sextet weer naar de scène en elk glipt in zijn rol. Fris, vinnig, en liefst met u als publiek zaterdag 20 en zondag 21 mei.

 

 

Leda - tekst: Jan Lauwers, regie: Mehdi Koocheki
20 en 21 mei in het Klein Raamtheater
Lange Gasthuisstraat 26
VVK 3 € - Kassa 4 €
Verkrijgbaar via debromvlieg@ua.ac.be Meer info op www.ua.ac.be/debromvlieg



18/04/2006
🖋: 

Ben Harper zorgt al een dikke tien jaar voor een eigenwijze mengeling van seventies funk, doorleefde gospel en stevige soul. De man is een muzikale kameleon: hij verandert met een vingerknip van kleur, terwijl zijn essentie steeds rustig blijft doorschemeren.

Ben Harper - Both Sides of the Gun

Zo verzorgde hij bijvoorbeeld al het voorprogramma van zowel Metallica als The Fugees. Overigens, voor degenen die denken dat het dubbelalbum zijn tijd heeft gekend: gelukkig is dat fout geredeneerd. Harpers nieuweling Both Sides of the Gun is een tweedelig pièce de résistance met een zacht en een stroef kantje. Nooit klonk de charmante rocker ingetogener dan op de eerste schijf: wie een bloedmooi nummer als Happy Everafter in Your Eyes hoort, kàn niet ontkennen dat Harper een geweldige songschrijver is. Ook als muzikant staat Ben zijn mannetje: hij speelde zowat alle instrumenten (inclusief drums) op eigen houtje in. Het tweede deel van het album is in elk geval het interessantst. Harper slaat de brug tussen verschillende werelden: Black Rain klinkt bijna als hip hop, de titeltrack is pure funk en The Way You Found Me stoeit met jazzy pop. Maar ook klassieke rock is de man niet vreemd: Engraved Invitation is duidelijk een hommage aan de Rolling Stones-bluesrock en de epische hardrocker Serve Your Soul had zo op een Led Zeppelin-album kunnen prijken. Het exotische Better Way is trouwens nu al de feel-good-single van het jaar. Petje af.

 

The Vines - Vision Valley

De Australische “garagerockers” The Vines hebben weer een nieuwe verzameling ongeïnspireerde riffbeurten klaar. Vision Valley, hun derde poging tot rocken, blinkt als een opgepoetste carrosserie, maar één blik onder de motorkap verraadt het wrak dat erachter schuilgaat. Een Vinesnummer is relatief makkelijk te ontleden: twee riffs, één onveranderende beat, een repetitieve zanglijn, en dat gedurende gemiddeld twee minuutjes. Single Gross Out klinkt de eerste keer nog wel leuk, maar vanaf een tweede luisterbeurt is het huilen met de pet op. Frontman Craig Nicholls is nog steeds de specialist in puberale Nirvana-imitaties, maar jammer genoeg wil 's jongens stem niet zo goed mee. Met pseudo-punknummers die The Sex Pistols te simplistisch zouden vinden, trapt dit trio steeds opnieuw in de voorspelbaarheidsval: Anysound, Fuck Yeh, Nothin's Comin'... zoek de twee verschillen. Als ze dan toch eens proberen het tempo wat lager te leggen, zoals in het oersaaie Take Me Back, klinken ze als een bewust verstopte Blur-demo met een zeer sec Green Day-tintje. De strijkers in Going Gone zitten misschien redelijk snor en de ritmeverandering in Atmos verrast nog wel, maar voor de rest is het één en dezelfde slappe herhalingsoefening. Het kan aan een gebrek aan fantasie liggen, maar wat de platenwereld ooit in dit zootje ongeregeld heeft gezien, blijft tot op heden onduidelijk. Recycleren die handel.

 

Squeezable Future - Pro Motion

Het Antwerpse duo Squeezable Future werkt sinds 2002 aan een eigen sound en is daar op hun eerste album Pro Motion alleszins duidelijk in geslaagd. Gitarist-zanger Pisteffo en drummer Deemonkeyjazz kwamen reeds even in de media doordat ze voor de cover van hun album een bewerking hadden gemaakt van het vijftiende-eeuwse schilderij Madonna met Kind van Jean Fouquet; een slimme truc waar het KMSKA niet onmiddellijk mee kon lachen. Pro Motion behandelt naar eigen zeggen de kracht van het individu tegenover de huidige onpersoonlijke samenleving, een transformatie tot de Westerse Boeddha incluis. De aangename mengeling van lounge, pop, ambient en funk die deze jongens presenteren komt het best naar voren in Madmaks, waarin een spel tussen sferische synths, gitaareffectjes en een subtiel orgel wordt omkaderd met een jazzy in- en uitleiding. Ook het hallucinante The Box en het sferische, naar elektronica neigende Victor zijn geslaagd te noemen en de schijnbare ad lib zanglijnen in The Other Me vormen een mooi contrast met het stevigere middenstuk. Asexual combineert een groovende discobeat met een leuk improvisatie-intermezzo en funky gitaartoetsen, afsluiter Pretty Cold Feet is dan weer een zweverig maar speels jazznummer. Het fijne, soms hip hop-getinte slagwerk, de uitgekiende zangpartijen, de nodig geluidseffecten en een dEUS-knipoogje maken van dit werk een opvallend en authentiek debuut.



editoriaal
22/03/2006
🖋: 

Twee belangrijke waarden in onze democratie zijn vrije meningsuiting en persvrijheid. Het is de taak van de pers de mensen op de hoogte te brengen van wat er gaande is in de wereld. Genuanceerd, onafhankelijk, onbevooroordeeld. Feit is dat dit niet zo makkelijk is als het lijkt.

Het ‘ideaal' van een neutrale pers zal wel altijd een ideaal blijven. Zeker als neutraal wordt gelinkt aan gevoelloos en waardevrij. Een pers zonder gevoel, zonder waarden is een illusie. Journalisten worden gedreven door hun eigen waarden, journalistiek komt vaak uit de buik. Het is een passie.

 

De journalist gaat op zoek naar dat wat niet voor de hand ligt, datgene dat niet vanzelfsprekend is. Datgene dat zich achter de mooie facades afspeelt. De journalist is geen opti- of pessimist, maar een realist, die een beeld van de werkelijkheid tracht te schetsen, met al haar nuances en daarbij duidelijkheid en helderheid vooropstelt. Een journalist is geen moraalridder, die je zegt dit of dat te doen, of die je tracht te overtuigen van zijn of haar gelijk. Nee, eerder reikt hij of zij je de middelen aan die je kunnen helpen jouw eigen beeld van en mening over de werkelijkheid te vormen. Vaak komt het daarbij tot conflicten, soms regelrechte strijd. Maar net zoals de maatschappij nood heeft aan objectieve journalisten, heeft al dat geschrijf nood aan respons. Misschien lokt de journalist reacties uit, heel bewust, of ook niet. Maar dan komen we weer tot het vertrekpunt. Beter ellenlange discussies, reacties, emoties die worden losgeweekt, dan een lauwe, voorgekauwde berichtgeving, die verdwijnt in de stroom.

 

In onze hedendaagse maatschappij worden teveel mensen door eenzelfde nieuwsbron ingelicht. Een enorme verantwoordelijkheid rust op de schouders van televisiemakers en uitgeverijen. Het nieuws van zeven en de daar rond hangende reclameblokken dringen door tot ruim anderhalf miljoen zielen. Hoeveel procent van deze mensen neemt echter de tijd om eens een andere bron te raadplegen en het nieuws in z'n ruimere context te interpreteren? We moeten er ons van bewust zijn dat de nieuwsberichtgeving past in commerciële strategieën, evengoed als je favoriete televisiequiz.

 

Deze maand in dwars een interview met een Vlaams Belang Jongere in de leeuwenkuil, de zoektocht naar gezellige, maar betaalbare eetgelegenheden in de binnenstad en een duik in de Antwerpse Ruien. Verder trokken onze reporters naar Leuven, interviewden ze de top van Acco en legden een kot met een verhaal vast op de gevoelige plaat. Als kers op de taart een fotoreportage over een Antwerpse synagoge en de vaste film- en muziekbesprekingen, fictiecolumn en puzzel.



De Leeuwenkuil
20/03/2006
🖋: 

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 legt dwars jonge politici op de rooster. Wij gaan op zoek naar hun drijfveren en ambities, we willen weten wat hen voor hun partij doet kiezen. Wat betekent het om vandaag jong te zijn in de politiek? Deze maand spraken we met een informaticastudent van de Karel de Grote-Hogeschool: Kristof de Bock (19) van het Vlaams Belang.

Waarom heb je voor het Vlaams Belang gekozen?

Kristof de Bock Rond mijn vijftiende kwam ik via mijn vriendenkring in contact met het Vlaams nationalistisch gedachtegoed. Ik ben mij erin gaan verdiepen en kwam zo al snel bij het VB uit. Dat was en is de enige echte Vlaamse partij. De VU (die ondertussen opgesplitst is in N-VA en Spirit) was te klein, te rommelig en te federalistisch. Ik wil dat Vlaanderen onafhankelijk wordt. Er zijn allerlei redenen om België te laten barsten. Denk maar aan de geldtransfers naar Wallonië. Er is ook het feit dat we twee verschillende volkeren zijn. Als we Brussel een tweetalig statuut geven, zullen Franstalige Brusselaars die rationeel nadenken trouwens zeker voor Vlaanderen kiezen. Op economisch vlak lijkt dit me evident en ook cultureel gezien heeft Brussel weinig met Wallonië te maken.

 

In tegenstelling tot de andere jongeren die we in De Leeuwenkuil hebben geïnterviewd, bleken de jonge VB-ers niet happig voor een interview. Is dat niet in contradictie met het engagement dat jullie binnen de partij aangaan?

de Bock Het is niet vanzelfsprekend er openlijk voor uit te komen dat je lid bent van de partij. Mensen stemmen wel voor ons maar komen er niet altijd graag voor uit. We hebben het ook moeilijk om mandatarissen te vinden om op de lijsten te staan. Ze zijn bang voor hun werk en zeker studenten willen niet dat hun docenten het weten. Je wordt nog steeds scheef aangekeken als je rechtse overtuigingen hebt. Eens we aan de macht zijn, zal dat gemakkelijker worden, we worden nu te veel gediaboliseerd. Ik hoop dat iedereen er binnenkort openlijk trots op kan zijn.

 

Wat is je huidige functie binnen de partij?

de Bock Ik heb in Berchem een bestuursfunctie, ik schrijf teksten over de lokale politiek en zorg voor het webbeheer. In Antwerpen zelf ben ik secretaris van VB-Jongeren. Bij de volgende verkiezingen zal ik op de districtslijst staan in Berchem. Wat de toekomst betreft zullen we wel zien. Als ik de kans krijg om in de politiek te gaan na mijn studie, zal ik dat uiteraard doen. Mijn studie combineren met politiek zorgt voor een druk leven. Ik moet regelmatig naar vergaderingen en we organiseren allerlei activiteiten. We richten debatten in, film- en vormingsavonden en we nodigen sprekers uit. Binnenkort komt Anke Vandermeersch bijvoorbeeld praten over de vrouw in de politiek en worden we geïnformeerd over de rechten en de plichten van de militant, over wat er wel en niet kan tijdens de verkiezingen.

 

Naast Karim Van Overmeiren bewonder je Filip Dewinter. Nochtans is hij geen onbeschreven blad. In zijn jeugd is hij actief geweest bij het NSV, een extreem rechtse organisatie die het geweld niet schuwt.

de Bock Dat is al erg lang geleden. Je moet dat ook in zijn tijd en context zien. Als je jong bent, ben je sowieso wat radicaler en ook de tijden zijn veranderd.

 

Nochtans geldt dat blijkbaar niet voor iedereen. Jouw ondervoorzitter Tanguy Veys is eind jaren negentig -niet zo heel lang geleden dus- veroordeeld omdat hij een linkse student had geslagen.

de Bock Daar ben ik niet van op de hoogte.

 

In elk geval herbergt jullie partij een aantal mensen met zeer extreme standpunten. Denk maar aan Luc Vermeulen van Voorpost of Roeland Raes die enkele jaren geleden de Holocaust minimaliseerde op de Nederlandse televisie. Niet alleen moet dit tot interne tegenstellingen leiden, het is ook een van de redenen voor andere politieke partijen om samenwerking met het Vlaams Belang uit te sluiten.

de Bock Ten eerste voelen die mensen zich -ondanks hun soms wat radicale meningen- zeker op hun plaats binnen onze partij. Er is absoluut geen sprake van een conflict tussen gematigd en extreem. Ten tweede denk ik dat het feit dat andere partijen niet met ons willen samenwerken heel andere redenen heeft. Links wil in Vlaanderen gewoon aan de macht blijven. Wij hebben helemaal niet zo'n extreme standpunten. Onze visie op migratie ligt in het verlengde van het Vlaams nationalisme. We willen een degelijk migratiebeleid en een onafhankelijk Vlaanderen. Is dat nu zo extreem? Onze programmapunten hebben duidelijk succes bij de bevolking. Mensen kunnen zich erin terugvinden.

 

Noem eens een aantal punten die je op lokaal vlak zou willen realiseren.

de Bock In Berchem is het groene park 'Brilschans' helemaal aan het verloederen. Mensen die daar elke dag voorbijkomen ergeren zich er enorm aan. We zitten er ook met een parkeerprobleem. Het is belangrijk dat de buurten er mooi en proper blijven. Dat zijn kleine punten maar de bewoners zijn er wel mee bezig. In Antwerpen zelf moet de overlast aangepakt worden. Zaken als sluikstort maar ook illegalen leveren problemen op. We willen er terug een nette en leefbare havenstad van maken.

 

Iedereen wil een aangename stad. De visies over de manier waarop je dit bereikt lopen weliswaar uiteen. Hoe denk je de problemen concreet aan te pakken?

de Bock Iemand als Erwin Pairon van Groen! zei onlangs nog dat hij aan sluikstorten niks kan doen. Met zo'n attitude kom je er natuurlijk niet. Er moet meer blauw op straat. De politie is veel te veel met paperassen bezig, ze zitten vooral achter hun PC en dat is verkeerd. Momenteel zie je de lege combi's voor de deur van het politiebureau staan, dat kan toch niet? Er moet meer contact met de bevolking zijn. We moeten terug naar een soort dorpsagent. Veel mensen melden kleine diefstallen niet omdat de afstand met de politie zo groot is.

 

In het Amerikaanse blad 'Jewish Week' noemde Filip Dewinter jullie partij islamofoob. Hoe sta jij daar tegenover?

de Bock We zijn niet xenofoob maar er is inderdaad sprake van een zekere angst voor de Islam. Die religie is niet compatibel met de democratie, noch met de Europese en Vlaamse waarden. Verhofstadt heeft dit trouwens zelf nog gezegd in zijn burgermanifesten maar toen kraaide er geen haan naar. We moeten uitgaan van een scheiding tussen kerk en staat, van gelijkheid tussen man en vrouw. Binnen de katholieke kerk is dit bijvoorbeeld een minder groot probleem. Voor alle duidelijkheid: ik ben het er niet mee eens dat vrouwen geen priester mogen worden maar je kan het katholieke geloof en de Kerk bij ons apart van elkaar zien. Dat kan van de Islam niet gezegd worden. De multiculturele samenleving heeft trouwens nooit gewerkt. Er ontstaan altijd conflicten, kijk maar naar de buurten waar veel allochtonen samenwonen. Iedereen ziet toch dat dat niet werkt?

 

Heb je oplossingen voor die probleembuurten?

de Bock Het kan niet altijd van één kant komen. De grote meerderheid wil zich niet integreren. Kijk maar naar de betoging op de Groenplaats naar aanleiding van de ‘Mohammedcartoons'. Als je erbij wil horen, moet je je eigen cultuur achter je laten. De Islam moeten ze ook voor een deel laten vallen, zeker als levenswijze. Als godsdienst moet het nog wel kunnen. Imams die haat prediken zijn ook not done, die moeten worden uitgewezen. Enfin, ze moeten zich verbinden met de Vlaamse gemeenschap. Ons standpunt hieromtrent is uiteindelijk duidelijk: aanpassen of terugkeren.

 

Allochtonen moeten volgens jou assimileren. Is dat ook zo voor de orthodoxe joden in Antwerpen?

de Bock Zij zijn een minderheid en zorgen niet voor overlast. We moeten hen dan ook niet als en gevaar zien maar in principe geldt dat voor iedereen, ja. Kijk, wij houden ons bezig met wat er bij de mensen leeft. Er bestaat een band tussen etniciteit en criminaliteit. Gerolf Annemans heeft er trouwens onlangs nog een boek met de titel ‘Het Dwaze Taboe' over gepubliceerd. Uit de cijfers van de gevangenis in Antwerpen blijkt dat 38 procent van de gevangenen een andere nationaliteit heeft.

 

Hangen dergelijke cijfers dan niet samen met bijvoorbeeld sociale problemen en armoede?

de Bock De werkloosheid onder de allochtonen is toch niet de schuld van de hardwerkende Vlaming? Als je geen hoog diploma hebt, is het logisch dat je geen hoge functie kan bekleden. Je bent altijd zelf verantwoordelijk voor sociale achterstelling.



Antwerpse eetgelegenheden onder de loep
20/03/2006

Als kotstudent is het vaak niet eenvoudig om je budget te beheren. Je krijgt een vast bedrag van thuis uit en daarmee moet je zien te overleven. De verleidingen zijn groot, de uitgaven ook, daarom worden er prioriteiten gesteld. Hierdoor komt de factor eten vaak onderaan de lijst te staan. Gevolg: een eenzijdig pastadieet. We zouden je natuurlijk naar de dichtstbijzijnde frituur kunnen sturen, maar we zochten naar beter.

Voor diegenen die op zoek zijn naar enige variatie, kan het studentenrestaurant 'ten Prinsenhove' misschien een alternatief bieden. Elke middag bieden zij naast de weekschotel van drie euro en de klassieke steak met frietjes, een uitgebalanceerd menu aan 2,70 euro. Bij het opstellen van de menu's wordt er zowel met carnivoren als met vegetariërs rekening gehouden. Bij elke warme schotel kan men bovendien kiezen uit aardappelen, rijst, puree en pasta, en dit à volonté! Indien je 's middags liever een koude maaltijd nuttigt, biedt ten Prinsenhove ook rauwkostschotels en broodjes aan. Er worden gratis sauzen ter beschikking gesteld om de maaltijden te verfijnen. Voor de grote eters en de levensgenieters worden er ook allerlei desserten aangeboden, gaande van gezond fruit tot chocomousse en taart. Eten en drinken gaan onvermijdelijk gepaard met elkaar. Daarom wordt er gratis plat water ter beschikking gesteld, wie iets anders wenst kan dit verkrijgen aan zeer studentikoze prijzen. Het studentenrestaurant is zeer gemakkelijk te vinden en is herkenbaar aan de speciale blauwe borden die de inkom en de muren van het restaurant sieren. Studenten die toch krap bij kas zouden zitten kunnen zich eventueel bij het studentenrestaurant aanbieden als werkkracht, want naast het voorzien van deftige maaltijden, zorgen zij ook voor een aantal studentenjobs. Het enige minpunt dat we kunnen bedenken zijn de openingsuren: spijtig dat we hier s'avonds niet terechtkunnen. Maar niet getreurd, hiervoor zijn we op zoek gegaan naar andere budgetvriendelijke plekjes...

 

In dit nostalgische eetcafé vlakbij de Stadscapus kan je de hele dag terecht voor een goedkope hap. De gemakkelijke ligging en de huiselijkheid trekken menig student en professor aan. Een mengelmoes van kunstenaars van de Academie, kapiteins van de Hoge Zeevaartschool en academici van de Universiteit komt hier voor een drankje of een heerlijke maaltijd. Adria, eigenares, ontvangt al zeventien jaar hartelijk de kotstudenten waarvan de kookkunsten te wensen overlaten. Het interieur van een bruin café maakt van 't Lastig Portret een volkse en sfeervolle ontmoetingsplaats. Op een groot krijtbord staan alle culinaire werken tentoongesteld. Gerechten die evengoed door je mama op grootmoeders wijze bereid worden passeren de revue. Voor 7,5 euro geniet je van een stevige dagschotel. Gegratineerde pasta met zalm, gemarineerde spare ribs of beuling met appelspijs zijn enkelen van de suggesties. Ook voor een doordeweekse spaghetti ben je aan het goede adres. Voor de vegetariërs is er een gevarieerd aanbod. Wie even de honger wil stillen met een verse dagsoep is slecht twee euro kwijt. Sinds november kan je er ook voor een grotere groep terecht. Op de eerste verdieping kan je gezellig met je medestudenten tafelen. Voorwaarde voor de democratische prijzen is dat je zelf ober speelt. Je bord en bestek ga je zelf van de toog halen. Hier voel je je letterlijk en figuurlijk onmiddellijk thuis.

 

In de gezellige straatjes rond het Conscienceplein treffen we La Cuisine. Dit is niet het nieuwe, hippe haute cuisine restaurant van Antwerpen maar het is er zeker niet minder gezellig om. Hier schuilt het grootste bewijs dat goedkoop niet ontegensprekelijk gelijk staat aan ongezond. La Cuisine is een leerwerkatelier van het TISO (Tewerkstellingsinitiatieven Stedelijk Onderwijs). TISO heeft als hoofddoel laaggeschoolde en moeilijk in het arbeidscircuit op te nemen jongeren te begeleiden in hun zoektocht naar een job. Dit gebeurt door het aanbieden van aangepaste opleidingen gecombineerd met betaalde werkervaring en gespecialiseerde trajectbegeleiding buiten de normale schooltijd. Dit brugproject van de Vlaamse Overheid leert een aantal jongeren de kneepjes van het vak. Chefkoks in spe krijgen hier de kans om alvast te oefenen. Ze serveren elke dag een vers menu. Voor soep, een hoofdgerecht en een dessert betaal je slechts zeven euro. Hiervoor kan je nauwelijks zelf koken. Naast de dagschotel is er ook een vaste menukaart. Chilli con carne voor een luttele vier euro. Het duurste gerecht op de kaart is een zalmfilet met tagliatelle in witte wijnsaus en hiervoor tel je 5,21 euro neer. Een glaasje wijn erbij kost je één euro. Je kunt er elke weekdag behalve woensdag terecht. Van 12u tot 20u doorlopend. Smakelijk!

 

 

La Cuisine
St Pieter en Paulusstraat 7
2000 Antwerpen

 

't Lastig Portret
Blindestraat 1
2000 Antwerpen

 

Studentenrestaurant 'ten Prinsenhove'
Koningstraat 8
2000 Antwerpen



De ruien van Antwerpen verkend
20/03/2006
🖋: 

Antwerpen heeft er sinds 2005 een toeristische trekpleister bij. Vorig jaar werd met de opening van het Ruihuis aan de Suikerrui, het oude ruienstelsel van de historische binnenstad opnieuw toegankelijk gemaakt voor het grote publiek. De respons van de Sinjoren hierop was groot. Zo groot dat men al enkele weken of maanden geduld moet hebben om een plaats te kunnen boeken voor een rondleiding. Aangezien de termen ‘passie’, ‘Antwerpen’ en ‘geschiedenis’ bij mij nogal vaak uitgesproken worden in één zin, kon een bezoek niet uitblijven.

Dat het behoorlijk druk kan zijn tijdens weekends of verlofperiodes kan onze gids alleen maar bevestigen. Tijdens weekdagen daarentegen valt dit heel goed mee. Mijn metgezel en ik hebben het geweten. We waren de enige bezoekers die namiddag waardoor we het bijna letterlijk “onze” rondleiding konden noemen.

 

Een rui mag niet verward worden met een riool. Ze doet dienst als afwatering voor regenwater en aanvoer van schoon water en kon tijdens de Middeleeuwen zelfs dienen als verdedigingslijn. Door de verscheidene stadsuitbreidingen werd ook het netwerk van ruien, vlieten en vesten steeds verder uitgebreid. Deze kronkelden zich rond en door de stad en waren toen nog niet overwelfd. Toen Antwerpen tijdens de achttiende en negentiende eeuw steeds meer te kampen kreeg met almaar terugkerende epidemieën van cholera, tyfus, pokken of dysenterie ging men de oorzaak hiervan zoeken in kwalijke dampen, afkomstig van de open ruien, vlieten en vesten. Hoewel de stad haar burgers altijd verboden had om hun afval in de ruien te slingeren, klaagden vele mensen over de stank van de ruien. De stad wou de zaak ter harte nemen, maar beschikte niet over het nodige geld om alle ruien te laten overwelven. Daarom mochten particulieren het deel van de ruien dat voor hun deur liep, op eigen kosten laten overwelven als zij een degelijk bouwplan konden voorleggen. Daarbij zorgde iedereen er wel voor dat alle afvoerkanalen voor afval uitkwamen in de ruien waardoor deze uitgroeiden tot ‘'echte' riolen. Vanaf 2000 begon Aquafin met het bouwen van nieuwe afvalwatercollectoren en probeerde men het rioolwater opnieuw te scheiden van het regenwater. Met succes, want sindsdien loopt het rioolwater in aparte buizen doorheen de ruien.

 

Het pad dat we zullen volgen, strekt zich uit van de Suikerrui tot ongeveer aan de Sint-Paulusplaats. Hierbij lopen we onder de Grote Markt, inclusief enkele woonblokken, de Melkmarkt, de Stadsbibliotheek, het Hendrik Conscienceplein, de Carolus Borromeuskerk, de vroegere Wijngaardbrug, de Minderbroedersrui en de Sint-Paulusstraat door.

 

Na het aantrekken van een gepaste plunje, dalen we af naar de Suikerrui. Onder ons bevindt zich het klaterende en verrassend heldere water van de volop in gebruik zijnde rui. Vooraleer ik in het bootje stap dat me een tiental meter verder op drogere bodem zal afzetten, zoekt de gids met zijn licht in het water nog naar kleine stekelbaarsjes. Vandaag hebben we wat dat betreft pech, maar verderop zullen er nog kansen genoeg zijn om de plaatselijke fauna te bekijken. Ik bedwing de kinderlijke reflex mijn metgezel uit te dagen om van het water te proeven en concentreer mij op de uitleg van de gids.

 

de Suikerrui ondergronds (© Jonas Vincken | dwars)Al van bij het begin komt de gids terug op het feit dat de meeste stukken van de overwelfde ruien aangelegd en gebouwd zijn op kosten van en aan de hand van individuele plannen van de rijkere ruibewoners. Het resultaat hiervan was typisch Belgisch: de verschillende stukken tonen een grote verscheidenheid aan soorten gewelven, bouwstijlen en gebruikte materialen. Deze architecturale variatie biedt wel een pittoresk aanzicht. We komen ook veel bogen tegen die vroeger de rand van een brug over de ruien hadden gevormd. Aan de vormen en kleuren van de gebruikte stenen is duidelijk te zien dat men in de loop der eeuwen veel bijgebouwd heeft. Toch valt heel dikwijls de volmaaktheid van de plafonds en de doorgangen op. Bij de uiteindelijke afwerking heeft men er naar gestreefd om de doorstroming van het water zo vlot mogelijk te laten verlopen. Concreet houdt dit in dat de rui overal even breed werd gehouden zodat er geen hoekjes zouden komen waarachter het slib of het afval zich zou kunnen opstapelen.

 

Onderweg komen we ook een aantal schoorstenen tegen. Deze werden, dikwijls te midden van huizenblokken, gebouwd zodat er een degelijke verluchting gegarandeerd kon worden. In één ervan kan je zelfs door middel van spiegels een glimp opvangen van het noordelijke zijportaal van de kathedraal. Ter hoogte van de Melkmarkt wijst de gids ons op het vele spinrag dat aanwezig is tegen de wanden. Dankzij de constante vochtigheid en temperatuur van 10 tot 13°C kunnen hier spinnensoorten overleven die je bovengronds alleen maar terugvindt in vochtige gebergtestreken. Hoewel het Kiel hier nog een heel eind vandaan ligt, doorkruist af en toe een rat de lichtbundel van onze lampen. Er wordt soms gezegd dat er hier meer ratten leven dan er bovengronds mensen rondlopen, maar deze vlieger gaat niet op voor de ruien. Omdat het geen riool meer is, is er nog maar weinig voedsel aanwezig voor knaagdieren waardoor het voor hen hier niet zo interessant toeven is. Onze gids voegt hier nog aan toe: “Tzénner klèntjes. Dju, zèmme gejoengd.” Dieren die hier dan weer wel goed gedijen zijn bijvoorbeeld de zogenaamde véttege varkskes (Antwerpse woord voor pissebedden).

 

Ondertussen blijven de verschillende architecturale stijlen en materialen elkaar opvolgen. De bezoeker kan dankzij de straatnaambordjes, die er al zo'n 150 jaar geleden bevestigd werden, perfect volgen waar hij zich ergens zes meter onder de stad bevindt. Daarnaast valt er ook uit af te leiden hoeveel bruggetjes er vroeger waren in de stad zelf. We laten de Melkmarkt achter ons en wandelen door tot aan het bordje ‘'Jezuïetenplein' (de vroegere benaming voor het huidige Hendrik Conscienceplein). De vroegere Jezuïetenrui werd overwelfd toen werd begonnen aan de bouw van de Carolus Borromeuskerk, één van de mooiste staaltjes van barok in onze stad. Als er bovengronds pracht, praal en grandeur uitgestraald kon worden, dan mocht dit ondergronds ook, redeneerden de jezuïeten blijkbaar. Hun stukje rui werd aangelegd in peperdure witte Balegemse stenen. Na de bocht die we hier nemen, om vervolgens het tracé van de Minderbroedersrui te volgen, kruisen andere stukken rui onze weg die (nog) niet toegankelijk zijn voor het publiek. Eén daarvan, die afkomstig is van de Katelijnevest en de Meir en net volgt achter de bocht van de Carolus Borromeuskerk, bevat nog een interessant detail. In de wand is een opening aangebracht die uitkomt in de crypte van de voornoemde kerk. Tijdens WO I werden langs deze weg voedingswaren de stad in gesmokkeld om de noodlijdende bevolking te kunnen bevoorraden buiten de wil om van de Duitse bezetters. Kwatongen beweerden ook wel eens dat langs deze weg de monniken uit daarboven gelegen jezuïetenklooster zich 's nachts ongemerkt naar de meisjes van plezier begaven.

 

Na enige tijd de Minderbroedersrui te hebben gevolgd komen we bijna bij het einde uit op een indrukwekkend kruispunt van gangen, de zogenaamde '‘kapel'. De overdekte ruimte hier is groots in alle opzichten. Dankzij de aanwezige kolommen en steunberen waant men zich in de catacomben van Parijs of Rome. Dat er vroeger al mensen waren die onder de indruk kwamen van deze plek, wordt al snel duidelijk als de gids een paar oude wijnflessen en glazen bijlicht. Ergens in het laatste decennium van de negentiende eeuw was er een groep Engelse ingenieurs in de ruien afgedaald om de structuur en de architectuur ervan te bestuderen. De omgeving van ‘de 'kapel' was hen zo goed bevallen dat ze besloten om er een feestje te houden, waarbij het eten door de mangaten van de straat via manden aan touwen naar beneden werd gelaten. Een undergroundparty avant la lettre, me dunkt.

 

De meeste rondleidingen eindigen hier, maar onze gids vraagt of wij zin hebben om nog een eindje verder te lopen in de richting van de vroegere Koolvliet. Bij het rechttrekken van de Scheldekaaien na 1881 moesten alle vlieten, kleine inhammen van water aan de oevers van de stad die ook onderhevig waren aan het tij, verdwijnen. Enkele straatnaamborden doen ons daar nog aan herinneren, zoals de Sint-Jansvliet, de Waalse en Vlaamse kaai, de Brouwersvliet en dus ook de Koolvliet. Ook hier passeren we onder andere de in het oog springende overwelving die uitgevoerd werd in opdracht van de dominicanen van Sint-Paulus en nog een hele oude en (nog?) niet-toegankelijke andere rui die evenwijdig loopt met de kaaien en zo de ruiencirkel rondom de stadskern van het historische Antwerpen naar de Suikerrui toe omsluit. We kunnen ook nog de boog zien waar vroeger de rui uitmondde in de vliet. Onze gang, echter, loopt dood aan een schuif die het verzamelde water van de collector onder de kaaien van ons scheidt. Letterlijk en figuurlijk het eindpunt van onze ondergrondse tocht. We keren een stukje op onze schreden terug en beklimmen de trappen die uitkomen in het Stadsmagazijn aan de Keistraat, hartje Schipperskwartier. Ik wrijf in m'n ogen om terug te wennen aan het zonlicht. Het was die dag ongeveer 3°C warm en de lucht zat vergeven van de CO². Ik wist dan al dat het eerste wat mensen mij over mijn bezoek aan de ruien zouden vragen, zou zijn of het daar beneden niet verschrikkelijk stonk. Wel, dat viel nog heel goed mee!



Op Erasmus in Malta
20/03/2006
🖋: 
Auteur

Dat men de doorsnee Amerikaan niet kan verdenken van een dosis gezond verstand is bij zijn Europese tegenhanger algemeen aanvaard. Zo ook zijn intrinsieke drang alles te veramerikaniseren en dus ronduit verbaasd te reageren wanneer hij om vier uur ’s nachts, op een doordeweekse dag, geen extra alcohol kan kopen. “What a stupid country, is België ook zo achterlijk?” vroeg de persoon in kwestie, nadat hij de lege alcoholfles bekeek en inzag dat er geen nieuwe meer gekocht kon worden. Uitleggen dat België ook achterlijk is, maar dan eerder omwille van haar schaduwperikelen in terroristische tijden, zou mij gezien het alcoholverbruik in combinatie met het bedroevende Amerikaans opleidingsniveau te ver hebben geleid.

In alle maatschappijen zijn er gelukkig ook niet-doorsnee creaturen. Ik heb de eer gehad met één van deze personen een maand in Malta te mogen doorbrengen. Een lofdicht.

 

“And why have you chosen Malta?” Deze vraag was ondertussen al zo routineus geworden dat er nog amper naar een antwoord geluisterd werd. Mike, die een paar dagen later dan de rest was aangekomen, vormde hierop een uitzondering: “Sorry, can't tell you”. Iedereen werd plots wél geïnteresseerd. “Waarom niet, komaan, zeg op, nu niet flauw doen, ...” Mike bleef onverzettelijk: “Can't tell you, that's personal”. Dat moet je natuurlijk niet zeggen tegen internationale studenten die 7 dagen op 7 samen doorbrengen en niets liever doen dan het speculeren over onuitgesproken situaties. De volgende dagen was dit item dan ook bijzonder hot. We verzonnen redenen dat het een lieve lust was: Hij had iemand zwanger gemaakt, drugs en drank gestolen, ... De populairste verklaring bleek: Hij had iemand neergestoken en heeft moeten vluchten voor het gerecht. Zeker nadat ik hem op een onbewaakt moment licht agressief meerdere messen in een telefoonboek had zien steken en ik dit apetrots aan mijn vriendjes was gaan vertellen. Achteraf gezien had ik beter moeten weten.

 

Mike was een speciaal geval. Hij was nog maar 18 en studeerde niet in Malta, maar was er voor onduidelijke redenen. Hij dronk geen alcohol omdat hij schrik had zot en zat te worden van één druppel en geloofde als geen ander in de bijbel en aanverwanten. Seks voor het huwelijk was voor hem uitgesloten. Het overgrote deel van zijn tijd sliep hij en pas de dag voor zijn vertrek vroeg hij me wat ik eigenlijk studeerde. Het was ook diezelfde avond dat het grote mysterie rond deze jongen me duidelijk is geworden.

 

Ik had de keuze tussen piraat worden, me aansluiten bij een katholiek klooster of naar Malta komen.

 

Zoals gewoonlijk wilde hij weer rond 21u gaan slapen: “Good night guys, I'm gonna sleep, I must wake up early tomorrow”. Dit maal pruttelden we tegen, geen sprake van dat hij zou vertrekken zonder te vertellen waarom hij hier was. Alle middelen werden bovengehaald: “Je vertrekt en wij hebben je een maand eten, drank en gezelschap gegeven, dan kun je het ons toch vertellen, we zullen het trouwens tegen niemand zeggen.” Bij zoveel verbaal geweld ging Mike overstag: “Ok, but promise me, you won't laugh.” Natuurlijk gingen we niet lachen, wat een vreemde opmerking. “Ik ben hier omdat ik piraat wil worden.” Mijn belofte in gedachte probeerde ik mijn lachspieren onder controle te houden. “Ik had de keuze tussen piraat worden, me aansluiten bij een katholiek klooster of naar Malta komen. Ik ben protestant, dus een katholieke monnik kon ik niet worden en het seizoen was niet juist om mij aan de piraterij te wagen. Malta bleef dus over, maar vanaf de lente trek ik naar het Westen en verzamel ik mijn crew en aargh, steal a ship, I shall.” Ik wist niet wat te doen of waar te kijken, maar lang kon ik dit niet meer uithouden. “Mike, als je piraat wilt worden, moet je waarschijnlijk wel liters rum laten vloeien, meerdere vrouwen schaamteloos verkrachten en afzetpraktijken onder de betere knie hebben”, merkte een andere Amerikaan nuchter op. “No problem, I can handle that, I'm a bad dude.” De jongen die 20 pond had betaald voor een ritje Paceville – Leja (normale prijs 1,5 pond) beschouwde zich als een harde jongen. Waarschijnlijk was dit de druppel, maar ik heb nog nooit zo hard gelachen. De tranen rolden letterlijk over mijn wangen en na een kwartier dacht ik werkelijk dat ik het niet zou overleven.

 

Mike is de volgende dag vertrokken, nadat ik hem nog een middagmaal met drank heb betaald. Of zijn verhaal waar is of niet, weet ik niet. Dat hij door zijn mysterieus gedoe en dito antwoorden mij veel geld aan voeding en drank heeft gekost, weet ik wel. Hij wordt misschien nooit piraat, maar manipuleren kon hij als de beste. Aargh, stupid Belgian, I say.



Acco onder vuur
19/03/2006
🖋: 
Auteur

Hoezeer het rotding ook veracht wordt, zonder cursus staat een student nergens. Collectieve cursusverbranding lijkt soelaas te bieden bij vermindering van de studielast. Vergeet echter niet dat die honderden pagina's miserie wel redding kunnen brengen.

Het is immers een stuk handiger om je leerstof samengebundeld terug te zien dan heelder brokken hoogdravende retoriek tijdens een college over te pennen. Inzicht en achtergrond worden, in boekvorm, op een dienblaadje geserveerd. Nee, het belang van een cursus valt amper te ontkennen.

 

Het is dan ook verdomd lastig het zonder te moeten rooien. De arme schapen van de faculteit Taal- en Letterkunde beseften dit maar al te goed toen ze boekhandel annex uitgeverij annex drukkerij Acco bij de kraag vatten. Weinig tevreden over de werking van de boekhandel werden enkele problemen aan de kaak gesteld. Acco nam zijn verantwoordelijkheid tegenover de faculteit en diende ook dwars van een snedige respons.

 

Dat een cursus van primordiaal belang is voor een succesvolle academische carrière staat buiten kijf. Om tegenover Acco toch enigszins beslagen op het ijs te komen lichtte professor Gerits ons eerst toe hoe een cursus eigenlijk tot stand komt. Als docent van taalvakken allerhande heeft hij een grote affiniteit ontwikkeld met cursussen en alle begeleidende rimram. Hij schetst het verleden, heden en toekomst van het concept ‘cursus', wijdt uit over hoe ze samengesteld moeten worden en gooit er nog een aantal vaktermen bovenop. Los van de problemen met Acco kan hij dus, geheel gespeend van enig vooroordeel, inzicht bieden in de boeiende wereld van de cursus. Hoewel voor alle duidelijkheid:

 

Bent u Acco-aandeelhouder?

Gerits Ik denk het wel...

 

U denkt het?

Gerits Ik heb er geen bewijs meer van. Ik heb ooit als student in Leuven, eind van de jaren '60, wel een aandeel gekocht. Tot een paar jaar geleden had ik zo'n gouden kaart waarmee ik extra korting kreeg omdat ik vroeger al eens grote bestellingen plaatste. Toen werd mijn portefeuille echter gestolen en was mijn kaart dus ook verdwenen.

 

Opmerkelijk is dat u uw cursussen zowel bij Acco als Universitas publiceert.

Gerits Puur toeval, ik ben bij Acco terecht gekomen nadat de cursusdienst van de toenmalige UFSIA besloot er mee op te houden. Ik kende wat mensen die toen voor Acco werkten en zij waren bereid mijn cursussen verder uit te geven. Zo was de beschikbaarheid van de syllabus gegarandeerd. Recentere cursussen bij Acco zijn louter daar omdat zij een digitale kopie van de originele uitgave hebben waardoor ik zonder al te veel moeite het een en ander kan aanpassen. Het gaat hier eigenlijk puur om praktische overwegingen. Nieuwe cursussen geef ik liever bij de cursusdienst uit omdat het me heel wat over-en-weer gependel naar Leuven bespaart. Weet u, Acco was veertig jaar geleden wel een mooi initiatief waar cursussen werden gedrukt en voor democratische prijzen verkocht.

 

Een tegenbeweging voor de ronduit schandalige aanpak van sommige professoren. Schandalige aanpak?

Gerits De verantwoordelijkheid een cursus ter beschikking te stellen lag toen volledig bij degene die doceerde. Koos hij ervoor niets uit te geven, dan was er ook niets. Sommige professoren hadden wel cursussen en konden zo, door een schrijnend gebrek aan alternatief, zelf de prijs bepalen. Niet direct wat je een gezonde situatie noemt, lijkt me. Als studenten namen we het heft wel eens in eigen handen en stelden er zelf een samen.

 

En daar was de docent niet erg mee opgezet.

Gerits Soms werd de cursus wel aan een professor voorgelegd en dan gebeurde het dat hij werd geautoriseerd, en zo promoveerde tot de officiële cursus. Toch een blijk van appreciatie lijkt me. Ooit hielp ik eens een cursus samenstellen maar heb ik er een datum fout ingeplaatst. Niet dat andere studenten het me kwalijk namen maar de desbetreffende prof heeft er tijdens de examens toch maar handig gebruik van kunnen maken om enkele blokbeesten te strikken die niet verder kwamen dan hun cursus af te rammelen.

 

Nu stelt u zelf uw cursussen samen. Hoe gaat dat in zijn werk?

Gerits Eerst ga je druk aan de slag door zoveel mogelijk materiaal te lezen over het te doceren vakgebied. Hier kruipt al heel wat tijd in. Je toetst de verschillende teksten naar kwaliteit maar ook naar actualiteitsgehalte. Je moet de nieuwste ontwikkelingen zien mee te nemen. Natuurlijk zijn die weer gebaseerd op de theorie, een fundament dat door de jaren heen veelal ongewijzigd blijft. De voorbije zomervakantie spendeerde ik zo aan lezen en selecteren toch ettelijke uren per dag. Als je cursus eenmaal is samengesteld en uitgeschreven dien je hem in bij een uitgeverij naar keuze. Je vraagt ze de teksten wat te fatsoeneren en te lay-outen, zelf heb ik daar niet zoveel kaas van gegeten. En daar houdt het zo'n beetje op.

 

Een van de grote moeilijkheden bij het samenstellen lijkt me in te schatten waar de lat moet liggen voor de gemiddelde student.

Gerits Je moet er van uitgaan dat studenten niet altijd met alles mee zijn. Ik geef nu les in zowel Taal- en Letterkunde als Rechten. Ik merk dat de kennis van bijvoorbeeld klassieke literatuur er aanzienlijk op achteruit gaat. Ook de parate kennis van het Latijn is niet meer wat het geweest is. Dan moet je een aantal dingen wel nader toelichten. Een zorgwekkende ontwikkeling is ook de toename van studenten die het Nederlands niet beheersen als moedertaal. Dat deze mensen beschikken over de nodige intellectuele kwaliteiten, daar bestaat geen twijfel over. Maar ga hen maar eens uitleggen wat een gallicisme nu juist is. Dergelijke dingen moet je dus ook incalculeren, zonder dat het ten koste gaat van de andere studenten.

 

Latijn doet het natuurlijk niet zo goed in cyberspace.

Gerits Je ziet het hele studielandschap meer en meer verschuiven naar het internet. Blackboard is een centrale plaats aan het innemen in het leven van de student. Er zal veel meer zelf geprint moeten worden. Of dit een goede evolutie is weet ik niet, het lijkt me alleszins niet goedkoper. Een dergelijk systeem is natuurlijk wel handig in een faculteit als PSW. Daar moet je constant op de actualiteit kunnen inspelen. Als men daar nu bijvoorbeeld een basishandboek ter beschikking stelt en dat aanvult met on-line documenten waarmee er op de actualiteit kan worden ingespeeld, dan is het natuurlijk wel een mooie evolutie. Er is natuurlijk nog het systeem van printing-on-demand.

 

Printing-on-demand?

Gerits Belangrijke boeken van diverse auteurs worden in een on-line database verzameld en je kan de tekst die je nodig hebt gewoon daar bestellen. Er worden geen massareeksen boeken meer gedrukt met een oplage van enkele duizenden stuks – waarvan uiteindelijk toch een deel in de uitverkoop belandt – maar enkel je eigen exemplaar rolt uit de persen. Dergelijke evoluties dankzij het internet lijken erg handig maar betekenen natuurlijk ook een gevaar, er is altijd kans op overkill. Er is geen kost verbonden aan iets on-line publiceren. Daardoor komt er veel te veel irrelevante informatie ter beschikking van de student. Ook professoren gaan er bij hun selectie aan informatie niet altijd even oordeelkundig mee om waardoor de student toch een beetje verweesd achter blijft. Misschien wordt de werkbelasting voor de student wel te groot. Maar het is aan hen daar iets aan te veranderen.

 

Acco spreekt

Studenten aller landen, verzamel u en zet een opstand in gang. Niet de cursus maar het internet is de grote boosdoener. Met dat in het achterhoofd werd de confrontatie aangegaan met een delegatie Acco-afgevaardigden. Zelden mensen ontmoet die zo gepassioneerd zijn door meters cursussen.

 

Toegegeven, Rob Berrevoets en Bart De Prins zijn als respectievelijk directeur-uitgever en uitgever wel erg thuis in de business. Door in loondienst te staan van één van 's lands grootste uitgeverijen vormen beide heren de ideale gesprekpartners om het cursuslandschap eens wat grondiger te verkennen.

 

Na het academische wereldje bij monde van professor Gerits, de bedrijfswereld dus. Hoewel het onderscheid tussen die twee misschien toch niet zo groot is als algemeen aangenomen.

Berrevoets Acco werd opgericht door enkele Leuvense studenten, halverwege jaren '50. De studiekost was toen torenhoog dus deden ze er alles aan om deze te drukken. Naast studentenrestaurants en -homes zag ook een cursusdienst het levenslicht. Opgericht als coöperatieve vereniging zocht Acco vooral aansluiting bij een ruime basis studerende zielen die voor een meer dan redelijke prijs een aandeel konden aanschaffen om zo de werking te financieren. Het basisprincipe dat toentertijd gehanteerd werd – een goede prijs/kwaliteitsverhouding –, blijven we tot op de dag van vandaag hoog in het vaandel voeren.

 

Een bedrijf dat niet louter in termen van (economische) winst redeneert. Indrukwekkend.

Berrevoets Momenteel varen we nog steeds onder de vlag van coöperatief vennootschap. Om dat even bondig toe te lichten: winst gaat niet naar een eigenaar maar vloeit terug naar de onderneming zelf. Wanneer we kiezen te investeren in bijvoorbeeld nieuwe technologische toepassingen kunnen we van die meeropbrengst gebruik maken. Daarnaast is er nog steeds onze Raad van Bestuur die de dagelijkse leiding ervan behoedt onoordeelkundige keuzes te maken naar de studentenpopulatie toe. Versterkt in hun rangen door vijf studenten slagen zij daar uitstekend in.

 

Zijn die vijf studenten dan geen 'excuus-Truzen' waarmee het management beleidsbeslissingen kan rechtvaardigen zonder ze echt invloed te laten uitoefenen?

Berrevoets Het is voor hen uiteraard moeilijk om een evenwicht te zoeken: enerzijds moeten ze de bedrijfsbelangen verdedigen maar anderzijds dienen ze ook hun achterban (de studenten) in het achterhoofd houden. Als de Raad Van Bestuur zich teveel verliest in de cijfertjes en groeimarges dan is het aan de studenten om gepast te reageren. Wanneer bijvoorbeeld de korting wordt bepaald die aandeelhouders genieten, is dit een belangrijk punt van inspraak voor de studentenvertegenwoordigers.

 

Acco is actief in Antwerpen maar toch kan de stad zich niet beroepen op vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur.

Berrevoets Wij staan zeker niet weigerachtig tegenover iemand die de Antwerpse studentenpopulatie vertegenwoordigt. Het initiatief moet echter uitgaan van de overkoepelende studentenvereniging.

 

Nochtans was er heel wat ophef toen Acco de failliete boekhandel Fonteyn-Wouters overnam. De studenten zouden niet geïnformeerd zijn.

Berrevoets Als wij aan onze Raad van Bestuur vragen de onderhandelingen rond de overname stil te houden uit bedrijfseconomische overwegingen dan moet de zetelende student beseffen dat op zo'n moment de achterban even in het ongewisse moet blijven. Anders zouden we wel een persbericht uitgeven.

 

Is dat niet een beetje misbruik maken van het gebrek aan mondigheid van de hedendaagse student?

Berrevoets Onze bedrijfsvoering is geïnspireerd op het solidariteitsprincipe. Weet je wat dat is?

 

Het klinkt in elk geval tamelijk communistisch...

Berrevoets Om even te schetsen: het solidariteitsprincipe stelt dat een student die uit een kleine richting komt, denk aan sinologie, even veel moet betalen voor zijn cursussen als iemand uit rechten. Puur economisch gezien is de opbrengst van tien cursussen sinologie echter een stuk lager dan vijfhonderd cursussen strafrecht. De lagere opbrengsten van de een proberen we zo te compenseren met de hogere opbrengsten van de ander. Een dergelijk systeem heeft Acco trouwens altijd al gehanteerd. Medio jaren '60 kwamen kinderen uit de minder gegoede klassen steevast in ‘kleinere' richtingen terecht terwijl de rijkeluiszoontjes eerder op de grote faculteiten zaten.

De Prins Dit is momenteel ook nog een van de grote problemen. In principe zou de bladprijs voor rechten lager moeten zijn maar toch kiezen wij voor het compromis. Je zal zien dat de doorsnee student er dan sowieso beter uitkomt.

 

Het is waarlijk ontroerend te weten dat Acco in de erg concurrentiële boekenwereld toch nog een dergelijk principe toepast.

Berrevoets Wij zijn allemaal zowel collega's als concurrenten. Het zou dus tamelijk onbescheiden zijn te stellen dat wij de besten zijn. Stiekem is het natuurlijk wel zo hoor.

De Prins Universitas of De Groene Waterman hebben naast hun cursussen ook nog andere activiteiten terwijl Acco haar inkomsten toch vooral uit de verkoop van cursussen en handboeken put. Onze uiterst stevige verankering met de academische wereld snijdt aan twee kanten: zij zijn afhankelijk van ons maar wij ook van hen. Daar vind je onze bestaansreden. Naast onze service naar studenten toe kunnen wij ook de professoren een uitstekend pakket aanbieden, het gebruik van digitale kopies wordt enorm geapprecieerd.

 

Houdt zo'n professor eigenlijk nog een centje over aan het schrijven van een cursus?

Berrevoets Als je de tijd die hij erin steekt in rekening brengt, dan blijkt dat hij zich beter nuttig kan gaan maken en zijn kelder verven in plaats van cursussen te schrijven. Ze schrijven geen nieuwe Dan Brown (nvda: schrijver die een aardig fortuin heeft verdiend met De Da Vinci Code). Er is voor tien procent royalty's voorzien maar veel profs laten die opbrengsten doorstorten op een gemeenschappelijke rekening van de universiteit waarmee dan bijvoorbeeld didactisch materiaal aangeschaft wordt.

De Prins Ik concretiseer even, een cursus kost tien euro en 200 studenten dienen die aan te schaffen. Reken maar uit, dat levert hem uiteindelijk 200 euro op. Als hij er voor kiest dat bedrag zelf te houden dan gaat er nog eens de helft belasting af. Er schiet dus niet al te veel meer over. Je moet het uiteindelijk maar als een min of meer symbolisch bedrag beschouwen. Ook maar normaal dat een professor iets toegestoken krijgt gezien de inspanning die het kost.

 

Even recapituleren. Op 29 januari werd een vergadering belegd tussen de vertegenwoordigers van de faculteit Taal- en Letterkunde. Zij formuleerden enkele concrete eisen gestoeld op veelvuldige klachten van studenten. Het duurde simpelweg te lang voor diverse Acco-cursussen in de boekhandel verschenen en de prijs van sommige cursussen swingde de pan uit. Dat zijn ernstige aantijgingen tegen een bedrijf dat zich beroept op het solidariteitsprincipe en het sociale met economische tracht te verzoenen.

 

Er zijn problemen gesignaleerd met de beschikbaarheid van verschillende cursussen.

Berrevoets Het is moeilijk in te schatten hoeveel cursussen er beschikbaar moeten zijn aan het begin van het jaar, zeker door de hervorming van KaLi naar BaMa. Studenten hebben nu de kans een bevreemdend vakkenpakket samen te stellen waar bijvoorbeeld zowel Oudgrieks als Duits in vervat zit. Ga daar maar eens op inspelen. Door een verbeterde communicatie met de administratie hopen we dit probleem, voor zover mogelijk, toch op te kunnen lossen.

De Prins Dan spreken we alleen nog maar over de cursussen, bij handboeken kan het veel complexer liggen. Voor een Amerikaanse uitgever ben je maar een kleine garnaal op wereldniveau. België is qua afzetmarkt op zijn zachtst gezegd niet onmetelijk groot. Dat maakt dat het lang kan duren vooraleer bijbestellingen hier geraken.

 

Een ander punt van kritiek zijn dure en schommelende prijzen.

Berrevoets Wij staan altijd open voor kritiek van studenten. Volgend academiejaar gaan we proberen dat bladprijs nog wat omlaag te krijgen. Voor handboeken ligt het echter niet zo eenvoudig. Daar is het volledig afhankelijk van de prijs die de uitgever vraagt en de korting die hij toestaat.

De Prins Het is niet moeilijk ons het verwijt te maken dat we te dure prijzen hanteren. Loop een aantal willekeurige boekhandels binnen en je zal er altijd wel een vinden waar de prijs voor een bepaald boek vijf of tien eurocentjes lager ligt. Goedkoop is echt een relatief begrip. Bij ons krijg je er nog context en visie bovenop.

Berrevoets De evolutie in de grafische sector gebeurt in sneltreintempo, van loodzetterij tot een tijdperk waarin alles digitaal gebeurt, we moeten als bedrijf daarin meegaan. (mijmert weg) Toen ik student was werd je tenminste verondersteld alles te noteren. Toen kon je een kopie van je nota's nemen door een calqueerpapier onder je blad te leggen. Eén groot voordeel was dat de stof minder groot was doordat we alles enkel maar konden noteren.

 

Elk examen meters cursussen moeten blokken is dus de schuld van de uitgeversbranche?

Berrevoets De grafische sector is misschien sneller geëvolueerd dan het leervermogen van de gemiddelde student. Ik denk dat je de uitvinder van de computer trouwens ook het een en ander kwalijk mag nemen. Hoewel Acco zich dus niet op alle fronten vrij kan pleiten, wordt er wel verandering beloofd waar nodig. Dan rest er enkel nog de conclusie dat feitelijk het mythische internet – redder van vele papers en andere taken – de belangrijkste dader is van een vermeerderde studielast. Laat die collectieve cursusverbrandingen dus toch maar achterwege.



Waarom u juist mij zou moeten aanwerven? euh...
18/03/2006
🖋: 

De lancering van de Spoetnik is een lachertje vergeleken met take-off van een professionele carrière. Dit is geen citaat van het niet-aan-de-aantrekkingskracht-van-de aarde-onderhevige kapsel van Dirk Frimout, maar een gedachte die wel eens in het hoofd durft spoken van de generatie die dra de auladeuren definitief achter zich dichttrekt.

Het verzegelen van de betreffende deuren is echter niet meer van deze tijd. Het levenslang leren is een feit, daar waren de sprekers op de Jobdag het roerend over eens. De Universiteit Antwerpen had deze namiddag in elkaar gebokst om haar laatstejaars studenten in contact te brengen met de arbeidsmarkt en belangrijker, de spelers erop.

 

De eerste noot gebekt door Bart Van Schel van de VDAB was wat de werkgelegenheid betreft positief voor de universitairen. Op 100 afgestudeerden zijn er immers slechts een kleine 8 die na één jaar nog geen betrekking hebben bemachtigd. Uiteraard liggen sommige studiedomeinen beter in de arbeidsmarkt dan andere, maar de aantrekkende conjunctuur zorgt voor een verbetering voor zij die masters behalen die de werkgevers relatief gezien minder vragen.

 

Naast het vodje papier, ofte diploma, maken vele vacatures melding van een minimum aan ervaring. En ja, de panelleden waren het erover eens dat het verkopen van koffiekoeken bij plaatselijke patisserie als relevante werkervaring kan worden opgegeven, mits vergezeld van de functieomschrijving. Hetzelfde geldt voor bepaalde ervaringen die zijn opgedaan buiten opleiding en werk om, die je bepaalde vaardigheden hebben bijgebracht. Anderen willen het liefst aan de slag met een maagdelijke schoolverlater die ze dan helemaal naar hun ideaal bedrijfsbeeld kunnen kneden. De vertegenwoordigster van Monsanto stelde dat haar bedrijf nooit ervaring vraagt bij het uitschrijven van een vacature.

 

Diezelfde dame, psychologe van opleiding gaf de raad mee enkel te solliciteren op vacatures die binnen je interesseveld vallen, opengesteld door bedrijven die je aanspreken. Internet en werknemers zijn volgens haar de beste bronnen om informatie over de bedrijfscultuur in te winnen. Dit mag er u hoegenaamd niet van weerhouden uw curiculum vitae aan de wereld kenbaar te maken op de gekende sites van de VDAB en andere Jobat's. Ook een exemplaartje bezorgen aan headhunters is geen slecht idee. Volgens de hoofdenjager van Van Loock & Partners hebben zij immers ook betrekkingen voor schoolverlaters in portefeuille.

 

Over wat je op het einde van de maand in het loonzakje mag verwachten, weidde enkel de personeelsverantwoorde van de stad Antwerpen uit. Verder dan de vermelding dat 90% van de starterslonen aan de stad niet lager ligt dan in de private sector kwam ze echter evenmin. Als andere troeven van het publieke ambt schoof ze de interne mobiliteit naar voren. Voorts zou je als waterdrager van de bevolking van 't Schoon Verdiep kiezen voor de ideale combinatie van gezin en werk.

 

Het verwekken van een kroost en maken van carrière is niet altijd vlot combineerbaar. Flexibiliteit is immers één van de tien meest vermelde woorden in sollicitatiebrieven en cv's, niet zonder reden. Verder dragen de werkgevers motivatie, leergierigheid, verantwoordelijkheid en communicatieve vaardigheden hoog in het vaandel. Ze zoeken kortom de spirit van een zelfstandige in hun werknemers.

 

Afgaande op de moeite die de potentiële werkgevers zich getroosten op de jobmarkt, die volgde op het panelgesprek, is deze zoektocht geen eenvoudige opgave. Luxueuze brochures, gadgets allerhande en stralende dames getooid met de stralende A informeerden je over de jobopportuniteiten. De vakbond, de politie, het leger, de universiteit en vele andere organisaties, alle willen ze de juiste job matchen met de juiste persoon, de paringsdans van competenties en functies.

 

Zegt die koele liefde je niets, dan wil de Universiteit Antwerpen je ook nog wel een jaartje extra onder haar onderwijzende vleugels nemen als ManaMa-student. Afgezien van specifiekere kennis in een bepaald vakgebied brengt de Unif je als laatstejaars graag de kneepjes van het solliciteren bij. Je inschrijven voor de sollicitatietraining en aldus je kans vergroten om bij de meer dan 92% afstuderende universitairen te behoren die probleemloos aan een baan geraken, is jammer genoeg niet meer mogelijk. Aangezien de voorstellingen zijn uitverkocht kan je enkel nog op de wachtlijst plaatsnemen. (vincent.christiaens@ua.ac.be)