Oorlogsjournalistiek vanuit Brussel
18/03/2006
🖋: 

Als trouwe lezers heeft u natuurlijk allemaal het artikel in de vorige dwars (nr. 30) gelezen over de nieuwe ontwerpnota over de financiering van het hoger onderwijs, met dank aan Frank Vandenbroucke. Daar vele studenten, proffen en onderwijspersoneel (vrijwel iedereen die het aanbelangt dus) het gevoel hebben dat het neo-liberale onderwijsmodel de kwaliteit van ons hoger onderwijs zou afkalven, kon een collectieve reactie niet uitblijven.

Goed, de betoging op 16 maart in Brussel viel een beetje in het niets in vergelijking met de studentenmanifestaties die tijdens die week Parijs in hun greep hielden, maar een gebrek aan enthousiasme kon de betogers moeilijk verweten worden. Hoewel er rond tien over elf nog maar bedroevend weinig volk was, kreeg je even later een zeer vreemde ommekeer; twee straatmuzikanten begonnen voor Brussel Centraal muziek te maken, de ene op een trompet, de andere op een accordeon, en plots leek het volk in drommen toe te stromen, gewapend met vlaggen, spandoeken – ‘Goe bezig, Vandenbroucke, de financiering gans ontwricht, wacht tot g'op ons tafel ligt', aldus de studenten geneeskunde – en (naar mijn smaak iets te veel) fluitjes. Nog voor de betoging zich in beweging zette, was ik al half doof, maar ik hoorde nog wel een meisje in lichte paniek vragen ‘"Hoe gaan we dan aan bier geraken?" Tja, studenten... De luttele 3° C konden de pret niet drukken, want laten we eerlijk zijn, wat is er leuker dan het Brusselse verkeer platleggen?

 

Onder veel gejoel en gefluit zette de betoging zich in beweging, en toen pas viel het aantal rode vlaggen en vuilniszakken in allerlei tinten me op. Voor een socialistische minister leek Vandenbroucke het een beetje verkorven te hebben bij zijn achterban. Men wou uw reporter ook enkele malen rode stickers aansmeren, maar met een kordaat ‘"Nee, dank je, ik ben een onafhankelijke journalist." kon ik ze nog de baas. Dan liever leuzen scanderen, met moeite boven het geluid van de fluitjes en rotjes uit. ‘"Fuck this shit!" Ja, dat kan ik nog wel. Ondertussen snorden agenten op scooters van kruispunt naar kruispunt, om files van honderden meters te creĂ«ren, zodat wij dichter en dichter bij ons doel kwamen: het ministerie van onderwijs.

 

Daar aangekomen duurde het niet lang of de flessen drank werden bovengehaald en hier en daar hing een zweem rook die zoeter was dan wat je uit een sigaret krijgt. De ingang werd bewaakt door streng uitziende agenten, maar toen het eerste, eenzame ei uiteenspatte tegen de glazen voorgevel, keken ze een beetje onzeker naar boven. De eierregen die volgde was een lust voor het oog, en noopte iedereen een beetje afstand te nemen. Terwijl de eieren tegen de ramen uiteenspatten, probeerde een van de organisatoren ons tot kalmte aan te manen – we waren immers gekomen om te discussiĂ«ren – maar niet alleen was de boodschap aan ons verloren, hij sprak ook nog eens zo snel en onduidelijk dat hij onverstaanbaar was. De voorraad eieren was echter niet onuitputtelijk en na een minuut of tien kon iedereen tevreden kijken naar de duidelijke boodschap die nu van het ministerie afdroop. Even later, nadat de meeste studenten al de warmte van het cafĂ© hadden opgezocht, werden we toegesproken door een prof van de VUB die ons vertelde dat een delegatie met de minister was gaan spreken, en dat ze hem een eredoctoraat zouden overhandigen. Hoewel dit me eerst een beetje onthutste, bleek er wel degelijk een boodschap achter te zitten: het kost niets, en het is dan ook niets waard. De man bezat trouwens heel wat betere oratorische kwaliteiten dan de organisatoren, en we konden dan ook op gezette tijdstippen eens luid juichen, of ons ongenoegen doen blijken. Toen de delegatie echter terug naar buiten kwam en zei dat ‘de minister "rekening ging houden met ons protest" had ik het ook wel gezien – alsof hij luidop zou zeggen dat we ons er niet mee moesten bemoeien. Nee, het werd tijd om de Brusselse cafeetjes eens te gaan inspecteren.

 

Maar op 29 maart is er een betoging in ons aller Antwerpen, en ook daar zal ik aanwezig zijn; als onafhankelijk journalist, natuurlijk...



18/03/2006
🖋: 

“Onze universiteit is veel moeilijker dan die van Antwerpen, dat weet het kleinste kind.” Een Leuvense studente staart me aan, uit haar mond klettert een hagelvlaag van vooroordelen. Zulk geraaskal kan je lachend wegwimpelen, herkauwen, terugkaatsen. Of je schrijft er een artikel over. Om zelf niet in prietpraat te vervallen, zet ik koers naar deze “enige echte studentenstad” aan de Dijle, in de hoop de waarheid te achterhalen. Het wordt een vogelvlucht langs fakbars, fiere kotbewoners, aula's en Alma's.

Toegegeven, het station van Leuven blinkt aanlokkelijk onder een mild grijze hemel. Ik vraag een student me wegwijs te maken naar de universitaire bibliotheek. Zijn piekhaar kijkt verrast op me neer. Of ik hét Ladeuzeplein niet ken? Ik zou willen sneren dat Antwerpen pas een wereldstad is, dat Leuven maar één straat op het Monopoly-bord heeft staan en dat ik, hoewel buitenstaander en vrouw, me best kan oriënteren in dit omhooggevallen provinciestadje. Zonder zijn hulp bereik ik hét plein en dé bib.

 

Luxe

Wat ik daar zie, valt met geen pen te beschrijven, ook niet als deze een UA-logo heeft geheel volgens de nieuwe huisstijl. Bustes van prominente figuren, naar geschiedenis ruikende boeken, Middeleeuwse wenteltrappen, rondtollende wereldbollen; de hele kosmos kijkt een beetje mee naar de lezers en de boeken. Een Leuvense studente vertelt me met pretoogjes dat deze zaal zich tijdens de blok ontpopt tot een waar liefdesnest. Eerste wenken en knipoogjes, deze praktijken kent de Antwerpse bib ook. Nu is het ernstig stil. Zelfs het opgefokte gekir van de marktkramers buiten botst tegen een dove, imposante muur.

 

Om de benijdenswaardige pracht van dit pareltje te verteren, begeef ik me naar Alma 2, het net vernieuwde studentenrestaurant. Rode wanden en lampen, metaalachtige toonbanken. Een decor waar je je ook kan verlekkeren op concerten en verjaardagsfeestjes, met gourmet, BBQ of dessertenbuffet.

 

Truttige stad

Dat alles in Leuven op de student is gericht, blijkt ook uit de vereniging VELO, waar je een goedkope fiets kan huren. Bovendien hoeven studenten niet te betalen voor het lokaal openbaar vervoer. Een UA-minnende ziel zou nu opperen dat dit normaal is voor een stad met ruim 30 000 studenten en dat dit aantal ook enkele nadelen inhoudt. Meer dan in Antwerpen wordt het feestgedruis in Leuven streng bewaakt door de politie. De huidige politieke aanpak maakt van Leuven een “truttige stad, waar één centimeter te schuin lopen bestraft wordt”, aldus een redactielid van het Leuvense studentenblad Veto.

 

Antwerpen bruist ook zonder haar 10.000 studenten. Ze swingt haar bezoekers van kroeg naar kater, van pint naar pot, elk weekend weer. Antwerpen heeft rockfestival noch universiteit nodig om toeristen te lokken. Leuven leeft en teert op studenten, maar waarom trekken die toch massaal naar deze stad? Gedreven ga ik op zoek naar andere redenen van de verbeten Leuven-liefde. Steeds weer wijzen studenten me op het knusse kotleven in hun stad. “In Antwerpen en Gent wordt er meer gependeld. Hier kunnen de meesten 's nachts blijven feesten en zo groeit er een sterkere band tussen medestudenten.” Dit fiere gekraai klinkt verleidelijk oprecht, maar de cijfers zien er minder fraai uit. De laatste jaren zit het kotleven in een dalletje. Het percentage kotstudenten, dat een decennium geleden nog 75% bedroeg, reikt niet verder meer dan 64%. Voor UA is dit zo'n 27%.

 

Punten

Sommige conservatieve jongeren voelen zich aangetrokken tot de stad door haar vaste waarden, haar lange traditie als studentenoord. De KULeuven bestaat sinds 1492 en is de oudste universiteit van de Lage Landen. Tegenwoordig ziet oude eik Leuven het alternatiever, linkser en hipper imago van haar Gentse concurrente met lede ogen aan. Een beledigde studente wrijft me dan weer onder de neus dat Leuven het beste universitair onderwijs heeft. Voor objectieve cijfergegevens heb ik echter wel een neus: het gemiddelde slaagpercentage in eerste Bachelor (voor generatiestudenten) schommelt rond 44% in Antwerpen en ligt nĂ­et hoger dan dat van KULeuven, integendeel.

 

Leuven omkranst me met haar torenhoge trots. Aan de wanden van het stadhuis prijken foto's van buitenlandse studenten. Leuven heeft ongeveer 3300 buitenlandse studenten. Deel dit aantal door vijf. Sluit uw ogen. Het getal achter uw wimpers geldt voor Antwerpen.

 

Kuiten en kauwgom

Toch nog niet helemĂĄĂĄl overtuigd van de Leuvense meerwaarde, zoekt mijn keurende blik enkele aula's op. Het Talengebouw â€“ net een kerncentrale in de jungle â€“ toont me haar lange smalle gangen en katholieke WC's, zonder condoomautomaat. De grootste aula in Leuven, Pieter De Somer genaamd, is andere koek. Studenten Sociologie en andere geluksvogels kunnen hier wegzakken in wijnrode zitjes, tussen ellenlange rijen. Van de 61 academische opleidingen in Leuven tellen Psychologie, Pedagogische Wetenschappen, Rechten en Criminologie de meeste studenten. In Antwerpen zijn Rechten, Sociologie, TEW en Geneeskunde de trekpleisters. In het laatste refrein van hun lofzang bestoefen studenten de kloeke kuiten van hun universitaire alpinistenclub, die zelfs des winters rotsen trotseren. Hun stem gaat climaxgewijs de hoogte in bij het vermelden van ex-studenten als Mercator, Vesalius en Erasmus. De eindnoten bejubelen ten slotte de campagne tegen kauwgom op Leuvense grond, alsook het interfacultair toneel op de campus. Ondanks deze redevoering heb ik, kritische UA-studente, honger naar meer. In het vermaarde STUKcafĂ© klink ik, temidden van Leuvense liefhebbers, op mijn nieuwe ervaringen en stiekem ook op heel Antwerpen. Druppels later waag ik me aan een nachtje fakbarren bij de Letteren. Mijn harem Leuvense knapen vertrouwt me toe dat de inkom hier normaal goedkoper is dan voor Antwerpse feestjes. Om een vierkante meter fakbar in te palmen moet je inderdaad niets betalen, maar uiteindelijk is zo'n bar ook niet meer dan een eenvoudig cafĂ©.

 

Ramptoerist

Het is vrijdag. Koffers rollen weg als Leuvense r'en en laten een troosteloze leemte achter. Om afscheidstranen te voorkomen, besluit ik het spel hard te spelen. De ramptoerist in me teert op Leuvens zwakste punt: de nachtelijke geluidshinder. Met een arendsoog zoek ik verbitterde oudjes op. “Soms is het zwaar. Dan kunt ge ni slapen. Weet ge dat de studenten 's nachts hun vuil goed buiten hangen en dat de wasdraad tot den andere kant van ‘t straat reikt?”, waarop een luistervink inpikt: “Allez, waar gaan we naartoe? Laat ze toch student zijn, laat ze toch leven” en bevestiging zoekend, kijkt ze mijn jeugdige ogen in. Ik knik, en ga feesten. Maar dan wel in Antwerpen.



Ten kote van
18/03/2006
🖋: 
Auteur

Door het raam van een klein kamertje in het studentenhome van Wilrijk zien we hoe het aarzelende groen de lente inluidt.

Judith Nobels (eerste licentie Germaanse) vertelt dat dit eerder idyllische beeld ook minder leuke kantjes heeft: sinds kort teistert een exhibitionist het gebied rond de campus. Gelukkig trekt ze er zich niks van aan en heeft ze dolle pret met haar negen ‘slaapganggenoten'. Filmavondjes, Lost-dvd's en een occasionele fuif in ‘De Konijnenpijp' zijn volwaardige vervangers van het uitgaansleven op de Stadscampus. Haar drukke sociale leven staat het vioolspelen zelfs in de weg. De muziekstandaard staat er bijgevolg maar wat verloren bij. Boven haar bureau prijken vakantiefoto's, een ticket voor een concert van Jamie Cullum en een reproductie van Vettriano, haar favoriete schilder. Naast het bed staat er ook een leuke foto van haar twee slapende grootvaders. Als we afscheid nemen van deze innemende jongedame, strijkt er een lieveheersbeestje neer op haar vensterbank. “Ik ben hier de enige bij wie die diertjes veelvuldig komen aanwaaien”, lacht ze.



18/03/2006
🖋: 
Auteur extern
Elke Struyf

Beste studenten,

 

Sta me toe te reageren op het recente artikel `AILO op de UA, werk in uitvoering' (dwars 30). Ik wil me graag even voorstellen: sinds 1 januari 2006 trek ik als nieuwe voorzitter van de Onderwijscommissie (OWC) samen met een nieuw enthousiast kernteam van docenten en medewerkers de `kar van de AILO'. Ik heb begrepen uit dit artikel dat sommige reizigers deze kar wat oud en versleten vinden, dat het voor hen niet altijd duidelijk is waarom de `kar' sommige wegen inslaat (en andere niet) en dat ze soms zelfs in rondjes draait. De kar is blijkbaar toe aan een grondige opknapbeurt en de weg naar het beroep `leraar' moet beter uitgestippeld worden.

 

Welnu, het nieuwe bureau van de OWC heeft de gereedschapskist en de landkaart alvast bovengehaald. We zijn volop bezig met het ontwerpen van een nieuw AILO curriculum. We geven ons tot december 2006 de tijd om dit grondig en goed te doen. Momenteel zitten we in de `ontwerpfase' en verzamelen we gegevens over tekorten in het huidige curriculum en verwachtingen ten aanzien van het nieuwe. We beschikken reeds over het verslag van de gesprekken met studenten waarnaar in het artikel verwezen wordt (dat is er wel degelijk). In februari hebben de docenten en praktijkassistenten van alle modules sterke en zwakke punten van de huidige AILO opgelijst. In april beleggen we een vergadering met vakmentoren en directies uit de secundaire scholen die mee instaan voor de stagebegeleiding van onze studenten. In mei nemen we een enquĂȘte af bij alle studenten die nu de AILO volgen Ă©n de alumni. Op die manier verkrijgen we een duidelijk en gedifferentieerd beeld van de huidige AILO en kunnen we de opleiding reeds volgend academiejaar gericht remediĂ«ren en grondiger hervormen in het nieuwe programma.

 

Het nieuwe programma wordt vanaf academiejaar 2007-2008 ingericht, wanneer de `specifieke' lerarenopleiding van start gaat. Want – zoals te weinig uit het artikel blijkt – worden de belangrijke wijzigingen waarnaar Prof. Van Petegem verwijst, decretaal – dus door de overheid – bepaald (bv. de uitbreiding van het curriculum en het feit dat de lerarenopleiding hierdoor moeilijk combineerbaar is met een masteropleiding). Wie hierover meer wil weten, verwijs ik naar de folder over de lerarenopleiding `nieuwe stijl' (verkrijgbaar op het studentensecretariaat AILO of via ailo@ua.ac.be).

 

Laten we samen van de AILO-kar een stevig voertuig maken dat een interessante reisweg volgt?

 

Prof. Elke Struyf
Voorzitter OWC AILO



18/03/2006
🖋: 
Auteur

Het moet geleden zijn van de tijd toen ik de baard in de keel kreeg, dat ik me nog zo 'aware' was van mijn harige zelve. De Awarenessweek heeft zijn naam dan ook niet gestolen aangezien ik een ganse week met de haren overeind door de Stadscampus heb gedoold – een fenomeen dat voorkomt bij de ervaring van een acute emotionele aanval. Via deze weg wil ik dan ook alvast de organisatoren van de Awarenessweek bedanken voor de extra diepgang die middels deze 5-daagse extase in mijn oppervlakkig bestaan werd gepompt. Oprecht bedankt!

U vraagt zich misschien af, beste lezer, naar welke week de schrijver van dit opiniestuk eigenlijk refereert; en `k begrijp gerust de paniekreactie in de ogen bij de gedachte dat uw skivakantie wat teveel zou uitgelopen zijn en u iets unieks gemist heeft. Wel, zelfde lezer, u hebt wel degelijk iets unieks gemist en sta me toe -geheel tegen de visie van deze week in- om daar nog zo'n kleine 500 woorden aan te verspillen.

 

Niet zozeer het thema "Ecologische Schuld en Verspilling" waarrond deze week draaide, maar wel de invulling ervan getuigde van een nooit eerder geziene creativiteit. Het begon allemaal op maandag 6 maart met de inkleding van de Agora en de R-Blok die – en ik citeer de Unifacpost van dinsdag 28 februari â€“ "je aan het denken zet": wat we zagen was? Niks!

 

Op enkele ladders die de technische dienst had laten staan, stond er? Niks! Schitterend, want `niks' kan je moeilijk verspilling noemen, niet? Hetzelfde gold voor de quiz, de aangekondigde documentaire over de opwarming van onze aarde en de petitie waarover nog wel inhoudelijk zou gecommuniceerd worden: al deze activiteiten werden vanwege hun verspilzuchtige eigenschappen aan respectievelijk tijd, energie en papier, vakkundig geĂ«limineerd. Ik zeg 'vakkundig' want er hing zelfs geen verspillend papiertje op de desbetreffende locatie om de afschaffing mee te delen; en ik mezelf maar een bewustzijn kloppen op de deur van Prinsstraat 32 alwaar die documentaire zou worden vertoond. Ook op de USOS-website was geen spoor van een mededeling ter annulatie te bespeuren, laat staan ĂŒberhaupt de aankondiging van de geprogrammeerde AW-activiteiten. Letterlijk ongezien, want er was ook echt niks te zien. Fantastisch!

 

Jammer echter dat er deze week ook enkele pragmatische keuzes moesten genomen worden: om dit alles – niets dus â€“ te kunnen financieren, moest er namelijk wel wat geld in het laatje komen. Vandaar dat het (h)eerlijke ontbijt en de TD wel plaatsvonden. Ondanks deze praktische noodzaak kon de uitwerking ervan – mijns bescheiden inziens â€“ toch iets dichter aanleunen bij het gekozen thema. Moest de verpakking van kaas en melk nu per se besmeurd worden met slogans als "van verwende koeien", vooral omdat die geschreven waren met milieuonvriendelijke viltstift? Kon men de BlueLagoon-TD niet laten samenvallen met andere TD's, zodat identiek hetzelfde spektakel slechts 1 keer per week moest worden georganiseerd en dit harig monster ook slechts 1 keer per week uit zijn nachtelijk hol moest komen. Dat zou hem heel wat geld en katers bespaard hebben. Daarnaast hadden misschien wisselbekers niet misstaan op deze thema-avond; zeker wanneer zustercampussen het gebruik ervan op TD's reeds enkele jaren terug algemeen en structureel hebben geĂŻntroduceerd. Maar dan zou iemand het logge logboek van Unifac eens moeten herschrijven, wat dan weer verspilling aan papier en inkt met zich zou meebrengen.

 

Deze kleine randbemerkingen doen echter in het geheel geen afbreuk aan de prestaties van het ganse Awarenessweek-team. Nogmaals gefeliciteerd met het welslagen van dit opmerkelijk initiatief! Rest mij finaal nog te waarschuwen voor hoogmoed: volgend jaar wordt onvermijdelijk het jaar van de terugval, dus begin alvast vandaag met de voorbereiding van de Awarenessweek 2007.

 

De Awarenessweek had dit jaar plaats van 6 tot 9 maart.



Filmrecensies
18/03/2006
🖋: 

Post-Oscars-seizoen, en waarom die keuzes onbegrijpelijk zijn.

Brokeback Mountain

Drie Oscars voor dĂ© topfavoriet onlangs in L.A., maar geklopt in de categorie ‘Beste Film' door Crash. Wat een opschudding! En terecht, als u het ons vraagt. Crash is en blijft een degelijke film, maar leunde teveel op kunstgrepen om het verhaal draaiende te houden. Brokeback Mountain daarentegen is de eerste film die erin slaagt uw dienaar te ontroeren sinds... altijd, eigenlijk. Het zit zo: filmliefhebbers meten zichzelf graag een air van voorzienigheid en cynisme aan: “Ach, die plotwending zag ik al van kilometers aankomen, dat einde was enĂłrm clichĂ©matig”, enzovoort. U kent er ongetwijfeld ook zo één in uw vriendenkring. Geen van hen zal dat (oprecht) durven zeggen na het zien van hĂ©t romantische meesterwerk van het jaar (en misschien het decennium). Brokeback gaat â€“ zoals u en het hele niet-comateuze deel van de mensheid ondertussen al weten â€“ over twee homoseksuele cowboys. Tot zover het gedeelte van de plot dat met woorden te vatten is. Gelieve u voor de rest van deze geestesveranderende ervaring te melden in de dichtstbijzijnde bioscoop. Toch wil ik (voor het nageslacht) nog een poging wagen om u te vertellen waarom u dit moet gezien hebben. Ang Lee maakt er namelijk een uiterst poĂ«tisch en ontroerend liefdesverhaal van, zonder te veel energie te verspillen aan al te duidelijke politieke boodschappen. Vergeet dus even de homofobe angsten die zich sinds kort van de wereld lijken meester te maken, en kijk onbevangen naar een liefdesverhaal zonder voorgaande. De twee hoofdrollen zijn weggelegd voor tieneridool Heath Ledger en Jarhead Jake Gyllenhaal. De twee coming men van Hollywood bewijzen hier hun dramatische waarde, er wordt zowaar meer gezegd als er gezwegen wordt. Vooral Ledger toont dat hij meer kan dan tot nu toe van hem verwacht werd. Hoe hij zijn gezicht zolang in de juiste zwijgzame plooi wist te leggen is mij een raadsel, en hoelang hij daarna heeft moeten oefenen om het terug normaal te kunnen bewegen, ik wĂ­l het zelfs niet weten. Wat ik wel wil weten is dat Brokeback Mountain enorm sterk de emotionele pijn blootlegt die een onmogelijke liefde veroorzaakt. Dat is en blijft de hoofdbetrachting van elke film: emoties losweken. Dan volgt de rest vanzelf.

SCORE: 90%

 

Memoirs of a Geisha

Compleet tegenovergesteld aan het extreem emotionele Brokeback Mountain staat deze kille, plastieken vertolking van een beroemd boek van Arthur Golden. Het verhaal over een klein meisje dat door haar ouders wordt verkocht aan een geishahuis, haar opleiding en haar onmogelijke liefde was op zich enkel al waardevol omwille van de culturele achtergrond over het Japan van vóór de Tweede Wereldoorlog. En jammer genoeg verkoos de regisseur die stukken nog eens te knippen. Resultaat is een volledig emotieloze afhandeling van gebeurtenissen die â€“ mits wat diepgang â€“ een interessant verhaal hadden kunnen opleveren. En dan nog drie Oscars, evenveel als Brokeback Mountain! Voor technische categorieĂ«n, de enige waarde van deze film. Conclusie kan enkel zijn dat de regisseur foute keuze na foute keuze heeft gemaakt: van de foute aanpassingen aan het originele verhaal over de Chinese acteurs tot het semi-Engels dat uitgekraaid wordt, niemand was meer volhardend in de boosheid sinds den Dolf in '39 zei: “Tiens, daar in Polen, valt daar niks te rapen?”.

SCORE: 35%

 

Syriana

Om het Oscarverhaal compleet te maken: allrounder George Clooney (drie nominaties voor twee films) kreeg een beloning voor zijn bijrol in Syriana â€“ vooral als compensatie voor het voorspelbare verlies in de andere categorieĂ«n. Enigszins onterecht, want ondanks de duidelijke politieke ambities valt het te betwijfelen of deze film de tand des tijds zal doorstaan. De plot is wanstaltig ingewikkeld en de boodschap verwatert door de vele kunstgrepen die nodig zijn om het verhaal boven water te houden. Daar veranderen de vele opofferingen die Clooney zich getroostte niets aan. De man kwam dertig kilo aan en liet een baard staan waar een ooievaar een nest in zou kunnen bouwen, maar nooit voelde ondergetekende de dreiging die in een politieke thriller zou moeten aanwezig zijn. Jammer, want Syriana is zeker een film met enorm veel potentieel, maar van degelijke uitwerking is geen sprake. Clooney stond dit jaar garant voor een grote filmproductie, maar dat er misschien wel wat sprake van overhaasting was, wordt perfect geĂŻllustreerd in deze film.

SCORE: 45%



Kasper; student, drinkebroer, held
14/03/2006
🖋: 
Auteur

“CEEq?”

“CEEq?” vroeg hij ongelovig.

“CEEq.” zei Sam vastberaden. “Je moet me geloven, Kasper.”

“Ze heeft gelijk, weet je, er is geen andere keuze meer. Als je het aas doorslikt, moet je de haak erbij nemen.” Hoewel hij iemand naar en van het hospitaal begeleiden niet echt als ‘het aas doorslikken' beschouwde, hield Kasper zijn mond en probeerde een blik op te zetten die deed uitschijnen dat hij zwaar nadacht. Niet dat hij nog iets nieuws zou kunnen bedenken; Samantha â€“ die een paar uur geleden nog op haar achterhoofd was gevallen â€“ had hem een of andere samenzweringstheorie verteld die niet onderdeed voor de laatste dertien B-films die hij had gezien. Ze had weliswaar bewijzen, maar die kon ze zonder een internetverbinding niet laten zien, dus zat er maar één ding op. Volgens haar alleszins.

“Goed, laten we er even vanuit gaan dat wat je zegt waar is. Je hebt me nog steeds geen motief gegeven.”

Even bleef het stil, maar toen drie stemmen tegelijkertijd op hem begonnen in te praten, besefte hij dat de haak onherroepelijk vast zat.

“Waarom denk je zelf, rund!”

“Komaan, jongen, speel niet met dat meisje.”

“Ze controleren de intelligentsia, Kasper! Vorm Ă©n toevoer!”

Sam stond op van haar bed en begon de kamer door te ijsberen. Kasper zat achter de piano in haar kleine kotkamer en liet zijn vingers over de toetsen glijden, terwijl ze het allemaal nog een keer uitlegde. De weerhaken trokken pijnlijk.

“CEEq controleert alles. Verdoken, natuurlijk, maar ze censureren boekenlijsten en cursussen, manipuleren proffen met omkoping en chantage en hebben een vinger in de pap in zowat alles dat van ver of dichtbij met hoger onderwijs te maken heeft. Langzaam maar zeker zijn ze ons aan het plooien naar hun maatschappijbeeld.”

Kasper knikte. “Consumerend, kritiekloos en statisch. Tot zo ver volg ik. En waarom moeten we naar de universiteit voor internet?”

“Omdat ze enkel weten hoe ik eruit zie en dat wil ik graag zo houden.”

 

***

 

“Wacht.”

Ze stonden voor de glazen deuren van het gebouw, maar Kasper schudde zijn hoofd.

“Als er staat dat alles hier om negen uur sluit en mijn gsm zegt dat het tien voor negen is, denk ik dat we beter tot morgen wachten.”

“Als ze ons opsluiten, vinden we wel iets om ons bezig te houden.” antwoorde ze, een ondeugende glimlach op haar guitige lippen.

“Ik denk niet dat...”

“Vergeet het, Klaartje. Geen enkele jongen zou nu nog nee zeggen.”

Alle lichten brandden nog in de gangen die terug leken te grijpen naar de Sovjet Unie, maar alles was doodstil. Snel liepen ze naar de dichtstbijzijnde bibliotheek. Sam knielde voor de gele deuren en haalde een klein, leren tasje uit haar achterzak. Kasper wilde iets vragen, maar ze legde hem met een handbeweging het zwijgen op voor hij zijn mond kon opendoen. Opengespreid op haar benen kon hij een stuk of twintig metalen gereedschappen zien. ‘Lockpicks' dacht hij, maar kon niet op een Nederlandse vertaling komen. “Wat...” begon hij, maar ze keek hem geïrriteerd aan.

“Slothaken,” zei Sam stil, “en hou nu je mond en luister of er iemand aankomt.”

“Tja, het meisje weet wel van wanten. Waarom zijn mannen toch altijd zo geschokt als ze een sterke vrouw tegenkomen?”

“Omdat ze bang zijn dat de sterke vrouw het vroeg of laat verknoeit. Maar veel erger dan ons rund zal ze het wel niet doen.”

Kasper wist niet hoe lang hij daar stond, te proberen om iets anders te horen dan het getik en gemorrel van Sam; één keer hoorde hij voetstappen, maar ze eindigden met het open- en dichtgaan van een deur.

“Klaar.” zei Sam en borg haar materiaal terug in haar achterzak.

De computer startte snel op en hoewel Kasper niet kon volgen wat ze precies deed, wist hij dat de manier waarop ze het internet gebruikte in niets leek op wat hij ermee deed.

“Sla alles wat je hebt op. Dan bestuderen we het ergens anders en zorgen we dat de juiste mensen het in handen krijgen.”

“Maar...”

“Doe het nu, Sam. God weet hoeveel wetten je hebt overtreden, wij hebben overtreden, en ik heb geen zin om hier gepakt te worden.”

“Klauwen, wie had dat gedacht.”

Op het moment dat Sam een USB-stick vanonder haar trui haalde, hoorde hij de deur opengaan en voelde hij zijn maag samentrekken. Hij keek om de hoek van de inkom en zag het silhouet van een man, scherp afgetekend tegen het licht dat door de open deur kwam, een pistool in de aanslag. Sam keek Kasper vragend aan, maar hij bracht zijn vinger naar zijn lippen en gebaarde dat ze zich naar de computer moest draaien. Elke ademstoot leek oorverdovend. Kasper had zich naast de deur gezet en zag de loop er als eerste doorkomen. Toen de man het meisje zag zitten, ondersteunde hij met zijn linkerhand de kolf, klaar om te schieten. Kasper legde zijn hand om het Glock-logo op de loop en draaide het pistool om. De man keek hem geschrokken aan, maar kon niet voorkomen dat Kasper het tegen zijn borst zette en met zijn andere hand de kolf omvatte. Zijn pink haalde de trekker over. Het schot klonk zelfs in de stilte gedempt, stiller dan de gesmoorde kreet van Sam.



een synagoge in Antwerpen
14/03/2006
🖋: 

Je zou er zĂł voorbij lopen, je netvlies klevend aan het fonkelende uitstalraam van een juwelier. En toch word je geruisloos naar deze plek gezogen: door lange lokken en zwarte hoeden, een koosjere maaltijd, kokertjes met een Thoravers, her en der aan winkelwanden. De Portugese synagoge in de Hoveniersstraat, hartje diamantwijk, staat bescheiden te lonken. Onder de vleugels van een gids trippel ik nieuwsgierig door de oude deur naar binnen. Een golf geroezemoes tuimelt de gebedsplaats in. En dan is alles stil.

Even slaan mijn wimpers vinnig op en neer, een tikje verrast door het licht en de intieme sfeer. En een oogopslag later door de stoelen, elk voorzien van een eigen naam. Hier komen joden bidden, in goudomrande boeken studeren, nieuwtjes uitwisselen. Nu zijn alle plaatsen echter leeg. Alleen ik nestel me in een serene rust en kijk naar de centrale tafel op het verhoogje – Biema genaamd â€“ waar ‘s ochtends zeven sprekers en de rabbijn voorlezen uit de Thora. Aan de oostkant, in de richting van Jeruzalem, bevindt zich een kast met Thorarollen. Het licht, de tribune en de Heilige Kast zijn de basiseigenschappen van elke synagoge. In 1871 werd in Aarlen de eerste Belgische synagoge opgetrokken. Antwerpen telt er vier en heeft bovendien nog een twintigtal gebedshuizen, enkel toegankelijk voor een klein kransje joodse gelovigen. De ruim 15 000 Antwerpse joden zijn allemaal orthodox, al dan niet praktiserend. In Brussel wonen ook liberale joden, met sinds kort een vrouwelijke rabbijn.

 

Maar in deze synagoge viert de mannenwereld hoogtij. Op het balkon staat een dunne sliert stoelen waar, in gouden plaatjes, vrouwennamen prijken. Vijftig zitjes, niet meer. Door hun vele huishoudelijke taken worden vrouwen vrijgesteld van de orthodoxe dienst. Vanaf het huwelijk bedekt een joodse vrouw het haar, behalve voor haar man als teken van intimiteit. Ook mannen zetten in de synagoge een hoofddeksel op. Tijdens de Middeleeuwen droegen alle joden verplicht een hoed, die diende als herkenningsmiddel. Nu staan keppeltjes symbool voor nederigheid tegenover God. In de synagoge vormen ze een kleurig deken van samenhorige zielen. Hoe zwarter het keppeltje, hoe praktiserender zijn eigenaar. Ultra-orthodoxe joden dragen ook buiten de dienst een hoed. Het zijn dĂ­e gelovigen met hun zwarte gewaden, sierlijke pijpenkrullen, van wie stiekem wordt gezegd dat ze veel geld hebben. Al is dit laatste weer een staaltje van antisemitisch gedachtegoed.

 

In de synagoge vormen keppeltjes een kleurig deken van samenhorige zielen.

 

Beetje bij beetje krijgt alles vorm. Joden stromen, in dichte drommen, verbeelding en synagoge binnen. Ik zie hoe een mozaĂŻek van keppels zich naar het Eeuwige Licht in de Godslamp draait, hoe de vier hoekkwasten van gebedsmantels zachtjes heen en weer wiegen. Deze franjes herinneren de gelovige aan de 613 wetten in de Thora. De witte gebedsmantel met zijn hemelsblauwe strepen wordt, na het overlijden van een jood, begraven in de lijkwade. Men wikkelt de dode in de mantel en snijdt de hoekkwasten door, want eenmaal overleden gelden de gedragsregels niet meer. Nog steeds in gedachten verzonken, hoor ik hoe de rabbijn een perkamenten rol openvouwt en van rechts naar links begint te lezen. Zijn wijze kijkers dwalen over een tekst met kleine wervelende letters, met scandeeraccenten, zonder klinkers. Op basis van de medeklinkers en de context vindt hij het juiste woord. Voor kinderen is het dan ook een hele opgave om zo'n tekst te begrijpen. In sommige ultra-orthodoxe gezinnen leert een peuter van drie al lezen, maar meestal gebeurt dat pas rond vijf jaar.

 

Net nu ik me hier helemaal thuis begin te voelen, stokt het verhaal van mijn gids. Een ondergaande zon kleurt de vensters in het dak een beetje donkerder. Nog even en dan komen de eerste gelovigen voor de dienst. Buiten zie ik plots de gedenkplaat. “Op 20 februari 1981 ontplofte hier een bomauto.” Drie doden, twintig gewonden, hele gebouwen ingestort. Een kille werkelijkheid suist langs me heen, vol scherpe vooroordelen, mensen die denken dat joden vreemdelingen zijn, die staat en geloof vermengen, die niet weten hoe innig de joodse gemeenschap verbonden is met de geschiedenis van Antwerpen. Sinds de twaalfde eeuw al bepalen joden het straatbeeld en verrijken ze onze stad met hun kennis en wijsheid. Ze hebben andere feestdagen, andere geloofsboeken, ander eten. Voor het overige echter voelt een jood zich Antwerpenaar en “wereldburger”. Net als wij allemaal.



Voor u beluisterd
14/03/2006
🖋: 

Midden jaren negentig slaagde een extravagant trio erin om een nieuwe muzikale formule op gang te trekken. De combinatie van alternatieve rock en industrial die Placebo in een poppy mengeling goot, bezorgde hen vanaf 1997 wereldwijd succes. Hun laatste twee albums Black Market Music en Sleeping with Ghosts waren controversi

Placebo - Meds

Welnu, de vlam brandt nog steeds even trots. De noisy titeltrack opent het album zeer aanstekelijk en deze lijn wordt verder doorgetrokken met het synthgetinte Infra-red. De knapste goals die worden gescoord zijn een dissonant maar verdacht groovy Post Blue, het bloedmooie Blind, een hallucinant Follow the Cops Back Home (“...and rob their houses”: lekker, toch?) en het kriebelende One of a Kind. Het album is wel voor geen zier verrassend: enkel het experimentele Space Monkey (industrial-percussie, feedback-gitaren Ă©n een strijkersintermezzo, alstublieft) en de angstaanjagende ballad In the Cold Light of Morning klinken nieuw; het duet met REM's Michael Stipe Broken Promise is echter een relatieve flater. De ritmesectie staat echter als een huis, Brian Molko zong nooit beter, de productie is ijzersterk en single Song to Say Goodbye blijkt nu al één van hun beste nummers. Placebo blaast wederom een frisse bries door de moderne rockwereld.

 

David Gilmour - On an Island

David Gilmour behoeft geen introductie (indien toch: wees beschaamd!), dus is het niet minder dan goed nieuws dat de man 22 jaar na zijn laatste solo-album About Face en twaalf jaar na Pink Floyd's laatste studiowerk The Division Bell op zijn zestigste verjaardag een nieuwe parel aflevert. Vanaf het ogenblik dat het zo herkenbare Fender Strat-geluid in de sferische intro Castellorizon hoorbaar wordt, weet een mens direct dat de man met de gouden vingers en de fluwelen stem in de buurt is. Ongeveer alle nummers op On an Island combineren bluesy pop met psychedelische, uitgesponnen solosecties en de nodige geluidseffecten. In het akoestische The Blue passeert een melodie die bijna uit een Beatles-nummer weggelopen lijkt en de mysterieuze achtergrondzang in de loungy rocker Take a Breath doen denken aan de gospelinvloeden van het late Queen. Hoogtepunten zijn de trage shuffle This Heaven, waarin orgelkleuren en funky gitaartjes de show stelen, en het jazzy Smile, een organisch geheel met brushes over zuchtende strijkers. Gilmour neemt zelfs de sax voor zijn rekening op de dromerige instrumental Red Sky at Night en ook Floyd-toetsenist Rick Wright fleurt het geheel op met zijn klankenoceaan. De knipoogjes naar Pink Floyd zijn eveneens present, maar Gilmour doet heel wat meer dan zichzelf herhalen: bescheiden en sierlijk waardig ouder worden verdient in elk geval respect. Aanschaffen. Nu.

 

Sepultura - Dante XXI

Begin jaren negentig bereikten deze thrash-iconen hun grootste succes toen ze traditionele Braziliaanse volksmuziek in hun songs gebruikten. Jammer genoeg stapte boegbeeld Max Cavalera toen op om met Soulfly de wereld te gaan veroveren, maar het resterende trio deed alsof er niets aan de hand was en nam Derrick Green aan als nieuwe zanger. Bijna tien jaar en drie albums later levert Sepultura een conceptplaat af die gebaseerd is op Dante Alighieri's Divina Commedia: het kan alleszins minder ambitieus. Toch slagen de metalen heren er nog redelijk goed in om te overtuigen: Derrick Green heeft een strot (want dat is het wel) die hem niet misstaat en Andreas Kisser's gitaarstijl blijft herkenbaar. Het Inferno-gedeelte begint met een didgeridoo-intro, maar voor de rest is het metal pur sang: prominente hardcore-invloeden en snelle gitaarsolo's maken van singel Convicted in Life een stormram van formaat en het sitar- en percussiegebruik in City of Dis doet zelfs aan hun ouder werk denken. In het Purgatoria-stuk komt een orkest de groep versterken, wat voor de beste passages zorgt: Ostia bevat dreigende blazers, Repeating the Horror stoeit met progressieve ritmes én een onderbouwde drumpassage, en het instrumentale Still Flame vertegenwoordigt Paradisio met een koor en pizzicato strijkers. De energie van weleer blijft echter uit; zelfs een uitgebreid instrumentarium maakt van een middenvelder geen aanvaller.



SMS
13/03/2006
🖋: 

Donkere maanden met veel te weinig zonlicht zorgen ervoor dat de mensen nu al verlangend uitkijken naar de zomer. Desondanks zijn er meer dan genoeg lachwekkende of grappige feiten te vermelden waar de mensheid zich door kan laten verstrooien. Even goed bedoeld, doch minder afval en dronken tieners achterlatend dan het carnaval van Aalst: hier is uw maandelijkse SMS!

Fans en spotters die al jarenlang op zoek zijn naar het befaamde monster van Loch Ness zijn er aan voor de moeite. Volgens een Schots onderzoek was Nessie gewoon een circusolifant die zich in het water aan het wassen was.

 

Uit het onderzoek van Neil Clark, een Schotse paleontoloog, bleek dat er op het moment van de eerste verschijningen van Nessie een circusgezelschap aan het meer verbleef. Als olifanten in het water aan het baden zijn, komen volgens Clark alleen hun slurf, hun kop en hun rug boven water. “Als er zich dan meerdere olifanten tegelijkertijd in het meer bevinden, kan dat misschien wel zo een afgrijselijk beeld zijn geweest dat de bevolking van Ness alleen maar aan een monster kon denken”, zei Clark terwijl hij z'n zevende whisky van die morgen soldaat maakte.

 

Jaarlijks moeten in Nederland 120 mensen naar de spoedafdeling, omdat zij gewond zijn geraakt bij het spelen van darts. Een woordvoerder van de Stichting Consument en Veiligheid heeft dat gezegd naar aanleiding van een bericht in De Telegraaf. Veel voorkomende blessures zijn verwondingen aan arm, pols of vinger(s). Specialisten kunnen zich dan weer beroepen op martelaarswonden ten gevolge van een niet stevig genoeg tegen de wand bevestigd dartsbord. Tenslotte waren er ook nog maar liefst twaalf mensen die een pijltje in hun oog hadden gekregen. Misschien kunnen ze de term Bull's eye voor hen beter vervangen door Fool's eye.

 

En dan nu tijd voor een Rik Daems-moment. Wie zijn of haar partner bedriegt, leeft met de vrees dat de affaire uitkomt. Zeker nu er steeds meer technologieën bestaan om andere mensen te bespioneren. Voor die overspeligen heeft de Britse krant The Sunday Telegraph nu goed nieuws: wie gemoedsrust wil, kan een waterdicht alibi kopen. De firma Fake Alibi biedt ieder die dat wenst, en kan betalen, alles aan wat nodig is om een afwezigheid ten gevolge van een liaison te kunnen verdoezelen. Onder het mom van een conferentie, een seminarie of een opleidingscursus ontvangt de klant thuis professioneel uitziende uitnodigingen die de partner op een dwaalspoor moeten brengen. Om het geheel af te maken, wordt er op deze folders een telefoonnummer vermeld dat, als het door een argwanende partner wordt opgebeld, beantwoord wordt door een medewerker van Fake Alibi die zich dan uitgeeft voor hotelbediende of organisator van de niet-bestaande gebeurtenis.

 

Kroatië heeft de tweede editie van de 'Champions Clerum' gewonnen, het voetbalkampioenschap voor landenploegen van priesters. Polen en Bosnië eindigden respectievelijk tweede en derde. In totaal namen twaalf nationale teams deel aan het kampioenschap in Zagreb. Het Belgische elftal moest forfait geven omwille van de te hoge gemiddelde leeftijd van hun ploeg, terwijl de Oostenrijkers aanvankelijk klaagden over het feit dat hun tegenstanders niet jong genoeg waren.