27/10/2006
🖋: 

Orlando Figes is historicus en bejubeld auteur van verscheidene boeken over de Russische geschiedenis. Ook zijn laatste boek Tragedie van een volk. De Russische Revolutie 1891-1924 viel meermaals in de prijzen. In academische kringen is het echter een controversieel werk wegens zijn brede opzet en literaire inslag.

Historici beperken zich vaak tot 1917 wanneer ze het over de Russische Revolutie hebben. Uw uiteenzetting bestrijkt maar liefst 33 jaar. Waarom koos u voor deze lange periode?

Orlando Figes De gebeurtenissen in 1917 zijn slechts het topje van de ijsberg. Aan het einde van de negentiende eeuw was Rusland razendsnel aan het transformeren op sociaal vlak, maar het tsaristisch bewind bleef zich vastklampen aan het verleden. De tsaren konden de uitdagingen van een moderne samenleving niet aan. Dáár begon de revolutie, niet in 1917! Het is belangrijk oog te hebben voor de context. Zelfs dertig jaar is niet genoeg, maar het boek is nu al meer dan duizend pagina’s lang!

 

Het is verre van evident dat de revolutie in Rusland plaatsvond, en niet in de geĂŻndustrialiseerde Westerse samenleving zoals de marxisten voorspeld hadden.

Figes Rusland heeft een lange traditie van boerenrevoluties. Zelfs Marx zag dit in de laatste jaren van zijn leven. Lenin merkte ook al erg vroeg op dat de boerenstand een te duchten revolutionaire kracht vormde. Als hij de macht greep, besefte hij, kon hij de boeren gebruiken om het oude politieke systeem omver te werpen, want zij willen het land van de grootgrondbezitters. Zo geschiedde aan het begin van de twintigste eeuw. De Bolsjewieken leefden ook later steeds in angst voor een nieuwe revolutie, waarin de boeren de macht zouden grijpen. Uit dit schrikbeeld is de Stalinistische terreur ontsproten. Als niet Stalin maar Trotzki aan de macht gekomen was, zou het beleid echter gelijkaardig geweest zijn, in tegenstelling tot wat algemeen aangenomen wordt. Stalin’s terreur is immers vooral te wijten aan de angst die ook de rest van zijn partij in bedwang hield, en in mindere mate aan zijn persoonlijkheid. Weet je, het voordeel van mijn manier van geschiedschrijving is dat ik deze evoluties op langere termijn ook kan duiden.

 

Toch is dit brede opzet atypisch voor een historicus.

Figes Ik vind dat de vorm van een boek de inhoud moet weerspiegelen. In de geschiedschrijving wordt de opgang van het communisme steevast bekeken als een ideologisch systeem, van bovenuit geïmplanteerd. Er wordt enkel aandacht besteed aan leidersfiguren en de grote massa. Wat met het individu? Het drama en de onvoorspelbaarheid zijn essentieel in Tragedie van een volk, daarom bouw ik het verhaal op rond enkele personages. Op deze wijze kan ik ook


 

Een ruimer publiek aanspreken?

Figes Juist. Het verhaal maakt het boek aangenamer om te lezen. Er is echter meer dan dat. Door de lezer te doen voelen en te laten beleven wat er gebeurd is, wordt de onvoorspelbaarheid van de revolutie duidelijk. Droge, analytische teksten zijn ontoereikend om de chaos te beschrijven. Door het narratieve van mijn werk kan ik dat wel.

 

Deze verhalende aanpak leverde u reeds veel kritiek op in de academische wereld.

Figes Het is niet zo dat ik geen wetenschappelijke ruggensteun heb. Academici hebben echter allemaal hun eigen kleine vakje van expertise. Ze zijn erg wantrouwend tegenover anderen die meerdere vakjes trachten te combineren, die verbanden leggen, of die het grotere geheel willen bestuderen. Maar dat is hun probleem, niet het mijne!

 

Denkt u dat we in de eenentwintigste eeuw het tijdperk van de grootse revoluties definitief achter ons gelaten hebben?

Figes Neen. Zolang er onrechtvaardigheid en verdrukking is in de wereld, schuilt er steeds een revolutie om de hoek.

 

 

Tragedie van een volk. De Russische Revolutie 1891-1924 werd uitgegeven bij Standaard Uitgeverij.



Stadsontwikkelingsproblemen rond het Kievitplein
27/10/2006
🖋: 
Auteur

Toen eind jaren ’90 de komst van de HST naar Antwerpen een feit werd, schreef de NMBS een wedstrijd uit. De verloederde buurt achter het station zou door de nakende verbinding met Amsterdam en Parijs immers structurele veranderingen ondergaan. Het Rotterdamse architectenbureau MVRDV won de wedstrijd met een plan dat de Kievitbuurt tot een aangename plek zou omtoveren. Met codewoorden als doorwaadbaarheid en publieke ruimte kon dat ook moeilijk anders. Maar toen liep het mis...

Door een slinkend personeelsbestand besloot telecomgigant Alcatel Bell de gebouwen op het Francis Wellensplein, waarvan zij de eigenaar was, te verlaten. Een kosten-baten analyse had uitgewezen dat in deze postmoderne tijden van flexibiliteit, thuiswerk en permanente crisis het huren van kantoren voordeliger was dan deze zelf in bezit te hebben. Alcatel keek uit naar een andere plek om zich te vestigen en dacht daarbij zelfs naar Mechelen te trekken. Toen het stadsbestuur dit te weten kwam, werd er aan de noodrem getrokken. Een multinational die de stad verlaat is immers niet echt wat men een mooi economisch visitekaartje noemt. Nu wil het toeval dat achter het station Antwerpen Centraal een groot braakliggend terrein als het ware wachtte om volgebouwd te worden: het Kievitplein. De Stad, eerst gebruik makend van haar recht op voorkoop, trok zich terug en projectontwikkelaar Robelco kocht zich in. Met het winnende plan van architectenbureau MVRDV werd losjes omgesprongen en naar de hemel reikende kantoren schoten als paddenstoelen uit de grond, met als resultaat dat het Kievitplein alles werd behalve een plein. Weg open ruimte, weg plein, weg mooie vooruitzichten. Maar: welkom Alcatel.

 

De Ploeg

Intussen was uit het puin van het Kievitplein een groep mondige en gemotiveerde buurtbewoners opgestaan die, het principe 'met heel Antwerpen, maar niet met ons' huldigend, verzet aantekenden tegen de dwaze plannen van Robelco en een door de VISA-affaire verlamd stadsbestuur. BuurtcomitĂ©s uit de omgeving verzamelden zich onder de gemeenschappelijke noemer De Ploeg (www.antwerpencentraal.be/kievit) en de barricades werden beklommen. Dankzij een uitstekende dossierkennis, een tomeloze inzet en meerdere succesvolle schreeuwen om aandacht bekwam De Ploeg dat de plannen voor de gebouwen op het plein hertekend werden en het aanzicht meer gediversifieerd werd. Eind goed al goed? Niet echt: momenteel worden drie zones langs het spoor (B, C en D) onder handen genomen. En ook dit verloopt niet zonder de nodige troubles. Het stadsbestuur, in het besef dat de Vlaamse Overheid de buurt tekort gedaan had, mengde zich in de debatten en beloofde de buurt meer publieke ruimte, onder andere in de vorm van een park. “Maar het park zou een eerder beperkte oppervlakte hebben. Bovendien zou het ook moeilijk toegankelijk en weinig aantrekkelijk zijn omwille van de ligging bovenop de spoorwegberm. Daarom zal waarschijnlijk gekozen worden voor een andere invulling van de publieke ruimte”, dixit Katrien Raeymaekers, projectleider van het wervend programma Kievitbuurt van de stad Antwerpen. Voor de buurt heeft het park echter een symbolische waarde gekregen. Nu blijkt dat het park naar alle waarschijnlijkheid vervangen zal worden door andere stukjes publieke ruimte, stoot dit op protest van de buurtbewoners.

 

Zone B

De eigenaars van zone B, zijnde VVKSM Scouting (die naar verluidt hun bureaus zelf in elkaar gesjord hebben), een gemeenschap van chassidische joden (strak in het pak), een paar particulieren (waar blijft die onteigeningsbrief?) en ’t Stad (hallo, met Patrick), hebben in dit dossier allemaal hun eigen minimale eisen, wat de buurtbevorderlijke ontwikkeling er niet eenvoudiger op maakt. Zo mogen de chassidische joden omwille van geloofsredenen niet wonen in gebouwen met meer dan vier verdiepingen en geldt er wat de schoolplicht betreft een strikte scheiding van de seksen. Dat breed uitgezakte en plaats-opslorpende laagbouw voor hen de uitverkoren optie is, lijkt niet meer dan logisch. De scouts, zo deelt administratief directeur Jan Devliegher ons mee, wil graag haar commercieel interessante eerstelijnspositie ten opzichte van het plein behouden. Zij zijn bereid mee te werken aan een leefbare buurt, maar willen zich daarbij om begrijpelijke redenen niet financieel monddood maken. Belangrijk detail: afgevaardigden van de buurt zijn niet welkom op onderhandelingen tussen deze eigenaars, en kunnen aldus niet op een directe wijze bijdragen aan de toekomstige inrichting van hun eigen buurt. “Zelf ben ik vragende partij wat hun aanwezigheid betreft,” stelt Devliegher “maar de bedrijven zouden het moeilijk hebben om meer kantoorruimte te eisen als er buurtbewoners mee aan tafel zaten.”

 

Een ander heikel punt in dit hele dossier betreft de toekomst van klooster en kerk in de Provinciestraat. Eens verlaten door de dominicanen werd dit complex met de sloophamer bedreigd. Krakers en buurtbewoners konden de religieuze orde er echter van overtuigen het hele zaakje te verkopen aan de Provincie Antwerpen. Maar ook hier knelt een serieuze klomp. De Provincie is immers nog altijd niet officieel eigenaar van het kloostercomplex. Ondertussen bleef de buurt echter niet bij de pakken zitten: toen de sloop van dit oord van stilte en gebed definitief uitgesteld leek, organiseerden de buurtcomités een feest met dans, muziek en film. Daarmee gaven zij meteen de richting aan waar men met kerk en klooster naar toe wil. Momenteel herbergt de kerk niet enkel een buurtcafé, maar vormt zij ook de thuishaven voor enkele sociale organisaties en wordt er elke donderdag, zo rond de klok van zevenen, een film vertoond.

 

Boudewijn Magnus III

Dus trokken wij, gewapend met pen en fotocamera, op een zekere donderdagavond richting Provinciestraat. Niet veel later en onder begeleiding van een brandende aansteker hoorden we onze eigenste voetstappen weergalmen in een pikdonkere kerk. Iets voor ons uit struint Boudewijn Magnus, zwetend en onregelmatig ademhalend, die met een uitgekiende voetbeweging één van de schaarse staanlampen aanschakelt. En er was licht. Magnus, licentiaat Kinesitherapie, maar naar eigen zeggen tevens crisismanager, seksuoloog (cursus te Nederland â€“ waar je je date op de eerste avond in bed moet krijgen â€“ met glans doorworsteld) en leefloner ziet de dingen groots. Nu er problemen opduiken met de aankoop van de kerk heeft hij een even simpel als geniaal idee. “Waarom zouden we met de buurt de kerk niet zelf opkopen? Ik ben van plan om de paters een blanco cheque te geven. Volgens mij gaan ze één symbolische euro vragen. Ik speel in op hun devote gedachten, hĂ©. Zij willen toch ook niet dat een huis van God omvergeworpen wordt om er verderfelijke kantoorblokken neer te planten? Ik wil van deze kerk een ontmoetingscentrum maken waar alle mensen welkom zijn. Christenen, islamieten... Als ik hen overeen kan doen komen, dan heb ik de helft van alle wereldproblemen opgelost. Niet waar?” Zijn blik dwaalt af naar Amir, net binnengekomen, aandachtig luisterend en doodleuk ‘nee’ schuddend. Magnus weidt daarna nog uit over meditatiemarathons en tangolessen, legt zijn hoofd eventjes te rusten op mijn schouder en verklaart zijn niet al te gunstige positie in buurtcomitĂ© Het Kievitsnest. “Het grote probleem is dat iedereen hier denkt dat wij klein zijn, onmachtig. Neen, zeg ik, ik ga uit van onze eigen kracht. Dat kunnen de anderen niet verkroppen,” aldus een verontwaardigde Magnus.

 

Het Kievitplein, evenveel plein als de Sint-Jacobsmarkt markt, is het verhaal van een buurt die niet meer met zich laat sollen en die met krachtdadige stem het woord durft nemen wanneer zij denkt dat haar onrecht wordt aangedaan. En ook al lijkt het alsof ze te kampen heeft met organisaties buiten categorie, uit niets blijkt dat zij daarvoor zal wijken.



Bonte avonden in Antwerpen

27/10/2006
🖋: 

Julius Caesar moet ongetwijfeld een Antwerps rockkwartet in het achterhoofd hebben gehad toen hij in 47 voor Christus de uitspraak “Veni vidi vici” uitklaterde. Zo verliep het namelijk ook in Humo's Rock Rally met de heren van The Hickey Underworld: ze kwamen vanuit het niets, schopten de rest van de deelnemers onder tafel met hun hondsdolle, smerige straatrock en sleepten al grinnikend de overwinning in de wacht.

Gevolg: een publiek dat het viertal met bier bekogelde, zonder dat zij daar zelf het minste probleem mee hadden. dwars bezocht deze goedlachse heren voor een exclusief gesprek over het nog lang te verwachten studioalbum en kreeg een meer dan gezellig allegaartje voorgeschoteld: Younes “Classic or Dud” Faltakh, een zanger/gitarist die bier met bruine rum drinkt; Jonas “Robust Childers” Govaerts, een snarenplukker die aan de lopende band songtitels bedenkt; en Sebastiaan “10% mongoloid, 90% water” Weyler, een praatgrage bassist die naar eigen zeggen steeds van niets op de hoogte is.

 

D’Angelo versus At the Drive-in

Heren! Eindelijk nog eens een rockgroep met kloten in België!

Younes Acht kloten in totaal, dat spreekt.

Sebastiaan Hij maakt een grapje: onze drummer Jimmy heeft maar één teelbal. Zeven kloten dus.

Younes Ik moet wel zeggen dat we rotslecht gespeeld hebben in de AB, dus daar moet niemand zijn oordeel op baseren. In de finale van de Rock Rally draait het helemaal niet om de muziek, enkel om de competitie. Geef mij maar Balthazar, dat was voor mij de enige goede groep. Die bende had moeten winnen! Zet er wel bij: “maar met een vette knipoog”.

 

De muziek die jullie ten gehore brengen lijkt wel een mengeling van de energie van At the Drive-in en de sappige gitaren van Guns N’ Roses, hoewel die laatste band tegenwoordig vaak als “fout” wordt aanzien.

Younes Wij zijn eigenlijk vooral r&b-fans – zeker D’Angelo, dát is nog eens muziek! – maar At the Drive-in is inderdaad een invloed. Guns N’ Roses is voor ons eerder nostalgie...

Jonas Guns N’ Roses is gewoon keigoed! Alleszins nog beter dan At the Drive-in.

Sebastiaan Weet je, stilaan komt dat allemaal terug. Guns N’ Roses mag tegenwoordig wel weer, hoor. Gelukkig.

Younes Dat ligt gewoon aan die mannen hun geweldige comeback, dat besef je toch?

 

Op jullie MySpace-site staan de wijze woorden “Bullying God’s creatures since 1993”. Zijn jullie werkelijk al dertien jaar bezig?

Younes Absoluut. Sinds 1993 spelen Sebastiaan en ik samen, vanaf het tweede middelbaar. Jonas is er in 1994 bijgekomen, Jimmy... nog iets later.

Jonas En ondertussen hebben we nog steeds niet genoeg nummers voor een plaat!

Younes We hebben gewoon altijd dezelfde nummers gespeeld, weet je? Onze recente single Mystery Bruise is eigenlijk van 1994, Sick of Boys van 1995. Serieus hoor. Ondertussen hebben we al heel wat watertjes doorzwommen. Eerst heetten we Drunk Messiah, daarna Considered as Animals en vervolgens Kardiak: in die drie groepen speelde Sebastiaans broer Daan de drums. Verder hebben Jonas en ik in Triolux gespeeld, wij drieën en de Triolux-drummer amuseerden ons nog in Gemini Luv Delux, en ik drumde ook in 100 Watt Jazz Men, waarin zowel Jonas als Sebastiaan bas speelden.

Jonas En dan hadden we nog een groep die Vagina Eyes heette, maar sinds Jimmy er vier jaar geleden bijkwam, zijn we The Hickey Underworld geworden.

 

Hadden jullie voor de deelname aan de Rock Rally al een deftige demo opgenomen?

Jonas Massa’s! Maar die waren zeer clandestien, nooit echt serieus.

Sebastiaan De oplage bestond overigens steeds uit maximum vijf stuks.

 

Exclusief: het nieuwe studioalbum

Momenteel worden er nieuwe nummers opgenomen: waar en met welke producer gebeurt dat?

Sebastiaan We zijn aan het werk in de Jet Studios in Brussel, waar we ook Mystery Bruise hebben opgenomen. Ook onze nieuwe single is vorige week ingeblikt: in november gaan we de clip opnemen, dus tegen december zal die uitkomen. De drie heren van Das Pop nemen de producerfunctie op zich. Een eigenaardige combinatie misschien, maar zij hebben ons zelf gecontacteerd.

Younes In maart 2007 gaan we ook in de Franse Blackbox Studios opnemen, waar Steve Albini al heeft gewerkt!

 

Is er ongeveer al beslist welke nummers er op het album zullen staan, en kunnen jullie wat exclusieve titels vernoemen?

Jonas Zeker! Sick of Boys zal er waarschijnlijk opkomen, Ghost Holiday dan weer niet. Of misschien wel, we zien wel wat er gebeurt: alles stap voor stap. We zijn aan vier nieuwe nummers bezig: onze toekomstige single heeft de werktitel Blonde Fire, maar dat gaat nog veranderen naar Severe Vaginal Trauma.

Sebastiaan Dan hebben we nog nummers als All of Them Witches of Slumber Inc. Ook Tegenmaat en Slangenbeet zijn kanshebbers, net als een anthem van tien minuten met de titel Veermansmeer. Dat laatste gaat trouwens over het Veermansmeer. Het is onze vaste afsluiter op optredens.

Younes Het album zal waarschijnlijk Krabbers, Leugenaars en Tovenaars: ’t is Bonten Avond gaan heten. Polysfeer is echter ook een potentiĂ«le winnaar.

 

Enig idee wanneer het album zal uitkomen en onder welk label het gaat verschijnen?

Younes Sony, Columbia en Island waren alvast geĂŻnteresseerd, maar...

Jonas Waarschijnlijk gaan we kiezen tussen twee Belgische platenmaatschappijen. Een van die twee labels heeft alvast zo'n fleurige naam dat ze alleszins niet moeilijk kunnen doen over onze songtitels.

 

Anonimiteit is een deugd

Waar komt jullie groepsnaam juist vandaan en waarom is Younes er ondertussen ietwat ontevreden over?

Younes Ontevreden? Dat heb ik nooit gezegd!

Sebastiaan Ik heb dat nochtans wel gelezen.

Jonas Ik ook.

Younes Sommige journalisten hebben geen oog voor ironie, hé? De naam is in elk geval afkomstig van een songtitel van Nation of Ulysses.

Jonas Kloot Per W vertelde me dat The Hickey Underworld ook de titel is van een boek over verkrachters, alleen: ik vind dat boek jammer genoeg nergens! We hebben indertijd een coin geflipt tussen deze naam en Evil Morons, dus het lot heeft beslist.

 

Jullie hebben meer bijnamen dan eender wie, op jullie site staan informatie noch foto’s, en de heren van Borokov Borokov verschijnen in de Mystery Bruise-videoclip in plaats van jullie zelf. Waarom houdt The Hickey Underworld zo van die anonimiteit?

Jonas Kijk, we hebben net een fotosessie achter de rug, waarop eens te meer blijkt dat wij gewoon de lelijkste mensen van heel Antwerpen zijn. De foto’s zijn wel de moeite: samen met Borokov Borokov en The Porn Bloopers hebben we onszelf omgetoverd tot een nazivoetbalploeg uit de jaren dertig. We zijn wel slechts met tien, aangezien we geen fans hadden die als elfde man wilden opkomen.

Younes We willen alles mysterieus houden tot onze plaat uitkomt. Daarna gaan we ons slecht imago cultiveren door steeds onszelf te blijven. Anonimiteit kan in elk geval nooit kwaad als je de muziek op de eerste plaats wil zetten.

 

Waarom werden jullie op de Rock Rallyfinale met bierflessen bekogeld? Waren er mensen die ervan overtuigd waren dat jullie overwinning doorgestoken kaart was omdat Jonas voor Humo schrijft, of vonden ze de muziek gewoon rotslecht?

Jonas Negentig procent van het volk op een wedstrijd komt steeds voor een andere groep dan de jouwe. Ze wisten via een internetforum in elk geval ook dat ik voor Humo schreef: een terechte opmerking overigens. Maar toen we gekozen werden voor de halve finale werkte ik niet voor Humo, en vier jaar geleden werden we niet eens geselecteerd. Nu hebben we met andere woorden professioneler gefraudeerd.

Sebastiaan Je mag ook niet vergeten dat het een traditie is om op de Rock Rallyfinale met bier te gooien. Buiten het feit dat wij sowieso maar twaalf fans hebben en dat de zaal vol zat met Revenge 88-liefhebbers, heb ik vroeger ook met bier gesmeten zonder te weten wie er al dan niet gewonnen had.

Jonas Trouwens, de winnaar van de Rock Rally is steeds behekst: er gebeurt achteraf nooit iets deftigs mee. Wij gaan dus zonder twijfel ook in de vergetelheid sukkelen.

Younes Niks van! Mijn ultieme doel is om ooit even zelfzeker als A Brand op het podium te kunnen staan.

Jonas Mijn ultieme doel is om ooit even zelfzeker als de biseksuele gitarist met de lange staart van A Brand op het podium te kunnen staan.

 

Vele mensen beweren dat jullie nummers eigenlijk helemaal geen structuur hebben en dat jullie het live enkel van jullie energie moeten hebben.

Sebastiaan Crap! Dat is waar.

Younes Dat is bullshit! Meer nog: wij zouden probleemloos akoestisch kunnen spelen!

 

Ketelmeppers en andere wantoestanden

Jullie drummer Jimmy Wouters is letterlijk een houthakker. Zijn ridecimbaal overleeft dikwijls maar twee nummers: hoeveel geld spenderen jullie gemiddeld aan drummateriaal?

Sebastiaan Extreem veel. Jimmy vermoordt minstens zes paar stokken per optreden, en wat die cimbalen betreft: één op vijf optredens spelen wij met een cimbaal zonder barst, de overige vier met een kapot cimbaal. Meestal huren we er dan een nieuw, dat hij dan weer vernielt, waardoor we het moeten betalen, enzovoort. Hij heeft ooit los door zijn basdrum getrapt, meerdere snares kapotgemept en hij is doof aan één kant. Maar ja, hij komt uit de hardcorewereld, hĂ©? Hij speelde vroeger in Reply, een vrij bekende groep, en Happy Swingers hebben hem ook als drummer gehad. Humo noemt hem trouwens “Rubberneck” Wouters omdat hij de hele tijd zo extreem headbangt.

Younes Vorige week heeft hij in de studio door zijn hi-hat geklopt.

Jonas Hij vernielt zelfs drumkrukken. Dankzij zijn extreem ontwikkelde reetbot.

 

Op de officiële Hickey Underworld-site en de bijhorende MySpace-pagina is zelden een droog bericht te vinden. Vergis ik me, of houden jullie van humor?

Sebastiaan Alles wat op onze sites staat klopt! Die afterparty van de TMF Awards was bijvoorbeeld echt marginaal. Mijn kotsneigingen, het feit dat ik voor Justin Timberlake werd gehouden, Reggie van Milk Inc. zijn mislukte poging om zijn enorme paardentanden te verbergen, Jeroen van Het Eiland die in iedereen zijn gat kneep: niets is gelogen.

Younes Kaye Styles is trouwens echt superdonker Je ziet hem bijna niet.

 

Ook Tom Gernaey werd niet gespaard op jullie MySpace-site: jullie vernoemden “the naughty smile of blonde, pre-pubescent boys” als een van jullie invloeden, terwijl jullie sound werd omschreven als “a media career being flushed down the toilet”. Sommigen denken dat jullie hem op kinderachtige wijze willen ridiculiseren, anderen denken dat jullie hem verdedigen: ligt de waarheid ergens in het midden?

Jonas De waarheid is: we blijven hem uitlachen tot hij onschuldig is verklaard.

Sebastiaan We hebben ook een Vlaams Belang-MySpace-site gehad om zoveel mogelijk mensen aan te sporen tot een Ijzerbedevaart vlak voor de verkiezingen. Jammer genoeg is dat niet echt gelukt. Onze Troetelbeertjes-site had daarentegen wel meer succes. En terecht.

 

Younes, jij hebt zelfs een fotografiesite...

Younes Dat is nu niet aan de orde!

Jonas Jawel, jawel! Ik weet daar meer over dan hij. Kijk, Younes doet gewoon wat goedkoop fotowerk, waardoor hij eigenlijk niks moet doen en zo van Vaderke Staat kan blijven profiteren. Wat hij doet is illegale huwelijken tussen Belgen en migranten fotograferen. Sebastiaan heeft trouwens zijn werk als programmeur opgegeven om Younes hierbij te steunen. Kwestie van de groepssfeer hoog te houden, begrijp je?

Sebastiaan Jimmy werkt ondertussen in de Panos, waarvoor hij zijn professionele carriĂšre als opvoeder heeft laten varen. Ook voor die goede sfeer. Commitment!

Younes Kijk, deze groep is gewoon mijn hobby. Marginale huwelijken fotograferen, dĂĄt is mijn passie.

 

 

Als afsluiter willen we nog even meedelen dat Sebastiaan alle dwars-lezers uitnodigt op zijn groot feest, dat zal doorgaan in de Pekfabriek op 2 december 2006. Younes en Jonas zullen de dj’s van dienst zijn. Tot dan!

www.thehickeyunderworld.com

www.myspace.com/thehickeyunderworldmusic



Met dank aan...
26/10/2006
🖋: 

Op een blauwe vrijdagochtend liepen we één van de zeven poetsvrouwen van de schone R-blok op de Stadscampus tegen het lijf. Christel Van Bets (45) werkt reeds 27 trouwe jaren voor de UA: vroeger in het studentenrestaurant, later in de R-blok op de benedenverdieping als poetsvrouw. Zij is het die heel ijverig elke ochtend voor dag en dauw de gangen zuivert, de vuilbakken leegmaakt en onze aula’s desinfecteert. (En alstublieft, liefste studenten, ruim die rommel op!) Eens per jaar wordt ze ingezet om de banken proper te schrobben (al vindt ze sommige tekeningen wel te mooi om weg te vegen), om de volgende dag alweer geconfronteerd te worden met volgekladde tafeltjes. De kuisploeg van de UA denkt ook aan het milieu: dankzij de micro-vezeldoekjes is er weinig nood aan bijtende producten, die zijn enkel nodig als de deuren aan de Rodestraat voor de zoveelste keer vol geĂŒrineerd worden. Christel doet haar werk graag, gezien de aangename en jonge omgeving – hoewel ze weinig contact met de studenten heeft: “De afstand tussen ons is te groot”, luidt haar mening.



editoriaal
26/10/2006
🖋: 
Auteur

EnquĂȘtes zijn hip. We worden voortdurend geconfronteerd met in cijfers en percentages gegoten opinies en oordelen. Met een aura van wetenschappelijkheid wordt ons te pas en te onpas de visie van de grootste gemene deler gepresenteerd. Jammer genoeg blijft het vaak gissen naar de beweegredenen van de ondervraagden om tot deze of gene stelling te komen. Als je de cijfers wil interpreteren, moet je meestal niet rekenen op enige context, laat staan op genuanceerde informatie.

Ook onze eigen instelling ontsnapt niet aan de rage. We moeten nu zelfs onze docenten evalueren aan de hand van een soort meerkeuzeformulier. Met aandrang wordt gevraagd de vragenlijsten in te vullen en hoe meer studenten meewerken, hoe beter. Onze mening wordt namelijk op prijs gesteld. Dat men belang hecht aan onze bevindingen is op zich goed nieuws, alleen krijg ik grijze haren van die evaluatieformulieren.

 

Toegegeven, de vragenlijst is zorgvuldig opgesteld. Er zijn genoeg antwoordmogelijkheden en veel vragen (hier en daar worden trouwens dezelfde vragen anders geformuleerd – misschien wil men zich vergewissen van de ernst van de invuller?) die zeker wat nuancering toelaten. Maar toch, ik vrees dat mijn definitie van wat goed lesgeven is enorm verschilt van die van de opstellers van de lijst in kwestie. Kan het mij wat schelen dat professor X geen tussentijdse evaluatiemomenten voorzag of dat ik geen instantvaardigheden kreeg aangeleerd die ik bij andere vakken kan toepassen. Helemaal uit de lucht gegrepen vind ik de vraag of het te evalueren opleidingsonderdeel relevant was voor de opleiding. Vertel mij eens hoe pakweg een eerstejaars – die met andere woorden nog helemaal opgeleid moet worden – daarover kan oordelen.

 

Nergens wordt er gepeild naar de gedrevenheid van de lesgever; naar engagement of eruditie wordt evenmin gevraagd. Alles draait er enkel om of ik de leerstof al dan niet efficiënt heb kunnen vergaren. Dat de vorming die we aan de universiteit krijgen niet altijd direct nuttig en inzetbaar of zomaar meetbaar en definieerbaar is, lijkt de vraagstellers volledig te ontgaan.

 

Natuurlijk moet je aan het einde van een opleiding over een aantal competenties beschikken en natuurlijk heb ik een mening over hoe bepaalde vakken gedoceerd worden. Ik ben er alleen van overtuigd dat je via een degelijk gesprek met enkele afzonderlijke studenten een betere kijk krijgt op onze ervaring van het onderwijs dan via die evaluatieformulieren. Mijn eigen mening komt alleszins niet naar voren uit de door mij ingevulde vragenlijst, integendeel. Het levert me hoogstens een stevige dosis frustratie op.



Meer dan duizend man in één Antwerps museum!
26/10/2006
🖋: 
Auteur

Vrijdag 13 oktober werd het statige Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen (KMSKA) ingepalmd door meer dan duizend jongeren, met als resultaat een bedrijvigheid waar het meer dan honderd jaar oude gebouw normaal enkel van kan dromen. Reden voor deze massale opkomst was het groots opgezette evenement Soiree Royale, georganiseerd door de vzw AmuseeVous. Begenadigde jonge artiesten – originele performers, beeldende kunstenaars en verschillende bands – injecteerden het museum met inspiratie en geestdrift. Rubens keek toe en zag dat het goed was.

AmuseeVous noemt zichzelf een ‘relatiebureau voor jongeren en musea’. Isabel Lowyck, coördinator van de vzw, is er alvast van overtuigd dat zo’n bemiddeling nodig is: “Musea lopen leeg, net als kerken. Iedereen kent het prachtige gebouw van het KMSKA, maar wie loopt er ook effectief binnen? Wij proberen musea in een aantrekkelijk daglicht te zetten, opdat meer jongeren op vrijwillige basis naar een collectie zouden gaan kijken. Dat wil daarom niet zeggen dat we een museum naar aanleiding van een evenement als Soiree Royale tot een feesttent herleiden. Het is de bedoeling dat zowel het publiek als de jonge artiesten meegesleept worden door de schoonheid van de kunstwerken, zodat het museum fungeert zoals het zou moeten: als een huis van inspiratie.”

 

Dit lijkt misschien vechten tegen de bierkaai, maar de combinatie van een goede werking en steun uit bekende hoek doet wonderen. AmuseeVous is ontkiemd tijdens de JongerenMuseumDagen in 2000. Maar voor een echte doorbraak was het wachten op Herman Schueremans, de organisator van Rock Werchter, wiens steun een geschenk uit de hemel zou blijken. Schueremans lanceerde het idee van de polsbandjesactie: in 2005 konden jongeren voor het eerst met hun Werchterpolsbandje als toegangsticket één van de 26 deelnemende musea bezoeken. Uiteindelijk zouden 8000 jongeren van deze actie profiteren – een gigantisch succes, volgens een enthousiaste Lowyck. Bovendien hebben 48 Belgische en Nederlandse rockartiesten zich bereid getoond om als peter of meter ‘hun’ museum te promoten bij het grote publiek. Maar AmuseeVous stampt nog meer initiatieven uit de culturele grond. Het bekendst zijn de Soirees: de Soiree Royale heeft al verschillende voorgangers en in maart is er alweer een nieuwe gepland.

 

‘Jong’ is het absolute trefwoord in het hele opzet. Niet alleen richt AmuseeVous zich tot een jong publiek en jeugdige artiesten, ook de hele organisatie wordt draaiende gehouden door jonge vrijwilligers. “Het is fantastisch om te zien hoe enthousiast jongeren zich inzetten voor het hele project”, vertelt Lowyck. “We zijn van start gegaan met een relatief kleine groep, maar steeds meer mensen hebben de microbe te pakken gekregen en ondertussen kunnen we al op een behoorlijk aantal vrijwilligers rekenen.”

 

Of het museumbezoek ook de hoogte in gegaan is sinds AmuseeVous het daglicht heeft gezien, weet ze niet precies: “Dat zou een publieksonderzoek vergen. Wat we wel weten, is dat AmuseeVous ondertussen bekendheid heeft verworven, zowel onder het grote publiek als onder de performers en musea. Maar eigenlijk gaat het ons niet om de cijfers; wat voor ons telt is de animo. Wij mobiliseren en sensibiliseren jongeren Ă©n musea, maar nadien geven wij de fakkel door aan de musea zelf.”

 

Met acties als Soiree Royale worden twijfelaars misschien wel over de streep getrokken, maar voor niet-bezoekers zullen nieuwe strategieĂ«n bedacht moeten worden, geeft Lowyck toe. “Misschien moeten we voetballers optrommelen? We proberen nieuwe wegen te bewandelen, maar een strategie implementeer je niet van vandaag op morgen. Ondertussen zijn we echt tevreden wanneer we ten minste de twijfelaars kunnen overtuigen van de schoonheid van een museum.”



Salamanca... Strasbourg... Erasmus
26/10/2006
🖋: 
Auteur extern
Lisa

Verre vriendin,

 

Wat er rest van een vrouw na één maand samenhokken met vier mannen (24+, 3x celibatair)? Wel Lisa, je gewassen beha’s bengelen zonder schroom tussen hun boxershorts – die je dan ook smakelijk bespiedt. Je arm kweekt spieren aan door het voortdurende bril-omlaag-doen en eenmaal je goed en wel in positie zit, dwalen je kijkers voyeuristisch doorheen de vrouwelijke bilspleten op de posters. Het Erasmus-gezelschap zorgt ook voor de nodige transformaties. Samen al te gedreven op zoek naar multicultureel gepalaver, belanden we pardoes in een gaybar of tussen buitenlanders die zich plots occasioneel vrijgezel wanen. Erasmus, of: hoe de selectievraag voor je potentiĂ«le partner – of hij kinderen wil â€“ verandert in het weinig chauvinistische "Je n’ai pas l’accent belge, non?" Hoeveel kwinkslagen elke nacht herbergt, hoeveel geproost en verkennerij. Dan slinger ik doorheen de kudde toeristen. Lach hen uit. Strasbourg heeft voor mĂ­j geen geheimen meer. Menigmaal echter, wanneer de doolhof opdoemt en ik weer besef vrouw te zijn, vraag ik hen groenig oriĂ«ntatieraad. Ben je nog steeds een toerist als je clichĂ©matige kiekjes ontloopt en vijf uur stapt voor vijf originele foto’s? Als fijnproever van choucroute? Als je, wijselijk, niet over het weer praat? (Laat het dus achterwege, dat meteorologisch gestoef van jou. Onthul me liever de " ÂżCĂłmo? ", " ÂżCuĂĄndo? " en vooral je " ÂżCuĂĄntos? ".)

 

Groet van een curieuzeneuzemosterdpot,

 

Kirsten

 


 

Madame,

 

Wees gerust. Het meteorologische gestoef blijft achterwege. Mijn eens zo bekoorlijke uitkijk is plotsklaps omgetoverd in een druilerig stadsgezicht. In plaats van terrasjes verslaan, bevolken we nu rokerige jazzcafĂ©s en kan ik zonder schuldgevoel tot de noen in bed blijven soezen (leve de strategische planning van het lessenrooster!). Maar pochen pronken pralen doe ik graag, perdĂłname. Als het meteorologisch niet kan, waarom dan niet gastronomisch? Op kot zijn we een heuse culinaire wereldreis gestart. De Mexicanen Ricky en Gabry spannen de kroon. Niets is hen vreemd: sushi, kakelverse paella (zonder overkoken, alstublieft) en overheerlijke pasta's, elke dag opnieuw. Als niemand kijkt, durf ik wel es het zilverpapiertje van hun individuele porties optillen om mijn smaakpapillen kortstondig in extase te brengen. EĂ©n ding weet ik nu al: mijn passie voor kookshows op televisie zal nooit meer dezelfde zijn, want
 Want! Mijnheer Huysentruyt, Meus en Van Hove
 Deze knapen doen het met zoveel meer flair en zintuiglijk genot
 Tot bolle buiken toe! Ook wij, de twee Belgische chicas, deden al monden schuimen met onze kiki-boulee. Afrika op ’n stokje? Nee, kriekemeboulette, watertandend uitgesproken door onze Nederlands onkundige tafelgangers. Over onkunde gesproken: de Salamancaanse vrijgezellen zitten er ook vaker naast dan op (laten we dit voor een beschaafde lezing enkel letterlijk interpreteren). Zo kwam ook ik een Rus tegen die graag vrouwelijk lekkers aan de haak wou slaan. Zijn strategie? Het wereldwijde web afspeuren naar oneliners (ook deze met hoog flopgehalte, zijn zoekmethode is niet echt verfijnd), die in gebroken Engels uittesten op kotgenotes en dan met broek vol goesting het wilde nachtleven induiken. Who do you like the most, David Bowie or Prince? Blij ben ik, dat ik niet tot zijn hoogblonde doelgroep behoor. Hoe gaat het met jouw haarkleur, Kirsten?

 

Knapperige zoenen,

 

Lisa, keukenprinses in opleiding



25/10/2006
🖋: 
Auteur

Het haardvuur knettert zachtjes in de gezellige kamer terwijl je geliefde een heerlijke erwtensoep (mét rookworst) bereidt. De pantoffels zijn weer van stal gehaald, de zetel zag er nog nooit zo uitnodigend uit. De regen tikt gezellig tegen de ruit, het is geen weer om een hond door te jagen. De gemiddelde viervoeter is dan ook niet op de hoogte van al het moois dat de Antwerpse cultuurhuizen brengen in november. Maar dat excuus gaat niet op voor u, beste lezer. Stel het Stoogiaanse I Wanna Be Your Dog uit tot na sluitingstijd van theaters, clubs en bars en stort u op onderstaande parels.

In oktober vond het Gentse filmfestival plaats. Veel minder bekend is de Antwerpse Week van de Sociale Film. Verscheidene zalen (waaronder De Roma en Filmhuis Klappei) bundelen hun krachten van 20 tot en met 24 november, wanneer zij u verrassen met topfilms die niet vies zijn van een dosis engagement. November pakt uit met nog een tweede festival in de stad: muziekmagazine Oor en Petrol werken samen voor Oor/deel. Film en muziek worden daar broederlijk naast elkaar geprogrammeerd. Van 7 tot 11 november draven onder andere Mike Patton, Spinvis, Under Byen en Billie King (de nieuwe meidenband van Tine Reymer) op.

 

Meer muziek is er in Trix, waar de avantfolkies van Espers acte de présence geven en hun uitstekende nieuwe plaat voorstellen. Over uitstekende nieuwe platen gesproken: een van de mooiere gebeurtenissen van november is de release van Orphans van Tom Waits. U moet er uw deur niet echt voor uitkomen, maar bon. In Cultuurcentrum Luchtbal zorgen Othin Spake, The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble en MoHa! op 24 november voor een potje freejazz en improvisatie. Diezelfde dag is er ook jazz in deSingel: Blindman en Quator Daniel gaan er aan de slag met composities van Helmut Oehring. Muzikantencollectieven Rarefish en Honest House slaan de handen in elkaar en halen op 10 november pop-, math- en postrockbands uit het ganse land naar The Bottom Line. Wie het liever wat rustiger aan doet, kan op 25 november in AMUZ Sigiswald Kuijken bewonderen, die de cellosuites van Bach brengt op de viola da spalla (een soort schoudercello waarvoor Bach zijn suites waarschijnlijk bedoeld heeft). Houdt november u vastgekluisterd in Wilrijk, dan hoeft u zich niet te beperken tot wiezen met de buurvrouw. In CC De Kern komt het Jef Neve Trio op 25 november het mooie weer maken.

 

Omdat ook het oog wat wilt, houdt het FotoMuseum een retrospectieve van het werk van Carl De Keyzer. Deze fotograaf valt op door zijn sterke reportages, waarmee hij al een aardige reeks prijzen veroverde. Voor ander visueel spektakel zorgt het Oude Badhuis, dat op 11 november een wervelende travestieshow programmeert. In het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten loopt dan weer Gorge(l), een tentoonstelling over het spel tussen beklemming en verademing in de kunst, met als grootste namen Turner, Kahlo en Ensor.

 

Liefhebbers van dans en theater hoeven in november niet op hun honger te blijven zitten. Monty nodigt Dood Paard (8 en 9 november) en Abbatoir FermĂ© (23 tot 25 november) uit, die respectievelijk Mecolomaan en een herneming van Tinseltown brengen. De Arenbergschouwburg haalt op 9 en 10 november de Koe binnen voor opvoeringen van Utopie van het atoom. In deSingel brengt Jan Fabre van 9 tot 11 november Etant DonnĂ©s, en ook Rosas (het gezelschap rond Anne Teresa De Keersmaeker) speelt ten dans: D’un soir un jour – te zien van 22 tot 25 november â€“ is een choreografie op muziek van Debussy, Stravinsky en de hedendaagse componist George Benjamin.



25/10/2006
🖋: 
Auteur

Wanneer u Hugo Matthysen als Clement Peerens in actie ziet, zou u het hem misschien niet meteen nageven, maar toch is hij de trotse bezitter van een universitair diploma. In 1978 studeerde hij af aan de toenmalige UFSIA als kandidaat in de Wijsbegeerte. Beroepsmatig houdt hij zich voornamelijk bezig met ‘het verzinnen van onzin’, zoals hij het zelf omschrijft, en daar schijnt de opleiding Filosofie in Antwerpen een uitstekende voorbereiding voor te zijn.

Hugo Matthysen Mijn talent voor het verkopen van onzin zat er vroeger al in, maar je kunt zeker stellen dat mijn studie Filosofie geholpen heeft. Bezig zijn met rare logica – of noem het maar onzin – moet toch altijd zo overtuigend mogelijk zijn. Je moet ervoor zorgen dat je consistent blijft binnen de absurde wereld die je schept. Zelfs al zijn de premissen waarop je steunt totaal van de pot gerukt: zolang je er consequent mee omspringt, kan het aanslaan. Deze werkwijze vind je min of meer terug in de filosofie.

 

Hebt u dan voor de opleiding gekozen om te leren redeneren?

Matthysen Niet echt, hoewel dat element mij uiteraard wel boeiend leek. Maar we spreken nu over de jaren ’70 en toen werd er op alle terreinen ongelooflijk gezweefd en ik wou iets, euh


 

Zweverigs doen?

Matthysen Nee, integendeel. Filosofie is eigenlijk heel streng. Je wordt verplicht logisch te redeneren, los van je eigen mening of aanvoelen. Ik heb nooit spijt gehad van mijn studiekeuze; wellicht zou ik nu, 30 jaar na datum, precies hetzelfde doen.

 

U hebt twee jaar in Antwerpen gestudeerd en voor uw licenties bent u naar Leuven getrokken.

Matthysen Ik woonde in Antwerpen, dus was het vanzelfsprekend dat ik daar ook zou studeren, maar in die tijd kon je aan de UFSIA enkel de kandidaturen volgen. Met andere woorden, ik moest nadien wel naar Leuven gaan.

 

Bespeur ik daar een voorkeur voor Antwerpen?

Matthysen In Antwerpen vormden de filosofiestudenten een kleine groep. We begonnen met ongeveer zestig, maar daartussen zaten een hoop macrobioten, boeddhisten, mensen die met bomen spraken en meer van dat fraais. Veel van hen gaven op, zodat er tegen Kerstmis nog maar een vijftiental studenten overbleven, die ook allemaal de meet hebben gehaald. Die twee jaar waren echt gezellig. In Leuven daarentegen kwamen de studenten van Kortrijk, Antwerpen en Leuven allemaal tezamen, waardoor de groep plots veel groter werd. Bovendien speelde daar – veel meer dan in Antwerpen – het idee dat je van filosofie enkel je boterham kunt verdienen als je assistent wordt en dat zette natuurlijk een domper op de sfeer.

 

Mijn medestudenten waren een hoop macrobioten, boeddhisten, mensen die met bomen spraken en meer van dat fraais.

 

U kreeg indertijd aan de UFSIA les van jezuĂŻeten. Hebt u dat gemerkt aan de manier van lesgeven?

Matthysen De jaren ’60 en ’70 waren nog stevig katholiek en zelf kwam ik ook al uit een katholieke omgeving, dus ik was wel op het een en ander voorbereid. Er werd inderdaad veel lesgegeven over Thomas van Aquino en consorten – in Leuven overigens nog meer dan in Antwerpen – maar ik vond dat juist ongelooflijk interessant. Die middeleeuwse filosofie met haar formele regels is toch – in het slechtste geval – een geweldige vorm van puzzelen, een uitstekende denksport.

 

Hebt u zich tijdens uw studies volledig ondergedompeld in het studentenleven?

Matthysen Een studentenleven was wat mij betreft onbestaande. Als ik op café ging, was het zeker niet in een studentencafé. Het irriteerde mij ook dat als je het waagde om tijdens de blok in Leuven een brood te gaan kopen, de mensen voor je en achter je over examens stonden te leuteren. Leuven is een studentenstad, Antwerpen is een echte stad. Als je je in mijn tijd honderd meter verwijderde van de UFSIA, hield het studentenleven op.

 

Dat is nu niet anders.

Matthysen Dat is dan heel hard toe te juichen.

 

Was u een ijverige student of rekende u op een portie geluk tijdens de examens?

Matthysen Ik was allesbehalve ijverig. In het toenmalige systeem vielen alle examens samen op het einde van het jaar na een blokperiode van vier weken en dat betekende voor mij topsport. Ik deed in de loop van het jaar bitter weinig, om dan tegen Pasen te beginnen panikeren. Toch putte ik mezelf niet volledig uit tijdens de examens: ik was verstandig genoeg om tegen tien uur ’s avonds te stoppen, want alles wat je daarna doet, ben je de dag nadien toch vergeten.

 

Sinds kort wordt aan de UA een Alumnus van het Jaar verkozen. U was in 2005 één van de zeven genomineerden, maar u hebt het uiteindelijk niet gehaald. Jammer?

Matthysen Nee hoor, ik vind het ideaal zo. De winnaar is een dokter die zich erg hard heeft ingezet voor aids-bestrijding (Paul Stoffels, nvdr.) en ik zou het nogal pijnlijk vinden zo iemand te moeten kloppen, terwijl mijn beroep toch maar bestaat uit Yvonne en Yvette of Jehan en Petrick spelen, hé. Ik was uiteraard erg vereerd met mijn nominatie, maar ik vraag me nog altijd af wat mijn bijzondere academische verdienste zou zijn.

 

Literatuurwetenschapper Geert Lernout, die u promootte bij de verkiezing van Alumnus van het Jaar, is nochtans volledig overtuigd van uw academisch talent. “Of wilt u misschien zelf een naam bedenken voor het paard van Sinterklaas?” legde hij het stempubliek voor.

Matthysen Als Geert Lernout dergelijke dingen zegt, dan durf ik daar niets tegen in te brengen!



De stille ruimte aan de UA
24/10/2006
🖋: 

In de reeks UActief Pluralisme (patent pending) heeft men weer een nieuw hoofdstuk geschreven. Er was al dat ietwat pretentieuze vak dat een selectie van ‘de grote antwoorden’ wil aanbieden, maar nu is er tevens iets dat minder met het hoofd in de wolken lijkt te zweven. Voor zij die niet graag luisteren naar een jezuïet met bekeringsdrang: de stille ruimte.

Een speechende rector en een aantal kleine krantenartikels, meer is er niet over gezegd. Zelfs op de UA-site lijkt het niet te bestaan. Enkel op de webstek van de Associatie Antwerpen was er enige informatie uit eerste hand te vinden, en dat was dan gewoon een neerslag van de speechende rector. Maar ik ben dan ook de doelgroep niet. Wel, officiëel is iedereen de doelgroep, maar als in aparte krantenartikels staat dat het de drempel voor allochtone jongeren moet verlagen, zal dat ook wel door officiële kanalen gekomen zijn.

 

De stille ruimte zelf is, los van enige morele of ethische kwesties, in het beste geval een beetje een vreemde plaats. Bij het binnenstappen van het studentenrestaurant ten Prinsenhove in de Koningstraat aan de stadscampus staart het je aan: ‘STILLE RUIMTE’, in grote letters aan de muur. Het geheel is ontworpen door Claire Bataille en Paul Ibens volgens de vertrouwde gulden snede. Toch doet het soms wat somber aan, misschien deels door het gebruik van sobere, donkere materialen. Het eerste wat je ziet als je in het inkomhalkamertje staat is een fontein. Dat denk ik alleszins, want op dit moment staat ze nog droog. Het zwarte stenen geval geeft een zekere onheilspellende indruk, maar misschien was dat enkel omdat ik een plaats van meditatie en spiritualiteit betrad. Naast nog een lege ruimte (voor yoga, matjes en zelfkastijding) staat de ‘woonkamer’ van de stille ruimte vol met meditatiebanken (inclusief lampjes die niet werken) en een tafel om te studeren en elkaar te leren kennen. In stilte, hetgeen dus enkel lichaamstaal kan betekenen (en ik maar denken dat de dominante religies dat als doodzonde beschouwen). Ook lagen er twee losse voetsteunen die eruit zagen alsof ze gestolen waren uit de wachtkamer van een pediater. De stille ruimte heeft echter één ding voor op het levensbeschouwelijk vak: het wordt op geen enkele manier opgedrongen, en daarom alleen al ben ik er wel fan van.