De naakte feiten
17/02/2007
🖋: 

Eindejaarsperiodes leveren altijd spektakel op! In een dronken bui de verkeerde mensen een tong draaien tijdens de aftelling, het gebleir van kleine sloebers moeten aanhoren met Drie Koningen, je niet meer kunnen herinneren aan wie je je notities hebt uitgeleend de dag voor je examen... het zijn al bij al banale gevallen die iedereen kunnen overkomen. Dat een Zuid-Afrikaanse man vrijaf probeerde te krijgen door op z'n ziektebriefje in te vullen dat hij zwanger was, is een beetje belachelijk. Dat een Italiaanse inbreekster per ongeluk een foto van zichzelf nam bij het onderzoeken van een digitale camera in de flat van haar slachtoffer is dan weer ronduit dom. And we like it!

Nudisten zijn van harte welkom in de sportschool van het Nederlandse plaatsje Heteren. Zij kunnen daar namelijk op bepaalde tijdstippen naar hartenlust fitnessen ‘in hunne pure’. De uitbaters willen echter hun huidige cliënteel niet teveel verontrusten en hebben al aangekondigd dat zij voortaan nog strengere hygiënische normen zullen hanteren. Zo zullen alle toestellen – hometrainers in het bijzonder – dagelijks worden ontsmet en voorzien van hoesjes om zogeheten ‘remsporen’ te voorkomen. Yup, de 'bicycle smile' viert hoogtij bij onze noorderburen.

 

De mannelijke helft van de agrarische sector in Wales wordt tegenwoordig geteisterd door acute gevallen van eenzaamheid. Om toch een partner aan de riek te kunnen rijgen, plaatsen Welshe boeren een foto van hun breed glimlachende zelve op melkflessen onder de slogan "Fancy a farmer?" Sindsdien worden de stoere landbouwers continu gecontacteerd door anti-rokers- en tandartsenverenigingen die ten zeerste geïnteresseerd zijn in de afschrikwaarde van hun ivoren wachters.

 

Een grote supermarktketen in Groot-Brittannië heeft 32% meer knoflook verkocht nadat een BBC-programma deze groente een lustopwekkend middel had genoemd. In het programma The Truth About Food poogden de makers te ontdekken of een knoflookrijk dieet gedurende drie maanden erectieproblemen kan verhelpen. Zeven mensen met erectieproblemen vanwege een te hoge cholesterol werden getest; bij zes van de zeven was er een opmerkelijke verbetering merkbaar. Sindsdien scheert de verkoop van knoflook hoge toppen en stinkt half Groot-Brittannië geweldig uit zijn bek.

 

In het noorden van Zweden verdronk een zatte eland in een rivier. Reden voor zijn dronkenschap was het eten van op de grond gevallen appels, die na verloop van tijd in verregaande staat van fermentatie waren. Het dier had kennelijk een appeltje teveel op en verzeilde zo op het te dunne ijs van een rivier. Een betrouwbare SMS-bron meldde ons dat men de appelboom in de tuin van Waals minister Michel Daerden preventief heeft omgehakt en dat men voor alle zekerheid ook nog zijn visvijvertje gedempt heeft.



Kinderuniversiteit UA
17/02/2007
🖋: 
Auteur

“Hoe ontstaat de liefde?” Geef toe, dat is een verdomd goede vraag. En dan te bedenken dat die van een 8-jarige pagadder komt. Met wat voor existentiële levensvragen kinderen dezer dagen al niet worstelen. Gelukkig denkt de Universiteit Antwerpen het antwoord te weten: op zondag 25 maart organiseert ze voor de derde keer haar Kinderuniversiteit. Professoren zullen proberen deze vraag – en een heleboel andere – op te lossen.

Het concept van een kinderuniversiteit komt overgewaaid uit Duitsland: daar opende de universiteit van Tübingen in 2002 voor het eerst haar deuren voor het jonge volkje. Aanleiding was het verwijt van enkele journalisten dat de afstand tussen de academische wereld en het jonge addergebroed wel erg groot was. De persmuskieten besloten er prompt verandering in te brengen: in samenwerking met de universiteit werden er advertenties geplaatst om lagere school-leerlingen warm te maken voor een namiddag vol academisch vertier. Het werd een overdonderend succes.

 

Het idee werd dan ook snel opgepikt door andere Duitse universiteiten. Eerbiedwaardige instellingen in Rome en Wenen volgden het voorbeeld van hun buitenlandse collega’s en ook Nederland en België moesten eraan geloven. Zowel de Universiteit Antwerpen als de KULeuven sprongen op de kar – ieder met een eigen concept weliswaar. De KU Leuven richtte in het najaar drie namiddagen in waar achtereenvolgens de humane, de biomedische en de exacte wetenschappen aan bod kwamen. Vooral de sessies voor de beta-wetenschappen werden druk bijgewoond.

 

Waar de kinderuniversiteit van de KUL vorig jaar een mooi succes oogstte met 700 inschrijvingen, kon de Universiteit Antwerpen haar borst nat maken met maar liefst 1500 jonge bollebozen die zich aan diverse academische disciplines waagden. Van biologie tot politieke communicatie: de meest uiteenlopende onderwerpen werden op kindermaat gepresenteerd. Een derde editie kon dus niet uitblijven.

 

Kinderen tussen 8 en 14 jaar worden dit jaar op zondag 25 maart uitgenodigd om naar hartelust te experimenteren, vragen te stellen of simpelweg hun oor te luister te leggen. Noteren moet niet, maar mag wel. Denk trouwens niet dat de lessen gegeven worden door enkele stoffige academici die wat quantumfysica staan af te ratelen. Geheel in lijn met het populair-wetenschappelijke één-programma “Hoe?Zo!” wordt er op interactieve wijze op zoek gegaan naar antwoorden op al te voor de hand liggende vragen; veelal essentiële kwesties waarop bitter weinig mensen het antwoord weten.

 

Om die vragen te verzamelen doet de Universiteit Antwerpen beroep op de inventiviteit van de jongelui. Iedereen mag één vraag insturen. Met een beetje geluk zal zo de vraag waar liefde vandaan komt beantwoord worden. Andere vragen zoals “Hebben bacteriëen buikpijn?” of “God heeft ons gemaakt maar wie heeft God gemaakt?” zijn nog steeds meer dan welkom.

 

Het overweldigende succes van de kinderuniversiteit toont dat er een duidelijk draagvlak is om de inzichten van jongeren met betrekking tot wetenschappen aan te scherpen. Zieltjes kunnen overigens niet vroeg genoeg gewonnen worden. Misschien is het ook een leuk idee om een initiatief als de kinderuniversiteit voor senioren te organiseren. Levenslang leren duurt immers levenslang. Bezijdens dat: het is geen voorwaarde jong te zijn om kinderlijke verwondering te hebben. Toch?



17/02/2007
🖋: 

Wie zijn ze? Wat doen ze? Wat houdt hen bezig? Speciaal voor u werpt dwars een blik op oudere studenten aan de Universiteit Antwerpen, die tussen twintigjarige, snel bierdrinkende straffe koppen moedig hun plaatsje innemen. Grote vaten gegiste hop verzetten behoort misschien niet meer tot hun levensstijl, maar gezellig keuvelen bij een kopje koffie na het college doen ze wél…

Waarom studeren we?

Sommigen doen het uit liefde voor hun vak, maar een twintigjarige mens heeft een toekomst voor ogen die gekleurd wordt door het feit dat er ooit brood (en misschien een vette BMW) op de plank zal moeten komen. Wie echter eens goed rondkijkt op de campussen van onze Universiteit Antwerpen, merkt dat er ook een aantal rakkers met grijze slapen van het ene naar het andere college hossen. De cijfers van het aantal inschrijvingen in 2006 spreken boekdelen: we vinden de meeste 40-plussers in Geneeskunde met 77 personen, gevolgd door TEW met 76 studenten. Op de derde plaats staat Rechten met 59 studenten en ook de Politieke en Sociale Wetenschappen doen het goed met 36 studenten. Eveneens te vermelden zijn uiteraard Wijsbegeerte (15 studenten) en Geschiedenis (12 studenten). De oudste student die zich vorig jaar heeft ingeschreven is geboren in 1935 en studeert nu Taal- en Letterkunde. De tweedeoudste kwam ter wereld in 1941 en is dus op 66-jarige leeftijd begonnen aan Diergeneeskunde.

 

Waarom doet een mens zoiets?

Staf Waelbergs (65) en Frans – Sus voor de vrienden – Gielen (69) studeren beide Wijsbegeerte. Ze hebben allebei vroeger reeds een academisch diploma verworven: Staf studeerde af aan de ULB als burgerlijk ingenieur en fysicus, Sus studeerde van 1955 tot 1960 Handels- en Financiële Wetenschappen evenals Bedrijfseconomie aan de KU Leuven. Wijsheid komt met de jaren, zeggen ze wel eens, maar het studeren zelf wil toch niet meer zo vlot verlopen (hup, hup, genieten maar van onze frisse hersenen dus!). Voor beide filosofen in spe geldt dat Filosofie hen altijd al geboeid heeft en dat het een aangename manier is om je gepensioneerde dagen mee door te brengen. Sus weet het overtuigd te zeggen: “Na mijn pensioen wenste ik mijn tijd niet in ledigheid door te brengen in functie van de waan van de dag. Wijsbegeerte is mijn oude liefde en laat mij weer aansluiten bij de vroegere 'oude humaniora', waaraan ik een goede herinnering bewaar." Ook Staf wil zijn pensioen niet in een lethargische voorbereiding op het ouder worden laten verkommeren. Daarom houdt hij zich naast zijn andere talrijke hobby’s bezig met studeren en de daarbij horende stress voor het noodzakelijke kwaad dat elk examen uitmaakt: met hart (par coeur) en ziel (ex amen) stort hij zich al vier jaar op de leerstof. Ook trots speelt voor Staf een rol: “Ik wilde testen of ik het nog kon.” Op de vraag hoe de sfeer tussen de jeugd en hen aanvoelt, antwoorden Staf en Sus uit één mond: hoewel de sfeer aangenaam is, bestaat er uiteraard een kloof van twee generaties die niet te ontzien valt. Sus is grootvader (dankzij zijn studies zal hij dus altijd wel iets interessants te vertellen hebben aan zijn kleinkinderen) en zingt daarnaast nog in twee koren. Uiteraard lezen ze allebei ook dwars. Voor ons grijze publiek een leuk weetje: studeren houdt niet enkel de geest jong, maar ook de hersenen. Hersenen die geprikkeld blijven worden, zullen niet zo gauw in slaap gesust worden door dementie en seniliteit. Driewerf hoera voor de gepensioneerde intellectueel!



Het Academisch Forum organiseert debatten op de UA
16/02/2007
🖋: 

Tijdens je examens geen kans gehad om je ongezouten opinie over een onderwerp te geven, uit vrees dat een meningsverschil wel eens nefast had kunnen zijn voor je studieresultaten? Vanaf deze maandag kan je je discussietalenten tentoonspreiden in vijf gratis academische debatten met proffen, algemene geïnteresseerden en enthousiaste medestudenten.

De KVHU (Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding) is een organisatie die zich al meer dan honderd jaar inspant om het maatschappelijk debat te bevorderen. Enkele gemotiveerde studenten van de UA besloten om dit initiatief, dat de laatste decennia enkel nog uit lezingen bestond, weer wat actiever en aantrekkelijker te maken. Zo wilden ze een wat jonger publiek aanspreken (hoewel het ‘vaste’ vijftigplusserspubliek van de KVHU-lezingen qua mondigheid zeker niet moet onderdoen voor de gemiddelde student). Met steun van de KVHU en – naar eigen zeggen – onder een iets sexier naam kozen ze vijf onderwerpen die volgens hen actueel en relevant zijn; het Academisch Forum was geboren.

 

Vijf maandagen op rij presenteert het Academisch Forum een lezing, gevolgd door een debat over uiteenlopende onderwerpen; van kernwapens tot discriminatievrijheid. Een belangrijk verschil met andere clubs die op de UA debatten organiseren is dat het Academisch Forum los staat van enige politieke overtuiging. Hun voornaamste doel is niet volle aula’s lokken met bekende namen of politici die zich enkel proberen te profileren met enkele boude uitspraken. Ze geven per debat namelijk twee sprekers de mogelijkheid om in detail hun mening uiteen te zetten. Zo willen ze een genuanceerd beeld geven van een hedendaags discussiepunt, met voldoende aandacht voor de culturele en sociale achtergrond en hopelijk ook met een boeiende dialoog als resultaat.

 

Sinds dit jaar kregen de leden van het Academisch Forum ook de kans om hun sprekers volledig zelf te kiezen. Ze probeerden om telkens twee sprekers met uitgesproken tegengestelde meningen te selecteren. Er komen ook bekenden van de Universiteit Antwerpen, zoals onder andere Prof. Matthias Storme (Faculteit Rechten) die zijn pleidooi ‘vrijheid om te discrimineren’ opnieuw verdedigt en in discussie treedt met Prof. Toon Vandevelde (Hoger Instituut Wijsbegeerte). In het debat rond Turkije en de EU wordt senator Marc Van Peel - met de standpunten tegen de toetreding - dan weer geconfronteerd met Wendy Asbeek Brusse, een vooraanstaand medewerkster van de Nederlandse regering.

 

Een volledig programma van 2007 met sprekers, moderators en gespreksonderwerpen vind je op www.academischforum.be.

ma 19 feb: Hoort Turkije bij de Europese Unie? Met Prof. Guido Vanheeswijck (moderator), Marc Van Peel en Wendy Asbeek Brusse
ma 26 feb: Democratie in België: voor verbetering vatbaar? Met Prof. Cas Mudde (moderator), Prof. Jan Velaers en Jos Verhulst
ma 5 mrt: Hoe open moeten onze grenzen? Over migratie, illegalen en regularisatie. Met Prof. Fernand Tanghe  (moderator), Jos Vander Velpen en Prof. Marie-Claire Foblets
ma 12 mrt: Gaat het atoomtijdperk ooit voorbij? Met TomasBaum (moderator), Werner Bauwens en Prof. Tom Sauer
ma 19 mrt: Discriminatievrijheid of discriminatieverbod? Met Prof. Johan  Taels (moderator), Prof. Matthias Storme en Prof. Toon Vandevelde



Een tegenstander van het levensbeschouwelijk vak
16/02/2007
🖋: 

Geert Lernout, literatuurwetenschapper aan de Universiteit Antwerpen en auteur van meerdere boeken, waaronder Als God spreekt – een studie van de Bijbel, de Koran en het Boek van Mormon – is een rabiaat tegenstander van het vak Levensbeschouwing. Naar eigen zeggen wordt hij in alle kwaliteitskranten gerecensenseerd of geïnterviewd, maar aan de UA bestaat zijn boek blijkbaar niet. “Ik schrijf de ‘verkeerde’ dingen over godsdienst”, verklaart hij. Dankzij dwars komt de ‘verkeerde’ man dan toch aan het woord.

Geert Lernout Het invoeren van een levensbeschouwelijk vak was een voorwaarde die het oude UFSIA gesteld had voor de eenmaking van de universiteit. Erg merkwaardig vond ik dat, een dergelijk vak is er immers aan UFSIA nooit geweest.

 

Betekent dit dat het vak een eis was van de jezuïeten?

Lernout Niet álles is de schuld van de jezuïeten, hoor (lacht). Maar men heeft alleszins geprobeerd om bij de eenmaking van de UA de katholieke eigenheid van de UFSIA te bewaren. We hadden drie instellingen, waarvan twee niet-katholiek zijn: zou het dan niet logisch zijn om het geheel ook niet-katholiek te maken? Nu worden de drie studentenpastors die voordien tot de UFSIA behoorden door de UA betaald. Is het de taak van een universiteit om in zielenzorg te voorzien die elke gelovige UA’er al in zijn eigen parochie krijgt? Nu is het vak Levensbeschouwing echter ingeschreven in het decreet en het ziet er niet naar uit dat het onmiddellijk afgeschaft wordt. Helaas, want een dergelijk vak hoort niet aan de UA.

 

Waarom niet?

Lernout Religie heeft alleen een plaats aan de universiteit als studieobject. Religieuze opvoeding werkt niet, ook niet in de middelbare school. Ikzelf heb 12 jaar religieuze opleiding gehad in mijn school en daar heb ik werkelijk niets van opgestoken. Ik ben een verschrikkelijk voorbeeld van het systeem.

 

Maar gaat het hier wel om een religieuze opleiding?

Lernout Ja. Strikt genomen is levensbeschouwing filosofie: de manier waarop je in het leven staat. In dit geval is levensbeschouwing echter niet meer dan een eufemisme voor religie.

 

U zegt zelf in de inleiding van uw boek Als God Spreekt dat het belangrijk is om religies te kennen.

Lernout Dat klopt. Aan de UIA gaf ik het vak Bijbel en Literatuur, omdat ik tot de vaststelling was gekomen dat mijn studenten erg weinig wisten over de Bijbel. Zowel in de athenea als in katholieke scholen komt dit onderwerp nauwelijks aan bod.

 

Het levensbeschouwelijk vak speelt dan toch op deze gebreken in.

Lernout Maar kennis van religie is sowieso belangrijk voor mensen die letterkunde studeren en daarom kan het aan bod komen in het gewone lessenpakket. Voor studenten Biologie, Rechten of Geneeskunde heeft de variëteit aan godsdiensten een heel ander belang. In het levensbeschouwelijk vak krijgen studenten met zeer verschillende achtergronden dezelfde lessen, terwijl godsdiensten in sommige humane richtingen al uitgebreid aan bod komen.

 

Er bestaat nochtans geen enkele richting, behalve de minor Godsdienstwetenschappen, waarin zoveel godsdiensten ook bijvoorbeeld Oosterse religies aan bod komen. Bovendien wordt alles mooi op een rijtje gezet. Voor vele studenten is dit nieuw.

Lernout Van studenten Geschiedenis hoor ik toch dat ze alles uit het levensbeschouwelijk vak al gezien hebben. Hoe dan ook, als men het vak per se wil bewaren, pleit ik ervoor om Levensbeschouwing in te richten per faculteit, telkens met een andere inhoud. Voor Geneeskunde zou je dan iets kunnen geven als ‘cultuur, godsdienst en gezondheid’, voor biologen een soort van ethiek enzovoort. Dat zou een goede oplossing zijn, want op dit moment geeft de universiteit de indruk dat godsdienst mag worden gepropageerd. Van mij mag godsdienst wel gepropageerd worden, maar niet aan een universiteit; daar moet men godsdienst bestuderen en dat is iets totaal anders.

 

Zegt u nu dat godsdienst niet bestudeerd wordt in het levensbeschouwelijk vak?

Lernout Het wordt niet kritisch bestudeerd, vind ik. Kijk bijvoorbeeld naar de B-modules over het vrijzinnig humanisme of het christendom: alle docenten die daarin lesgeven zijn stuk voor stuk respectievelijk vrijzinnig humanisten of christenen.

 

Zelfs al worden er hier en daar uitgesproken meningen verkondigd, die meningen komen – met name in de A-module – wel allemaal aan bod.

Lernout Is dat de bedoeling van het vak?

 

Het is toch de bedoeling dat de student met verschillende overtuigingen in aanraking komt en dat er een dialoog ontstaat? Zou het overigens geen voordeel kunnen zijn dat docenten zich duidelijk profileren? U bent atheïst: dat heeft toch invloed op uw lessen over religie?

Lernout Ik heb er ondertussen verschrikkelijk veel spijt van dat ik in de inleiding van mijn boek geschreven heb dat ik atheïst ben. Het gevolg is dat men het in interviews enkel wil hebben over mijn atheïst-zijn. “Hebt u daar veel last van?” “Kunt u nog slapen ’s nachts?” Wat doet mijn overtuiging ertoe? Wat in mijn boek staat klopt of klopt niet; of ik nu atheïst ben of niet, heeft daar niets mee te maken. Ik vind dat het niet kan dat docenten in het vak Levensbeschouwing reclame maken voor hun eigen winkel. Als ze les geven over hun overtuiging, zijn ze aan het preken en horen ze niet thuis aan de universiteit. Dat is immers een plek waar je moet leren om zélf na te denken. Alles wat met godsdienst te maken heeft, bezit een dogmatische kern, terwijl je aan de universiteit net zou moeten leren om je kritisch op te stellen tegenover elk dogma.

 

Hoe belangrijk zijn godsdiensten nog in onze huidige maatschappij?

Lernout Godsdienst als autoriteit heeft nauwelijks nog belang. Vele mensen zijn ‘iets-ist’: ze geloven wel dat er ‘iets hogers’ bestaat, maar zijn tegen de kerk. Zo is de werkelijkheid van godsdienst nu. Alles wat je leert in dat vak, is eigenlijk niet belangrijk. Je moet natuurlijk wel weten dat er in België grote groepen islamieten en joden leven, dat zoiets als hét jodendom niet bestaat, wat ramadan is enzovoort. Maar eigenlijk zou je dat al moeten hebben geleerd in het middelbaar.

 

Die onderwerpen zijn allemaal aan bod gekomen in Levensbeschouwing, dus…

Lernout … dus je steekt er toch iets van op. Dat geldt misschien voor studenten van de Stadscampus. Volgend semester komen de wetenschappers aan de beurt en ik ben benieuwd wat die ervan zullen vinden. Dit vak staat totaal haaks op hun studiekeuze.

 

Is het dan de bedoeling dat aan de universiteit vakidioten gecreëerd worden? Met de BaMa-herstructureringen zijn er heel veel basisvakken weggevallen en een algemeen vak als Levensbeschouwing komt hieraan tegemoet.

Lernout Ik zou dat vak – als ik de baas was tenminste – vervangen door iets filosofisch: ethiek van de eigen discipline. En of die ethiek nu een kruisje, een fakkeltje, een half maantje of een davidsster draagt, dat doet er echt niet toe.

 

Het vak wordt door de organisatoren het Centrum Pieter Gillis als broodnodig gepresenteerd in een multiculturele stad als de onze.

Lernout Dat is veel te goedkoop. Die zogenaamde clash tussen religies bestaat niet. Als er al problemen zijn tussen de verschillende gemeenschappen, dan gaat het om politieke problemen. Waarom geven we dan geen vak over politiek in plaats van religie? Dat is veel relevanter.

 

Onze universiteit wil zich promoten als een actief pluralistische instelling. Staat u daar achter?

Lernout Hoe actief pluralistisch zijn we als je kijkt naar de samenstelling van de raad van bestuur van het Centrum Pieter Gillis? De mensen die de touwtjes in handen hebben zijn voor een deel gepensioneerden die nog wel in termen van zuilen denken. Zij zijn met veertien, waarvan zeven katholieken en zeven ‘anderen’. Waar komt die samenstelling vandaan? Zijn er aan deze universiteit 50% katholieken en 50% niet-katholieken? Ik zou een vak als Levensbeschouwing nooit toevertrouwen aan een groepje bange blanke mannen…

 

Vivian Liska zal het graag horen! (Liska is coördinator van de B-module Monotheïstische Religies en voorwaar geen bange blanke man, nvdr.)

Lernout Zij is de enige vrouw in heel die groep.

 

Er was toch nog iemand?

Lernout Ja, juist: Helma De Smedt van Geschiedenis. Dan toch twee vrouwen en mooi verdeeld: Liska als joodse en De Smedt is katholiek. Maar vele godsdiensten zijn niet vertegenwoordigd: er zit geen enkele mormoon in, geen enkele getuige van Jehova, geen druïde, geen moslim… Ook ikzelf, als niet-georganiseerd atheïst, word niet vertegenwoordigd. Dat is toch niet actief pluralistisch!

 

In februari mag u wel een lezing gaan geven voor het Centrum Pieter Gillis.

Lernout Repressieve tolerantie, zou Herbert Marcuse dat noemen. Ik denk wel dat er een nieuwe wind waait door het Centrum. Guy Vanheeswijck (de huidige voorzitter van het Centrum Pieter Gillis, nvdr.) doet dat goed, wat niet wil zeggen dat ik het eens ben met zijn standpunten. Hoe dan ook, ik vind dat de leden van het Centrum Pieter Gillis niet voor hun eigen zuil mogen ijveren, maar de pluraliteit moeten verdedigen. De gelegenheid moet worden geboden om zoveel mogelijk stemmen aan bod te laten komen en dan: laat duizend bloemen bloeien.



16/02/2007
🖋: 

Elke maand bespreekt een dwarsreporter zijn of haar favoriete kunstwerk. In dit nummer: Battlestar Galactica

Kunst is een vaag iets. Ik ga u niet vervelen met Van Dale-definities. U zal simpelweg van mij moeten aannemen dat het breedomschreven is. En ook dat de televisieserie ‘Battlestar Galactica’ hier zeker binnen valt.

 

Misschien herinnert u zich uit een troebel verleden nog wel een reeks die zo heette. Lang geleden, in wat we nu ‘de vorige eeuw’ noemen – op het einde van de jaren ’70, om precies te zijn – bouwde ‘Battlestar Galactica’ mee op het succes van de ‘Star Wars’-films om een ietwat kitscherig, zeer tijdsgebonden toekomstbeeld op te hangen. Het was een instant culthit die in het tweede seizoen verpieterde met infantiele verhaallijnen en een ietwat genante dood stierf. Or so they say; ik was toen nog niet geboren.

 

Maar nu leef ik wel, en wat werd er in 2003 uitgebracht? ‘Battlestar Galactica’. Geen simpele digital remastering of een goedkope verfilming van wat oude scripts, oh nee. Deze re-imagining van ‘Battlestar Galactica’ is een rauwe, realistische, ja, haast naturalistische herwerking van de originele serie. Heerlijk. U gelooft mij niet? Ik zal het wetenschappelijk aantonen. Voor een goeie tv-reeks hebben we in de eerste plaats nodig: een Sterke Cast. Check. Edward James Olmos met stip van voren, maar iedereen levert ver boven gemiddeld werk – op de occasionele uitschuiver na, maar waar hebben we die mantel der naastenliefde anders voor? Ten tweede: Intelligente Filmscripts (eigenlijk zijn het seriescripts, maar we werken ergens naartoe, wees gerust). Character driven drama: dat is ‘Battlestar Galactica’, doorspekt met hedendaagse maatschappelijke problemen die – voor een televisieserie – verrassend genuanceerd worden behandeld. Dan: Indrukwekkende Beelden. Computeranimaties om duimen en andere vingers bij af te likken, origineel camerawerk en gedurfde montages. Punt. En tot slot: Potentiëel. Deze ietwat vage term duidt op een resem factoren die deels op geluk steunen, zoals financiering en populariteit. Ook hier is er echter weer geen wolkje aan de lucht. De conclusie? SC + IF + IB + P = SCIence-FIction van de Bovenste Plank.

 

Maar serieus: vergeet al die vooroordelen die u heeft over sci-fi en dompel uzelf onder in de geniaalste creatie wat betreft audiovisuele science-fiction sinds ‘Bladerunner’.



Post!
16/02/2007
🖋: 
Auteur extern
Lin en Lieze

Hola Lieze,

 

Alles goed, daar nog meer in het Zuiden? Meer dan twee weken zit ik nu in Valencia en ik geniet ervan met volle teugen! Hopelijk krijg ik nog enkele leesbare Nederlandse zinnen op papier, want er heerst een taalchaos in mijn hoofd. Inglés, Español, Alemán, Francés, Holandés? Als ik een Spaans woord niet ken, moet ik er eerst over piekeren hoe het Nederlandse equivalent nu weer luidt.

 

Wat pak je allemaal in als je naar Spanje vertrekt voor vijf maanden? Wat wel, daar was ik niet zeker van; wat niet was minder moeilijk. Achteraf bekeken was ik daar beter niet zo zeker van geweest. Aangezien ik echter vertrokken ben midden in de examenperiode, vergeef ik het mezelf. Een warme winterjas, waterproof schoenen, handschoenen en een paraplu heb ik hier tot nu toe wel degelijk gemist! In España, of all places! Ik ver moed dat het weer overal een beetje op z’n kop staat en ik hoop dat het snel war m of alleszins een beetje warmer wordt. Alleen al met een blauwe hemel zou ik tevreden zijn.

 

Het valt me op hoe vriendelijk de Valencianen zijn. Elke dag word ik er mee geconfronteerd en het blijft me verbazen. Als ik wat verdwaasd op een kaart een straat zoek, bieden Spanjaarden me spontaan hun hulp aan door de weg te wijzen. Als ik me in de metro uit mijn twee truien en jas probeer te bevrijden en tijdens dit lastige proces een oud dametje een elleboogstoot verkoop, dan krijg ik geen vieze blik, maar subtiele hulp!

 

Ik moet nu afronden... en ik heb nog niets verteld over de zoektocht naar een nieuwe roommate, de horden Erasmus’ers, de universiteit, de prachtige stad en de America’s Cup. Dat krijg je dan wel te lezen in mijn volgende post!

 

Hasta luego!

 

 


 

Dag Lin,

 

Op mijn eerste lege namiddag neem ik even de tijd om je te schrijven. Na een weekje van heimwee is het ‘Oh was ik maar bij moeder en vriendje thuis gebleven’- gevoel ver rassend snel verd wenen. Een moment van eenzaamheid of tijd voor een die pe zucht worden me hier simpelweg niet gegund! Altijd is er wel ergens iemand die me weet te amuseren en me nieuwsgierig doet uitkijken naar het vervolg van dit avontuur. Na een korte klop aan m’n deur staat daar de stralende Sonya: “Vamos tomar um café!” Op een saai begonnen avond duikt Alessandro op om me de mooiste plekjes van deze stad by night te laten zien. En geloof me meid, Coimbra by night is ’zo schoon als in de boekskes’. Op een luie en lome zondagochtend is er Mado, wiens lichaam onverwacht beslist dat de appendix eruit moet. Pistolets en koffiekoeken op de spoed zijn, hoe je het ook draait of keert, een nieuwe ervaring.

 

En dat is tenslotte waar het allemaal om draait: de nieuwe ervaring. Ik weet niet wat ik verwachtte voor ik vertrok, maar dit was het in ieder geval niet. Vrienden maken, mensen leren kennen en pret beleven is zo ongelooflijk makkelijk! Het komt er gewoon op aan genoeg door de smalle straatjes te zwerven en alles uit te proberen (behalve de sinaasappelen die hier overal aan de bomen groeien: het kostte me maar één hap om te ontdekken dat deze bijtend zure ’vitaminebommen’ enkel decoratieve functies vervullen). Het leven hier gaat traag: Portugezen hebben de reputatie ‘easy going’ te zijn en ik zie dat hier op iedere straathoek en in ieder café bevestigd. Voor mij raast de tijd echter voorbij als een trein. Zit ik hier al twee weken? Ik hoop dat het jou daar even goed afgaat. Ik hoor je snel!

 



Een gesprek met de onderwijssecretariaten
16/02/2007
🖋: 

Iedereen die het afgelopen semester niet gemerkt heeft dat er op zijn onderwijssecretariaat hard gewerkt wordt, moet wel van een andere planeet komen. Rinkelende telefoons, druk e-mailverkeer en hordes studenten – ieder met een hyperindividueel studietraject – maken van de onderwijssecretariaten bijenkorven van bedrijvigheid.

“Wat is er aan de hand?” vroegen wij aan Raymond Coppens (Faculteit Rechten), Myriam Demeulenaere (Faculteit Letteren en Wijsbegeerte) en Marie-Jeanne Criel (Faculteit TEW), die respectievelijk 33, 33 en 32 jaar aan onze universiteit meedraaien. Het is hun taak om te zorgen voor een vlot verloop van alles wat met onderwijsadministratie te maken heeft: het verwerken van keuzeformulieren en studieprogramma’s, het opstellen van collegeroosters, het in elkaar knutselen van de examenregeling, het voorbereiden van deliberaties en het maken van diploma’s en attesten. Sinds de BaMa-hervormingen is de druk op de schouders van de onderwijssecretariaten enkel toegenomen, zo blijkt.

 

Raymond Coppens Eigenlijk hebben twee onderwijsrevoluties elkaar snel opgevolgd: bovenop de BaMa-structuur is er nog eens de flexibilisering gekomen. Iedereen heeft nu zijn eigen programma, dat vaak ook een geïndividualiseerd traject (GT) is. Dat leidt tot een heel andere manier van werken dan wanneer alle studenten hetzelfde programma hebben. Niemand kon vooraf inschatten welke gevolgen dit concreet zou hebben.

 

Het universitair bestuur heeft bij het invoeren van al die hervormingen niet gedacht aan de administratieve gevolgen?

Myriam Demeulenaere (lacht) Wij alleszins wel.

Marie-Jeanne Criel Ik zou dat nuanceren. Vooraf had ik veel vragen, maar ik had nooit gedacht dat het zo ingrijpend zou worden. Het is bijzonder stroef werken.

Demeulenaere (lacht)Je moet rekenen dat we het werk doen voor de bachelors, voor de uitdovende licenties en voor de ManaMa’s. In mijn faculteit gaat het ook nog eens over drie opleidingen – Geschiedenis, Taal- en Letterkunde en Filosofie – die in feite niets met elkaar gemeen hebben.

Criel En dan vergeet je de Erasmusstudenten nog. Bij TEW hebben we gemiddeld 130 uitgaande en minstens even veel inkomende studenten. Het betreft heel specifieke studieprogramma’s die individueel verwerkt moeten worden en bovendien loopt de communicatie met het buitenland niet altijd van een leien dakje.

Coppens Door die individuele trajecten zijn we eigenlijk teruggegaan naar de middeleeuwen. De manuele inbreng is terug sterk toegenomen, wat meer controles noodzakelijk maakt.

 

Maar gaat het dan niet vooral om kinderziekten die na verloop van tijd verholpen zullen zijn?

Coppens Aangezien ons huidig computersysteem niet langer beantwoordt aan de verwachtingen om de informatie soepel te verwerken, komt er een nieuw systeem. Dat zal wel iets opvangen, maar of dit de werkdruk daadwerkelijk zal verminderen blijft nog een open vraag.

Demeulenaere (lacht)Steeds minder mensen zullen een modeltraject volgen. Je zal hoe langer hoe meer studenten individueel moeten opvolgen en dat vergt veel tijd.

Criel Vergeet ook niet dat de opleidingen zelf niet stilstaan: men evalueert en past programma’s aan. Dat heeft gevolgen voor ons: we zitten voortdurend met overgangsmaatregelen. We moeten dossier per dossier bekijken wat de student al gedaan heeft en welke vakken hij of zij nog moet afleggen om te kunnen afstuderen.

 

De hervormingen hebben ook heel wat extra regels en wetten met zich meegebracht.

Demeulenaere (lacht)Ieder jaar brengt iets nieuws en dan moeten wij mee. Zo werd de student dit jaar op een andere manier ingeschreven dan vorig jaar en wellicht wordt het volgend jaar weer anders. Er zijn voor de studenten van het diplomajaar twee deliberaties: één over hun laatste jaar en dan nog één over het geheel van hun opleiding, voor de graadbepaling. Dat heeft dus weer gevolgen voor het verloop van de deliberaties.

Criel De regelgeving vanuit de overheid is in de loop van de jaren ook steeds stringenter geworden. Het examenreglement is bijvoorbeeld in omvang verdubbeld.

Demeulenaere (lacht)Voor men reglementen invoert, zou men toch beter eens toetsen of alles wel haalbaar is met de huidige bestaffing. Als bij wonder is het tot nu steeds gelukt alles rond te krijgen, maar de vraag is of dit ook zo zal blijven.

Criel Een theoretische regel is nog iets anders dan de praktische uitwerking. Dikwijls worden theorieën uitgewerkt door mensen die de werkvloer niet voldoende kennen, met alle gevolgen vandien.

 

Door die individuele trajecten zijn we eigenlijk teruggegaan naar de middeleeuwen.

 

Hebben jullie dan geen inspraak?

Demeulenaere (lacht)Wij komen van ex-UFSIA en dat was kleinschalig. Als er veranderingen op touw stonden, dan werden de facultaire onderwijsadministraties bij elkaar geroepen en was er overleg. Op die manier hadden we ook wat inspraak in de algemene aanpak en in wat al dan niet kon. In de hogere bestuursorganen die onmiddellijk voor ons van belang zijn, zetelen nu enkel academici en mensen van de centrale administratie; de facultaire onderwijsadministratie is niet vertegenwoordigd. Alleen in de Stuurgroep Studieloopbaanbegeleiding zijn we opgenomen: deze is enkel adviserend en behandelt slechts een onderdeel van de studentenadministratie.

 

Is de werkdruk voor de academici ook niet verhoogd?

Demeulenaere (lacht)Zeker, ook zij hebben het zwaarder. Vooral de taken van de studiebegeleiders zijn niet niks. Je moet weten dat het hen uiteindelijk carrièrematig weinig bijbrengt. Deze opdracht is slechts tijdelijk en om de zoveel tijd moet er een nieuw iemand ingewerkt worden. Dit betekent telkens opnieuw een verlies aan expertise.

 

Een heikel punt voor de studenten zijn de examenroosters. Hoe komt het dat die zo laat worden bekend gemaakt?

Criel Sorry, maar in het examenreglement staat heel duidelijk tegen wanneer de regeling gepubliceerd moet worden. Ik ben er van overtuigd dat op de Stadscampus geen enkele faculteit die datum heeft overschreden.

 

Oké, maar jullie kunnen toch niet ontkennen dat de regelingen op het laatste nippertje en met de nodige stress gepubliceerd zijn?

Demeulenaere (lacht)Ik weet dat die examenregelingen gevoelig liggen bij studenten, maar jullie moeten begrijpen dat we met veel factoren rekening moeten houden.

Criel In TEW zijn er heel veel schriftelijke examens en alle studenten moeten die op hetzelfde moment afleggen. Dat zorgt voor logistieke problemen, aangezien je op hetzelfde moment meerdere grote lokalen nodig hebt die vaak niet vrij zijn.

Coppens De professoren moeten die examens ook nog kunnen nakijken en vragen daarom om ze zo vroeg mogelijk in de zittijd te plaatsen. Hierdoor volgen ze snel op elkaar.

Demeulenaere (lacht)De keuzevakken die jullie in andere opleidingen volgen, maken het er ook niet gemakkelijker op. We moeten voortdurend overleggen met andere faculteiten, die dus mee onze examenregelingen bepalen. Bovendien moeten we ook rekening houden met het werkschema van de professoren: vaak geven ze les aan andere faculteiten of zelfs aan andere instellingen.

Criel En dan zijn er de geïndividualiseerde trajecten. Vroeger maakten we roosters op basis van de verschillende studiejaren; nu volgen sommige studenten vakken van het eerste, het tweede én het derde jaar. Ze hebben soms vier examens op vijf dagen. We beseffen dat dat heel zwaar is en daarom zoeken we in overleg met de betrokken professoren – indien mogelijk – naar een gepaste oplossing.

Coppens Ik kan de studenten alleen maar aanraden om bij het samenstellen van een GT zeer zorgvuldig te werk te gaan en ervoor te zorgen dat het haalbaar blijft. Wij beoordelen het studieprogramma op het aantal studiepunten. De studenten moeten zelf opletten dat ze het zo plannen dat ze niet al hun examens in januari hebben of te veel zware vakken in één semester zetten.

 

Jullie hebben enorm veel werk doordat jullie al die individuele programma’s moeten verwerken. Is er iets wat studenten kunnen doen om jullie werk wat gemakkelijker te maken?

Criel Indien niet alle studenten hun studieprogramma tijdig inleveren of er slordig mee omgaan, maakt dat het werk extra zwaar en leidt dit tot vertraging. We kunnen de examenregeling vroeger uithangen, maar dan klopt er vanalles niet vermits er nog veel onverwerkte gegevens zijn. Jullie kunnen van ons niet verwachten dat we vroeger klaar zijn als jullie zelf te laat zijn. Een student heeft rechten maar ook plichten.

Demeulenaere (lacht)En degenen die wel correct geweest zijn, worden daardoor natuurlijk ook benadeeld.

 

Zou meer personeel geen goede oplossing zijn?

Demeulenaere (lacht)Alles moet gebeuren in oktober en november: daar zitten we echt met een bottleneck. Wij moeten veel te veel verwerken op korte tijd en de bezetting is inderdaad niet ruim. De meeste collega’s van mijn onderwijssecretariaat werken deeltijds, wat soms zijn repercussies heeft op een efficiënte taakverdeling. Extra personeel zou fantastisch zijn, maar daar hangt een serieus prijskaartje aan vast.

 

En wie beslist er over de financiën?

Coppens Dat is een zaak van de hogere beleidsorganen.

Criel Momenteel worden de collega’s die met pensioen gaan niet automatisch meer vervangen, wat wil zeggen dat het administratief personeel uiteindelijk vermindert!

Coppens Vice-rector Joke Denekens heeft wel oren naar onze klachten, maar ze kan geen toegevingen doen omdat de nodige financiële ruimte ontbreekt.

Demeulenaere (lacht) We vinden het een uitdaging om alles vlot te doen verlopen en we willen ook het beste voor de studenten. Niettegenstaande al onze inspanningen is het nu voor de eerste keer zo dat we niet meer zeker zijn of we alles onder controle hebben en dat is behoorlijk benauwend. Het is momenteel niet evident om even gemotiveerd te blijven. En mag er ook wat arbeidsvreugde zijn?

 

Het water staat jullie aan de lippen.

Criel Het onderwijssecretariaat TEW telt zes personeelsleden. We krijgen voortdurend telefoons en mails, we moeten vragen van studenten beantwoorden en ondertussen zitten we met die deadlines. Proffen die het secretariaat binnenwandelen zeggen soms dat ze het bij ons geen uur zouden uithouden. In die hectische toestand zitten wij elke dag! Uiteindelijk doen we ons werk voor jullie. We krijgen het niet over ons hart om alles in de war te laten lopen, omdat we vinden dat jullie niet de dupe mogen worden van onze problemen. Het doet dan ook deugd wanneer we op het einde van het academiejaar bedankt worden voor onze inzet.



UAlumni
16/02/2007

Acteur, programmamaker en presentator… en dat allemaal in één mens gepropt. Het kan, zo bewijst Johan Terryn. Op dit moment ontwikkelt hij programma’s voor het productiehuis Eyeworks, maar wat hij daar precies uitvoert, mag hij voorlopig niet vertellen. Over zijn verleden als germanist aan de UA wil hij echter wel uitweiden: ligt daar de oorsprong van zijn artistieke veelzijdigheid?

Johan Terryn Nadat ik afgestudeerd was, voelde ik me niet bepaald ‘germanist’. Omdat ik mijn leven een andere richting wou geven, heb ik na mijn studies in Antwerpen nog een jaar Communicatiewetenschappen gedaan in Gent. Heel verfrissend was dat. Maar achteraf bezien ben ik erg blij met mijn opleiding Germaanse: de basis die ik toen gelegd heb, komt me nu nog altijd van pas.

 

In welke zin?

Terryn Heel concreet moet je dat niet zien. Een opleiding zoals Geneeskunde is veel concreter dan Germaanse – tenzij je leerkracht wordt natuurlijk, maar dat was het laatste wat ik wou. Germaanse studeer je dus niet om ‘iets’ te worden, maar voor jezelf: je krijgt een brede achtergrond van taal en cultuur.

 

Je had de ambitie om acteur te worden en toch koos je voor Germaanse. Van waar die beslissing?

Terryn Het was inderdaad mijn droom om acteur te worden, maar mijn ouders hadden liever dat ik een fatsoenlijk diploma zou behalen. Bovendien schrok ik zelf een beetje terug van het ingangsexamen op Studio Herman Teirlinck. Germaanse bleek dan een interessant alternatief.

 

Had je moeite om te slagen?

Terryn Absoluut niet, ik ben eigenlijk moeiteloos door mijn studies gefietst.

 

Was Germaanse dan zo gemakkelijk?

Terryn Ik was in het middelbaar, bij de jezuïeten, gedrild in het vanbuiten leren en in de kandidaturen kon ik het perfect redden met mijn geoefend geheugen. De licenties daarentegen boden meer uitdaging: je moest op je eigen benen staan en zelf werkjes maken. Ik weet niet of de kloof in het huidige systeem nog steeds zo groot is als tussen de kandidaturen en de licenties van toen, maar ik heb hoe dan ook meer gehad aan die twee laatste jaren.

 

Had je naast je studies dan nog veel vrije tijd?

Terryn Ik nam veel vrije tijd! En tijdens mijn licenties stouwde ik die voornamelijk vol met improviseren. Ik stond mee aan de wieg van de Belgische Improvisatie Liga en daar kroop veel tijd in.

 

Kwam dat improvisatietalent niet van pas bij mondelinge examens?

Terryn Ik was een absolute voorstander van mondelinge examens. Bij een prof de indruk wekken dat je goed op de hoogte bent, is toch altijd voor een stuk theater spelen. Natuurlijk ben ik zo wel een paar keer serieus afgegaan, maar over het algemeen werkte dat prima. Ik zou dat echter geen rechtstreeks gevolg noemen van mijn improvisatietalenten. Ik had verbale capaciteiten die ik verder ontwikkeld heb binnen het improvisatietheater en die ik daarnaast kon inzetten voor examens. Maar laten we niet vergeten dat ik er ook voor heb moeten studeren, hé.

 

Heb je aan je opleiding een liefde voor literatuur overgehouden?

Terryn Dat is een pijnpunt. Wij moesten aan een verschroeiend tempo romans lezen en achteraf bleef daar niets van hangen. Vooral aan Engelse literatuur kreeg ik op de duur een hekel. De eerste vijf jaar nadat ik afgestudeerd was, heb ik nauwelijks een boek van nabij gezien en ook nu nog heb ik last van die overdosis aan verplichte literatuur: op zich lees ik graag, maar ik begin enkel aan een boek als ik er de tijd voor heb. In mijn licenties heb ik me overigens geconcentreerd op poëzie en theaterteksten en dit om puur opportunistische redenen: die lazen gemakkelijker.

 

Je hebt je thesis dan ook over poëzie gemaakt.

Terryn Jullie hebben die toch niet gelezen, hé? Ik herinner me nog dat die handelde over grafische poëzie in Vlaanderen en Nederland, maar meer hoef je me niet te vragen, want ik weet daar echt niets meer van.

 

Heb je een voorliefde voor de dichter Remco Campert?

Terryn Dat is ongetwijfeld een van mijn favoriete dichters.

 

Je zoon heet Remco.

Terryn Ja, maar heeft dat iets met Remco Campert te maken? Mijn andere zoon heet Oscar…

 

En toevallig ben je fan van Oscar Wilde.

Terryn Dat klopt. Maar Remco Campert en Oscar Wilde zijn echt niet zo’n grote idolen van me dat ik mijn zoons naar hen zou noemen. We hebben hun namen gekozen omdat we die mooi vonden: dat is toch het meest doorslaggevende argument.

 

Bleef er naast het studeren en improviseren nog tijd over voor een zwaar studentenleven?

Terryn O nee, die toestanden met linten waren echt niet aan mij besteed. Ik ben wel één keer meegeweest als begeleider bij de startdagen. En ik herinner me ook nog dat ik met ons toenmalig popgroepje deelgenomen heb aan de Unifac-award – die we toen overigens gewonnen hebben. (Buigt zich voorover naar de recorder) Gewonnen! Eigenlijk leek het nergens naar, maar kom…

 

Je ouders drongen erop aan dat je naar de universiteit zou gaan. Zou je het zelf een geruststelling vinden als je kinderen een universitair diploma halen?

Terryn Ik hoop in eerste instantie dat ze een opleiding zullen volgen waarin ze zich goed voelen en zichzelf kunnen ontplooien. Dat hoeft geen universitaire opleiding te zijn. Ik denk overigens niet dat zo’n opleiding alleenzaligmakend is: je bent hoofdzakelijk bezig met je bovenste tien centimeter, niet met je hart. Je moet nog op zoek gaan naar andere uitlaatkleppen, zoals improvisatie er een voor mij was. Ook nu nog probeer ik niet te zwart-wit te denken en te handelen. Bij de presentatie van Camping Casablanca en Naast de kwestie (twee zomerse Radio1-programma’s; Naast de kwestie is de opvolger van Camping Casablanca, nvdr.) ben ik bijvoorbeeld ongelooflijk blij wanneer ik de verkeersinformatie mag voorlezen. Zo kan ik me in een amusementsprogramma op de een of andere manier toch nog nuttig maken. Ik denk dat je voor jezelf een evenwicht moet zoeken, zowel in je studies als in je latere leven.

 

Toch één wijze man afgestudeerd aan de UA.



16/02/2007
🖋: 

Wie dacht dat er op onze aller geliefde UA nooit geswingd wordt, heeft het mooi mis! Velen beseffen het misschien niet, maar sinds 1989 worden de nodige stemdeugden ook op uw universiteit niet geschuwd. Het Universitair Koor Antwerpen (UKA voor de vrienden) staat zelfs open voor alle vrijwilligers die hun fysiologische resonantieruimte willen aanwenden om driemaal per jaar een bepaalde kapel of zaal met de nodige hemelse vibrato’s te vullen.

Nadat Frans Cuypers er in 1992 de brui aan gaf, mocht Dirk De Nef het steeds even glimmende dirigeerstokje van het UKA wekelijks laten luchtdansen. Sinds De Nef afstudeerde aan zowel het Antwerpse als het Brusselse conservatorium, is hij zomaar even docent aan het Lemmensinstituut, leraar aan enkele muziekacademies, dirigent van Arti Vocali en het Leuvens Universitair Koor alsook lid van het vocaal ensemble Kompakt. Daarnaast is hij een felbegeerd en letterlijk geprezen componist die bijvoorbeeld in 1995 het verplichte werk voor de halve finale van de Koningin Elisabethwedstrijd pende. Laat dit indrukwekkende curriculum vitae echter niemand beïnvloeden: bij het UKA gaat alles er naar eigen zeggen op amusante en ludieke wijze aan toe, zowel bij de stemvorming als tijdens het inoefenen van het bewust zeer afwisselende repertoire zelf.

 

Inderdaad: het UKA zou het UKA niet zijn als het geen verschillende muzikale genres onder handen wilde nemen. Naast traditionele klassieke muziek en oude polyfonie worden ook wereldse muziek, musicals en moderner werk verre van geschuwd: een gevarieerd programma wordt met andere woorden steeds hoog op de muziekstandaard gepositioneerd. Onder de leuze ‘kwaliteit als uitgangspunt, gezelligheid als stimulans’ heeft het koor ondertussen een aanzienlijk repertoire opgebouwd. Door altijd professionele musici in te schakelen bracht het UKA de laatste achttien jaar onder meer werk van Vivaldi, Brahms, Schubert, Pergolesi, Purcell en vele anderen ten gehore, evenals de musicals West Side Story, Cats en Joseph and the Amazing Technicolor Dreamcoat.

 

Als klap op de vuurpijl heeft het UKA een steeds openstaande vacature voor gemotiveerde glottale talenten: studenten, assistenten, alumni, personeelsleden of docenten zijn allen welkom, evenals complete buitenstaanders van de UA. En voor de mogelijk ambitieuzen onder u die ondertussen het bos niet meer door de bomen (durven) zien: niet getreurd! Noten kunnen lezen is namelijk geen vereiste om lid te worden van het koor. Meer nog, enig mankement aan ervaring of vooropleiding wordt probleemloos gecompenseerd met de nodige inzet en ieders persoonlijke muzikaliteit. Wees andermaal gerust, van denigrerende stemtesten of modulatiemartelingen is er bij het UKA geen sprake: elke vocale scherpschutter wordt gewoon ingedeeld bij het koorgedeelte dat hem of haar het beste ligt en toelaat op de meest comfortabele manier de stembanden alom te laten zegevieren.

 

Wanneer u dit leest, zal u de open repetitie van 19 februari op een haartje gemist hebben, maar laat dat geen domper op de muzikale vreugd zijn: men kan steeds bij het UKA binnenwippen om kennis te maken met het zangniveau of de algemene manier van werken, dus drempelvrees is niets meer dan onnodige stress. Lidgeld wordt overigens niet gevraagd en alle partituren worden gratis en voor niets te uwer beschikking gesteld. Naast een sociale ingesteldheid eist het UKA dan ook enkel dat geïnteresseerde stembandacrobaten steeds op repetities aanwezig zijn om de nodige wanpraktijken te vermijden. Onoverkomelijk blijkt dit alles echter niet: een wekelijkse samenkomst op maandagavond van 17u45 tot 19u15 in het Hof van Liere is de enige 'verplichting'. Opdat iedereen zich thuis zou voelen, worden er zelfs geregeld sociale 'buiten-koor'-activiteiten gepland. Bij deze: zich aangesproken voelende badkamerjodelaars, expressief neuriënde toonladdervirtuozen, rondwandelende tremolo’s en andere kloeke barden: verenigt u, en wel snel.