Interview met VRT-correspondent Rudi Vranckx
26/11/2006

Al vijftien jaar lang laveert Rudi Vranckx tussen vriend en vijand in verschillende conflicthaarden, ten dienste van de VRT-kijkers. Zijn ervaringen bundelde hij reeds eerder in Van het front geen nieuws. Herinneringen aan de oorlogen in het Midden-Oosten, dat enthousiast ontvangen werd. “Een voortreffelijk boek van een dappere journalist”, schreef De Standaard. Nu krijgt het boek een opvolger: in Geesten van het avondland. De roots van het moslimterrorisme volgt Vranckx het spoor van de terreur tussen Brussel en Bagdad.

Wanneer wist u dat u oorlogsjournalist wilde worden?

Rudi Vranckx Als kind droomde ik er al van, maar ik had nooit durven hopen dat het me zou lukken. Het beroep maar ook het onderwerp, oorlog, trok me aan. Tijdens mijn studies Geschiedenis verdiepte ik me in naoorlogse conflictbeheersing. Ik schreef ook al wel eens voor het studentenblad en daarna enkele korte stukjes voor Knack, maar dat stelde niet veel voor. Dat ik plots voor de toenmalige BRT kon gaan werken als journalist, nou ja, dat was een droom die in vervulling ging. Eigenlijk verbaast het me soms nog steeds dat dit het werk is dat ik wil doen, maar…

 

Het voelt als een roeping?

Vranckx Ja, zo lijkt het wel: als een handschoen die onmiddellijk past wanneer je hem voor het eerst aantrekt. Het moet niet noodzakelijk oorlogsjournalistiek zijn, maar als ik het dagelijks nieuws versloeg zou ik me nutteloos voelen. Ik wil het gevoel hebben de geschiedenis te beleven, de gebeurtenissen die het verschil maken… Dit is mijn manier om te proberen de wereld te begrijpen.

 

Oorlogsjournalistiek is altijd al een gevaarlijk beroep geweest. Uw allereerste televisiereportage was in Roemenië, net toen daar een VTM-journalist neergeschoten werd.

Vranckx Dat klopt, maar toch voelde ik me vroeger nooit echt bedreigd. Je kan altijd pech hebben en geraakt worden door een verdwaalde kogel, maar daar leer je nu eenmaal mee leven. Neem bijvoorbeeld de Palestijnse gebieden, daar heb ik me altijd behoorlijk veilig gevoeld. De mensen daar – zelfs de meest extreme fundamentalisten – beseffen dat de pers belangrijk voor hen is. Journalisten zijn hun spreekbuis en helpen hen hun boodschap over de Israëlische bezetting wereldwijd uit te dragen. Dat is helemaal anders dan de situatie in Afghanistan of Irak: als je daarheen gaat, speel je Russische roulette.

 

Kan u dit verschil verklaren?

Vranckx In Bagdad staat er een beloning van twee miljoen euro op het hoofd van elke buitenlander. Ook journalisten worden dus een legitiem doelwit. Ze worden gebruikt als pasmunt; denk maar aan de vele video’s van gekidnapte gijzelaars. De extremisten in Afghanistan en Irak zien de pers als een middel om terreur te zaaien, niet langer om hun stem te laten horen. Dat maakt ons werk erg moeilijk. Onmogelijk, eigenlijk.

 

Is dit dan het begin van het einde voor de onafhankelijke journalistiek?

Vranckx Tja, dat weet ik niet. Het is natuurlijk nooit eenvoudig om in een conflictzone te werken. De schurken die in het spel meespelen zijn van alle tijden. De huidige, levensgevaarlijke omstandigheden brengen de onafhankelijke journalistiek echter nog meer dan tevoren in het gedrang.

 

Daarbij zijn er nog andere kwalijke evoluties. In Irak probeert de overheid de pers aan banden te leggen, net als vroeger, onder het regime van Saddam Hoessein. Ook het Amerikaanse leger tracht de journalisten te controleren, door hen bijna te dwingen mee te reizen met legereenheden. Het leger ziet er nauwlettend op toe met wie deze embedded reporters praten en wat ze publiceren. Andere journalisten durven dan weer de straat niet op: uit angst blijven ze in hun hotelkamer, wat natuurlijk ook geen zin heeft.

 

Dat laatste noemt Robert Fisk hotelroomjournalism. Is een andere werkwijze wel mogelijk in de huidige heksenketel?

Vranckx Je moet je natuurlijk aanpassen aan de omstandigheden. Lange tijd heb ik dat niet gedaan, omdat ik niet volledig besefte wat er aan de gang was. Ik wist het wel, maar ik kon niet geloven dat mij iets zou overkomen. Naïef en levensgevaarlijk, natuurlijk. Na een tijdje werd het echter duidelijk: als je ergens buiten de safety zone een interview ging doen, liep je soms een hele dag rond zonder ook maar één andere westerling te zien. Of als je in een restaurant aan het raam zat te eten, nam de restauranthouder je apart en zette je in een hoekje achterin waar niemand je kon zien, uit angst voor een aanslag.

 

Fisk heeft gelijk wanneer hij zegt dat het een muizenjournalistiek wordt. Snel en onopvallend ergens naartoe, wat dingetjes rapen en dan snel weer vertrekken. Nergens langer dan een half uur blijven, want als je dat wel doet, geef je hen de kans een kidnapteam op te roepen. Je moet voortdurend in beweging blijven, onvoorspelbaar handelen, niet altijd met dezelfde auto rijden, verschillende ingangen nemen… Hier zijn geen handboeken voor, ik ga slechts voort op ervaring en gezond verstand. En wat je in de film ziet, zeker?

 

Hier zijn geen handboeken voor. Ik ga slechts voort op ervaring en gezond verstand. En wat je in de film ziet, zeker?

 

Durft de bevolking nog met de pers te praten?

Vranckx Soms wel, soms niet. Veel hangt van de plaats af. In Iran durven de mensen bijna nooit meer vrijuit praten, omdat ze weten dat kritische stemmen problemen zullen krijgen. Je mag de mensen waar je mee spreekt natuurlijk niet nodeloos in gevaar brengen. Je moet rekening houden met represailles, hen dus niet onmiddellijk filmen en de informatie anoniem verwerken wanneer dit nodig is.

 

De visie van de Verenigde Staten en hun aanhangers is dat ze de terreur bestrijden en democratie brengen in het Midden-Oosten. Slagen zij hierin?

Vranckx Neen. In de meeste landen is er geen democratisering, en waar die er wel is, zijn fundamentalistische partijen de winnaars van de verkiezingen. Zij krijgen overal steeds meer aanhang. Door de recente oorlogen hebben zij een aureool gekregen in de ogen van vele moslims: ze zijn het verzet tegen de bezetting en tegen de inmenging van de V.S. en gelijkgezinde westerse naties.

 

Bush en Blair hebben een verkeerde politiek gevoerd. Irak en Afghanistan worden hoe langer hoe duidelijker 'failed states' waar extremisme het voor het zeggen heeft. Het Midden-Oosten staat in lichterlaaie.

 

Het aanpakken van het terrorisme heeft dus gefaald.

Vranckx De grootste fout in de War on Terror is de angst die deze aanpak veroorzaakt. Voor de Bush-administratie komt dit misschien goed uit, maar het speelt eveneens de extremisten in de kaart. Met uitspraken als “a crusade against terrorism” en “good versus evil” promoot Bush een verregaand zwart-wit, manicheïstisch wereldbeeld. Dat is net waar Osama bin Laden en consorten op rekenen: een verlammende angst die de mensen doet verzinken in een wereld van wij tegen zij, een totale radicalisering.

 

De War on Terror is voor fundamentalisten de kaarsvlam waar alle motten naartoe gelokt worden, het zwarte gat waarin alles verdwijnt. Blair zegt dat er sowieso terroristen zouden zijn, Bush zegt dat het er nu minder zijn. Vergeet dat. Het gevaar is oneindig veel groter geworden.

 

Is er een verschil tussen het hedendaagse terrorisme en dat van vroeger?

Vranckx Als je het terrorisme doorheen de geschiedenis bekijkt, zie je een aantal verschuivingen. De terreur ten tijde van bijvoorbeeld de Olympische Spelen in München was eerder politiek geïnspireerd, terwijl het nu vaker religieus van aard is. Je ziet vandaag ook andere interpretaties van de jihad opduiken. Enerzijds heb je imams die de jihad toestaan, maar enkel als er een broedervolk in de Arabische wereld getroffen wordt. Zij zijn het er niet mee eens dat de jihad naar het Westen gebracht wordt en er hier aanslagen gepleegd worden. Anderzijds heb je mensen als Osama bin Laden en Ayman al–Zawahiri, die op dat vlak veel radicaler zijn. Hun terrorisme is wereldwijd en ze willen vooral de vijand híér treffen. In dat opzicht is bin Laden eigenlijk een spiegelbeeld van Bush. Beiden willen de oorlog exporteren: de ene naar Europa en de andere naar Irak.

 

Zijn er ook praktische verschillen?

Vranckx De manier waarop de hedendaagse groeperingen rekruteren en werken is complexer geworden. Het valt mij op hoe goed Al-Qaida de wapens van de globalisering en de moderne technologie gebruikt. Ze pleiten wel voor een terugkeer naar een samenleving zoals die ten tijde van de profeet, maar ondertussen benutten ze de meest moderne communicatie- en transportmiddelen ten volle. Ze misbruiken gsm’s, laptops en de ‘democratie’ van het internet om contacten te leggen en hun ideeën te verspreiden. Kijk maar eens naar het eerste handboek van Al-Qaida om aanslagen te plegen. Dat verscheen al in de jaren ’90, maar er gebeurde weinig mee omdat slechts enkelen het konden inkijken. Ondertussen kan iedereen zonder veel moeite op het internet leren hoe je een bom moet maken. Dat veroorzaakt een exponentiële groei van het probleem.

 

Als je naar Afghanistan of Irak gaat, speel je Russische roulette.

 

Je ziet steeds meer Europese jongeren die zich aangetrokken voelen tot het fundamentalisme. Wat is precies de aantrekkingskracht van Al-Qaida en iemand als Osama bin Laden?

Vranckx Het wordt wel eens vergeleken met Che Guevara in de jaren ‘70. Voor veel jongeren, die normaal niet geneigd zouden zijn tot islamitisch extremisme, is Osama bin Laden vandaag een symbool geworden. Hij staat, net als Che Guevara vroeger, voor verzet: verzet tegen onderdrukking, mislukking en vernedering. Kwetsbare jongeren die in hun eigen leven geconfronteerd worden met discriminatie en sociale achterstand voelen zich hiertoe aangetrokken. Voor hen is er geen onderscheid tussen hun eigen situatie en die in het Midden-Oosten. Ze zien bin Laden als iemand die een alternatief biedt, die toont dat het anders kan.

 

Het gevaarlijke aan heel die toestand is dat bin Laden en al-Zawahiri deze macht aanwenden om een heel perverse interpretatie van de Koran te promoten. Zij brengen een cultus van de dood in de islam. In hun ogen moet je bijna sterven om iets te bereiken. Deze verwrongen interpretatie staat eigenlijk volledig los van hun doelen, die op zich nog begrijpelijk zijn. Veel mensen in het Midden-Oosten voelen wat Amerika doet immers aan als een nieuwe kruistocht tegen de islam.

 

U citeert in uw boek ook de Marokkaanse politicoloog, Mohammed Darif: “Het is niet het Midden-Oosten dat terroristen naar Europa stuurt maar juist omgekeerd.” Bent u het met hem eens?

Vranckx Dat hij het zo waarneemt, heeft me alleszins tot denken aangezet. Ik weet dat je in Irak ook veel jihad hebt, maar de meeste strijders in die gebieden komen uit de omringende landen. Die gaan dáár vechten en zullen meestal niet naar Europa verhuizen. Als we daarentegen kijken naar de netwerken die hier de laatste jaren opgerold zijn, dan zien we dat de leden vaak uit het Westen zelf kwamen. Vaak denkt men dat het nog is zoals in de jaren ’80. Toen zijn er veel mensen, die in het Midden-Oosten gevangen gezeten hadden of verdreven werden, naar Europa gekomen. Tegenwoordig zie je net het omgekeerde: jongeren die vanuit Europa vertrekken en ginds radicaliseren.

 

Ook uit België?

Vranckx Je ziet hier onder de jongeren dezelfde frustraties als in de andere Europese landen. Er is de laatste jaren veel veranderd ten goede, maar van geslaagde integratie kan je nog niet spreken. België zou dus een plek kunnen zijn waar jonge extremisten gerekruteerd worden. Toch moeten we niet overdrijven: wij hebben het voordeel dat we niet rechtstreeks betrokken zijn bij het conflict in Irak. De aantrekkingskracht van het Midden-Oosten is daardoor iets minder groot.

 

Uw boek is een zoektocht naar de oorsprong en de oorzaken van het terrorisme vandaag. Hebt u ook oplossingen gevonden?

Vranckx In elk geval heb ik ontdekt dat er niet één zaligmakende oplossing bestaat. Het is een complex probleem waar op verschillende niveaus aan gewerkt moet worden. Als er al een verandering mogelijk is, zal die zeker ook van binnen de moslimgemeenschap zelf moeten komen. Verschillende imams proberen al aan te tonen dat Al-Qaida een verkeerde interpretatie van de Koran verspreidt. Het lastige is dat de meest radicale moslims vaak niet meer vatbaar zijn voor dit soort initiatieven: ze verwijten imams die aanslagen veroordelen dat het collaborateurs zijn. Toch is het de belangrijkste manier om de toevoer van nieuwe rekruten te verminderen. Ik denk dat we verder ook iets moeten doen aan de brandhaard van het extremisme: de oorlogen die maar al te vaak gebruikt worden als excuus om aanslagen te plegen. Tenslotte moeten we proberen de frustraties, die in het Westen bij velen in de moslimgemeenschap leven, weg te nemen. Dat alleen al is natuurlijk een immense opdracht.

 

Tegen die oorlogen die u vernoemt wordt er schijnbaar weinig ondernomen door het grote publiek. Draaien de vredesbewegingen op een laag pitje?

Vranckx Zulke organisaties hebben steeds te kampen met ups-and-downs: die bewegingen komen plots op en zakken dan weer even snel weg. Toch is er misschien ook wel een evolutie op langere termijn. In de jaren ’80 waren er die enorme vredesbetogingen, dat heb ik nog meegemaakt. In 2003 had je ook miljoenen mensen op straat bij het uitbreken van de Irak-oorlog. Maar als er nu nog betoogd wordt, deze zomer tijdens het conflict in Libanon bijvoorbeeld, dan is dat in het beste geval een paar honderd man. Jammer genoeg, want de wereld is gebaat bij sterke vredesbewegingen.

 

Ook onder de studenten leeft het niet echt.

Vranckx Daar zit iets in, vrees ik. In mijn studententijd stoorde ik me ook aan de laksheid van mijn medestudenten. Ik weet wel dat ik, nu ik zelf wat ouder ben, de dingen anders bekijk, maar als student moet je je nog engageren. Dan móét je idealist zijn!



Op de kleintjes letten
25/11/2006
🖋: 

Zit de klad nu al in je academiejaar en is je maandgeld alweer op? Geef je op als vrijwilliger bij condoomfabrikant Durex om de nieuwe Pleasuremax-condooms uit te testen. Alle deelnemers maken ook kans op een weekendtrip naar de Engelse kuststad Brighton (na al dat harde labeur)... En nee, het is geen trektocht. Welkom bij SMS!

Dat postbodes het aan de stok kunnen krijgen met blaffende en bijtende honden was al geweten. Een 30-jarige postbode uit het Amerikaanse Oil City werd echter aangevallen door een eekhoorn! Na een korte schermutseling moest de brievenbesteller het strijdperk verlaten met een aantal schrammen en snijwonden. De agressieve eekhoorn in kwestie werd doodgeschoten en naar een laboratorium gevoerd om hem te laten testen op hondsdolheid. Studio 100 zou, naar verluidt, nu al materiaal genoeg hebben voor een nieuwe tekenfilmserie met bijhorende merchandising.

 

In New Delhi staat Surajnath Yadav al 33 jaar voor de rechter. De boer wordt nog altijd verdacht van de diefstal van een aantal ossen. Pikant detail: zowel zijn medeverdachten en de officier van justitie als de boer die zijn ossen kwijtraakte, hebben ondertussen al het loodje gelegd. In 1997 wilde een rechter de zaak seponeren, maar door de koppigheid van de familie van het slachtoffer blijft ze aanslepen. Stilaan wordt afgestevend op een nieuw wereldrecord. De Koninklijke Belgische Voetbalbond spreekt echter over concurrentievervalsing wegens het ontbreken van een vaste verjaringstermijn in India.

 

Onze kleine rakkers hebben meer en meer te kampen met overgewicht. Daarom hebben spelontwerpers in Nederland een nieuw spel bedacht, genaamd Holle Bolle Big, dat voor de gevolgen van te veel snoepen en fastfood moet waarschuwen. Tijdens het spel worden er hamburgers in een nepvarken gepropt, waardoor diens buik opzwelt en uiteindelijk ook openscheurt. De Nederlandse psycholoog Jeffrey Wijnberg vindt dit concept echter onaanvaardbaar om als spel voor kinderen te dienen. “Eten mag niet met angst geassocieerd worden, anders kweek je alleen maar toekomstige anorexiapatiënten. Waar haalt iemand nu zo’n idee?” Het is dus bewezen: Herwig Van Hove en zijn programma’s werden in Nederland aandachtiger bekeken dan hier.

 

Na een middagje pech met de grijpers op een lokale kermis, besloot de driejarige Robert Moore alsnog een prijs binnen te halen door zelf in de grijpautomaat te kruipen. Helaas kon de kleuter hetzelfde kunstje niet meer herhalen om uit de automaat te geraken. De bedienden van het lunapark vonden niet onmiddellijk de juiste sleutels, zodat de jongen tot groot jolijt van de omstanders een poosje langer in de grijpbak moest wachten op redding. Toen Tom Gernaey plotseling in het lunapark opdook met een klein fortuin aan munten, werd de brandweer maar snel opgetrommeld om de kleine Robert uit zijn benarde situatie te redden.



Eigen gelijk eerst
25/11/2006
🖋: 
Auteur extern
Nicolas Engelmann en Mike De Herdt

Dat onze arbeidsmarkt aan veranderingen onderhevig is, werd elders in dit nummer al uitvoerig besproken. Eén van de opmerkelijkste verschijnselen van de laatste tien jaar is de steile opgang van interimcontracten. Momenteel is interimarbeid echter nog enigszins wettelijk gelimiteerd. De wetgever omschrijft drie motieven die het gebruik van interimmers door een werkgever kunnen rechtvaardigen. FEDERGON (de federatie van interimkantoren) zou daar echter graag een vierde motief aan willen toevoegen, namelijk de instroom van werknemers op de arbeidsmarkt. Als bedrijven mensen vast willen aannemen, kunnen ze hen dus eerst gedurende een periode 'testen' onder onzekere interimcontracten. Een uitgelezen kans voor socialisten en liberalen om na zeven jaar Paars nog eens de messen te slijpen. Zijn de sossen voor minder jobs en de blauwen voor slechtere arbeidsvoorwaarden? Of is de ene voor recht op deftig werk en de andere voor meer banen? Aan u de keuze …

Pro

Door een studie te maken van de praktijk kunnen we vaststellen dat uitzendwerk in de lift zit, maar dat het nog aan te veel overbodige juridische beperkingen onderworpen is. Niet alleen zijn er slechts drie afgebakende situaties waarin uitzendarbeid toegelaten wordt (ter vervanging van een vaste werknemer, ter invulling van een vermeerdering van werk en ter uitvoering van uitzonderlijke werken), bovendien verbiedt de wetgeving uitzendarbeid in onder andere de openbare sector, de verhuissector en de binnenscheepvaart en zijn er nog diverse sectoren die lijden onder andere beperkingen op uitzendarbeid. Het is duidelijk dat deze maatregelen niet meer passen in een geëvolueerde arbeidsmarkt die snakt naar meer flexibiliteit en meer vrijheid. In de praktijk worden deze 3 beperkingsituaties al heel ruim geïnterpreteerd om de beperkende werking ervan te omzeilen. Zowel werkgever als werknemer blijken dus in te spelen op de grotere vrijheid op de arbeidsmarkt. Het voorstel van FEDERGON voor een uitbreiding van het toepassingsgebied van uitzendarbeid is in die zin niet meer dan een bevestiging van de huidige praktische werking. Een verruiming van het toepassingsgebied van uitzendwerk is ook in het belang van vaste indienstneming. Vaak dient uitzendwerk immers als springplank naar vast werk, een fenomeen waar zowel vakbonden als werkgevers zich in zouden moeten vinden. Ten slotte speelt een uitbreiding van interimwerk ook in de kaart van de werkgever. Hij kan immers vlot gebruik maken van een flexibele arbeidsmarkt en hij kan zijn werknemend personeel invullen naargelang de concrete werksituaties, wat hem een economisch efficiënter klimaat zal opleveren. Het Liberaal Vlaams StudentenVerbond (LVSV) Antwerpen is, gezien deze opgesomde voordelen, dan ook een uitgesproken voorstander van de voorgestelde verruiming van interimwerk.

 

Nicolas Engelmann,

voorzitter LVSV Antwerpen

 

 

Contra

Interimkantoren willen gans de arbeidsmarkt domineren en vragen daarom met “het vierde motief” om ook de rol van de VDAB over te nemen en dus een nog grotere rol te spelen bij de instroom van jongeren op de arbeidsmarkt. Voor de vakbonden volstaan de bestaande motieven ruimschoots en worden deze nu al vaak ten onrechte ingeroepen. De intrede op de arbeidsmarkt mag niet geregeld worden door in de tijd beperkte contracten waarbij de werkgevers steeds meer flexibiliteit opleggen en de werknemers tegen elkaar uitspelen. Er zijn ons inziens reeds voldoende van deze praktijken gangbaar. Kortom, inschakeling door middel van verdere precarisering kan niet! België is nu reeds kampioen in het gebruik van interim- en andere vormen van tijdelijke arbeid. Er moeten nu maar eens grenzen gesteld worden aan deze onzekerheden en de flexibilisering. De vakbonden vragen dat interimkantoren éérst zichzelf responsabiliseren en dit ook aantonen. Met misleidende reclames, stevige getuigenissen van discriminaties en flagrante inbreuken op de bestaande wetgeving overtuigen ze ons niet en blijven een heleboel werkzoekenden in de kou staan. Uiteindelijk willen interimkantoren hun actieterrein enkel verbreden om meer winsten te kunnen maken en ondertussen blijven interimkrachten veel vaker het slachtoffer van arbeidsongevallen of worden hun maaltijdcheques, contract, feestdagen of overuren wel al eens ‘vergeten’. De vakbonden hebben hier weinig of geen vat op en de werkzoekenden zijn er het slachtoffer van. Op je rechten staan in de interimwereld betekent immers dat je je eigen kansen op nieuwe aanbiedingen zienderogen ziet afslanken. Wij hebben eigenlijk maar één boodschap voor de interimsector: eerst de kwaliteit, dan pas de kwantiteit!

 

Mike De Herdt,
Coördinator ABVV-jongeren



jonge allochtonen aan de top
23/11/2006
🖋: 
Auteur

Als je Mohammed heet, zit je met een serieuze handicap op de arbeidsmarkt, zoveel is zeker. Om dit euvel te verhelpen tracht men niet alleen discriminerende werkgevers op de vingers te tikken. In de hoop de kansen op een degelijke job te vergroten, wordt de nadruk vooral gelegd op vorming en taalverwerving: taalcursussen, 'aanpassingslessen' en ook hoofddoekafradende politici in overvloed.

Onze autochtone medemens durft echter wel eens te vergeten dat ‘allochtoon’ niet steevast gelijkgeschakeld kan worden met het in de media zo populaire stereotype “laaggeschoolde krullenbol die geen Nederlands spreekt”. Sterker nog, er zijn meer dan genoeg gediplomeerde Nederlandstalige jonge mensen in Vlaanderen die toch een andere nationaliteit hebben dan de Belgische. Deze groep is evenwel nagenoeg onzichtbaar en bovendien ondervertegenwoordigd in de hogere regionen van onze arbeidsmarkt.

 

Dat geldt ook voor de culturele sector en Cultuur Lokaal wilde hier iets aan doen. Dit Steunpunt voor Lokaal Cultuurbeleid (vzw) stelde samen met o.a. minister Anciaux vast dat de raden van bestuur van culturele instellingen bevolkt worden door grijze blanke mannen en vond het tijd voor verandering. Prompt werd naar Nederlands voorbeeld ANTENA opgericht. Het project wil voor meer diversiteit zorgen in de culturele sector door zich te richten op alle jonge hoogopgeleiden die deel uitmaken van twee culturen. Wij zochten projectcoördinator Florinela Petcu en deelneemster Carolina Ojeda op voor meer informatie.

 

De twee schrandere dames leggen ons uit dat het programma bestaat uit twee luiken waarbij er wordt samengewerkt met verschillende centrumsteden en hun culturele instellingen. In een eerste theoretisch gedeelte wordt er inzicht vergaard in ons artistieke landschap en wordt het hoe en wat van het bestuur van cultuurhuizen uit de doeken gedaan. Vervolgens gaan de deelnemers in een praktisch luik zelf aan de slag en fungeren ze als bestuursleden. Carolina: “Het is een verrijkende ervaring, en dat voor beide partijen. We leggen heel andere accenten, hebben andere ideeën over hoe je allochtonen warm kan maken voor cultuur en zijn niet zo vastgeroest als de mensen die normaal gezien deel uitmaken van dergelijke raden.”

 

Het project kent een bescheiden succes – binnenkort worden er weer wat trajecten opgestart – en Florinela Petcu vertelt dan ook niet zonder trots hoe ze voor verjonging, vervrouwelijking en diversiteit zorgen. Ze hadden aanvankelijk af te rekenen met scepticisme vanuit de sector en kregen flink wat tegenwind vanuit rechtse hoek. Florinela Petcu gaat nuchter in tegen het verwijt positieve discriminatie in de hand te werken: “Die raden moeten een spiegel zijn van de bevolking en daar zorgen wij mee voor, dat is niet meer dan eerlijk. Het is ook belangrijk dat we komaf maken met de stereotypen. Onze deelnemers zijn intelligente, ambitieuze en getalenteerde mensen en het wordt tijd dat ze ook een stem krijgen.” De vraag is natuurlijk of de deelnemers nog wel die aandacht en inspanningen nodig hebben. Zullen dergelijke mensen hun weg niet vanzelf maken? “De realiteit bewijst het tegendeel. Ze verdienen dat extra zetje, anders duurt het veel te lang eer ze echt aan bod komen in onze – door diversiteit gekenmerkte – maatschappij”, aldus Petcu.

 

ANTENA is een project van Cultuur Lokaal, gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en het Federaal Impulsfonds voor het Migrantenbeleid en met medewerking van de stadsbesturen van Antwerpen, Mechelen, Turnhout, Hasselt, Leuven, Gent, Oostende, Roeselare, Genk en de Vlaamse Gemeenschapscommissie Brussel.

 

 

Ben jij opgegroeid in twee culturen en beantwoord je aan het juiste profiel? Binnenkort start ANTENA weer met een – overigens kosteloze – opleiding. Meld je aan voor de selectiegesprekken bij florinela.petcu@cultuurlokaal.be (02/551.18.50).



A la recherche du temps perdu
23/11/2006
🖋: 
Auteur extern
Mark Kennes

Met An Inconvenient Truth maakte Al Gore een film die u niet licht zal vergeten. Anderhalf uur lang probeert de voormalige Amerikaanse vice-president ons te overtuigen van de noodzaak om de wereldwijde CO2-uitstoot te verminderen.

Aangezien het toch het langst duurt, zal ik maar meteen eerlijk zijn. Voormalige vice-presidenten van de VS – evenals mediahypes – hebben uw redacteur nooit veel vertrouwen ingeboezemd. Ik begaf mij dan ook met de nodige scepsis naar een vertoning van An Inconvenient Truth. Na het zien van de film moet ik echter toegeven dat ik er van overtuigd geraakt ben dat Al Gore werkelijk begaan is met het probleem van klimaatsverandering en dat hij daar ook alle reden toe heeft.

 

De film is in feite niets meer dan een veredelde powerpointpresentatie. Op een eenvoudige maar overtuigende manier geeft Gore tekst en uitleg over de opwarming van de aarde. Hij onderbouwt zijn betoog met wetenschappelijke onderzoeksresultaten en grafieken en schetst een toekomstbeeld waar een mens alleen maar stil van kan worden. Zijn boodschap is duidelijk: "Het is vijf voor twaalf." Indien er niet snel iets gebeurt zal de wereld op verschillende plaatsen in toenemende mate geteisterd worden door zowel droogtes als overstromingen.

 

De poolkappen zullen wegsmelten en de kans bestaat dat de warme golfstroom stilvalt (deze waterstroom uit de Golf van Mexico zorgt ervoor dat we in Europa niet met Canadese temperaturen te kampen hebben, ondanks het feit dat we wel op dezelfde breedtegraad liggen). Dit alles is geen verre toekomstmuziek, maar een proces dat zich vandaag de dag afspeelt en mogelijk meer dan honderd miljoen mensen op de vlucht zal drijven door de drastische klimaatsveranderingen.

 

Gore probeert ons ook oplossingen aan te reiken voor het probleem. Spijtig genoeg neemt hij daar aanzienlijk minder tijd voor dan voor de probleemstelling zelf. Hij geeft een kort lijstje van maatregelen die het probleem blijkbaar uit de wereld zouden kunnen helpen, maar werkt ze niet echt uit. De film mocht van mij gerust een uur langer duren indien er dieper ingegaan werd op die oplossingen. Tijdens de aftiteling wordt de toeschouwer nog doorverwezen naar www.climatecrisis.net, maar daar worden vooral doe-het-zelfmaatregelen voorgesteld. Wat wel aan bod komt in de film is het antwoord op drie belangrijke misverstanden over klimaatsverandering, namelijk: er bestaat geen wetenschappelijke consensus over het probleem, men moet kiezen tussen milieu en jobs en het is toch allemaal al te laat. Ook de verpletterende verantwoordelijkheid van de Verenigde Staten in de CO2-uitstoot (evenveel als Latijns-Amerika, Afrika, Azië en het Midden-Oosten samen) wordt helder voorgesteld.

 

Was mijn aanvankelijke wantrouwen dan volledig onterecht? Het is waar dat niet alleen het probleem van klimaatsverandering, maar ook Al Gore zelf in deze film ‘gemarket’ wordt. In de scènes tussen de verschillende grafieken door, wordt hij geportretteerd als de eenzame held die ten strijde trekt tegen de grote Goliath. Kwatongen zouden dan ook kunnen beweren dat de blik van de man eerder gericht is op de presidentsverkiezingen van 2008 dan op onze atmosfeer. Misschien is het inderdaad zo dat de Democraten lessen hebben gevolgd bij de Republikeinen in het mensen-overtuigen-door-hen-de-stuipen-op-het-lijf-te-jagen. Wat er ook van zij, deze film draagt volgens mij genoeg argumenten aan om zich ernstig zorgen te maken over het klimaat, alleszins ernstiger dan over een man met een baard in een Afghaanse grot.



23/11/2006
🖋: 
Auteur

Wintermaanden zitten vol fijne dingen: sjaals, peis en vree waar men maar kijken kan en sloten glühwein. De stenen vriezen uit de grond, maar op die mooie koude dagen is het puur genieten. Een mens zou deze maand haast in een intelligent design gaan geloven. U kan echter beter uw tijd steken in de talrijke artistieke uitspattingen van uw medemens. Toon uw hart, omdat ook schouwburgen de rekening van hun verwarming moeten betalen. dwars maakt de keuze alvast voor u.

***Goed nieuws voor onze metaalvrienden: op zaterdag 16 december organiseert Hof Ter Lo het XMassFest 2006, waarop onder andere Cradle of Filth ten dans speelt. ***Datzelfde Hof Ter Lo organiseert in datzelfde december ook nog het Belgian Independent Music Festival, dat op de 23ste electro in de schijnwerpers zet. Voormalig Kraftwerker Karl Bartos komt er zijn solowerk voorstellen, maar ook RevCo Sound-System en Sheep on Drugs prijken op de affiche. ***In TRIX is het wat rustiger deze maand, maar je kunt op 20 december wel gratis naar een rockumentary over de techno-scene in Detroit. ***Over techno en electro gesproken: Petrol wordt op vrijdag 29 december bedolven onder de zwoele beats van de Berlijnse Ellen Allien en collega Paul Kalkbrenner. ***De Roma pakt dan weer uit met een van de laatste concerten van Daans Victory-tour.

 

***Voor wie het liever wat rustiger aan doet, speelt jazzpianist Uri Caine op 10 januari de Diabelli-variaties van Beethoven in deSingel. ***De voormalige kapel van het Elzenveld is tegenwoordig trouwens een heuse concertzaal, waar de komende maanden elke week wel een klassiek avond- of middagconcert plaatsvindt. ***Het Zuiderpershuis organiseert op 14 december een fado-avond met de Portugese Ana Moura ***en in het jarige Rataplan mag Esmé Bos van 11 tot 13 januari haar ding doen.

 

***In december en januari is een mens al eens geneigd om een filmpje te kijken en waarom zou hij dat niet doen in het CCBe waar op 9 december de Berchemse Buurtfilm Oeist? feestelijk in première gaat? ***In Monty kan je op 12 januari naar de uitstekende film Maybe Sweden? van theatercollectief Wunderbaum gaan kijken. ***Voor de Wilrijkenaars heeft CC De Kern onder andere 13 Tzameti in huis gehaald, een bekroonde zwart-witfilm uit 2006. ***Rataplan draait dan weer The Bow van (hallelujah!) Kim Ki-Duk, Marock van Laïla Marrakchi en de Belgische prent Au-delà de Gibraltar (die twee laatste voorstellingen worden georganiseerd door Moussem, dat ook enkele muzikanten naar de Roma brengt). ***Op 21 december kan je gratis naar Eat Drink Man Woman in het vroegere Damstation.

 

***Dansliefhebbers komen aan hun trekken in Monty, dat op 15 en 16 december een double bill met Arco Renz en Maria Stamenkovic organiseert.

 

***Theater is er deze maanden dan weer vooral in het Toneelhuis: op 5, 12 en 19 januari speelt Arkiologi van Wayn Traub en van 1 tot 9 december stelt Olympique Dramatique het nieuwe The Lieutenant of Inishmore voor. ***deSingel nodigt Needcompany uit, dat van 11 tot 13 januari De Lobstershop op de bühne brengt.

 

***Natuurlijk kan je ook al eens een tentoonstelling bezoeken, bijvoorbeeld in de galerij van Tim Van Laere die het ontnuchterende werk van skater Ed Templeton tentoonstelt. ***Het Vleeshuis heeft ondertussen ook een mutatie ondergaan, en is nu een interactief museum voor oude muziek. ***Wie graag eens in de stadsarchieven wil rondsnuffelen, is ten slotte welkom in de pas geopende leeszaal van het imposante Felixarchief.



Literair
20/11/2006
🖋: 

“Nutteloos. Een soort existentiële nutteloosheid.” Kasper zat op de rand van het bed, zijn handen eens te meer in het haar. Samantha lag, minstens even onbevredigd, achter hem en zuchtte een beetje geërgerd, maar stil genoeg dat hij het niet kon horen. “Kasper...” – “Het speelt de hele tijd door mijn hoofd. Ik kan er ook niet aan doen dat – hij keek even naar beneden – dat dingen misgaan.” Sam kroop achter hem en sloeg haar armen rond zijn middel. “Maar wat is er dan mis, liefje?” Kasper zweeg even en streelde haar handen. Hij leek na te denken, maar eigenlijk genoot hij gewoon in stilte van het gevoel van haar borsten tegen zijn rug. “Ik wil weer iets doen,” zei hij uiteindelijk, “een doel hebben in mijn leven. Ik wil opnieuw een Kwaad bestrijden!” Na zo’n gewichtige uitspraak was de stilte die volgde ietwat pijnlijk, tot Sam – die er op het nippertje in geslaagd was haar lach te bedwingen – voorzichtig vroeg “Vraag het aan Hem?” Abrupt stond Kasper op en stak een vermanende vinger in de lucht. “Hé, Jij, Schrijver!” Sam lachte, half nerveus, om zijn potsierlijke houding, maar ademde scherp in toen een galmende stem antwoordde. “Euhm, ja?” – “Wat is er met ons gebeurd? Vorig jaar was ik een held, had ik een toekomst! Nu? Nu ben ik een zielig, klagend ventje.” – “Steek dat op Mijn hoofdredactrice. Die arrogante trut zet Mij voortdurend een hak. Wat wil je dat Ik doe op een halve pagina?” – “Oh, nee, nu moet Je de schuld niet gaan afschuiven. Jíj hebt ons gecreëerd; Jíj bent ons aan het schrijven. Bedenk maar iets.” Kasper en Sam keken allebei verwachtingsvol naar boven, hij kwaad, zij nieuwsgierig. “Goed. Je wil een doel? Ik ben er zeker van dat je een goede vader wordt. Gefeliciteerd, Sam, je bent in verwachting.” Met een ruk draaide Kasper zich naar haar om. “Wa... Hoe... Ik kreeg hem niet eens recht!” – “Hey, Ik ben een God in Mijn eigen Schrijfsels. Als er verder niets meer is, dan ga Ik nog op café.” – “Wacht! Godverdomme! Schrijver, wacht! Schrijver!” Maar de stilte was drukkender dan ervoor, want Ik was weg. Verslagen ging Kasper naast Sam zitten. Ze grinnikte. “Proficiat, Kasper.” Maar hij schudde zijn hoofd. “De Schrijver is een lul.”



UAlumnus Maya Detiège
20/11/2006
🖋: 
Auteur

Twintig jaar geleden koos Maya Detiège ervoor om aan de Universiteit Antwerpen Farmacie te studeren. Dit om zo ver mogelijk verwijderd te zijn van alles wat ook maar enigszins naar politiek rook. Vandaag is Detiège sp.a-volksvertegenwoordiger in het federaal parlement en voordien zetelde ze ook al in de Antwerpse provincieraad en districtsraad. Opmerkelijk voor iemand die absoluut niets van politiek wilde weten.

Maya Detiège Als er één ding is wat ik niet wilde, was het dezelfde weg bewandelen als mijn moeder en mijn grootouders (niet alleen Detièges moeder, Leona, maar ook haar grootvader Frans is Antwerps burgemeester geweest, nvdr.). Ik wist dat de socialistische partij me vroeg of laat voor de politiek zou proberen te strikken omwille van mijn achternaam, maar dat wilde ik koste wat het kost vermijden, hoewel het ook toen al kriebelde. Uit de waaier aan universitaire opleidingen heb ik uiteindelijk net die richting gekozen waarvan ik dacht dat ze het minst met politiek te maken had: Farmacie.

 

Nochtans had ik me eerst ingeschreven voor Geneeskunde, overtuigd door mijn moeder: “Als je echt niet in de politiek wilt, Maya, doe dan maar Geneeskunde.” Maar op het laatste nippertje heb ik me nog bedacht: Farmacie lag me meer.

 

Van waar die voorkeur?

Detiège Mijn grootvader is lange tijd ziek geweest. Het maakte een diepe indruk op mij dat al die pilletjes met verschillende kleuren hem konden genezen. Mijn interesse voor scheikunde was gewekt en toen ik een paar cursussen Farmacie van een vriendin inkeek, wist ik dat ik juist zat.

 

Na je studies ben je apotheker geworden.

Detiège Ik heb nog overwogen om in het onderzoek te gaan, maar een prof heeft me op andere ideeën gebracht. Hij vond mij veel te sociaal om tussen een hoop proefbuizen in een laboratorium te gaan zitten. Ik heb dan proefstage gelopen in een apotheek en dat sprak me meteen aan.

 

Toch ben je in de politiek beland. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan?

Detiège Ik was er inderdaad in meegezogen voor ik het wist. Toen de Jongsocialisten – het huidige Animo – me voor het eerst aanspraken, was ik ontzettend sceptisch: zo’n bende jongeren die even de wereld willen verbeteren, o nee… Het was dus met de nodige voorzichtigheid dat ik mee in de boot stapte, maar al snel besefte ik dat ik het eigenlijk heel fijn vond om met een groep gemotiveerde mensen samen te werken rond een ideologie. Ik herinner me nog goed dat we op een van mijn eerste vergaderingen discussieerden over de vierdagenweek. Wij waren aan het rekenen geslagen en stelden vast dat als je de hele wereld aan het werk wilde zetten, de tweedagenweek ingevoerd zou moeten worden! We hebben ons toen nog afgevraagd of we dat al dan niet zouden promoten, maar onze plannen bleken niet bepaald realistisch, dat zagen wij ook wel in. Hoe dan ook, ik genoot ervan met zulke dingen bezig te kunnen zijn. Toch heb ik de apothekerswereld niet meteen de rug toegekeerd. De definitieve stap heb ik pas een drietal jaar geleden gezet, toen ik naar het federaal parlement getrokken ben. Maar: om de veertien dagen werk ik nog altijd in een apotheek om het contact met de “echte wereld” te onderhouden.

 

Waarom heb je ervoor gekozen om in Antwerpen te studeren?

Detiège Dan kreeg ik een auto! Eigenlijk heb ik het heel slim gespeeld. Ik mocht kiezen: ik ging óf op kot óf ik kreeg een auto. Ik koos voor het laatste. Maar op het RUCA had ik na een enkele maanden al een lief dat wél op kot zat. Gevolg: ik had én een kot én een auto. Eigenlijk woonde ik op de duur enkel nog in theorie thuis, maar dat hoort ook bij het studentenleven, vind ik.

 

Hield je er een zwaar studentenleven op na?

Detiège Behoorlijk, ja! Ik was lid van twee studentenclubs: bij UFKA, de studentenclub van Farmacie, ben ik sportpreses geweest en ik heb ook op het punt gestaan om preses te worden van Campinaria, de studentenclub voor home- en kotstudenten. Ik zou de eerste vrouwelijke preses geweest zijn, maar ik heb uiteindelijk beslist om het niet te doen uit vrees dat ik het niet zou kunnen combineren met mijn studie. Nadien heb ik wel spijt gehad van die beslissing: ik had allicht een evenwicht kunnen vinden. Nu goed, ik heb er wel van kunnen genieten om achter de schermen mee lawaai te maken!

 

Bleef er dan nog tijd over om te studeren?

Detiège Een heel ijverige student was ik niet. Ik probeerde overal de essentie uit te destilleren. Wat heb je er immers aan om alles tot in de details te blokken als je nadien toch de helft vergeet? De mensen die grote onderscheiding haalden, zaten vaak helemaal ondergedompeld in hun eigen wereld en dat was niets voor mij.

 

Zijn er dingen die je graag anders gezien had aan je opleiding Farmacie?

Detiège De richting is uitsluitend op wetenschappen toegespitst en dat vind ik eigenlijk te eenzijdig. Mijn partner heeft Germaanse gestudeerd en ik merk dat zijn culturele achtergrond veel breder is dan de mijne. In dat opzicht vond ik het RUCA veel toffer dan de UIA. Op het RUCA kwamen we in contact met allerlei mensen uit verschillende studierichtingen en ik moet zeggen dat het goed deed om af en toe over iets anders te kunnen praten dan de volgende practicumproef. De UIA was toen veel minder gemengd: enkel de studenten Rechten hadden les in hetzelfde gebouw als wij, maar ons contact bleef beperkt.

 

Van Farmacie wordt wel eens gezegd dat het een poppemiekesrichting is.

Detiège Ik herinner me inderdaad dat ik me er in het begin – als halve jongen – totaal niet op mijn plaats voelde. Op de eerste dag van het academiejaar moest iedereen verzamelen bij een bord waarop zijn of haar studierichting geschreven stond en bij ‘Farmacie’ stonden verdacht veel opgetutte meisjes. Maar uiteindelijk viel het wel mee, hoor. Zonder me te hoeven aanpassen, heb ik er een hoop fijne mensen ontmoet.

 

Zou je nu, 20 jaar na datum, opnieuw voor Farmacie kiezen?

Detiège Ik ben over het algemeen zeker tevreden over mijn opleiding: ik zou geen andere richting kiezen, denk ik. Maar uiteindelijk is het bijzaak wát je precies studeert. Hoe kan je nu op je achttien beslissen waar je de rest van je leven mee bezig zal zijn? Bovendien geloof ik dat er maar weinig mensen in staat zijn om langer dan tien jaar hetzelfde te doen. Ik vond het akelig dat men mij in de apotheek soms aansprak als ‘den apotheker’. Neen, ik ben niet wat ik gestudeerd heb, ik ben Maya.



Elke maand bespreekt een dwarsreporter zijn of haar favoriete kunstwerk. In dit nummer: dilemma!
19/11/2006
🖋: 
Auteur

Het begon als een onschuldige vraag – of ik even mijn favoriet kunstwerk wou beschrijven – gevolgd door een al even onschadelijk “ja”. Naarstig begon ik mijn brein uit te spitten, op zoek naar het ultieme kunstwerk. Maar wat is geweldige kunst? Moet ik emotioneel omver gesmeten worden, of eerder onder de indruk zijn van originaliteit of een feilloze techniek? De vraag naar wat kunst nu eigenlijk is, liet ik veiligheidshalve links liggen, ervan uitgaande dat u en ik daar toch een redelijk overeenstemmend vaag beeld van hebben (hierbij mijn welgemeende excuses aan de croissants van bakker Abdullah, helaas hors catégorie).

Na lang graven kwamen twee namen aan de oppervlakte te liggen. Twee mensen (één was echt niet haalbaar) die in hun werk tegelijkertijd verrassend, perfect afgewerkt en emotioneel meer dan boeiend zijn. Kunst waarvan je kan blijven genieten:

 

Numero uno is Tom Waits, de man die platen maakt die je een dag lang op repeat kan zetten zonder je een moment te vervelen. In zijn muziek zit een spanning die mij op mijn grondvesten doet daveren. Zijn ratelende kerkhofblues is rauw, onheilspellend en muzikaal geweldig interessant (die kookpottenritmes en Marc Ribots gitaarspel!). Zijn jazzcrooners behoren tot de weinige dingen waar ik telkens weer stil van word. Waits moet zowat de beste songtekstschrijver op de planeet zijn. Als ik één plaat van deze eenoog in het rijk der blinden moet verkiezen, rijft Swordfishtrombones nipt de overwinning binnen, al wil ik meteen tegelijkertijd Rain Dogs en Frank’s Wild Years neertypen (quod erat demonstrandum). En dan valt het zachtere werk onterecht uit de boot (terwijl Ruby’s Arms een nummer is om een uiterst passionele moord voor te begaan). Ach, kiezen is verliezen, maar speeltijd krijgen ze toch allemaal.

 

Even bevreemdend, mooi en boeiend zijn de schilderijen van Egon Schiele. Als er iemand verstand heeft gehad van het afbeelden van vrouwen, is het wel deze jong aan de Spaanse griep gestorven Oostenrijker. Hij schilderde jonge (vaak van op straat meegelokte) schoolmeisjes, wulpse vrouwen, koppels of zichzelf. Telkens spreekt uit zijn krachtige werken een gevoel dat zowel geruststellend als onthutsend is. Schieles eerlijke vertekeningen combineren nabijheid en afstand, liefde en haat, leven en dood.



Schrijvers van Het Andere Boek
30/10/2006
🖋: 
Auteur

Het Andere Boek had iets te vieren. Voor haar dertigste editie blaasde de alternatieve boekenbeurs verzamelen tijdens het tweede weekend van oktober op een gloednieuwe locatie: het Antwerpse Zuiderpershuis. Uw lijfblad blufte zich door het securitycordon heen en klampte de eerste de beste van onze schrijvende medemensen aan. Vervuld van misplaatste trots bieden we u hier de vruchten van onze arbeid aan.