Centerfold
11/04/2010
🖋: 

Naast studenten Geneeskunde, Biomedische Wetenschappen en Diergeneeskunde wordt Campus Drie Eiken sinds enige tijd ook bevolkt door een kleine kudde lama's.

 

dwars ging op onderzoek en trof een bizarre kruising aan tussen een konijn (die oren!), een schaap (die zachte alpaca-wol!), een eekhoorn (die pluimstaart!) en een gebruiker van pruimtabak (dat kleverige spuug!).

 

Aantijgingen van genetische manipulatie aan het adres van de faculteit Biologie dringen zich op ...



Achterflap
11/04/2010
🖋: 

Tussen alle gemeentelijke, regionale, federale en Europese verkiezingen door duikt elk jaar op de UA de kiesweek weer op. Would-be-praesidia strijden om de gunst van het electoraat door deze te overspoelen met hotdogs, bier en plezier. Onder het waakzaam oog van internationale waarnemers doorstonden ook dit jaar de studentenclubs de test van de democratie na enkele dagen van brood en spelen.



Een online magazine vol twijfel
10/04/2010
🖋: 

Op het internet is er veel te vinden, en niet alles daarvan houdt verband met de vleselijke geneugten. Zo is er sinds kort ‘Het Valies’, een Antwerps online magazine dat uit de grond gestampt werd door twee UA-studenten. Met een combinatie van feiten en fictie, en een onduidelijke scheidingslijn tussen de twee, proberen ze een kritische leeshouding te kweken bij hun lezers, naast hen te entertainen, natuurlijk.

Op een lentedag die niet zo aanvoelt, ontmoet ik Sabeth Snijders, één van de oprichters en tevens oud-dwarser, in een koffiekeet die niet Starbucks heet. Snijders: “Niemand doet nog de moeite om de bronnen van wat hij op het internet leest te checken. We schrijven artikels waarvan de lezers niet weten of ze waar zijn of niet. Als je een beetje rondkijkt op ‘Het Valies’ wordt dit ook snel duidelijk, maar de meeste mensen belanden toevallig via Google op onze site, lezen wat er staat en geloven het zonder enige vraag.”

 

Het duidelijk verzonnen artikel ‘Red het Stadspark! Stook een konijn’, over een mogelijk slachteinde voor het grote aantal konijntjes dat pluizig rondhuppelt in het Stadspark, kreeg al verscheidene gedegouteerde reacties en halfslachtige doodsbedreigingen (aan het adres van een fictief personage, weliswaar). Zoals “Wij zouden beter een klopjacht openen op ingestelden [sic] lijk u.” of “Kunt U niets beters bedenken, schande voor dit land!!!” Reageert de redactie op deze emotionele reacties? Snijders: “Nee, hoewel er wel stemmen opgingen om het uit te leggen aan die mensen, maar dan zou je het hele concept ondermijnen.”

 

“Daarnaast proberen we ook om elkaar veel feedback te geven op onze teksten. Dat wij vooral wilden schrijven, was dan ook de hoofdreden om ‘Het Valies’ op te richten. Wij zijn geen wereldverbeteraars die een duidelijk doel voor ogen hebben. ‘Het Valies’ paste gewoon in het huidige medialandschap.”

 

Het breed scala aan onderwerpen op ‘Het Valies’ biedt voor elk wat wils. In hoeverre het rimpels kan maken in de vijver van onze maatschappij valt nog af te wachten, maar elke poging om ons uit de vanzelfsprekendheid te schudden, verdient op z'n minst een kijkje. En een applausje, fictief of niet.



tussen droom en werkelijkheid
10/04/2010
🖋: 

Elk jaar opnieuw schrijven zo’n 150 studenten zich aan de UA in voor de opleiding Diergeneeskunde. Ze hopen op die manier hun kinderdroom te realiseren. Velen koesteren de ambitie, weinigen is het geluk echter gegund. De cijfers liegen er niet om. Het slagingspercentage is al jaren het laagste van de verschillende opleidingen aan de UA en ook afgelopen semester lagen de resultaten bedroevend laag.

Van de 175 generatiestudenten (studenten die een modeltraject volgen, nvdr.) die in januari examens aflegden, waren er slechts dertien die voor alle zes de vakken slaagden. 105 studenten (meer dan de helft!) behaalden zelfs minder dan drie credits. Verontrustend, maar niet echt verwonderlijk volgens Chris Van Ginneken, voorzitter van de Onderwijscommissie Diergeneeskunde: “We hebben in de Diergeneeskunde te maken met een ietwat atypische studentenpopulatie. Enerzijds is er het grote aantal Nederlandse studenten. Het gros daarvan komt hun geluk in BelgiĂ« beproeven omdat ze in Nederland, waar gewerkt wordt met een numerus fixus, niet mogen meeloten vanwege een foute vooropleiding. Deze studenten beginnen, omwille van die minder goede vooropleiding, maar ook door een verschillend onderwijssysteem, sowieso al wat ‘gehandicapt’ aan de opleiding. Anderzijds zijn er ook heel wat Vlaamse studenten die, ondanks een minder geschikte vooropleiding, toch voor deze richting kiezen.”

 

De lage kans op succes lijkt in eerste instantie dus te wijten aan de heterogeniteit van de studentenpopulatie. Nochtans moeten we constateren dat de resultaten van de januari-examens niet beter zijn dan voorgaande jaren. Dit ondanks het feit dat het aantal buitenlandse studenten dit academiejaar voor het eerst sinds jaren weer lager ligt, terwijl het aantal studenten afkomstig uit een ASO-richting aanzienlijk steeg. Chris Van Ginneken: “Als we kijken naar de slagingspercentages van de afgelopen jaren, stellen we vast dat deze spectaculair beginnen te dalen vanaf 2006-2007. Als gevolg van de invoering van de bama-structuur is er toen een drastische curriculumwijziging doorgevoerd. Laatstejaarsstudenten moesten plots een masterproef schrijven (voor studenten Diergeneeskunde was dit voor de invoering van de bama-structuur niet verplicht, nvdr.) en hiervoor moesten de nodige studiepunten ‘vrijgemaakt’ worden. Men is toen gaan snoeien in het aantal contacturen voor de basisvakken, zoals Fysica en Chemie. Het zijn vooral deze vakken die nu voor veel studenten een struikelblok vormen.”

 

Velen willen dierenarts zijn, weinigen willen het worden

Departementsvoorzitter Peter Bols ziet nog andere oorzaken. De studenten zouden geen realistisch beeld hebben van de inhoud, noch van de studiebelasting van de opleiding. “Niet eens de helft van de studenten komt naar een infodag en slechts een kleine minderheid heeft al eens met een dierenarts meegelopen. Bijgevolg begint een groot aantal met een geromantiseerd beeld aan zijn studie.” Voorts heeft hij de indruk dat heel wat studenten niet gemotiveerd genoeg zijn: “Jonge mensen kunnen zich maar moeilijk engageren voor iets waarvan de finaliteit pas zes jaar later ligt.” De cijfers spreken voor zich: 95 procent van de studenten volgt een geïndividualiseerd traject (GT). Peter Bols betreurt dit: “De invoering van de bama-structuur met zijn creditbewijzen heeft de motivatie sterk doen dalen. Veel studenten hebben zoiets van ‘dat doe ik volgend jaar wel’. Bovendien is het selecterend vermogen van de opleiding door de mogelijkheid tot GT sterk teruggedrongen. Met als gevaar dat er minder kwaliteit wordt afgeleverd aan het einde van de rit.”

 

Deeltijds dierenarts

In de hoop het slagingspercentage op een kwalitatieve manier omhoog te krijgen, werd vanaf dit academiejaar een deeltijds programma opgesteld, gericht op studenten met een slechte vooropleiding. Wie zich inschrijft voor het ‘deeltraject’ kiest voor een bacheloropleiding gespreid over vier jaar (in plaats van de oorspronkelijke drie), waarbij het aantal studiepunten gradueel wordt verhoogd per studiejaar. Concreet betekent dit 30 studiepunten in het eerste jaar, 40 in het tweede, 50 in het derde en tenslotte de volle 60 studiepunten in het vierde en laatste bachelorjaar. Het reduceren van de studiebelasting per academiejaar zou studenten de mogelijkheid moeten bieden meer gebruik te maken van het ‘monitoraat op maat’ en zo hun slaagkansen te verhogen. Hoewel Chris Van Ginneken het deeltraject op zich een goede zaak vindt, heeft ze er toch ergens een dubbel gevoel bij: “Dankzij het deeltijds programma wordt het aantal uren dat een student kan investeren in een welbepaald vak opgetrokken. Dit heeft uiteraard een positief effect op de resultaten voor de betreffende vakken, maar in hoeverre geven we de studenten hierdoor valse hoop? Uiteindelijk zullen ze in hun masterjaren immers wel de volledige 60 studiepunten per academiejaar moeten opnemen. Bovendien wordt het selecterend vermogen van het eerste bachelorjaar door de mogelijkheid tot het volgen van een deeltijds traject, niet meer ten volle benut...”

 

Toelatingsexamen?!

Je kan er maar moeilijk omheen. Als we de resultaten van de Diergeneeskunde vergelijken met die van de Geneeskunde, constateren we dat de toekomstige artsen voor dezelfde vakken, die ook samen gevolgd worden, beduidend hoger scoren. Wie later een witte jas wil dragen, moest immers eerst slagen voor het toelatingsexamen. Zou dit ook binnen de Diergeneeskunde een oplossing kunnen zijn voor het probleem van de lage slagingspercentages?

 

Zowel Peter Bols als Chris Van Ginneken kunnen zich vinden in het idee van een toelatingsproef: “Het zou veel studenten heel wat tijd en een grote teleurstelling besparen. Bovendien zou de kwaliteit van het onderwijs, dankzij een meer uitgedunde groep met grotere homogeniteit erop vooruit gaan.” Beiden benadrukken wel ten zeerste dat zo’n ingangsexamen geen selectie mag zijn op louter wetenschappelijke kennis. “Motivatie, inzicht in het beroep, maar ook communicatieve vaardigheden zijn zeker aspecten waarnaar in een gesprek gepeild zou moeten worden”, aldus Peter Bols.

 

De kans dat er ooit een ingangsproef komt voor toekomstige dierenartsen is echter zo goed als onbestaande. Sinds de democratisering van het onderwijs heeft in Vlaanderen immers iedereen recht op vrij onderwijs. Dat wie (tand)arts wil worden zich wel door een toelatingsexamen moet wroeten, is enkel en alleen te wijten aan een besparingsmaatregel om de stijgende kosten van de ziekteverzekering te drukken. Vanuit maatschappelijk oogpunt is er echter niemand vragende partij om het aantal dierenartsen te beperken.



10/04/2010
🖋: 

Honderdduizenden jongeren plaatsen tegenwoordig filmpjes online in de hoop ontdekt te worden door een platenmaatschappij, een mediabedrijf of andere geĂŻnteresseerden. Inmiddels heeft YouTube zo'n 20 miljoen bezoekers per maand en meer dan 100 miljoen videoclips, waarvan er dagelijks 65.000 bijkomen. YouTube is hierdoor het beste podium dat een artiest zich kan toewensen.

Platenmaatschappijen bekijken het fenomeen met argusogen, maar proberen er tegelijkertijd een graantje van mee te pikken. Ze spelen hier op in door bijvoorbeeld een medewerker de website van YouTube af te laten speuren op zoek naar nieuw talent. De scouts letten daarbij op een aantal dingen zoals een goede uitstraling en of de zangstem zich nog verder kan ontwikkelen.

 

Het belangrijkste criterium dat de scouts echter hanteren, is dat het totaalplaatje moet kloppen. Bij hun zoektocht speuren ze systematisch de filmpjes af en ze weten vaak al na 10 seconden of iets de moeite waard is. Hun startpunt vormt een reeds bestaande artiest die één of meerdere grote hits heeft gescoord. Van hieruit beginnen ze verder te kijken naar eigen versies die mensen van een bepaald nummer hebben gemaakt. Daarbij wordt de tactiek gehanteerd dat men de video’s aanklikt die het meest bekeken zijn. Als een scout denkt dat hij een pareltje gevonden heeft, wordt de persoon in kwestie uitgenodigd in de studio en dan begint het echte werk.
Het talent wordt onder handen genomen door een zangcoach en men stippelt een traject uit dat naar eeuwige roem zou moeten leiden. De lat voor succes ligt in de echte wereld echter veel hoger dan op YouTube, en na dit hele proces als talent doorlopen te hebben, is er nog steeds een reële kans dat je alsnog niet doorbreekt.

 

De tactiek die je dient te hanteren om ontdekt te worden tussen alle andere miljoenen filmpjes is ervoor zorgen dat je filmpje populair wordt onder de bezoekers van YouTube, zodat het filmpje veel bekeken en beoordeeld wordt. Om deze populariteit te bereiken zijn er een aantal trucjes, zoals het gebruik van een duidelijke titel waarvan de beginletter van ieder woord in hoofdletters geschreven wordt. Het is ook zo dat de scouts vooral werken met de zoektermen ‘me singing’ en ‘cover’, dus het gebruik van deze termen in je titel is aanbevolen als je een glansrijke zangcarriùre voor jezelf in het vooruitzicht ziet.

 

YouTube wants you!

Er zijn echter ook andere manieren waarop de platenmaatschappijen van de YouTube-trend profiteren. Sommige platenmaatschappijen kiezen ervoor om bij YouTube ofwel een klein bedrag te krijgen per keer dat een muziekvideo bekeken wordt, ofwel een deel van de advertentie-inkomsten te ontvangen.

 

Andere platenmaatschappijen, zoals Universal, gaan in samenwerking met YouTube hun eigen artiesten promoten aan de hand van een videodienst. Deze videodienst heet ‘Vevo.com’ en vertoont uiteraard vooral videoclips van de eigen artiesten. De rol van YouTube bestaat hierbij vooral uit het zorgen voor de nodige techniek en de hosting. Niet alleen de platenmaatschappijen, maar ook YouTube zelf speelt in op de trend door het ‘Musicians Wanted’ kanaal te lanceren, waar artiesten in de dop hun video’s kunnen insturen. Je hebt hierbij echter wel de medewerking van YouTube nodig, omdat de medewerkers bepalen of de artiest goed genoeg is en of de video al dan niet geplaatst zal worden.

 

Het is een strategisch goed uitgedachte zet van YouTube, want het kan een goede bron van inkomsten opleveren voor zowel de organisatie als voor de muzikanten zelf. De artiest verdient geld via advertenties bij de video en bij toevoeging op externe websites. Door dit initiatief draagt YouTube bij aan de ontplooiing van de artiest en zorgt er bovendien voor dat de artiest er voldoende inkomsten mee kan genereren. Een filmpje op YouTube plaatsen kan dus het begin betekenen van een langdurig proces dat zou kunnen uitmonden in een heuse zangcarriĂšre. Maar dan nog blijft het afwachten of de carriĂšre werkelijk van de grond komt, want de weg naar eeuwige roem blijkt lang te zijn, zelfs met behulp van YouTube.



One World Film Festival op z'n Antwerps
08/04/2010
🖋: 

Exact een week na het verschijnen van deze dwars geven USOS en ELSA de aftrap van hun allereerste filmfestival in het teken van de mensenrechten. Het evenement staat in het teken van dictatoriale regimes en kreeg dan ook de toepasselijke naam ‘DICTATOR PRODUCTIONS’ mee. dwars stak haar licht op bij de organiserende studenten.

ELSA staat voor European Law Student Association, ofwel de grootste rechtenstudentenvereniging ter wereld. De vereniging zelf viert dit jaar haar 25-jarige bestaan, maar is nog maar vijf jaar actief in Antwerpen. Het doel is om rechtenstudenten ervan bewust te maken dat Europa en het internationale forum zeer interessante mogelijkheden te bieden hebben. Ze probeert een aanvulling te zijn op de bestaande rechtenopleiding en tracht de ruimer denkende studenten te bereiken met een aantal inhoudelijke activiteiten, zoals bijvoorbeeld het nakende filmfestival. “De Belgische rechtenopleiding is te beperkt in vergelijking met die van andere Europese landen”, aldus Hans Fivez van ELSA, zelf rechtenstudent in de eerste master aan de UA. “Er wordt eigenlijk weinig aandacht besteed aan bijvoorbeeld mensenrechten en sport- of mediarecht.”

 

Naast kritiek op de inhoud van de Belgische opleiding, vindt Fivez ook dat de studenten nog meer ervaring mogen opdoen in het veld. “We hebben slechts een heel korte stage en weinig of geen groepswerken. Hoeveel werk je hebt, hangt ook af van welke specialisatie je kiest. Wij proberen de studenten dus bewust te maken van de bredere mogelijkheden die ze hebben.”

 

Van inleefreis naar filmfestival

USOS op haar beurt is kort voor Universitaire Stichting voor Ontwikkelingssamenwerking en is onder studenten vooral bekend dankzij de jaarlijkse organisatie van inleefreizen naar Congo, Marokko, Nicaragua en India. Voor het filmproject vond Janus Verrelst, medewerker van USOS, een tiental van zijn inleefreizigers bereid om mee te werken. Zo trekken Hans Fivez en Pieter-Jan Van Damme, beiden studenten in de eerste master Rechten, deze zomer naar India voor een stage in de advocatuur. De andere studenten, voornamelijk uit de faculteiten PSW en Rechten, bereiden zich momenteel voor op een inleefreis naar Congo of Marokko, of hebben al eens eerder mogen proeven van de zuiderse culturen.

 

Dictators en studenten

Het is de eerste keer dat USOS en ELSA de handen in elkaar slaan. Een thema als dictaturen lijkt dan niet bepaald vrolijk, maar desalniettemin was het een bewuste keuze. Het idee komt van Pieter-Jan Van Damme, die na een jaar vrijwilligerswerk in TsjechiĂ« niet bij de pakken wilde blijven zitten. “In TsjechiĂ« heb ik meegewerkt aan het One World Film Festival, het grootste festival met documentaires over mensenrechten in Europa. Toen ik weer in Antwerpen kwam, miste ik activiteiten rond het thema mensenrechten en ben ik op zoek gegaan naar mogelijkheden om zelf iets te doen.”

 

Omdat het nogal duur is om een filmfestival alleen op poten te zetten, kwam Van Damme na wat zoeken bij USOS en ELSA terecht. De keuze voor het thema ‘Dictaturen’ was snel gemaakt. “Het was mijn eerste idee voor een Antwerps festival, want het spreekt vrij veel mensen aan en het is niet al te complex”, aldus Van Damme. “We hebben vier sterke films geselecteerd uit het One World Film Festival, juist omdat ze sterk zijn en we niet per se thema’s wilden tonen die sowieso al veel aandacht krijgen en bekend zijn bij het grote publiek.”

 

Opstanden, dubieuze handelscontracten en de liefde van de Grote Leider

In de week van 26 april wordt van maandag tot donderdag telkens een andere documentaire getoond, drie maal in het Vredescentrum en de laatste keer op de UA zelf. Elke film gaat over een ander land en dus een andere dictatuur. De eerste film, ‘Burma VJ’, verhaalt de risico’s van de undercoverjournalistiek tijdens de Myanmarese saffraanrevolutie in 2007. Reporters filmden de monnikenopstanden zonder toestemming van de autoriteiten en zorgden voor wereldnieuws op CNN en BBC. De film werd genomineerd voor een Oscar in de categorie ‘Beste Documentaire’ en is op dit festival een primeur voor Vlaanderen.

 

‘Kalinovski Square’ toont een satire op de laatste Europese dictatuur in Wit-Rusland, vanuit de verkiezingen in 2006. Woensdag verhuist het festival naar Turkmenistan, met ‘Shadow of The Holy Book’. Turkmenistan is een land met een grote hoeveelheid gas, dus veel geld en vooral internationale macht. Er worden dubieuze handelscontracten gesloten tussen het Westen en de dictatoriale overheid in Turkmenistan, terwijl in het land zelf enkel aandacht besteed wordt aan het opbouwen van de hoofdstad. De laatste film tenslotte, ‘North Korea, A Day In The Life’, is van Nederlandse makelij en dat verwonderlijk genoeg met toestemming van de autoriteiten. Deze film toont het dagelijkse leven in Noord-Korea, waar de kinderen op school leren dat bloemen de zon nodig hebben om te groeien en kinderen de liefde van de Grote Leider.

 

Elke film wordt ingeleid door iemand met kennis van zaken, zoals Jef Lambrecht, oud-journalist bij de VRT die het één en ander weet over Turkmenistan. Of zoals Ivan Moiseitsiik, een van oorsprong Wit-Russische pater die in België minder dictatoriale oorden opgezocht heeft. Voor wie al zin heeft in meer: het blijft vermoedelijk niet bij deze ene editie. Volgens de organisatoren mogen we volgend jaar opnieuw een mensenrechtenfilmfestival verwachten.



UA-studenten winnen Humo's Rock Rally
08/04/2010
🖋: 

Een klein half jaar geleden richtte Johannes Genard de band School is Cool op. Vandaag kan een interview enkel op de dag van de dwarsdeadline en tussen twee lessen door. Voor ik mijn eerste vraag kan stellen, poseert de frontman op de Ossenmarkt nog even voor een fotograaf van een landelijk dagblad. Of hoe de Rock Rally van studenten rocksterren maakt.

Waren jullie verrast?

Johannes Genard (zang, gitaar, basdrum) We hoopten op het podium te geraken, maar toen de derde en zeker toen de tweede plaats gekend was, dachten we: jammer.

Michael Van Ostade (basgitaar) Ik denk dat toen de eerste plaats werd afgeroepen, er bij iedereen van de groep iets in het hoofd stopte met functioneren. Iedereen rond ons was naar ons aan het glimlachen.

Genard Vervolgens trokken Andrew en Matthias, respectievelijk onze percussionist en onze drummer, om een of andere reden hun kleren uit en sprongen met de blote borst tegen elkaar aan. Voor we het goed en wel beseften, stonden we weer op het podium.

 

Dat was het podium van de AB. Ooit al voor zoveel volk gespeeld?

Genard Nee, daar stond 1.500 man. Natuurlijk hebben we nog nooit voor zoveel volk gespeeld! En dat zal nog wel eventjes zo blijven ook.

 

En wat dan met festivals?

Genard (realiseert zich weer wat zijn groep net gewonnen heeft) Ah ja, dat is ook waar. Misschien wel op festivals.

 

Waren jullie zenuwachtig?

Genard Ik kan gewoon niet zenuwachtig zijn. Ik moet mij namelijk concentreren op de microfoon voor mij, de gitaar in mijn handen en de basdrum aan mijn voeten. Dat is zo veel tegelijkertijd dat het alleen maar fout kan lopen door ook nog eens na te moeten denken.

 

Deze groep bestaat nog maar sinds september en is vooral Johannes zijn project. Hoe begin je daaraan, aan een nieuwe groep?

Genard Wel, ik had zin om eens iets helemaal anders te doen dan met Leaf People (groep met o.a. Johannes, Michael en Andrew van School is Cool, nvdr.).

Van Ostade Leaf People bestaat trouwens nog, hĂš.

Genard Ik wou eens geen elektrische gitaren – niet dat ik Björk ben, maar toch: eens iets anders. Ik heb ook echt bewust gekozen welke instrumenten erbij moesten en welke rol deze zouden krijgen. Zo bepaalt de bas de grondtoon, de viool heeft een bepaalde functie, enzovoort

 

Michael, hoe is het trouwens om met je broer Andrew in groepjes te spelen?

Van Ostade Dat gaat heel goed. Vroeger hadden we wel eens discussies waarin hij zei dat Radiohead voor pussies is, maar dat is gebeterd. Ik vind nu dat Andrew een betere muzieksmaak heeft dan ik. Tegenwoordig vraag ik hem zelfs om muziektips.

 

Ik vind jullie muziek heel positief en catchy.

Genard De muziek zelf is wel positief, maar de teksten vinden hun herkomst in de donkerste krochten van de filosofie.

 

Jullie stralen toch een bepaalde gastvrijheid uit. Een beeld dat alleen maar versterkt wordt doordat jullie de andere bands mee het podium op vroegen toen jullie na de overwinning een bisnummer speelden.

Van Ostade Dat gebeurde toen eigenlijk heel natuurlijk.

Genard Het is niet dat wij er een Eurovisiesongfestival van wilden maken, hoor. Achteraf zei een jurylid dat zoiets in dertig jaar Humo’s Rock Rally nog nooit was gebeurd. De angst bestaat natuurlijk dat de ‘verliezende’ groepen denken: fuck off. Gelukkig was dat niet het geval.

 

Bij Studio Brussel zijn ze alvast fan van het nummer ‘New Kids in Town’. Dat nummer kan niet anders dan een zomerhit worden. Moeten jullie dat nu snel snel gaan opnemen?

Genard Het is wel duidelijk dat ‘New Kids in Town’ erg in de smaak valt. StuBru heeft ons zowat verzekerd dat ze dat veel zullen draaien. En dat terwijl veel bands met hun singles moeten gaan leuren!

 

Over de zomer gesproken


Michael haalt een A4’tje boven om een waslijst aan festivals op te sommen.

 

Handig om een goede manager te hebben?

Genard Wij zijn echt met ons gat in de boter gevallen. Ons management (Keremos, nvdr.) heeft het aangedurfd om ons nog voor de preselecties van de Rock Rally, zonder ons ooit live te zien, te contracteren. Zelfde verhaal met het boekingskantoor (Busker, nvdr.). Dat die mensen ons direct hebben gesteund, dat zullen we niet snel vergeten.

Van Ostade Ze doen echt ongelooflijk veel voor ons. Elke dag krijgen wij mails of worden wij gebeld met voorstellen. Wij moeten eigenlijk niet meer doen dan ja of nee antwoorden.

 

Staat het management erop dat Johannes’ stippengitaar en Andrews bretellen vanaf nu deel uitmaken van jullie voorkomen?

Genard (lacht) Zeker niet. Wat ze wel doen is ons advies geven. Zoals met de verplichte cover in de halve finales. Toen heeft het management aangeraden iets van Talking Heads te spelen, omdat ze onze andere cover niet zo toepasselijk vonden. Eigenlijk is het management een geweldig klankbord dat ons nooit iets opdringt.

 

We moeten het ook even over de naam hebben. Waarom School is Cool?

Genard Die is er gekomen toen ik voor MySpace een naam moest bedenken. Je mag de naĂŻviteit die de naam uitstraalt sarcastisch interpreteren. Een beetje in contrast met de teksten van mijn nummers.

Van Ostade Beter zo. Anders wordt het allemaal wat te emo.

Genard School is Cool klinkt minder aanstellerig dan The Tear on My Face, om maar iets te zeggen.

Van Ostade The Tear on My Face. Dat vind ik nu eens een goede naam. Genard Tom Barman en Eppo Janssen vinden onze naam alleszins uitstekend.

 

En ik kan als titel ‘School is Cool is hot’ nemen.

Van Ostade Waarom niet ‘School is Cool is cool’?

 

Jullie hebben allemaal een UA verleden? Is universiteit cool?

Genard Zeker! Ik doe Filosofie en ik doe dat echt graag. Ik wil in interviews niet te snel beginnen over de inspiratie die ik uit filosofie haal voor zowel de muziek als de teksten, omdat dat nogal pedant overkomt. Filosofie heeft echter wel een invloed. Ik vind het zo interessant, voornamelijk die positie tussen wetenschap en kunst. Er wordt wel gezegd dat je er ‘niets mee kan doen’, maar dat vind ik niet waar. Bovendien ben ik toch al enige tijd van plan om muzikant te worden. (lacht)

Van Ostade Ik heb hier maar heel eventjes gezeten. Het plan was om een master Communicatiewetenschappen aan de universiteit te doen, maar man, was dat saai. Nu studeer ik Audiovisuele Kunsten aan het Sint-Lucas.

Genard Handig voor eventuele videoclipjes.

Van Ostade Andrew (Van Ostade, percussie, nvdr.) heeft hier twee jaar Taal- en Letterkunde gevolgd. Hij is nu bezig met toelatingsproeven voor acteeropleidingen. Genard Nele (Paelinck, keyboard en viool, nvdr.) heef hier Geschiedenis en een manama Cultuurmanagement gestudeerd. Matthias (Dillen, drums, nvdr.) volgt net als ik Filosofie.

 

Wat vinden jonge Antwerpse muzikanten van de scene in hun stad?

Genard Ik vond de laatste van dEUS wat minder.

 

Ik heb het over iets nieuwere groepen.

Genard Ik ben een megafan van The Hickey Underworld.

 

Terecht. Zij hebben ook de Rock Rally gewonnen om vervolgens als artist in residence in Trix rustig aan hun plaat te werken.

Genard Ik zou ook wel artist in residence willen worden. Trix is echt geweldig.

 

En Scheld’apen?

Genard Daar hebben we twee keer opgetreden voor onze groep goed en wel een groep was.

 

Welke bands kunnen jullie nog aanraden?

Van Ostade Ik heb net Vampire Weekend ontdekt.

Genard Eindelijk.

 

Bij het laatste optreden van Vampire Weekend in de AB werd er met confetti gegooid. Bij jullie ook. En er zijn wel meer gelijkenissen.

Genard Blij dat je dat zegt, want tot nog toe worden wij nogal vaak vergeleken met Mumford & Sons, terwijl School is Cool eerder de stijl heeft van Vampire Weekend (de Afrikaanse invloeden) en Arcade Fire. Ik luister trouwens vaak naar Afrikaanse muziek. Wat een ritmes!

 

Hebben jullie ter afronding nog een wens voor jullie zelf?

Van Ostade Een lief.

Genard Leven van de muziek, maar dat zal nog wel een jaar of tien duren.

Van Ostade Maak daar drie van.



08/04/2010
🖋: 

‘De vrouwen van Ortega Highway’ - T. Jefferson Parker

De titel doet vermoeden dat het boek over een stel hoeren gaat, die onaangename momenten beleven aan Ortega Highway. Niets is minder waar, het boek gaat over twee politierechercheurs die jacht maken op een mysterieuze man die onschuldige vrouwen op gruwelijke wijze vermoordt. Voldoende stof voor een uitermate spannend boek, moet Parker gedacht hebben. En inderdaad, het boek is regelmatig bijzonder spannend. De schrijfstijl maakt dat je je alles vrij levendig en realistisch kunt voorstellen, wat in het geval van dit boek soms zeer onaangenaam kan zijn. Gelukkig wordt de spanning afgelost door fragmenten uit het dagelijkse leven en hier en daar een snedige dialoog. Een minpuntje aan het boek is het einde; laat ons zeggen dat de laatste vijf bladzijden voor mijn part geschrapt mochten worden. En ook al sleept het boek je helemaal mee, je bent toch blij dat je weer terug mag keren naar de relatief normale wereld als je het eenmaal uitgelezen hebt.

 

‘Caprica’

Deze televisieserie is een prequel van het onvolprezen ‘Battlestar Galactica’ (BSG). De kwaliteit is bijgevolg navenant, maar wees gerust, enige voorkennis van BSG is voor ‘Caprica’ niet vereist. De sci-fi is ook van een heel andere orde dan in BSG, met minder actie en ruimteveldslagen (ruimteslagen?) en meer karakterdrama en de occasionele hippe robot. Dat maakt ‘Caprica’ echter zeker niet minder interessant dan BSG. De thematiek gaat voornamelijk over de grens tussen wat echt en wat artificiĂ«el is en blijft boeien, al ligt de bombast er soms iets te dik op. Visueel is alles strak en veelal rustig, met sterke acteerprestaties over zowat de hele lijn. De muziek werd geschreven door Bear McCreary. Hij verzorgde ook de muziek voor BSG, dat zit dus goed met andere woorden. Alles samen zeker het bekijken waard, ook voor wie nog steeds niet van sciencefiction denkt te houden. Nu op een internet bij u in de buurt.



Marc Maillard over zijn eigenzinnige figurentheater
08/04/2010
🖋: 

Dat poppentheater niet braaf of alleen maar mooi hoeft te zijn, bewijst het Antwerpse theater Froe Froe. Hun voorstellingen zijn, zoals ze zelf zeggen, “rock–'n–roll voor jong en oud”. In april gaat ‘Kleine Sofie’ in premiùre, een familieproductie in samenwerking met Laika en HETPALEIS. dwars ontmoette Marc Maillard, artistiek en zakelijk leider van Froe Froe, die samen met Jo Roets de regie voor zijn rekening neemt.

Op het podium van HETPALEIS is Marc Maillard druk in de weer met het decor. In het midden staat een groot videoscherm, waarop beelden van groene blubber geprojecteerd worden. Een moeras, zo blijkt later. Vooraan is er een discussie aan de gang over een bed, en waar het precies moet staan. Maillard besluit dat het tijd is voor een pauze en neemt ons mee naar de kantine. Slurpend aan zijn koffie en nog snel een boterham smerend, staat hij ons te woord.

 

‘Kleine Sofie’ is een grote productie, hoe is de samenwerking met Laika en HETPALEIS tot stand gekomen?

Marc Maillard De laatste twee jaar denken we in het VTI (Vlaams Theater Instituut, nvdr.) met verschillende gezelschappen na over jeugdtheater. We vinden het zonde dat er geen grote familieproducties meer gemaakt worden, behalve dan door bijvoorbeeld Studio 100. Gesubsidieerde gezelschappen hebben nu eenmaal geen geld voor dat soort projecten. Daardoor moeten we samenwerken. Jo Roets van Laika wou graag een stuk maken van het boek ‘Kleine Sofie en Lange Wapper’, van Els Pelgrom. In dat boek spelen levende poppen en knuffelberen een belangrijke rol, daarom vroeg hij of Froe Froe een samenwerking zag zitten. Daarnaast heb je bij zo’n grote productie natuurlijk ook een groot theaterhuis nodig, dus de keuze voor onze vrienden van HETPALEIS lag voor de hand.

 

Het stuk is gebaseerd op een kinderboek. Zal de voorstelling ook volwassenen aanspreken?

Maillard Het boek verscheen in de jaren tachtig en was toen al één van de eerste kinderboeken waar een dubbele bodem in zit. Veel kinderen die het toen lazen dachten: leuk verhaaltje, Sofie is wel ziek maar ze maakt allerlei avonturen mee. Die hadden eigenlijk niet door dat het meisje op het einde sterft. Die tweede laag is duidelijk voor de iets oudere kinderen en volwassenen bedoeld. Dat maakt het verhaal net zo sterk. Het is bij momenten heel triestig, hoewel kinderen dat misschien niet zo aanvoelen.

 

Jullie kozen ervoor om de ‘Lange Wapper’ uit de titel weg te laten. Jullie zijn dus niet van plan om iets te doen met de connotatie die die naam in Antwerpen heeft?

Maillard Nee, dat kunnen we echt niet doen. Dat is op dit moment zo geladen dat we daar alleen maar last mee zouden krijgen. Je moet dat ook in zijn context zien, Els Pelgrom is een Nederlandse, die had dus totaal geen connotatie met Lange Wapper op die manier. Dat is gewoon een lange voddenpop, zoals wij Jan Klaassen zouden zeggen.

 

Vertellen in actie

Op jullie blog kon ik lezen dat jullie na slechts één lezing van de tekst meteen het podium op gegaan zijn?

Maillard Het klopt dat het bij andere voorstellingen vaak zo is dat je rond de tafel over de teksten zit te praten, dat is dan al de helft van het repetitieproces. Maar dit stuk is een doestuk, er gebeurt van alles. Dat is belangrijk omdat je ook voor kleine kinderen werkt, je moet het verhaal vertellen in actie. De tekst is daardoor heel functioneel geworden en is ondergeschikt aan de actie. Monologen komen bijvoorbeeld niet voor. Daardoor kan je beter direct op het podium beginnen te werken, en aan de hand daarvan de tekst bijschaven. We hebben nu evenveel materiaal als in het begin, maar er is wel wat aan veranderd, dat gebeurde echt tijdens het doen.

 

Muziek speelt altijd een belangrijke rol in jullie voorstellingen. Is dat nu ook het geval?

Maillard Jazeker, er wordt weer livemuziek op de scĂšne gebracht. De composities zijn van Peter Vermeersch, die zorgt dat de livemuzikant zijn materiaal heeft. Daarnaast zorgt Anton, onze technicus, nog voor sound, accenten en tempobepalingen, bijvoorbeeld voor het moeras. Er wordt ook gezongen, maar niet zo veel dat het musical-achtig wordt.

 

Jullie kunnen deze familieproductie realiseren door met verschillende gezelschappen samen te werken. Voelen jullie de economische crisis ook in de podiumsector?

Maillard Bij Froe Froe hebben we daar weinig last van, het gaat eigenlijk erg goed. Vorig jaar verkochten we meer dan 300 voorstellingen en hadden in totaal ongeveer 70.000 toeschouwers. Soms moeten we voorstellingen twee keer op één namiddag spelen omdat ze zo snel uitverkocht zijn. Ik heb het gevoel dat jeugdtheater nog veel volk lokt. Het is wel zo dat we onze subsidies goed kunnen gebruiken. Wij zijn altijd met vrij veel mensen aan het werk, want om met één pop te spelen heb je al gauw drie mensen nodig. Voor een kleine voorstelling werken we met minstens een zevental mensen, terwijl dat bij andere gezelschappen al veel volk zou zijn. Dat heeft als nadeel dat je duur bent. Jeugdtheater heeft een maximum uitkoopsom, zo’n 1.500 euro. Als je dan een grote productie maakt moet je zelf bijbetalen. Grosso modo gebruiken we van onze subsidies ongeveer een derde om die voorstellingen te ondersteunen.

 

Een toffe papegaai

De voorstellingen die jullie maken zijn nochtans geen klassieke ‘kindervoorstellingen’, vaak zit er een ruw kantje aan en op een happy end kunnen de toeschouwers niet altijd rekenen. Krijgen jullie daar soms kritiek op?

Maillard We krijgen soms wel eens negatieve reacties, in de aard van “uw poppen zijn te lelijk en maken de kindjes bang”. Ik denk dat dat te maken heeft met het beeld dat door televisie gecreĂ«erd wordt, daar is een heel strikte visie op “wat voor kinderen geschikt is”. Meestal heeft dat een bepaald soort naĂŻeve, wollige, brave vormgeving. Dat idee wordt gekoesterd door de grote bedrijven zoals Studio 100, die ervan uitgaan: als wij iets maken waar ook maar één bomma zich aan stoort, dan zal die ene bomma onze dvd niet kopen. Omdat die bedrijven zoveel mogelijk willen verkopen, maken ze enkel dingen die niemand voor de borst kunnen stoten.

 

Bumba wordt toch ook in het Froe Froe – atelier gemaakt?

Maillard Ja, inderdaad, mijn broer (Jan Maillard, nvdr.) maakt dat in opdracht van Studio 100. Dat is pure commercie hĂ©, als zij zeggen dat dat zo moet gebeuren, dan doet hij dat gewoon. Als we nu iets zouden maken voor Croky Chips dan kunnen wij ook niet zeggen: “Bah, zo’n papegaai, dat vinden wij niet tof”. Dat is die mensen hun logo.

 

Bij jullie werden vroeger ook ‘Het Liegebeest’ en ‘De Grote Boze Wolf Show’ gemaakt. Probeerden jullie daarmee toch dat clichĂ©beeld van hoe een kinderprogramma er moet uit zien te doorbreken?

Maillard Ja, het is niet omdat iedereen flauwekul brengt, dat dat hetgene is wat mensen willen zien. Dat is bijvoorbeeld ook wat Woestijnvis doet: het is niet omdat er zoveel bullshit gebracht wordt, dat er niks anders gemaakt kan worden. Neem nu ‘Van vlees en bloed’, dat zit goed in elkaar. Iedereen denkt in het begin wel: “Wat krijgen we nu?” Maar het werkt wel. CommerciĂ«le bedrijven houden zich niet altijd bezig met het feit of iets echt goed is, ze willen vooral verkopen. Goed kost ook geld, je moet je dus afvragen of je echt de beste acteur wilt of gewoon degene die het minste geld vraagt.

 

Waar zijn jullie nu mee bezig, mogen we Froe Froe verwachten op de Zomer van Antwerpen?

Maillard Nee, dit jaar niet. We zijn wel al bezig met een groot spektakel voor volgend jaar. En ‘Midzomernachtsdroom’, de voorstelling die we in 2008 voor de Zomer van Antwerpen maakten, wordt in juni hernomen in HETPALEIS.

 

Zijn er nog plannen voor jullie eigen theaterzaaltje in de Namenstraat?

Maillard Dat zaaltje is nu in orde, we mogen er eindelijk spelen. Ook in Mortsel hebben we goedkeuring gekregen om verder in Fort IV te spelen. In september gaan we daar een festivalletje organiseren met nog heel wat andere collega’s; MarthaTentatief, de Roovers, Laika 
 die hebben allemaal wel al eens in het fort gewerkt. Dan krijgen we daar een nieuwe dynamiek, ik denk dat dat heel fijn kan zijn. In ons eigen zaaltje plannen we een project voor januari/februari 2011. Onder de noemer ‘De Collega’s’ zullen we daar voornamelijk voorstellingen voor volwassenen maken, ook met figuren. Daar zullen onder andere Ultima Thule, De Maan, De Spiegel en enkele figurentheaters uit het buitenland aan mee doen. Dat is iets om in het oog te houden.



Theatergezelschap van de UA
08/04/2010
🖋: 

Na maanden intensief repeteren gaat deze week de derde en laatste productie van De Bromvlieg, het theatergezelschap van de Universiteit Antwerpen, in premiĂšre.

 

‘Kopernikus’, losjes gebaseerd op de gelijknamige opera van Claude Vivier, gaat over Agni die op sterven ligt. Ze komt terecht in de tussenwereld waar hersenschimmen uit het verleden haar opwachten. Begeleid door de donkere tonen van het Spreekkoor begint de tijd, of ze nu wil of niet, onverbiddelijk te verstarren. Eind juni volgen de audities voor regisseurs die volgend academiejaar een eigen voorstelling willen leiden. De audities voor acteurs vinden in oktober plaats. Meer info volgt op de website van De Bromvlieg: www.ua.ac.be/debromvlieg.

 

‘Kopernikus’ speelt op 23 (premiùre), 24, 26, 27 en 28 april in Theaterzaal Carwash (Sergeyselsstraat 42, Borgerhout), tickets kosten €4 voor studenten, €6 voor de rest. Reserveringen: debromvlieg@gmail.com.