maatschappij

20/05/2025
🖋: 

Kijk jij uit naar een reisje naar London? Of, net zoals ik, naar een zomercursus in Oxford? Bereid je alvast voor op een hoop frustratie en papierwerk bij de aanvraag van de nieuwe Electronic Travel Authorisation (ETA), die sinds april 2025 verplicht is voor alle EU-burgers die naar het Verenigd Koninkrijk willen reizen.

Na de Brexit moesten we al afscheid nemen van spontane citytrips naar Engeland, want sinds 2020 is een internationaal paspoort verplicht in het VK. Sinds april dit jaar moet je daarbovenop nog een ETA aanvragen. Die reistoestemming geldt voor korte verblijven tot zes maanden en is twee jaar geldig, of tot je paspoort vervalt. Het aanvragen kan op twee manieren: via de officiële ETA-app of via de website van de Britse overheid.

De ETA-app, hoewel op papier handig, blijkt in de praktijk een digitale hindernissenloop. Bij mij liep het mis tijdens het scannen van de chip in mijn paspoort, een eerste en zeer cruciale stap. Ondanks meerdere pogingen met verschillende lichtinvallen, toestellen en posities kreeg ik telkens dezelfde foutmelding. Op online fora (Reddit, UKtravel, global-law.co.uk) melden tientallen mensen vergelijkbare problemen: de app herkent de chip niet, crasht tijdens het uploaden van een pasfoto of sluit abrupt af bij het maken van een foto van het paspoort. Bij sommigen lukte de aanvraag uiteindelijk, maar kregen ze twee weken later nog steeds geen nieuws over de goedkeuring. Ook meldingen over een volledig vastgelopen scherm zijn geen uitzondering, waarna herstarten de enige optie is. The cherry on top? Je mag de aanvraag maar een beperkt aantal keren opnieuw proberen, waarna je tijdelijk geblokkeerd wordt door het systeem. En alsof dat nog niet volstaat: de aanvraag via de app kostte in de eerste dagen slechts ÂŁ10, maar werd al snel verhoogd naar ÂŁ16.

Wie het scannen wil omzeilen, kan via de alternatieve, maar minder toegankelijke website van de Britse overheid de aanvraag indienen. Die optie is vaak gekoppeld aan extra kosten via externe visabureaus, die makkelijk oplopen tot 100 euro. En zelfs als de aanvraag lijkt te lukken, blijft het spannend: je aanvraag kan dagenlang op “in behandeling” blijven staan, zonder statusupdate of contactmogelijkheid.

Voor studenten zoals ik die een korte studieperiode in het VK plannen, betekent dit vooral stress. Wat ooit een spontane uitwisseling kon zijn, vereist nu technische vaardigheden, geduld en geld. Na wat een hopeloze namiddag leek, ben ik uiteindelijk met mijn paspoort naar het gemeentehuis gegaan om hem daar te laten uitlezen en de aanvraag te kunnen verderzetten. Hopelijk neemt het VK de feedback ter harte en wordt de procedure gebruiksvriendelijker. Tot dan: begin op tijd, test meerdere toestellen en bereid je voor op frustratie.



maatschappij

20/05/2025
🖋: 

Geloof jij nog in de liefde? Dan is dit je laatste waarschuwing: ook de romantiek is niet langer veilig voor AI. Die toevallige ontmoeting bij de bushalte, geen denken aan! Dat is iets wat alleen in films voorkomt. Dus voor iedereen die op dit moment nog wel vertrouwen heeft in de (online) liefde, goed nieuws! Tinder heeft een nieuwe digitale AI assistent gelanceerd om jouw (flirt)game naar een hoger niveau te tillen en je te helpen om je prins(es) op het witte paard te vinden.

Maak kennis met je nieuwe digitale wingman: The Game Game. Deze futuristische AI-functie moet ervoor zorgen dat gesprekken op Tinder soepeler verlopen en gebruikers beter voorbereid zijn op face to-face interactie. Het idee is simpel: je wordt gekoppeld aan een fictief AI-gegenereerd profiel op basis van jouw voorkeuren en krijgt informatie over je ‘match’ zoals leeftijd, opleiding, woonplaats en het scenario. Vervolgens spreek je door de microfoon het realistische scenario uit, zoals een toevallige botsing in de gang. Dan probeer je met die gegevens een gesprek op gang te houden en een date te regelen met je match. Als je daarin slaagt, win je het spel!

Geen inspiratie? Geen zorgen, Tinder’s got you: aan het einde van elk scenario krijg je persoonlijke feedback om je flirtvaardigheden te verbeteren. Zo verandert iedere chatsessie in een soort mini-rollenspel met een online ruimte om jouw flirtvaardigheden te verbeteren dat jou moeten helpen om gesprekken te laten slagen. En wie weet: misschien kom je zelfs tot een (A)I love you.

onder druk

De lancering van The Game Game komt niet uit de lucht vallen. De afgelopen twee jaar daalde het aantal Tindergebruikers met meer dan 15%. Vooral Gen Z laat zich steeds moeilijker binden aan de app. Tijdens de coronacrisis waren we massaal aangewezen op online daten, maar inmiddels is de behoefte aan échte ontmoetingen weer toegenomen. Dat zie je ook terug in het succes van nieuwe apps als Breeze, die zich juist richten op het faciliteren van offline dates, zonder dat vermoeiende geswipe en die nutteloze chats met matches waarvan je toch al weet dat het niet tot een match in real life komt. Daarnaast zorgen hoge abonnements kosten en frustraties over de match kwaliteit voor een dalende betrokkenheid bij Tinder. AI moet deze negatieve trend keren en de app opnieuw aantrekkelijk maken voor een jonge doelgroep.

op de grens

Voorlopig is The Game Game alleen beschikbaar in de VS. Match Group Inc., het moederbedrijf van Tinder, verwacht de functie tegen eind 2026 ook in Europa te lanceren. Daarnaast rijst natuurlijk de vraag of dit jou kwaliteitsvollere matches gaat opleveren. Tinder doet er in iedere geval alles aan om het online daten onder Gen Z weer hot te maken. Met dat in het achterhoofd zal het voor ons nog even duren voordat wij ons bevinden in deze dystopische Black Mirror-aflevering.



uantwerpen

20/05/2025

Het viel dwars op dat de studenten achter UAntwerp for Palestine vandaag minder zichtbaar zijn op de campus, hoewel hun engagement nog steeds voelbaar is – vooral online. Wij vroegen ons af: hoe kijken zij nu, een jaar later, terug op de bezetting van de Agora? Wat vinden ze van de huidige situatie in Gaza? En hoe ervaren ze het beleid van de nieuwe rector? dwars sprak met twee leden van de organisatie over hun ervaringen en hun visie.

Het is inmiddels een jaar geleden dat UAntwerp for Palestine de Agora van de Stadscampus bezette – een opvallend moment van studentenprotest op de campus. Het doel was duidelijk: aandacht vragen voor de situatie in Gaza en pleiten voor een academische boycot tegen IsraĂ«l. Die boycot is er uiteindelijk niet gekomen, maar de actie liet bij velen een blijvende indruk achter.

Ondanks een kortstondige wapenstilstand afgelopen januari is het conflict tussen Israël en Hamas blijven escaleren. Israël blijft militair bruut optreden in de Gazastrook, waardoor duizenden Palestijnse burgers omkomen. De omstandigheden zijn bovendien aanzienlijk verslechterd door blokkades die de toevoer van humanitaire hulp belemmeren, wat bovenop al het geweld leidt tot grote hongersnood. Ondanks diplomatieke inspanningen blijft de genocide voortduren.

Voor Milan, student Sociologie aan UAntwerpen, kwam alles vrij spontaan op gang. “Ik ben daar heel random mee begonnen”, zegt hij over de eerste dagen, waarin Antwerpse studenten zich aansloten bij het bredere protest dat al bezig was aan verschillende andere universiteiten. Wat als een actie van een aantal dagen was bedoeld, groeide uit tot een bezetting van de Agora van langer dan een maand.

Voor een studente Taal- en letterkunde, die anoniem wil blijven, speelden haar sterke gevoelens over de situatie in Gaza een belangrijke rol in haar beslissing om mee te doen aan de bezetting. “Het Westen zegt telkens ‘het is heel erg’, maar uiteindelijk onderneemt het geen actie. Dat is iets waar ik wĂ©l een rol in kan spelen.”

De omstandigheden waren niet bepaald ideaal: weinig slaap, eindeloze gesprekken en overlegmomenten en tegelijkertijd nog proberen studeren voor de examens. “Het was een heel vermoeiende periode”, legt Milan uit. Toch geeft hij aan dat hij het opnieuw zou doen, moesten de omstandigheden erom vragen. Ondanks de vermoeidheid vond hij de bezetting een leerrijke periode waarin hij samen met andere studenten kon strijden voor een gemeenschappelijk doel.

Beide studenten spreken over gevoelens van solidariteit, die verder reikten dan alleen de studenten die de Agora bezetten. “We ontvingen heel veel steun, ook uit onverwachte hoek”, herinnert Milan zich. Naast geïnteresseerde medestudenten toonden ook professoren, docenten en externe organisaties hun steun.

Tegelijkertijd was het confronterend om te merken hoe traag en afhoudend Universiteit Antwerpen reageerde. “Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd: van de rector naar de Ethische Commissie, naar weer iemand anders”, klinkt het bij de studente Taal- en letterkunde.

De organisatie zet nu vooral in op losse acties, vertellen de studenten, waardoor de zichtbaarheid op de campus is afgenomen. “We protesteerden eind maart tegen een toespraak van de extreemrechtse Nederlandse politicus Thierry Baudet op de Ossenmarkt en hielden actie aan het Havenhuis tegen het transport van wapens naar IsraĂ«l via de Antwerpse haven”, licht Milan toe. Ook organiseren ze elke dinsdag een ‘blokupation’, waarbij ze samen studeren in de Agora en zo hun steun aan Palestina tonen. Daarnaast werken ze samen met andere universiteiten om hun eisen door te voeren.

Die eisen zijn sinds vorig jaar niet veranderd: ze willen nog steeds een academische boycot verkrijgen en pleiten voor proactieve transparantie over de relaties met Israëlitische instituten. Verder hopen ze op een duidelijk en officieel statement van UAntwerpen waarin ze de genocide veroordeelt en dat de richtlijnen van de Boycot, Divestment and Sanctions (BDS) Movement gevolgd worden. Ten slotte vragen ze steun voor Palestijnse studenten en voor de heroprichting van universiteiten in Gaza.

Omdat de studenten van UAntwerp for Palestine het nu heel druk hebben, staat een bezetting zoals die van vorig jaar voorlopig niet op de planning, wat de taal- en letterkundestudente jammer vindt. We vroegen haar of ze ooit de moed verliest, wanneer ze voor de zoveelste keer merkt dat zowel UAntwerpen als de studenten zich er te passief tegenover opstellen. “Het heeft weinig zin om mensen een schuldgevoel aan te praten. Iedereen moet zelf door dat proces heen gaan om iets te willen doen voor een ander. Natuurlijk helpt het ook niet dat UAntwerpen zelf weinig actie onderneemt.”

Ten slotte bespraken we nog de positie van de nieuwe rector, Herwig Leirs. Daarbij gaf de studente aan dat Leirs actiever met hen in gesprek lijkt te gaan dan de vorige rector Herman Van Goethem en meer toenadering zoekt tot de organisatie. Desondanks blijven echte veranderingen uit.

Een jaar na de bezetting van de Agora zijn de studenten van UAntwerp for Palestine dus wel minder zichtbaar op de campus, maar hun engagement is niet verdwenen. Hun strijd voor gerechtigheid in Gaza is mee geëvolueerd met de verhardende realiteit ter plaatse en blijft zich uiten in kleinere, gerichte acties en een blijvende samenwerking met andere universiteiten. Ondanks de teleurstelling over het uitblijven van een academische boycot en de trage reactie van de universiteit, tonen de studenten een opmerkelijke vastberadenheid. Het is nu aan UAntwerpen en al haar studenten om zich af te vragen welke verantwoordelijkheid we dragen als universitaire gemeenschap.



uantwerpen

20/05/2025
🖋: 

Terwijl jij je vierde koffietas in één nacht achteroverslaat, je samenvatting eindelijk begint te lijken op wat de prof zei in week drie en je laptop besluit om juist nu te updaten, zit er iemand aan de top van onze universiteit die geen examens hoeft te doen: de rector. Maar wat doet die dan wel? dwars sprak met Herwig Leirs, rector sinds 1 september 2024. Hoe houdt hij zich staande tussen bezetters, beleidsnota’s, vleermuizen en salamanders?

Hoe heeft u uw eerste jaar tot nu toe beleefd?

Sinds ik rector ben, heb ik met alle aspecten van de universiteit te maken. Ik zie wat voor knappe dingen er overal op onze universiteit gebeuren, reik prijzen uit, open symposia, leid sprekers in, ... Dat maakt het boeiend en divers. Ik ga naar proclamaties, eigenlijk zeg ik overal hetzelfde. Hoeveel verschillende speeches kan je hebben voor proclamaties? (lacht) Maar toch, ik sta dan voor mensen die vier, vijf of zes jaar het beste van zichzelf gaven en iets bereikt hebben. Dat is enorm plezant om mee te maken. Het is niet altijd gemakkelijk, maar dat had ik ook niet verwacht. Momenteel besteed ik meer tijd aan kleine dossiers dan vooraf verwacht. Hierdoor is de tijd om strategischer bezig te zijn ook beperkter.

Aan wat voor kleine dossiers moeten we zoal denken?

Soms gaat het over zaken van grensoverschrijdend gedrag, moeilijke personeelsdossiers, een ongeval met een student of zelfs een overlijden. Voor veel situaties hebben we goede procedures, maar voor sommige – gelukkig zeldzame, vaak ook pijnlijke – gevallen bestaan die niet altijd. De oplossingen liggen zelden voor de hand. Als ze dat wel doen, komen die situaties doorgaans niet bij mij terecht. De realiteit is niet zwart-wit, maar grijs: van lichtgrijs tot donkergrijs. Toch moet ik beslissingen nemen die wĂ©l zwart of wit zijn. Wat ik ook beslis, ik doe altijd wel iemand onrecht aan. Ik probeer dat zo eerlijk en integer mogelijk te doen en zoveel mogelijk mensen recht te doen. Bij elke beslissing zijn er die het er niet of wel mee eens zijn, beide hebben goede redenen.

Hoe zou u samenvatten wat de job van een rector juist inhoudt?

Ik vertegenwoordig de universiteit naar buiten toe en intern heb ik de hoogste plek op de hiërarchische ladder. Binnen de universiteit moeten heel wat mensen aangestuurd worden, maar dat doe ik niet allemaal zelf. Ik geef leiding aan een aantal mensen die ook hoog op de ladder staan en heel goed weten waarmee ze bezig zijn.

Ik ben dus niet de baas die binnenkomt en tegen iedereen zegt wat zij die dag moeten doen. Ik ben wel degene die probeert eenheid te houden tussen wat er allemaal gebeurt en vooral verschillende mensen, departementen en faculteiten met elkaar laat samenwerken.

Als rector heb ik weinig macht, maar wel veel invloed. Ik zit niet op een grote berg geld en zeg: jij krijgt zoveel en jij zoveel. Alles ligt al vast. Er is weinig ruimte om dit te veranderen. We kunnen momenteel enkel initiatieven opstarten als we andere stopzetten, maar stopzetten gaat bijna niet. In onze beleidsnota hebben we wel gesteld wat we de komende vier jaar willen doen of in gang willen zetten.

Wat is het belangrijkste dat u hebt geleerd als rector?

Je leert van alles maar het belangrijkste is misschien wel dat er veel mensen op de universiteit zijn op wie je echt kan rekenen. Zowel studenten, medewerkers en collega’s als proffen die er echt helemaal voor willen gaan en heel doordacht en creatief omgaan met hun werk.

Wat zou u morgen doorvoeren als niets of niemand u zou tegenhouden?

Er zijn veel interessante ideeĂ«n om over na te denken, maar ze zijn moeilijk te realiseren omdat je te maken hebt met bestaande structuren, zowel binnen als buiten de universiteit. Die structuren zouden dan mee moeten veranderen. Ik zou graag zien dat er meer interdisciplinair onderzoek wordt gedaan en ook meer interdisciplinaire lessen worden aangeboden – zonder dat dit de bestaande opleidingen vervangt. Interdisciplinariteit is immers alleen mogelijk als de afzonderlijke disciplines sterk staan. Ik vergelijk het graag met een bosrand: dat is de plek waar de grootste biodiversiteit voorkomt, méér dan in het bos of op het weiland zelf. Maar zonder bos en zonder weiland zou die rand helemaal niet bestaan.

Ik zou ook nadenken over hoe het academiejaar optimaal wordt ingericht. Volgens mij is dat nu niet ideaal, maar ik heb niet direct een voorstel hoe we het wel moeten doen. Neem bijvoorbeeld de lange periode tussen de eerste en de tweede zit. Is dat eigenlijk goed of net niet? Zou het misschien beter zijn om examens af te leggen en – als je niet slaagt – ze twee weken later opnieuw te kunnen doen, in plaats van eerst twee maanden te wachten en helemaal van nul te moeten herbeginnen? Ik weet niet of dat de beste oplossing is, maar het is wel een denkoefening waard.

Een andere vraag is: moeten we onderwijs in blokken organiseren, of zijn wekelijkse, doorlopende lessen beter? Zoiets kan je niet organiseren als niet iedereen mee wilt in het verhaal. Zo’n blokkensysteem laat je toe om gedurende een periode je helemaal te verdiepen in een onderwerp. Dit zou interessant zijn voor internationale studenten die voor een kortere periode willen komen of voor studenten die graag een vak aan een andere universiteit zouden willen opnemen omdat het bijvoorbeeld niet op de eigen universiteit wordt gegeven.

Wat is het verschil tussen een goede en een slechte rector?

Ik denk dat er veel soorten goede en slechte rectoren bestaan. Wat voor mij een goede rector typeert, en wie ik zelf probeer te zijn, is iemand die een evenwicht weet te vinden. Een balans tussen enerzijds transparantie en afstand. Om moeilijke beslissingen te kunnen nemen moet je voldoende afstand houden van het probleem, zelfs als je goed contact hebt met de betrokken mensen. Wat transparantie betreft, is het belangrijk om open te zijn in wat we doen, maar ook te beseffen dat er sommige dingen zijn die je best niet aan iedereen vertelt, omdat je zelf nog aan het zoeken bent of omdat sommige dingen gewoon best discreet gebeuren.

Wat merkt een student van een goede rector?

Ik denk dat bereikbaarheid voor studenten belangrijk is. Studenten moeten me kunnen bereiken als ze iets willen vragen of aankaarten. Dat betekent niet dat iedereen hier in een rij aan mijn deur moet staan, maar er moeten wél toegankelijke kanalen zijn. Die communicatie werkt in twee richtingen: er zijn mensen die informatie van studenten tot bij mij brengen en omgekeerd. Denk aan de Studentenraad, die mij laat weten wat er leeft bij studenten, of aan dwars waarmee ik informatie ook terug richting studenten kan verspreiden.

Ik overleg dan ook regelmatig met studenten. Het is belangrijk dat een rector zich iets kan voorstellen bij de noden van studenten. Tegelijkertijd heb ik ook wel een verantwoordelijkheid om te zorgen dat studenten hier niet zomaar op vakantie komen. Er moet hier wel iets bereikt worden. Hier komt dat evenwicht weer terug.

Neem bijvoorbeeld een student die zegt: ‘de harde knip zorgt ineens dat ik na vier pogingen de studie die ik zo graag wil doen niet kan verderzetten omdat er één vak is waar ik het echt moeilijk mee heb.’ We proberen ons daarin te verplaatsen en niet gewoon te zeggen ‘dit is het beleid en zo is het.’ Dat moet ik gelukkig niet allemaal zelf doen want er zijn ook de vicerectoren. Zij proberen dat mee te vertalen en te begrijpen wat de gevolgen zijn van een te strikte interpretatie, maar ook van een te soepele aanpak. De knip is ook een soort bescherming voor studenten. We zijn niet goed bezig als we studenten elk jaar hoop geven dat het nu wel gaat lukken terwijl het eigenlijk nooit lukt. Anders zitten die studenten hier vier of vijf jaar en hebben we best veel van hun tijd verbrod.

Een vraag over het moeilijkste beleidspunt, de situatie in Gaza. Uw standpunt en dat van de universiteit is duidelijk en al vaak herhaald. Hoe gaat u daar als persoon zelf mee om, ligt u er wakker van?

Het is heel moeilijk. Elke dag als ik het nieuws hoor, denk ik: het is toch niet waar, het is opnieuw nog erger dan gisteren. De verschrikkelijke gevolgen van de acties van Israël zijn al zo lang compleet onaanvaardbaar en toch gaan ze er mee verder? Maar hoe afgrijselijk het ook is, ik denk niet dat een boycot van alle samenwerkingen met universiteiten de oplossing is of daar zelfs tot bijdraagt. Ik begrijp niet dat de internationale gemeenschap niet ingrijpt, daar moeten we op inzetten, met alle middelen die staten hebben om het internationale recht te laten gelden.

Wat vindt u van studenten die daarom de Agora bezetten?

Ik heb veel waardering voor mensen die hun overtuigingen uiten. Dat moet op een universiteit kunnen. We hebben dan ook veel begrip voor de acties. We zien een nieuwe lange bezetting wel niet meer zitten, vooral omdat het heel veel vraagt van onze technische medewerkers en dus duur is. Daar merk je als student weinig van. Het belang van dat soort acties is wel het onder de aandacht houden van het drama. Daarom zou best gezocht worden naar een andere manier, zonder te veel invloed op andere dingen. Ook en vooral omdat de invloed die het op andere zaken heeft, het standpunt van de universiteit toch niet verandert: het is niet omdat de acties lastig zijn dat we toch een algemene academische boycot zouden starten. De aandacht moet niet zozeer liggen op wat we als universiteit doen, wat eigenlijk enkel symbolisch zou zijn, maar vooral wat de overheid en de internationale gemeenschap doen.

Nu over de feestzaal, vleermuizen en salamanders. Hoe gaat het daarmee?

De nieuwe multifunctionele feestzaal op Campus Drie Eiken ligt mogelijk op een traject waar de vleermuizen vliegen om van hun verblijven in het binnenfort naar de vestinggracht te gaan. Ze gebruiken daarvoor corridors: ze vliegen langs bomen. Achter ‘t Biokot staan wat bomen die plaats moeten maken voor de nieuwe zaal, maar het zou kunnen dat die ook gebruikt worden door de vleermuizen. Ook een grote hoeveelheid licht verstoort de vleermuizen, dus daar kijken we nu naar. Er gebeuren observaties, onder andere door biologiestudenten, om te kijken langs waar de vleermuizen vliegen en hoe we dat eventueel al kunnen oplossen. Bijvoorbeeld door op een andere plaats bomen aan te planten, zodat ze een alternatieve corridor hebben.

Vleermuizen zijn beschermd en volgens de Europese regelgeving dient hun omgeving dan ook beschermd te blijven om zo de populatie in stand te houden. Tegelijkertijd moeten we bij de inrichting niet alleen op dat kleine stukje, maar op de hele campus rekening houden met de vleermuizen.

Er is nog een andere soort: de grote kamsalamander. Een soort die zeldzaam was en nu terug wat meer lijkt voor te komen, maar het nog steeds moeilijk heeft. In sommige poelen op de campus is die al waargenomen. De overheid vraagt dat we inventariseren waar de kamsalamander voorkomt, zodat we ook daar bij ontwikkelingen op de campus rekening mee kunnen houden.

Is er een verborgen voordeel dat u bent tegengekomen tijdens uw eerste jaar als rector?

Ik mag mee op staatsbezoek met de koning en koningin en dan vlieg ik mee met het regeringsvliegtuig. Je vertrekt vanuit Melsbroek. Daar staat dan een fanfare klaar, niet voor mij natuurlijk, want ik moet al in het vliegtuig zitten als de koning aankomt. Dat is echt zoiets waar je op voorhand niet aan had gedacht. Het is een kleinigheid natuurlijk, maar wel eens leuk om mee te maken. Nog zoiets zijn de uitnodigingen die je krijgt voor optredens, voorstellingen of tentoonstellingen. Sommige daarvan zijn heel fijn om naartoe te gaan, het zijn meestal ook echte netwerkevents.

Wat me ook verraste, is hoe snel je netwerk zich uitbreidt. Opeens ken je heel veel mensen – of beter: zij kennen jou. Ik dacht dat het jaren zou duren om al die mensen te leren kennen, maar dat blijkt helemaal niet nodig. Je komt ergens binnen, een minister loopt voorbij en zegt: ‘Dag rector.’

Heeft u nog advies voor studenten die bijna gaan beginnen met hun examens?

Zorg dat je de dingen doet die je graag doet. Het gaat niet vanzelf, maar de inspanning geeft ook voldoening. Wat ook belangrijk is: veel contact met andere studenten. Vroeger belden mijn studiegenoten en ik elkaar dikwijls de avond voor het examen. We probeerde dingen dan aan elkaar uit te leggen, samen na te denken, zonder elkaar de loef te proberen afsteken. Als je helemaal alleen zit te blokken, dan mis je die andere blik die soms helpt.



editoriaal

20/05/2025
🖋: 
Auteur

Binnenkort is de ontknoping van het tweede semester: de examenperiode. Een maand lang draait onze studentikoze leefwereld om niets anders dan presteren. Ieder voor zich, de persoon die zijn samenvatting doorstuurt voor ons allen. Niet meer iets leren, enkel iets doornemen om het zo goed mogelijk te reproduceren en het daarna weer vluchtig te vergeten. Er is druk en we hebben het druk. Maar is dat eigenlijk wel terecht?

“Het is niet het einde van de wereld als je het niet haalt.” Dat hebben anderen je vast al vaak genoeg verteld. Ik zeg liever verwarrende dingen zoals: het is een strijd die je toch niet kan winnen. Jij tegen de leerstof, tegen het examen, de prof, tegen anderen. Maar bovenal: jij tegen jezelf. Ik herhaal: een strijd die je niet kan winnen. Je gaat nooit 100% tevreden zijn. Je kan jezelf niet verslaan. Niet in theorie en niet in praktijk.

Toch blijf je vechten voor die tevredenheid. “Als ik nu maar hard genoeg mijn best doe, dan ben ik daarna tevreden.” Maar als je het eenmaal haalt, verschuift de lat — bewust of onbewust. Steeds opnieuw, net zolang tot je denkt dat hij hoog genoeg ligt... Tot je hem wéér hoger legt. Tot je ziet dat anderen hun lat nĂłg hoger leggen. Of tot anderen zeggen dat jij die van jou hoger moet leggen. Je leeft in een continuĂŒm van uitkijken naar tevredenheid, naar dat moment waarop je eindelijk hĂ©t bereikt.

Maar hét komt niet later. Hét komt nooit. Als er al een hét bestaat, dan is het nu. Nu heb je meer bereikt dan ooit tevoren. En morgen? Dan heb je, alles opgeteld, sowieso méér bereikt dan vandaag.

Of je nu uitstelt, toch probeert te studeren of gepland pauzeert: je gaat vooruit. Dichter naar je doelen, dichter naar geslaagde examens. Dichter naar vakantie in augustus. Maak na het voltooien van je planning of to-dolijst niet gelijk een nieuwe. Laat de lat even liggen waar hij ligt. Sta na het behalen van een doel — of het nu één uur studeren, een hele dag of het halen van een examen of diploma is — even stil. Gewoon stil. Zen. Net als je nu wacht op mijn volgende zin van dit verhaal: relax, de volgende komt wel. Bedenk waar je vandaan komt, sta even op de lat voor je hem opnieuw verlegt.

De examens voelen als een eeuwige strijd tegen jezelf en (je eigen) verwachtingen. Het is moeilijk. Het gaat niet om punten. Je bent niet je punt. Niet je gemiddelde. Niet de optelsom van juiste of foute antwoorden. Je bent een mens. Niet perfect afgerond. Sta even stil. Niet omdat het moet, maar omdat het mag. En als ik je dan toch raad geef: lees dwars. dwars door het moeten heen.



progress lost

29/04/2025
Progress Lost (© Dennis Van Der Kuylen | dwars)
Bron/externe fotograaf

Dennis Van Der Kuylen

🖋: 

De wereld is ontploft en robots zijn de baas op de brokstukken. Dat is de premisse van de stoomwereld, die ondertussen haar naam heeft gegeven aan een ronduit eclectische collectie games. Het merendeel van die games draait overigens rond het vinden van water. Aangezien water robots doet roesten en hun tere elektrische schakelborden doet kortsluiten, duurde het even voor ik doorhad dat stoom gewoon een andere aggregatietoestand is van water en bijgevolg noodzakelijk is om de boel - letterlijk - te doen vooruitgaan (studenten Fysica schudden nu meewarig het hoofd). De robots in Steamworld zijn met andere woorden geen hoogtechnologische Terminators, maar wel stoommachines in hun stalen hart en gietijzeren nieren. Natuurlijk luistert het literair genre waarin de technologie is blijven stilstaan bij het verbranden van kolen (en al de rest niet), naar de naam steampunk (studenten Letterkunde schudden nu meewarig het hoofd). In het Steamworld-universum ontbreekt ook de typische stijl van de klassieke steampunk, die gekenmerkt wordt door deprimerende visuele elementen. Voorbeelden hiervan zijn herkenbare variaties van grijs, bruin en zwart die doen denken aan de effecten van zure regen op onze monumenten in de jaren tachtig. Ik kan maar hopen dat hierin de voornaamste oorzaak ligt van mijn initiële cognitieve dissonantie en niet in afnemende geestesvermogens ten gevolge van zijn immer voortschrijdende leeftijd (studenten Geneeskunde schudden meewarig het hoofd). 

Door zich te bevrijden van de triestige visuele stijl van de tweede industriĂ«le revolutie, slaagden de makers van Steamworld er wel in om alle registers open te trekken. In Steamworld Dig resulteerde dat in mechanische cowboys die graven naar eeuwenoude technologie. Steamworld Heist verlegt dan weer alles naar de ruimte, waar voorkomen moet worden dat beginnende totalitaire regimes tot volle wasdom komen. Het vervolg in deze reeks doet hetzelfde, maar dan met piraten en duikboten. Deze twee ‘Heist’-games zijn turn-based rollenspellen waarin de knullige robots zich langzaam ontwikkelen tot dodelijke vechtmachines. De derde variant van de reeks, Steamworld Quest, is evenmin geremd door enige vorm van narratieve continuĂŻteit. Hier kozen de makers voor een kleurrijke high fantasy steampunk setting. Deze keer zet het spel in op het verzamelen van kaarten en het bouwen van een efficiĂ«nt deck. De makers van Steamworld geven overigens zelf aan dat ze er een bloedhekel aan hebben om zichzelf te herhalen en veel liever beginnen aan het volgende idee op hun wenslijstje, dan pakweg de piratenkoningin telkens opnieuw te laten herrijzen in een iets dodelijkere versie. Dat houdt het gevaar in om bij elk nieuw spel radicaal op de bek te gaan, maar misschien is dat wel te verkiezen boven langzaam wegkwijnen in eindeloze herhalingen, zoals al menig grote spelontwikkelaar ons heeft voorgedaan. 

Los van het gebruik van verhit water in gasvormige aggregatietoestand, lijkt de enige constante in Steamworld er verder in te bestaan dat er geen gebruik gemaakt wordt van de derde dimensie. Het is met andere woorden allemaal plat en het schuift zonder diepte steeds maar zijwaarts over het scherm. Daarmee voelen de games van Steamworld vaak aan als Android-games die ook op een slimme telefoon of op de betere rekenmachine gespeeld zouden kunnen worden. Maar had de grote romantische dichter Goethe niet al de Steamworld-games in gedachten toen hij in 1802 schreef: “Wer Großes will, muß sich zusammen raffen. In der BeschrĂ€nkung zeigt sich erst der Meister.” (“Wie hoge dingen wil, moet zich bedwingen. In de beperking toont zich pas de meester”)?  Hij lijkt in ieder geval te willen zeggen dat het beter is om twee dimensies goed te beheersen dan de derde te verkloten. Wie net als ik opgegroeid is rond de millenniumwisseling kan daarover meespreken, want in die duistere jaren zijn veel voortreffelijke gamereeksen stukgelopen op slecht uitgevoerde 3D. Iedereen zal wel een eigen lijst aan trauma’s en bijhorende titels hebben. Ik beperk me hier tot een eervolle vermelding van Panzer Generals 3D: een voorbeeld van een spel met een dimensie te veel. Maar eigenlijk komt zowat alles met 3D in de titel hiervoor in aanmerking. 

Dat het gemis van een derde dimensie ook een meerwaarde kan zijn, blijkt overigens ook uit de immense speeltijd en de goed uitgewerkte gameplay van deze drie totaal verschillende games. Verder zijn de verhalen niet om over naar huis te schrijven, maar blinken ze wel uit door humor en relatief goed uitgewerkte details, zoals dialogen met nevenfiguren. Dat is plezant, want er zit een pervers soort genoegen in het overslaan van extra content waar de makers van een spel tijd en moeite in hebben gestoken. Dat geeft niet enkel de mogelijkheid om boosaardig te zijn zonder slachtoffers te maken, maar in een beweging ook de illusie dat er nog veel meer is dan wat het spel reeds gegeven heeft. Aangezien het hier helaas niet om nevenqueesten gaat, maar om wat extra details en wat bijeengeraapte gevoelens bij het leven van onbeduidend nevenkarakters, is het belangrijk om de illusie van die soort onvermoede werelden achter het spel in stand te houden door vooral niet op de extra dialoog te klikken. Dat levert alleen maar teleurstelling op. 

Het hoeft niet meer gezegd te worden dat de valkuilen bij het ontwikkelen van een spel ontmoedigend talrijk zijn. Dat een spelstudio erin slaagt om driemaal op rij een totaal verschillend spel af te leveren dat bovendien nog plezant wegspeelt en geen noemenswaardige bugs vertoont, mag gerust een half mirakel genoemd worden. Het is natuurlijk nog geen Midden-Aarde of Marvel Cinematic Universe, maar de grappige robotten die hun dwaze avonturen beleven op en rond een ontplofte planeet zijn nog lang niet opgebruikt. En zolang de creativiteit blijft stromen, blijven spelers gamen. Ook dat zou een citaat van Goethe geweest zijn, als hij een spelcomputer zou hebben gehad (maar dan had hij waarschijnlijk minder boeken geschreven, zie hiervoor het eerste citaat). 



poëzie

29/04/2025
🖋: 

Zonder zorgen groeien

Met de bloemen rondom mij

In een nieuwe ik bloeien

 

En niet te hoeven rennen

Met de liefde in mijn hart

Alles mogen neerpennen

Wat wordt het deze dag?

 

Mijn gedachten lopen los

Maar jouw glimlach brengt

Kalmte terug in mijn chaos



het laatste woord

29/04/2025
poolshoogte in krantenletters
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie kijken we hemelwaarts om poolshoogte te nemen.

Wanneer je inlichtingen gaat inwinnen, kun je zeggen dat je poolshoogte gaat nemen. Of, als je zoals ik bent, verbaster je het tot ‘polshoogte’. Dankzij onze eindredacteur Laura kwam ik er na 25 jaar achter dat deze uitdrukking niets te maken heeft met onze pols en met vier o’s wordt geschreven. Toen was ik toch even het noorden kwijt. Gelukkig is het makkelijk om het noorden terug te vinden: je moet ’s nachts alleen maar naar de poolster kijken.

Omdat de aarde om haar as draait, lijken de sterren de hele nacht om ons heen te draaien. De Poolster daarentegen staat bijna pal boven de aardas en lijkt daardoor permanent het noorden aan te geven. Zo biedt ze al eeuwen houvast aan verdwaalde zielen en zeevaarders. Misschien denk je nu dat de Poolster een slecht kompas is, maar ze kan meer dan alleen de richting aangeven. Met een sextant kan je de hoek meten tussen de poolster en de horizon en zo bepaal je meteen de breedtegraad van je locatie. Deze techniek, die eeuwenlang essentieel was voor navigatie op zee, noemt men poolshoogte nemen.

Op het noordelijk halfrond vervult Polaris de rol van poolster. Je herkent haar als het puntje van de staart van de Kleine Beer en ze is ook de helderste ster in dit sterrenbeeld. Alhoewel ze vanop aarde één ster lijkt te zijn, bestaat ze eigenlijk uit drie sterren: Polaris Aa en Ab draaien dicht om elkaar heen, terwijl Polaris B hen van een veel grotere afstand omcirkelt en zo een oogje in het zeil houdt. Op het zuidelijk halfrond is Sigma Octantis, oftewel Polaris Australis, de poolster. Omdat hemellichamen bewegen, stonden er in het verleden andere sterren dichter bij de Noordpool. De oude Egyptenaren gebruikten de sterren Kocab en Mizar om het noorden te bepalen. Nog verder terug in de tijd gebruikte men Thuban. Polaris is haar rol als poolster nog niet beu en blijft voorlopig dichter naar de Noordpool schuiven.

Alhoewel ze zo betrouwbaarder wordt, zullen we daardoor niet beter navigeren. Vandaag kijken we immers niet langer naar de nachthemel om te weten waar we zijn, maar omlaag naar Google Maps; het sterrenlicht heeft paatsgemaakt voor schermlicht. Poolshoogte nemen spreekt van een vervlogen tijdperk, voor velen – inclusief ikzelf – zo vreemd dat we het compleet vergeten zijn. Dan denken we dat ‘polshoogte nemen’ iets te maken heeft met polsen, of de vinger aan de pols houden. De kans dat Polaris hierom treurt is erg klein: op meer dan vierhonderd lichtjaar afstand zou ze een wereld zien waarin mensen nog volop naar haar kijken om het noorden te vinden.



satire

29/04/2025
🖋: 

Het is vandaag 10 juni 2029 en hopelijk mijn laatste examendag ooit. Eigenlijk was ik liever thuisgebleven — en deze keer niet uit angst voor een buis. Het is de weg naar de aula die mij schrik inboezemt; sinds enkele weken zijn de straten levensgevaarlijk door een heuse zombie-apocalyps. Helaas, thuisblijven en de deuren barricaderen is geen optie, want deze situatie geldt niet als overmacht bij examens: “Een zombievirus is geen excuus om niet te komen opdagen op een examen. Dat is het alleen wanneer het om een onverwachte uitbraak gaat en studenten niet tijdig voor wapens kunnen zorgen”, aldus UAntwerpen.

Misschien moet ik niet te hard klagen; we hebben al erger meegemaakt. Nadat Trump de nucleaire afvuurcodes in een groepschat liet rondslingeren, moest ik vorig jaar tijdens een kernoorlog lessen volgen. De Studentenraad hield toen een vrij lange uiteenzetting over de gevaren van radioactieve blootstelling en vroeg om lesopnames beschikbaar te stellen zodat studenten thuis konden blijven. De universiteit was het daar niet mee eens: “Studenten hadden ruim de tijd om gaspakken aan te schaffen en de overheid deelt al jaren gratis jodiumtabletten uit. Met deze voorzorgsmaatregelen kunnen studenten veilig naar de les blijven komen.” Ik deed toen ook niet flauw en ging naar al mijn lessen. Door de straling is er wel een oor op mijn achterhoofd gegroeid, maar daar hoor je mij niet over klagen: nu kan niemand nog achter mijn rug roddelen.

Een minder fijn effect van de straling was dat de vleermuizen op de buitencampus muteerden tot monstruositeiten van drie meter groot en mensen begonnen aan te vallen. Toen heel wat studenten hiervan hinder ondervonden, riep de Studentenraad tijdens de volgende examenperiode op om goodwill te tonen voor de slachtoffers. Ook hier was UAntwerpen het niet mee eens: “Vleermuizen zijn roofdieren en dat is altijd al zo geweest. De normale werking van het ecosysteem kan niet worden ingeroepen als overmacht. Studenten die zich onveilig voelen, kunnen vermijden om na het donker buiten te komen.” Dat was ook meteen de laatste aankondiging van de rector voor de vleermuizen het rectoraat binnenvlogen en hem meenamen.

Ik heb dat al overleefd, dus deze laatste examenperiode zal ik ook wel doorkomen. Bovendien is de universiteitsbuurt nu de veiligste plek, want er zijn amper hersenen om te eten. Ik raap al mijn moed bijeen en wandel naar het gefortificeerde M-gebouw. Heaas gaat het onderweg mis en beland ik midden in een zombiehorde. Mijn kettingzaag van AliExpress blijkt niet te werken waardoor ik amper kan ontkomen. Ik kijk naar mijn arm, zie de bijtwonde en weet dat het weldra voorbij is. Ik besluit het enige zinnige te doen in deze situatie: de universiteit bellen om te zeggen dat ik mijn examen zal missen. “Heb je hier een doktersbriefje voor? Anders moeten we je op ongewettigd afwezig zetten.”



uantwerpen

29/04/2025
🖋: 

Als student aan UAntwerpen ben je waarschijnlijk wel op de hoogte van bepaalde cultuurinitiatieven, zoals de cultuurclubs of Calamartes, of wandel je weleens langs de kunst op de campus. Maar welke initiatieven zitten hier eigenlijk achter? dwars sprak met Ernest Van Buynder, voorzitter van de Commissie Cultuur en Ines Van Meerbeeck, commissielid en diensthoofd van Rubi, over alle zaken cultuur.

Van Buynder legt alvast uit wat de Commissie Cultuur precies doet voor cultuurinitiatieven in het Antwerpse studentenleven: “Wij beschikken over een klein budget en proberen initiatieven die vanuit studenten, professoren of personeel komen te helpen met een financiĂ«le bijdrage. Er komt dan een aanvraag over een cultureel thema: ze hebben dan wel middelen maar komen een kleine som tekort. Wij leggen het dan voor aan onze commissie en naargelang onze mogelijkheden helpen we ze. We zijn met zeven leden, verspreid over de hele universiteit, zowel van menswetenschappen als de exacte wetenschappen.” Deze initiatieven blijven dus zeker niet beperkt tot de Stadscampus, voegt Van Meerbeeck toe: “Een voorbeeld van een initiatief op de buitencampus is er een van geneeskunde: Biomap. Dat is een project waarbij studenten van de kunstacademie komen tekenen bij autopsies die studenten geneeskunde aan het uitvoeren zijn; daar is een mooie symbiose van kunst en wetenschap.”

kunstenaar zijn als student

Voor de commissie is het belangrijk dat de projecten de verbinding tussen diverse groepen in de universiteit beter maken, maar deze projecten zijn niet het enige dat ze behandelen. Zo buigt de Commissie Cultuur zich ook over de kunstenaarsstatuten aan UAntwerpen, die jaarlijks worden toegekend aan twintig Ă  dertig studenten. “Het kunstenaarsstatuut is zoals het sportstatuut: de mensen die de aanvraag doen en formulieren invullen kunnen al dan niet het statuut krijgen en daardoor een aantal faciliteiten ontvangen, bijvoorbeeld de vrijheid om een practicum of examen te verzetten. Wij kijken dan of het dossier voldoende artisticiteit heeft voor het statuut”, vertelt Van Buynder. “Het begrip kunst valt soms echter moeilijk te definiĂ«ren: er zijn sectoren waar er een zeer dunne grens is, bijvoorbeeld in het geval van keramiek: wanneer wordt dit kunst in de plaats van louter toepassing? Voor ons is het dan belangrijk dat we uit de verslagen die ze brengen kunnen zien of het past binnen de kunstsector of binnen een andere commerciĂ«le sector. De overheid heeft ook een cultuurloket met hun eigen basissen, maar zij beschouwen bijvoorbeeld grafische vormgeving niet als artistieke activiteit. Dat is echter niet zo zwart-wit: ik ken veel artiesten die via grafische vormgeving topartiesten zijn geworden.”

Binnen het kunstenaarsstatuut vallen veel verschillende soorten kunst: beeldende kunst, drama, maar ook muziek. Van Buynder en Van Meerbeeck weten te vertellen dat veel muzikanten graag een universitair diploma hebben, of dit combineren met een opleiding aan het conservatorium: kijk maar naar dirigent Philippe Herreweghe of pianist Jozef De Beenhouwer. Ze hopen dat de mogelijkheden zeker tot bij studenten komen die kunstenaar zijn. Aan de andere kant vermelden ze ook het ondernemersstatuut, dat soms nuttiger kan zijn voor kunstenaars die meer de commerciële kant opgaan; ze roepen op om goed te kijken welk statuut het beste bij je past.

nog meer cultuur

De Commissie Cultuur is niet de enige groepering die zich buigt over cultuur op UAntwerpen. Van Buynder en Van Meerbeeck zijn allebei ook lid van de Commissie Kunst op de Campus, die verantwoordelijk is voor de kunst die je overal in de universiteitsgebouwen tegenkomt. Misschien de bekendste hiervan is het Museum to Scale in het R-gebouw op de Stadscampus. Van Buynder vertelt met plezier over de oorsprong van dit project: “Ronny van de Velde en zijn echtgenote Jessy, die behoren tot onze belangrijkste kunsthandelaars, hebben aan honderd kunstenaars een kastje ter beschikking gesteld, met de schaal 1 op 7 ten opzichte van een museumzaal, met het verzoek het te vullen met originele kunstwerken. Het is een formidabele doorsnede van de kunst van 1945 tot 2010-2013. Die kastjes zijn in het buitenland vertoond en Ronny heeft die erna aan ons verkocht, omdat we hier een mooie ruimte hebben in gebouw R. Het eindigt in 2013, maar er is ondertussen wel veel gebeurd in de kunst: veel jonge kunstenaars zijn bijvoorbeeld terug aan het schilderen en zijn opnieuw heel ‘naĂŻef’ aan het werken. Het zijn ook allemaal witte mannen en vrouwen in die reeks en daar willen we iets aan doen. Dat doen we zelf, maar we communiceren het wel naar Ronny. Het zijn ook allemaal kunstenaars die Belg zijn of in BelgiĂ« wonen.” Moesten studenten graag een rondleiding hebben door dit mini-museum, zijn ze ook steeds welkom bij hen.

Ten slotte is Rubi waarschijnlijk het bekendste initiatief op UAntwerpen wat cultuur betreft. Het wordt gevormd door Van Meerbeeck, samen met Mieke Diels. Zij verzorgen het cultuuraanbod voor studenten, onder meer via de verschillende cultuurclubs. Ze gaan voornamelijk over de meer praktische zaken, maar staan ook altijd open voor suggesties van studenten. Van Meerbeeck vertelt dat de universiteit graag studenten stimuleert op het vak van creativiteit: “Je academische carriĂšre is natuurlijk belangrijk, maar als je in de kunstwereld ook naam wil maken, is het belangrijk dat we dat zeker stimuleren en steunen. Zo hebben we de wedstrijd ‘KUNSTWERKT’ georganiseerd, waar ongeveer de helft van de deelnemers studenten waren. Daarnaast organiseren we bijvoorbeeld een poĂ«ziewedstrijd en zijn we heel trots op onze voormalige campusdichter, Esohe Weyden, die nu stadsdichter is”, lacht ze.

Afsluiten doet ze met een warme oproep voor studenten om zich aan te sluiten bij Young Rubi, de ambassadeurs van Rubi: via hen krijgen ze de mogelijkheid tot feedback en co-creatie, en geraken ze dichter bij de studenten.

https://www.rubirubi.be/nl