antwerpen

20/05/2025
🖋: 

In het centrum van Antwerpen, te midden van de drukbevolkte AmandusAtheneumbuurt, ligt de hoofdbibliotheek van de stad Antwerpen. In april vierde bibliotheek Permeke haar twintigste verjaardag op het De Coninckplein en dat verdient een groot feest, want deze bibliotheek in het hart van Antwerpen is zoveel meer dan gewoon een uitleendienst; het is een verzamelplaats voor haar gemeenschap.

De bibliotheek als instituut bestaat al eeuwen. In de oudheid en de middeleeuwen was het een gesloten kenniscentrum, waar alleen de elite toegang toe had. In de vijftiende eeuw kwam hier verandering in en mocht ook het gewone volk gebruikmaken van de bibliotheek. De uitvinding van de boekdrukkunst zorgde voor een positieve groei van kennis en boeken. Twee eeuwen later, tijdens de Verlichting, ontstonden de eerste openbare bibliotheken. Deze waren vooral verbonden aan universiteiten en hun belang bleef groeien. Thesissen schrijven en lessen inhalen, vandaag de dag is er voor iedereen een plekje vrij in de bibliotheek – als je dit tijdig reserveert natuurlijk.

Vanaf de negentiende eeuw ontwikkelde de bibliotheek voor het eerst haar sociale functie en werd het een publieke ontmoetingsplek en uiteindelijk het gemeenschapscentrum zoals we het nu kennen. Van een gesloten centrum enkel voor de chosen ones tot een openbare plek waar mensen elkaar ontmoeten, kinderen leren lezen en in elk boek een nieuwe wereld verborgen zit. Bibliotheek Permeke vult met veel passie deze taken in en doet dat ondertussen al twintig jaar vanaf het De Coninckplein. Ter ere van dit jubileum wordt ze in de bloemetjes gezet – en terecht. Stadsdichter Esohe Weyden gaf een geveldicht cadeau aan de plek waar ook zij veel tijd doorbracht. Op het Vertelfestival, dat eind april plaatsvond, opende de bibliotheek haar deuren voor iedereen om te genieten van verschillende tentoonstellingen en activiteiten.

Naast het uitlenen van boeken, films, strips, 
 organiseert Permeke bijna dagelijks gratis evenementen. Denk hierbij aan fotografieworkshops, schrijfsessies, voorleesmomenten voor kinderen en conversatiegroepen om Nederlands te oefenen. Wat opvalt bij deze activiteiten is dat de bevordering van de gemeenschap centraal staat. Voor alle leeftijden en groepen is er wel iets te doen. Er zijn voorleesmomenten met therapiehonden om kinderen met leesmoeilijkheden te helpen vertrouwen te winnen in zichzelf. De verschillende knutselworkshops zijn vertrouwde plekken voor kinderen om hun creativiteit te uiten en de lezingen over eenzaamheid voor vijftien- tot vijfentwintigjarigen doorbreken het taboe rond mentale gezondheid bij jongeren.

Een van mijn favoriete vaste projecten van Permeke is de jongerenbibliotheek, de Kubus, die zich voor het gebouw bevindt. Deze plek is speciaal voor jongeren gemaakt en wordt ook draaiende gehouden door een jongerenboard. Iedereen tussen vijftien en vijfentwintig jaar kan er terecht voor alles van het uitlenen van schoolboeken tot een koffietje en een schrijfcursus of computerworkshop. Daarnaast werkt Permeke elke week samen met Saamo, Red Star Line Museum en Endeavours en toveren ze hun leestuin om tot een groeiplek van verhalen en dromen. Elke donderdag zijn vrouwen er welkom om samen te werken aan een vrouwvriendelijke publieke ruimte. Het is een ontmoetingsplek waar ze verhalen kunnen delen en gezellig met elkaar kunnen praten terwijl ze samen werken aan een mooie en veilige omgeving.

Bij deze evenementen en projecten kan Permeke steunen op een team van vrijwilligers vanuit het jongerenboard, het team dat ook de Kubus draaiende houdt. dwars sprak met Alex, een van deze vrijwilligers en zij liet enthousiast weten dat Permeke een heel open en toegankelijke plaats is. Vanuit het jongerenboard zijn de vrijwilligers verantwoordelijk voor een groot deel van de projecten die plaatsvinden in de bibliotheek. "Zeker als vrijwilliger is het super aangenaam om in Permeke te zijn", legt ze uit over de werking. “Er zijn geen vereisten voor de vrijwilligers, iedereen mag zelf kiezen of ze een project willen opstarten of helpen bij bestaande projecten.”

Ze hebben volledige vrijheid om ideeën uit te werken en voor te stellen en krijgen zo de kans om op een heel laagdrempelige manier de verantwoordelijkheid te krijgen over hun project. "Als je een project opstart, is het een heel fijne manier om dat onder begeleiding te kunnen doen", benadrukt Alex. De toegankelijkheid van de bibliotheek maakt dat de vrijwilligers veel ruimte hebben om te groeien. De projecten worden volledig ondersteund door de vaste medewerkers en alles verloopt heel open. Elk idee is welkom, vertelt Alex: "Zolang het maar binnen het gegeven van de bib past."

Of je nu op zoek bent naar een nieuwe sciencefictionroman, een schoolboek, of een prentenboek om voor te lezen, in Permeke is het te vinden. Heb je eerder nood aan een luisterend oor, een veilige plek waar je je kwetsbaar kan opstellen of wil je kunnen uitpakken met mooie foto’s bij nieuwe vrienden? Ook daarvoor staan de deuren van de bibliotheek open. Voor iedereen valt er wel iets te vinden in de bibliotheek op het De Coninckplein en als veilige oase in de drukke stad is ze onmisbaar voor iedereen die het nodig of minder nodig heeft.



maatschappij

20/05/2025

Berichten over grensoverschrijdend gedrag duiken opnieuw opvallend vaak op in het nieuws. Denk aan de spikingzaak in Kortrijk, de ‘jonge en getalenteerde’ student uit Leuven die werd veroordeeld voor verkrachting, maar geen straf kreeg, of de barman van cafĂ© ZeeZicht in Antwerpen die wordt verdacht van verkrachting. Achter die spraakmakende zaken schuilt echter een bredere realiteit: bijna iedereen kent wel iemand die grensoverschrijdend gedrag heeft meegemaakt. Het beperkt zich niet tot krantenkoppen of grote rechtszaken. Het gebeurt ook in de directe leefwereld van studenten. Om aan te tonen dat het vaak dichterbij komt dan we denken, sprak dwars met studenten die zelf slachtoffer werden van grensoverschrijdend gedrag. Wat opvalt, is dat het vaak begint met iets kleins. Een blik, een opmerking, een situatie die net niet goed voelt. En toch blijft het hangen. “Je denkt snel: ik overdrijf, het stelt niets voor”, vertelt Anna*. “Maar al die kleine dingen samen worden op den duur gewoon een deel van je leven.”

Zo vertelt Emma* hoe ze op een avond werd aangesproken door een man bij de Franklin Rooseveltplaats. De man bood haar drugs aan, maar die heeft ze vriendelijk geweigerd. Toen ze verder liep naar haar kot, bleef hij haar achter volgen. Het gevoel dat je achtervolgd wordt, dat je constant moet opletten, is niets nieuws: “Je leert ermee leven, maar het hoort er niet te zijn.”

Julia* beschrijft een date die verkeerd afliep. “Het was laat geworden en de laatste trein was al vertrokken, dus bood ik hem aan om te blijven slapen. We hadden duidelijk besproken dat het vriendschappelijk was, ik wilde niets meer.” Maar die grenzen werden genegeerd: “Iemand het vertrouwen geven om langs te komen bij jou op kot, wetende dat de laatste trein al vertrokken is, en uit vriendelijkheid een slaapplaats aanbieden
 dan kan je je toch serieus mispakken aan een persoon. Hij bleef proberen, bleef me aanraken, ook al had ik al verschillende keren gezegd dat ik het niet wilde”, vertelt ze. “Op een gegeven moment pakte hij me vast en toen dacht ik: dit is het, dit is het moment waarop ik verkracht ga worden. Mijn hele lichaam verkrampte. Precies op dat moment stopte hij. Gelukkig liet hij me toen met rust. Maar dat had na mijn eerste nee al moeten gebeuren.”

Julia legt ook uit hoe ze op haar werk werd gedrogeerd. “Ik voelde me plotseling helemaal niet goed, alles draaide”, zegt ze. “Maar mijn eerste gedachte was niet dat iemand iets in mijn drankje had gedaan. Mijn gevoel zei: het ligt aan mij, ik had beter moeten opletten. Pas later besefte ik hoe fout dat eigenlijk is.”

Sara*, die ’s avonds alleen naar huis wandelde, vertelt: “Rond 22u vertrok ik bij een vriendin op kot. Onderweg liet ik mijn sleutel vallen. Een man zag dat en lachte naar mij, dus ik lachte terug. Plots kwam hij naar me toe en begon hij allerlei vragen te stellen. Ik voelde me ongemakkelijk, maar het leek veiliger om gewoon vriendelijk te blijven. Toen wilde hij mijn hand schudden, liet niet meer los en vroeg of ik met hem meeging. Ik trok me los en liep snel weg. Achter de hoek heb ik meteen een vriendin gebeld. Ik was in shock, maar vooral opgelucht dat er verder niets gebeurd was.” Achteraf dacht ze na over haar outfit en voelde ze zich zelfs dom omdat ze vriendelijk was gebleven. En dat is precies waar het fout loopt: we leren om aardig te zijn, om geen scùne te maken. Zelfs als we bang zijn.

Dat schuldgevoel, dat het je eigen fout is, lijkt bijna standaard te zijn. Dat maakt het des te moeilijker om over zulke dingen te praten. Want hoe ernstig moet iets zijn voor je het durft te benoemen als grensoverschrijdend? Als verkrachting? Als intimidatie?

“Ik was aan het werk en droeg gewoon een topje, niets speciaals”, vertelt Olivia*. “Toen zei iemand lachend: ‘Volgende keer een korter rokje of iets met wat meer inkijk?’ Iedereen lachte mee. Wat doe je dan?” Het zijn dat soort opmerkingen die op het eerste gezicht onschuldig lijken, maar die blijven hangen. Ze stapelen zich op. Iemand die je op de bus aanstaart. Een opmerking over je lichaam van een onbekende. Een aanraking in de club die nĂ©t over de grens gaat. EĂ©n keer wuif je het weg. Twee keer ook. Maar als het blijft gebeuren, begin je je anders te gedragen. Je trekt iets anders aan. Je neemt een omweg naar huis. Je houdt je sleutelbos al klaar in je hand als je ‘s avonds over straat loopt.

Grensoverschrijdend gedrag zit niet alleen in de extreme verhalen. Het zit ook in de dingen die zogezegd “minder erg” zijn. Maar dat maakt ze niet minder echt. Zolang dit gedrag als “normaal” doorgaat, verandert er niets. We zitten in een cultuur waarin gedrag dat een ander ongemakkelijk maakt, vaak niet serieus wordt genomen. Waar kleine incidenten niet als belangrijk worden gezien maar als “gewoon” of “onvermijdelijk” worden afgedaan. Hoe vaak word je als slachtoffer niet verantwoordelijk gesteld, alsof het “je eigen schuld” is dat je in een ongemakkelijke situatie terechtkomt? Het idee dat je jezelf “beter moet beschermen” of dat je “niet zo gevoelig” moet zijn primeert nog steeds. Het is niet jouw verantwoordelijkheid om te voorkomen dat je in een situatie terecht komt waarin jij je ongemakkelijk voelt. Het zou niet moeten afhangen van hoe je je gedraagt of wat je aanhebt, maar van het respect dat anderen voor jou hebben.

De hierboven geschetste verhalen staan helaas niet op zichzelf. Uit de UN- MENAMAIS-studie, een onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in België, blijkt dat 42% van de vrouwen en 19% van de mannen tussen de 16 en 69 jaar ooit slachtoffer werden van hands-on seksueel grensoverschrijdend gedrag. Cijfers over hands-off grensoverschrijdend gedrag lopen op tot 78% bij vrouwen en 41% bij mannen. Een bevraging van Plan International, specifiek bij Belgische jongeren tussen 15 en 24 jaar, toont verder aan dat 91% van de meisjes en 28% van de jongens slachtoffer werden van seksuele intimidatie. Voel je je onveilig? Twijfel je aan iets dat je is overkomen? Of wil je gewoon even met iemand praten? Je kan altijd terecht bij het STIP. Zij luisteren naar je verhaal, zonder oordeel. Ook het Zorgcentrum na Seksueel Geweld is er 24/7 voor mensen die grensoverschrijdend gedrag of seksueel geweld meemaken.

*Om de privacy van de studenten te beschermen, werd er in dit artikel gebruik gemaakt van schuilnamen.



uantwerpen

20/05/2025
🖋: 

Korfvakken: iedere bachelorstudent krijgt ermee te maken. De één houdt ervan, de ander haat het. Toch is het belangrijk om je gekozen korfvak goed te volgen. Uiteraard voor je diploma, maar ook voor de ontwikkeling van een kritische houding, althans zo klinkt het vanuit het korfkamp. dwars sprak met de verantwoordelijken achter de korfvakken: François Levrau en Leni Franken. Samen met hen neemt dwars de korfvakken onder de loep: waar komen ze vandaan, wat is het belang en welke uitdagingen gaan ermee gepaard?

Sinds haar oprichting promoot UAntwerpen het principe van actief pluralisme: een open houding ten opzichte van diversiteit waarbij dialoog centraal staat. Die visie vertaalt zich onder meer in de korfvakken: verruimende vakken die in het tweede en derde bachelorjaar aan alle studenten worden aangeboden. Ze geven handvatten om eigen standpunten te onderzoeken, andere perspectieven te begrijpen en het gesprek aan te gaan over actuele en complexe thema’s die de maatschappij bezighouden. Filosoof en godsdienstwetenschapper Franken benadrukt: “Die brede blik, gevoed door objectieve, actuele en kritische argumenten, is geen luxe maar een noodzaak in een wereld die steeds meer onder druk staat door polarisatie."

van levensbeschouwing tot bruggen bouwen

Toen in 2003 de fusie plaatsvond van UFSIA, RUCA en UIA, stond de nieuwe UAntwerpen voor een belangrijke keuze: hoe zou ze zich gaan profileren? De universiteit besloot snel en koos bewust voor een open blik waarbij geen enkele inhoudelijke overtuiging als norm gold, maar waar er wel ruimte was voor reflectie, debat en ontmoeting. Om dat actief pluralisme mee gestalte te geven, werd het Centrum Pieter Gillis opgericht.

nieuwe tijden, nieuwe accenten

Het actief pluralisme werd aanvankelijk ingevuld als een levensbeschouwelijke dialoog. Doorheen de jaren evolueerde deze aanpak van een louter levensbeschouwelijke naar een multi-, inter- en transdisciplinaire benadering. Die benadering vertaalde zich in de zogenaamde ‘korfvakken’. Inhoudelijk werd er niet enkel meer op levensbeschouwing gefocust, maar er ontstond een shift waar ook maatschappelijk relevante thema’s zoals duurzaamheid, burgerschap, de grootstedelijke context en media een plekje kregen. Levrau, die zelf een achtergrond in psychologie en moraalfilosofie heeft, legt hier veel nadruk op: “Het doel van dit format is om studenten uit te nodigen om voorbij het eigen ‘facultaire hokje’ te denken.” Studenten worden dus gestimuleerd om niet alleen kennis met andere disciplines te delen, maar ook om met een ‘gemeenschappelijke en genuanceerde taal’ over maatschappelijke kwesties te spreken. Die aanpak is belangrijk, want de samenleving evolueert snel en van universiteitsstudenten mag verwacht worden dat ze goed geĂŻnformeerd zijn over de complexiteit van het samenleven. Onze unief verandert mee. Zo werd dit academiejaar een korfvak gelanceerd over artificiĂ«le intelligentie. Dit korfvak was met 280 studenten in no time volzet. Vanaf volgend academiejaar, 2025-2026, wordt ook het vak Dekolonisatie gelanceerd. “Het is een vak dat de verschillende dimensies van dekolonisatie gaat behandelen. Denk aan: dekolonisatie in relatie tot cultuur, economie, geschiedenis of gezondheid”, deelt Levrau.

logistieke problemen

Het aanbieden van een vak aan alle studenten brengt logistieke moeilijkheden met zich mee. Levrau: “Het is onmogelijk om een rooster op te stellen waarbij alle studenten altijd aanwezig kunnen zijn. Sommige studenten kiezen er daarom voor om het korfvak vanop afstand te volgen. Omwille van de gegarandeerde opnames zijn er ook studenten die beslissen om sowieso niet naar de les te komen, ondanks dat ze dit wel zouden kunnen. Het idee dat ze misschien thuis of op kot, met een zakje chips, voeten op de bank, in versneld tempo de les bekijken, doet toch wel de wenkbrauwen fronsen. Als de filosofie van de korfvakken eruit bestaat om over het disciplinaire muurtje te kijken en om van en met elkaar te leren, dan kan aanwezigheid in de aula net een meerwaarde zijn. Zeker omdat er vaak een beroep gedaan wordt op gastdocenten, is een lege aula toch wel een probleem. Leg het maar eens uit aan die gastdocent die tientallen, zo niet honderden kilometers aflegt dat hij zal moeten lesgeven in een quasi leeg auditorium.”

De filosofie van de korfvakken bestaat eruit om over het disciplinaire muurtje te kijken en van elkaar te leren. Om die reden is aanwezigheid in de aula een meerwaarde. Het advies? “Kijk zeker over dat actief pluralistisch muurtje, maar durf ook Ă©cht naar de les te komen”, vertellen de korfvakspecialisten.

uiteenlopende onderwijsvormen en studielast

Verschillende roosters en verschillende opleidingen samenbrengen is dus lastig. Ook de vraag of elk vak eenzelfde studielast met zich meebrengt, blijft een aandachtspunt. Elk opleidingsonderdeel heeft zijn eigen onderwijs- en evaluatievormen. “Bij Community Service Learning wordt er transdisciplinair gewerkt, waar studenten samenwerken met externe partners en dit vraagt een ander soort engagement. De studenten gaan een jaar aan de slag met een concrete nood uit het werkveld, zoals een non-profitorganisatie, en beantwoorden deze op basis van praktijkonderzoek, terwijl ze ervaring opdoen in dezelfde organisatie”, legt Levrau uit. Ten opzichte van de andere korfvakken vraagt dit van studenten dus extra inspanning voor hetzelfde aantal studiepunten.

toekomstbestendig leeraanbod

De korfvakken aan UAntwerpen zijn het resultaat van een bewuste keuze voor openheid, dialoog en intellectuele verruiming. Wat begon als een levensbeschouwelijke verdieping, is vandaag uitgegroeid tot een breed aanbod dat studenten van alle faculteiten samenbrengt rond tal van urgente maatschappelijke thema’s. De korfvakken kaderen binnen het ‘actief pluralisme’, een houding die je openstelt voor diversiteit. Die houding kan je aan UAntwerpen leren en trainen zodat je zowel binnen als buiten de universiteit een kritische burger bent. En ja, misschien begint dat engagement dus echt wel in de aula’s zelf!



recensie

20/05/2025
🖋: 

Moderniteit wordt al eens gekenmerkt door haar 'voorbijgaande aard'. Er is niet echt een plan, alles kan alle richtingen uit en die vrijheid is zonder meer fascinerend. Maar ook vluchtig en soms op het randje van waardeloos. Daarbij komt dat we na een lange periode waarin de Verlichting de toon aangeeft langzaam collectief tot de conclusie lijken te komen dat deze visie toch tekortschiet. Een soeverein optreden tegenover het leven louter aan de hand van analyse, wetenschap en berekening, blijkt vooral de kortste weg naar vervreemding van alles wat echt belangrijk is. En wat is nu ook alweer echt belangrijk voor ons?

Enter Peak Season, een Amerikaanse indiefilm die ons introduceert tot Amy Jimenez (Claudia Restrepo), een dappere dame die deze tweestrijd onbevangen te lijf gaat in een bescheiden maar impactvol liefdesdrama. Online wordt de film als volgt samengevat: “Amy vormt in New York een koppel met Max (Ben Coleman). Ze koesteren trouwplannen en nemen even vrijaf van hun drukke bestaan. Geen betere plek om bij te komen dan het stadje Jackson Hole in berg achtig Wyoming. Terwijl Amy haar carriùre voorlopig op een zijspoor heeft gezet, is Max niet achter zijn computer weg te slaan. Een ontmoeting met Loren (Derrick Joseph DeBlasis), een allround gids die haar de beginselen van het vliegvissen bijbrengt, opent voor Amy een mogelijk nieuw perspectief.” Ze hebben een duidelijke klik en wanneer Max voor zaken terugkeert naar New York, hebben de twee achterblijvers het rijk voor zich alleen...

Het lijkt misschien clichĂ©, maar Amerikaanse films met relatief lage budgetten – laten we zeggen minder dan 10 miljoen dollar – doen wel vaker anders aan dan we gewoon zijn van de grote Verenigde Staten. Ze laten een erg divers land zien, vol inzicht in de hedendaagse tijdsgeest en Peak Season past opnieuw in dat rijtje. Microdosing, crossfit, ketamine, trainen voor een halve marathon, van werk veranderen
 Het passeert allemaal de revue in een waardige context en voelt universeel aan, precies zoals het vandaag de dag vaak gebeurt binnen de verkenningstocht van jonge, intelligente mensen.

Stad en natuur worden gewikt en gewogen; tijd, druk en inertie intens ervaren; gevoelens nadrukkelijk overdacht. Het is een korte film, maar voor mij verdampt hij in zijn eenvoud net naar de essentie.

Bovenal toont de film de Verenigde Staten nog eens in dat andere licht. Die mooie, prachtige VS worden zowel cinematografisch als narratologisch weergegeven. Een van de mooiste landen op aarde, met een unieke drang naar vrijheid. Alles samen is deze film een bijzondere aanrader, alleen, met twee, of zelfs met drie.

★★★★

Peak Season, 4 juni 2025 in de cinema



close-up

20/05/2025
🖋: 

De Groene Waterman in de Wolstraat is voor mij als taal- en letterkunde student geen mysterieuze plek meer. Desondanks ontdekte ik op 25 april een nieuwe verdieping en begaf ik me voor het eerst in zijn kelder voor de gezellige boekvoorstelling van Sprokkelaars, de debuutroman van UAntwerpenalumna Mira Aluç. Ze studeerde in 2020 af van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte en keerde vijf jaar later terug naar de voor haar ook zeer gekende boekenwinkel. Deze keer niet op zoek naar nieuw leesvoer, maar om trots haar eigen roman voor te stellen.

Heel kort gezegd gaat Sprokkelaars over de zoektocht naar een plek in de wereld. De roman volgt het verhaal van de 22-jarige Jong die na zijn studies gaat werken in de partijhandel van zijn oom. Een partijhandel is een winkel die overgebleven, beschadigde of out of season-stockage overkoopt en vervolgens aan een goedkoper tarief verder verkoopt. Te midden van de advocaten die neerkijken op de partijhandel en de vaste klanten, probeert Jong uit te zoeken wat hij verder wil doen met zijn leven: “Ik zie bij anderen hun ziel door de huid schijnen en vraag me af waarom mij dat niet lukt."

“Jong probeert een bestaan bij elkaar te sprokkelen,” legt Aluç uit, “en dat is in feite ook wat een sprokkelaar is; iemand die het beste van elke dag probeert te maken met al zijn tekortkomingen.” Het verhaal speelt zich af vanuit het ik-perspectief van Jong, wiens echte naam bestaat, maar niet binnen de grenzen van het industrieterrein, waar wij ons als lezer bevinden. In de partijhandel is de identiteit van Jong niet belangrijk, maar wel de spullen waarin hij handelt. Tastbare objecten en vertrouwde plaatsen krijgen veel aandacht in het verhaal en dat deed Aluç erg bewust. In haar studie Wijsbegeerte waren spullen minder belangrijk, maar werden ze vaak gebruikt om theorieĂ«n uit te leggen en hebben ze meer betekenis dan enkel het materiĂ«le. Aluç wijst op het feit dat objecten vaak een grote emotionele waarde dragen, ondanks hun vervangbaarheid. Daarnaast legt ze uit dat locaties en spullen in haar roman niet alleen een topografische laag hebben, maar ook een psychologische en sociaaleconomische waarde dragen. Neem bijvoorbeeld de partijloods, een “grauw bouwsel van betonnen schotten met een golfplaten dak” dat gesitueerd is op een industrieterrein (topografisch). De mensen die er komen, hebben verschillende achtergronden en ieder hun eigen verhalen, maar in de partijloods maakt dat niet meer uit (sociaaleconomisch). “Het industrieterrein was ook een sneeuwbol”, waarin Jong groeide, zichzelf beter leerde kennen en ontdekte dat je sommige dingen niet kan leren op de schoolbanken (psychologisch).

Het korte boekje Sprokkelaars barst van de ideeĂ«n dat het in 170 pagina’s probeert te verkennen. Als lezer ervaar je zo het plezier om elke keer iets nieuws te ontdekken. Aluç beschrijft in de roman een universele ervaring, want welke twintiger is niet op zoek naar hun plekje in de wereld? Ze doet dat echter op een prachtige en unieke manier door die te plaatsen in de onbekende omgeving van een partijhandel. Ik kijk er alvast naar uit om weer nieuwe invalshoeken te ontdekken wanneer ik het boek opnieuw lees.



uantwerpen

20/05/2025
STUDENTEN KRIJGEN UITLEG
Bron/externe fotograaf

de Studentenraad

🖋: 
Auteur

Voor de doorsnee student is het StudentenoverlegcomitĂ© niet meer dan een term in een mail, een vaag bureaucratisch begrip. Voor de geĂ«ngageerde student is het een avondvullend programma vol overleg (lees: uitleg). Het is, volgens de uitnodiging, ‘een open gesprek tussen studenten en de rectorploeg’. De op voorhand ingestuurde vragen werden gesteld door Laurens Verhaegen (voorzitter van de Studentenraad) en Jan Schelfhout (voorzitter van Unifac).

Laurens opent de avond luchtig: hoe blikt rector Herwig Leirs terug op het academiejaar? Leirs vertelt vooral kleine brandjes te hebben geblust, met weinig ruimte voor nieuw beleid. Wel is hij trots op de samenwerking met de vicerectoren, die achter in de zaal zitten.

onderwijs en underwijs

Vicerector Onderwijs Chris Van Ginneken treedt aan en neemt plaats op de hippe designbank. Laurens: “Een belangrijke ontwikkeling binnen de faculteiten FBD en FGGW is de stijging van de studentenaantallen. Hoe blijft de onderwijskwaliteit behouden?” Van Ginneken noemt bestaande kwaliteitsmechanismen, zoals studentenbevragingen, en wijst op de trage groei van personeel ten opzichte van studenten. “We moeten veerkracht inbouwen.” Leirs vult aan: “Zolang de Vlaamse overheid haar beloften niet nakomt, botsen we op grenzen.” Hij doelt daarmee – net als tijdens het vorige StudentenoverlegcomitĂ© – op de achtergebleven financiering van de Vlaamse universiteiten.

Hierna volgt de vraag of er een minimumniveau Engels geldt voor docenten. Een student ervaart kennelijk weinig talig talent bij zijn lesgevers. Van Ginneken vertelt over het verplichte C1-niveau voordat een lesgever in het Engels les mag geven. De aanwezige studenten, waaronder ikzelf, denken vertwijfeld aan hun eigen lessen in steenkolenengels – ‘Is dat dan C1?’ Deze vertwijfeling duurt gelukkig niet lang: na een bijvraag uit het publiek voegt Van Ginneken toe: “Dit geldt niet voor gastprofessoren.”

trauma en psycholoog

Hilde Janssens, hoofd Studieadvies en Studentenbegeleiding, krijgt een gevoelige vraag van een student: hoe gaat het STIP om met studenten die te maken krijgen met racisme of trauma’s? Volgens de student krijgen zij soms ongepaste adviezen als “maak een studieplanning”. Janssens neemt de kritiek serieus: “Dit is heel erg en zeker niet de bedoeling. Onze studentenpsychologen zijn degelijk opgeleid. Vorige maand organiseerden we nog een extra training over trauma, omdat we merken dat er steeds meer studenten uit oorlogssituaties komen en heel specifieke vragen hebben. Maar we kunnen niet voor elke situatie een specialist in huis halen. Daarom werken we met de Sociale Kaart voor externe doorverwijzingen.” Ze reageert begripvol en betrokken. Ze lijkt zelf wel een psycholoog, denk ik. Een snelle LinkedIn-check geeft me gelijk.

oorlog en advies

De volgende vraag gaat over het al dan niet samenwerken met de militaire sector. De rector: “We gaan samenwerkingen niet verbieden. Elk project waar risico’s bestaan, wordt voorgelegd aan de Ethische Commissie. Veel onderzoeksprojecten zijn zuiver civiel, maar er zijn toch militaire toepassingen mogelijk, denk aan GPS-systemen of beeldschermen. Er zijn ook onderzoeken die sterk militair gericht zijn. Is het bijvoorbeeld ethisch verantwoord om mee te werken aan de ontwikkeling van kogelvrije vesten? Dat is defensief, maar tegelijkertijd worden die vesten ook offensief gebruikt.”

De zaal spitst de oren bij een vraag over samenwerkingen met IsraĂ«lische universiteiten, in het licht van mensenrechtenschendingen. Vorig jaar gaf de Ethische Commissie een negatief advies over een samenwerking, dat later in beroep positief werd. De vraagsteller vraagt zich af: “Wordt er vandaag opnieuw nagedacht over het beĂ«indigen van deze samenwerkingen?” Leirs legt uit: “We starten geen nieuwe projecten op, tenzij in uitzonderlijke gevallen, afhankelijk van de aard en met welke universiteit. Dat wordt net als alle lopende projecten beoordeeld door de Ethische Commissie. Voor een aantal is momenteel een negatief advies uitgegeven, omdat er bijvoorbeeld in het project een partner staat waarvan de Ethische Commissie denkt dat het beter is om een andere te zoeken. De negatief beoordeelde projecten kunnen na aanpassingen heroverwogen worden door de Ethische Commissie. Als het advies negatief blijft, dan volgt een beslissing over het beleid door het Bestuurscollege. Ons standpunt blijft ten opzichte van vorig jaar gelijk: we zijn geen voorstander van een algehele boycot.” Kort samengevat: Ethische Commissie – met allemaal ethici – adviseert (niet-bindend) en het Bestuurscollege – zonder allemaal ethici – beslist (wel-bindend).

broodje en duurzaamheid

Ook duurzaamheid blijft een actueel thema. Een student vraagt “De komidamenu’s zijn gericht op duurzaamheid. Geldt dat ook voor de bedrijven waar jullie inkopen doen?” De aanwezige komidamedewerker: “We proberen zo veel mogelijk lokaal te kopen en met zo min mogelijk transport. Op de offertes bij de aanbesteding van de leveranciers staat sowieso een stuk over duurzaamheid. Meer informatie over specifieke leveranciers qua duurzaamheid is niet weergegeven op onze website, maar je vindt er wel andere zaken rond duurzaamheid.” Een kritische lezer denkt na het lezen van dit antwoord hetzelfde als de rest van de zaal. Ik ga het daarom niet eens benoemen.

reflectie en receptie

Het ‘overleg’ van het StudentenoverlegcomitĂ© komt neer op een top-downcommunicatie waarin, uitzonderingen daargelaten, bevoogdend uitgelegd wordt waarom het gevoerde beleid juist is. De vragen uit het publiek worden beantwoord, maar zin in dialoog lijkt te ontbreken. Bij de receptie bleef ik daarentegen niet op mijn honger zitten: de desserts waren uitmuntend, waarvoor dank.



poëzie

20/05/2025
🖋: 

Wanneer jouw dagcrĂšme geurt

Naar een kind met een zeurend gesmacht

Stilstaand aan smeulende poorten

Waar versgebakken kriekentaart koud staat te worden

 

Begrijp

 

Uit elkaar gerukte dubbele kersen

Door kervende tanden gulzig gesmaakt

De hap verzuurt de ander

Geen angst voor eenzaam verlaat

 

Begrijp dat

 

Moeders handen de kersenbomen strelen

Om de bladeren links te hangen

Zo het leven uit balans brengen

Bepalend voor jouw bezoedelde verlangen

 

Begrijp dat littekens

 

Zonder etter verder jeuken

Geen heling wel besmeurde handen

Wrijf gelei tot boven de mondhoeken

De zoetigheid druipt van jouw wangen

 

Begrijp dat littekens ook

 

Schuilen in gladgestreken plooien

In een mijlenverstrekkend heideveld

Wrikkel de aarde om met eeltige voeten

Zoekend naar de pit in vervreemde grond

 

Begrijp dat littekens ook liegen

 

Dus wees niet bang om door het gras te slieren

Laat de gedachtenknopen springen

Bloeiende momenten glijden door onze vingers

De ochtendgloed proeft naar vers vruchtvlees

 

Lik de kersenrode snijwond

Verdoken onder grootmoeders kruidenzalf



recensie

20/05/2025
🖋: 
Auteur

Alles moet weg, Tom Lanoyes zinderende romandebuut uit 1988, heeft zijn kracht nog niet verloren. Met ironische flair en stilistisch meesterschap fileert Lanoye een samenleving waarin alles verhandelbaar is – zelfs de mens. In het universum van Tony Hanssen, een vroegtijdig afgehaakte rechtenstudent die zich een geboren handelsreiziger waant, bestaan geen grijstinten: je verkoopt of je wordt verkocht, je wint of je verliest.

Tony koopt een aftandse Ford Transit, vult die met flacons en folders en doorkruist Vlaanderen om “mooi verpakte lucht” aan de man te brengen. Wat begint als een lachwekkende picareske roman vol blufpraat en bravouretaal, ontaardt al snel in een tragikomische tocht vol mislukkingen, zelfbedrog en marginaliteit. Achter elke vlotte verkooppitch groeit de leegte.

De roman bevat ook brieven aan studievriend Soo, waarin Tony zijn leven voorstelt als een succesverhaal. Maar de façade van groot spraak en verzinsels houdt geen stand: Soo (en de lezer) doorziet moeiteloos de tegen strijdigheid tussen woord en werkelijkheid. Die brieven zijn onthullend Ă©n schrijnend – de pose van Tony brokkelt langzaam af.

Lanoye toont zich al in dit romandebuut een virtuoos stilist: speels en flamboyant, maar ook genadeloos. Zijn taal schakelt moeiteloos tussen juridische terminologie, cafĂ©praat, bravoure en bekentenis. Zelfs de vorm van de tekst – elk hoofdstuk begint met grote letters die regel voor regel kleiner worden – weerspiegelt Tony’s afglijden.

Toch is Alles moet weg meer dan een satirische verkopersfabel. Onder de stilistische acrobatiek schuilt een diepere, postmoderne identiteitscrisis. Tony’s leven is een performance: zijn taal is geen brug naar de werkelijkheid, maar een wapen tegen de angst die erachter schuilgaat. In een wereld waarin alles verkoopbaar is, moet ook de ‘ik’ voortdurend herverpakt worden. Tony’s lef blijkt vooral een wanhopige poging tot zelfbehoud.

Hoewel sommige verkoopsituaties wat voorspelbaar worden, blijft Lanoye boeien dankzij zijn trefzekere observaties en literaire flair. Tony’s avonturen – van bruiloft tot bankoverval – zijn grotesk, maar ook herkenbaar menselijk. Hij is een fantast die denkt het spel te beheersen, maar erin verzwolgen wordt.

Lanoye spaart zijn protagonist niet, maar juist daardoor toont hij hoe dun de grens is tussen zelfbedrog en zelfvernietiging. Alles moet weg is een vlijmscherpe, geestige én pijnlijke roman over de prijs van illusie. En waar Tony faalt als verkoper, triomfeert Lanoye als auteur: hij verkoopt niets minder dan een briljant portret van menselijke overmoed.

Mocht je je na deze literatuur onderdompeling nog niet genoeg verzwolgen voelen door de wereld van woorden, kom dan gerust langs op mijn Bookstagram: @jn_gts. Daar kun je je verder verliezen in nog meer boekrecensies!



studentenleven

20/05/2025
🖋: 

Na een aantal jaren studeren in de mooie stad Antwerpen ben ik tot een conclusie gekomen: ik voel me hier eenzaam. Dat voelt als iets vreemds om te zeggen. Ik ben nog maar 23 lentes jong en ik sta aan het begin van mijn leven. Op papier zou alles moeten kloppen. Ik volg een goede opleiding, woon in een stad vol mogelijkheden en heb duizenden mensen om me heen. En toch voel ik me vaak alleen, of het nu in de stilte van mijn kot is of in de drukte van de collegezaal. Iedereen vertelt je altijd dat je studententijd de mooiste tijd van je leven is, maar als je elke dag alleen doorbrengt op je kot, is dat moeilijk om te geloven.

Eenzaamheid ontstaat wanneer je iets tekortkomt in je verbinding met andere mensen. Het is meer dan alleen zijn; het is de ervaring van een gemis, ook al ben je omringd door anderen. Je kunt iedere dag met iemand praten en je alsnog eenzaam voelen. Volgens het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg is eenzaamheid “de subjectieve ervaring van een tekort aan sociale relaties.” Dat maakt het een moeilijk bespreekbaar probleem: je kunt het niet meten, niet zien en het voelt vaak alsof het aan jezelf ligt.

Ik ben niet de enige die worstelt met eenzaamheid. Uit een onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat ruim een op de drie studenten zich regelmatig eenzaam voelt. Ook in Nederland klinkt hetzelfde geluid: het Trimbos- instituut meldt dat 62% van de studenten zich in meer of mindere mate eenzaam voelt. Deze cijfers tonen aan dat eenzaamheid een groter probleem is dan vaak wordt gedacht. Het gaat hier ook niet alleen om tijdelijke gevoelens; voor veel studenten wordt eenzaamheid een structureel deel van hun studententijd.

De oorzaken van eenzaamheid zijn verschillend en zeer persoonlijk. Zo verhuis je bijvoorbeeld op jonge leeftijd naar een grote stad waar je niemand kent en het contact dat je had met vrienden thuis zou kunnen verwateren. Contact leggen met nieuwe mensen leek vanzelfsprekend, maar bleek in de praktijk toch lastiger dan gedacht. En zelfs wie wel veel mensen om zich heen heeft, kan zich eenzaam voelen. Het hebben van een groot sociaal netwerk betekent niet automatisch dat je sociale behoeften ook echt vervuld worden. Je kunt lachen in een groep en je ondertussen leeg voelen vanbinnen. Dat heeft vaak te maken met verwachtingen die je had over hoe het studentenleven zou zijn: over jezelf, over hoe makkelijk het zou zijn om vrienden te maken, en de teleurstelling die ontstaat wanneer die verwachtingen toch tegen blijken te vallen.

Eenzaamheid is vaak niet een gevoel dat vanzelf overgaat. Wie zich langere tijd eenzaam voelt, loopt het risico zich steeds verder terug te trekken. Dat isolement brengt je in een neerwaartse spiraal: het verlaagt je motivatie voor school, zorgt ervoor dat je minder betrokken bent bij verenigingen of vrienden, en uiteindelijk lijden ook je academische prestaties eronder. Je mentale gezondheid krijgt een klap, maar de gevolgen zijn niet alleen mentaal: je fysieke gezondheid wordt ook aangetast. Uit onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat 41% van de studenten die zich eenzaam voelt slaapproblemen ervaart. Daarnaast rapporteert 56% veel stress, wat kan leiden tot gezondheidsklachten zoals vermoeidheid en concentratie problemen. En terwijl jij met deze gevoelens en problemen worstelt, lijkt het alsof iedereen om je heen het goed voor elkaar heeft. Op sociale media zit iedereen met vrienden op het terras of staan ze tot laat te dansen in een club. Deze platforms maken het makkelijker om nieuwe contacten te leggen, maar versterken ook het gevoel dat je ergens niet bij hoort.

Universiteiten beseffen steeds meer hoe groot het probleem van eenzaamheid onder studenten is. UAntwerpen biedt via het STIP professionele begeleiding aan voor studenten die met dit probleem kampen. Zo kunnen studenten gesprekken aangaan met studentenpsychologen en organiseert het STIP workshops die gericht zijn op mentaal welzijn, zoals stressmanagement en het versterken van sociale vaardigheden. Ook worden ‘praatmaten’ aangeboden door Students for Students: deze medestudenten bieden psychologische ondersteuning aan wie dat nodig heeft. Soms is het al genoeg om met iemand te praten die begrijpt waar je doorheen gaat. Naast deze formele ondersteuning zijn er ook kleinere stappen die je zelf kunt zetten. Soms begint het bij simpelweg toegeven aan iemand die je vertrouwt dat het niet goed gaat. Dat kan een moeilijke stap zijn, maar ook een deur naar verandering. Je hoeft niet altijd luid te zijn om gehoord te worden.

Soms zit ik op de fiets naar huis en voel ik me ineens overvallen door de stilte die me thuis opwacht. De vier muren van mijn kot lijken me elke keer opnieuw te confronteren met het feit dat ik alleen ben. Maar in plaats van die stilte me te laten opslokken, ben ik nu langzaam beginnen inzien dat ik iets ga moeten veranderen. Stapje voor stapje probeer ik dingen in mijn leven te veranderen: ik probeer slechte routines te doorbreken, maak iedere dag een wandeling en heb de keuze gemaakt om Antwerpen binnenkort te verlaten voor een nieuwe start ergens anders. Het is niet dat ik alles heb opgelost of dat ik nu het antwoord heb op wat me precies eenzaam maakt. Maar ik voel me wel beter. Elke verandering, hoe klein ze ook is, maakt de last lichter en geeft ruimte voor een nieuwe weg. Langzamerhand voel ik dat ik de controle terugkrijg en elke stap geeft weer wat meer ademruimte. Dus als je dit leest en denkt ‘ik herken mezelf hierin’, weet dan dat je echt niet de enige bent. Ik ben er zelf ook mee bezig en elke dag een klein beetje meer. Het is niet altijd makkelijk, maar er is altijd een manier om opnieuw verbinding te vinden met anderen. Het begint vaak bij luisteren naar jezelf.



recensie

20/05/2025
🖋: 

Als eigenaar van een cinema-abonnement moet ik bekennen dat ik er minder gebruik van maak dan ik zou willen. Er komt altijd wel iets tussen en voor ik het weet is er weer een maand voorbij. Maar in april besloot ik daar verandering in te brengen en dus trok ik naar de bioscoop voor Sinners — een bovennatuurlijke horrorfilm van regisseur Ryan Coogler, bekend van de Black Panther-franchise — die even absurd klinkt als ze meeslepend is. Wat deze film bijzonder maakt, is niet enkel het verhaal, maar hoe het verhaal in beeld wordt gebracht.

De openingsscĂšne zet meteen de toon: een uitgeputte jongen met een gebroken gitaar stapt een kleine kerk binnen, waar de kerkgangers hem aankijken alsof hij de duivel zelf is. Dit is het begin van een duister en zwoel verhaal over vampieren in het diepe zuiden van de VS in de jaren ‘30 — elementen die me zo intrigeerden dat ik de film móést zien. Het is namelijk niet elke dag dat een eigenzinnige maar visueel verbluffende film zoals Sinners uitgebracht wordt. Het verhaal volgt de criminele tweeling broers Smoke en Stack, beiden gespeeld door Michael B. Jordan, die, teruggekeerd uit Chicago, een jukejoint openen in het kleine Clarksdale, Mississippi: een dansgelegenheid waar de zwarte gemeenschap haar zorgen van zich af kan swingen. Ze betrekken hun neefje Sammie (Miles Caton), een ambitieuze gitarist en zanger, en gebruiken zijn talenten als een muzikale trekpleister voor de openingsavond. Maar al snel blijkt deze avond meer in gang te zetten dan de broers hadden voorzien.

Onder regie van Ryan Coogler is Sinners naar mijn mening een van de originelere films die in de afgelopen jaren het horrorgenre heeft aangedikt. Het verhaal alleen al biedt een frisse insteek binnen het vampierenspectrum van Bram Stokers Dracula en Stephenie Meyers Twilight, met een uitgesproken eigen benadering. In plaats van zich te distantiëren van het stereotype van de bleke vampier, omarmt Sinners dat beeld met flair door deze vampieren Iers te maken. Alleen worden deze figuren hier gedropt in een setting waar ze niet thuishoren: het warme, door gospel en blues doordrenkte zuiden van de Verenigde Staten. Het resultaat is een botsing van folklore, culturen en genres, die verrassend goed werkt.

Wat vooral opvalt, is hoe subtiel het bovennatuurlijke verweven wordt met sociale spanningen. De vampieren zijn hier niet zomaar monsters met tanden, maar ook symbolen van koloniale macht, culturele overheersing en zelfs religieus fanatisme. De film durft die ondertonen op te zoeken zonder belerend te worden. Er wordt geen expositie gedumpt maar alles wordt getoond in suggestieve blikken, humoristische gesprekken en de tragiek van personages die dromen van vrijheid terwijl ze telkens worden tegengehouden door een onzichtbare kracht, of ze nu een vampier zijn of niet.

Visueel is Sinners ronduit schitterend, en dit is deels te danken aan de opnametechniek. De film werd opgenomen op analoge pellicule en niet op een digitale camera; een verschil op basis van precisie en toegankelijkheid. Terwijl digitale camera’s duizenden shots kunnen opnemen met een simpele SD-kaart, is een analoge camera afhankelijk van pellicule: een rolletje film dat beelden creĂ«ert door lichtinval en chemicaliĂ«n. Hoewel digitale technologie de overhand heeft, kiezen veel regisseurs vandaag bewust voor film vanwege de unieke charme van echtheid, imperfectie en vakmanschap. Analoge film is duur en tijdrovend, maar de meerwaarde is duidelijk in bekende films als Poor Things en Challengers, die allemaal op pellicule zijn gedraaid. Sinners volgt dit voorbeeld en het resultaat is voelbaar in elk frame. Als je de kans hebt om de film in IMAX te zien, zul je merken dat het beeldformaat tijdens de film wisselt. Deze keuze, gemaakt door cinematograaf Autumn Durald Arkapaw, zorgt voor een intensere filmervaring en een nieuwe evolutie binnen filmproductie.

De keuze om de film op analoge pellicule te draaien is meer dan een stijlkeuze, het draagt ook bij aan de sfeer. De korrelige textuur en het warme kleurenspectrum laten de film aanvoelen als een vergeten parel uit de filmgeschiedenis. De framing van de camera laat alles tastbaar lijken: zweet op voorhoofden, bloed over houten vloeren, dansende lichamen vol whisky en extase. Dat analoge beeld, gecombineerd met langzame  camerabewegingen en schaduwrijk lichtgebruik, maakt de horror niet schreeuwerig maar sluipend en een dreiging die je niet ziet aankomen, maar wel voelt groeien.

Deze ingetogen dreiging wordt versterkt door de briljante acteerprestaties binnen de cast. Hoofdrolspeler Michael B. Jordan zet opnieuw een ijzersterke performance neer voor twee verschillende personages, waarvan één een sterke chemie heeft met Hailee Steinfeld, die het charismatische maar complexe personage Mary vertolkt, en de andere met Wunmi Mosaku, in de rol van de wijze en vastberaden Annie. Daarnaast heeft Miles Caton als Sammie een ontwapenende charme, die tegelijkertijd een gevoel van naïviteit en ambitie weerspiegelt. Hij slaagt erin om deze naïviteit te combineren met een diepere zingeving in zijn zoektocht naar zijn dromen en de conflicten in de wereld. Elke acteur in deze film heeft een geweldige prestatie geleverd en toegevoegd aan de duistere atmosfeer van deze film.

Sinners is meer dan een horrorfilm: het is een kruising tussen folklore, muziekgeschiedenis en maatschappijkritiek, verpakt in een bloedstollende audiovisuele ervaring. De keuze voor analoge film versterkt niet alleen de sfeer, maar benadrukt ook de toewijding van de makers aan film als een ambacht. Hoewel het verhaal flirt met verleiding, blijft het verrassend consistent en meeslepend. Voor wie zin heeft in een film die zowel spannend als betekenisvol en visueel verrukkelijk is, is Sinners een absolute aanrader.

★★★★,5