dwars brengt raad
01/05/2016
🖋: 

Studentenraad, Onderwijsraad, Raad van Bestuur, Dagelijks Bestuur, de raderen van de universiteit draaien door. Je zou er bijna radeloos van worden. Nochtans beraadslagen studentenvertegenwoordigers van elke faculteit in deze raadselachtige raden over thema’s die de studenten van de Universiteit Antwerpen erg aanbelangen. Raad jij ook soms naar de betekenis van wat er beraad wordt? Dan brengt dwars.

Deze maand doet dwars een boekje open over de curriculumhervorming in de Bachelor Taal- en Letterkunde voor het academiejaar 2016-2017. Eind februari werd bekendgemaakt dat volgend jaar het hele bachelorcurriculum zou worden omgegooid. “Een normale reactie met de besparingen!”, riep de één. “Onacceptabel tegenover de studenten!”, riep de ander. “Dit zou in Gent en Brussel niet door de beugel kunnen, hoor!”, riep iemand uit de coulissen.

 

verandering van spijs doet zweten

Het grootste probleem bleek te liggen in het feit dat de hervormingen niet gradueel – jaar per jaar – doorgevoerd worden, maar in één keer in alle drie de bachelorjaren. Dit betekende volgens vrijgegeven schema’s dat veel studenten vakken helemaal of deels opnieuw zouden moeten doen omdat deze verplaatst worden naar het volgende jaar.

 

Volgens stuver Jenne Van daele was dit echter de enige haalbare oplossing door het grote aanbod aan richtingen en keuzevakken in Taal- en Letterkunde. "Mocht er geopteerd zijn voor graduele verandering, zouden er over twee jaar aula's met 250 tweede- en derdejaars zijn die allemaal hetzelfde vak moeten volgen."

 

Dit neemt uiteraard niet weg dat de plotse verandering een bron van frustratie was voor vele studenten. De frustratie werd er niet minder op wanneer de facultaire studentenadministratie de studenten antwoorden schuldig bleef. Doordat er nog niet genoeg overleg was geweest met de professoren over de hervormingen was er te weinig informatie beschikbaar om de studenten gerust te stellen. Deze informatie resulteerde in nog meer chaos, boze mails naar de Studentenraad, de facultaire studentenadministratie, en zelfs naar professoren die er voor niks tussenzaten.

 

Daarenboven schreven veel studenten zich in paniek uit voor de vakken die ze volgend jaar 'toch opnieuw zouden moeten doen'. Lessen waarbij voordien de aula vol zat, kregen plots de bevolkingsgraad van Noord-Siberië.

 

eind goed, al beter

Het uiteindelijke antwoord van de facultaire studentenadministratie kwam na een week. Dit antwoord – “We moeten elk geval individueel bekijken. Deze individuele informatie zal beschikbaar zijn na de eerste zittijd.” – was niet genoeg om de uitschrijfgolf te breken.

 

Integendeel, veel studenten zagen dit als een gemakkelijke uitweg voor de administratie en waren, onder het motto 'uitstel is geen afstel', nog meer verontwaardigd. De administratie zei dan ook niet veel later dat studenten die het wachten écht niet meer aankonden, een afspraak met een studietrajectbegeleider konden maken om hun eigen dossier in te zien. Prompt stuurde zowat de hele bachelorpopulatie hun zorgen en klachten door.

 

Met een waardigheid die de koningin van Engeland niet zou misstaan, ontvingen de studietrajectbegeleiders student na student om samen hun persoonlijke dossier te overlopen en eventuele vragen te beantwoorden. Er werd overlegd met professoren van de overlappende vakken en in de meeste gevallen werd de oplossing in de loop van de volgende weken bekendgemaakt. Eind goed, al goed?

 

goede bedoelingen

Wat de uiteindelijke bedoeling van de hervormingen is, is voor de meeste studenten nog steeds niet helemaal duidelijk, buiten het vage "besparingen, zeker" gevolgd door schouderophalen. De gevolgen krijgen echter langzaam maar zeker vorm.

 

Verschillende vakken worden samengevoegd en in studiepunten opgewaardeerd om te besparen op uren en personeel. Er zijn dus minder vakken, maar de vakken die er zijn, wegen zwaarder door. Dit resulteert bijvoorbeeld in het eerste bachelorjaar in een vak van maar liefst negen studiepunten. Voor studenten die net van de middelbare school komen, is dit even slikken.

 

Doorheen de hele Bachelor worden de meeste vakken vanaf volgend jaar gegeven in blokken van drie in plaats van twee uur, waardoor lesdagen zwaarder worden voor zowel student als professor. Bovendien is er danig gesnoeid in het aantal keuzevakken met het oog op een meer algemeen curriculum. Dat communicatie tussen de universiteiten gemakkelijker moeten maken. Het gevolg voor de studenten van UAntwerpen is echter dat de mogelijkheden die ze hadden om hun studietraject af te stemmen op hun eigen belangstellingen en talenten toe, in rook opgaan.

 

paniek zaaien, paniek oogsten

Maar hoe komt het dan dat er zoveel heisa rond de curriculumhervorming was? Het lijkt dat de grootste problemen lagen bij de timing. Doordat de hervormingen zo vroeg bekendgemaakt werden was er nog maar weinig zekerheid over, wel, wat dan ook eigenlijk. Een iets langere communicatiestilte had de administratie tijd kunnen geven om alle gevolgen grondig en duidelijk uit te werken en te bespreken met de betrokken leden van het academisch kader.

 

Wat waarschijnlijk de grootste impact heeft gehad op de paniek rond de curriculumhervormingen, is de hive mind van de student op sociale media. Extravagante claims vlogen in het rond en studenten zaten elkaar op te jutten en aan te moedigen op basis van informatie die nog vol lacunes zat. De gemoederen zijn nu tot bedaren gekomen, of zo lijkt het toch, en de student heeft op dit moment weinig visie op de toekomst na juni. Verandering? We zullen wel zien.



cultuurstrookje
01/05/2016
🖋: 

Neen, de titel verwijst niet naar het verhaal van Roodkapje, maar naar het ontmoetingscentrum 'Het Bos'. Een artistieke plaats waar kunst, sociale betrokkenheid en ontmoeting centraal staan.

 

Het Bos is een plek waar iedereen die enige voeling heeft met kunst terecht kan, waar het getoond kan worden en op verbeeldingsvolle wijze met keuken en maatschappij verbonden wordt. Het is toegankelijk voor iedereen. Een thuis waar zowel de groentjes als de oude, ervaren rotten zich verder kunnen ontplooien.

 

Als ontmoetingscentrum ontwikkelt Het Bos een netwerk en professionele kaders voor de creatie en presentatie van een veelheid aan artistieke disciplines. Daarbij is het verhaal van de artiest erg belangrijk. Het Bos ondersteunt, inspireert en biedt infrastructuur. Er is plaats voor alle culturen. Ben je gek van fotografie of maak je muziek die gehoord moet worden, in Het Bos kan je terecht om je kunde te tonen. Zelfs als je een quiz wil organiseren!

 

Dus spring gerust eens binnen in Het Bos en drink op vrije bijdrage een pintje, misschien is het wel de start van een leuke avond!

 

Het Bos
Ankerrui 5-7, 2000 Antwerpen 



betweter
01/05/2016
🖋: 

Lees deze rubriek waarin een van de redactieleden een interessant, grappig of ronduit onnozel weetje meedeelt en word zelf een betweter.

Wat was er eerst, de kip of het ei? Deze kwestie heeft al menig toogfilosoof gek gemaakt en vriendschappen danig aan het wankelen gebracht. De vraag schijnt de wereld te verdelen in twee groepen: de ene die rotsvast gelooft dat onze gevederde tweevoetige vriend, de kip, eerst was. We noemen hen hier gemakshalve 'de kakelaars'. Want hoe zou het ei er anders gekomen zijn, als het niet eerst werd gelegd door een kip? "Idioten", zegt de tweede groep, die gelooft in het bestaan van oeromeletten, hier aangeduid als 'de dooiers'. Natuurlijk kan er geen kip bestaan zonder dat er eerst een kuiken was. En waar kwam dat kuiken uit? Juist ja. Een ei.

 

Daarnaast is er nog de derde groep. De mensen die het niets kan schelen. Die vinden dat dit soort existentiële kwesties beter overgelaten worden aan filosofen die de tijd hebben om zich in hun academische ivoren toren bij kaarslicht aan een stoffig bureau het hoofd te breken over dit probleem. Voor deze groep is de kwestie dus eerder gewoon iets om over na te denken, want een antwoord op deze vraag kan toch niet worden gevonden. En, laat ons eerlijk zijn, het mooiste wat je een mens kan geven, is iets om over na te denken.

 

Maar mensen die zo denken hebben het mis, er bestaat immers wel degelijk een juist antwoord op deze vraag! Want wie legde er al eieren miljoenen jaren voor er nog maar in de verste verte sprake was van een kip? Reptielen! Dus het ei was er eerst! Mij kun je niet meer van het andere standpunt overtuigen, ik ben een echte dooier. Probleem opgelost, kwestie afgesloten. Of toch niet? Want wacht eens even! Als we deze redenering doordrijven, dan zal er ooit een voorloper van een kip een ei moeten hebben gelegd waarin een kip zat. Dus waren er dan toch eerst kippen en ben ik dan toch een kakelaar? Nee, nee … Eerst eieren … Of toch niet? Verdomme! Terug naar mijn stoffig bureau dan maar ...



de digitale verkoop van Rilatine & co
01/05/2016
🖋: 

Tegenwoordig moet je de deur niet meer uit om te winkelen. Via de virtuele wereld haal je alles met één muisklik in huis. “Vanavond voor 23 uur besteld, morgen al in huis!” zo luidt de slogan van een vermaarde webshop. Een andere biedt tien euro korting indien je je registreert én gratis retourmogelijkheden in case the shoe doesn’t fit. Ook Colruyt plooit onder de digitale dictatuur: gratis Collect & Go bij aankoop van zes Colgate tandenborstels. Maar mag werkelijk alles online verkocht kunnen worden? Hoe zit het bijvoorbeeld met de online verkoop van medicatie?

dwars sprak met ritalinkopen.net, een Nederlandse website die Rilatine verkoopt. Rilatine is een geneesmiddel dat methylfenidaat bevat en aangewend wordt bij mensen met ADHD. Ook menig student zou hier echter van durven snoepen omwille van het stimulerende effect. Daarnaast komt ook Michele Giugliano, professor in de neurowetenschappen aan de Universiteit Antwerpen, aan het woord. Hij vertelt over het effect van cognitiestimulerende drugs op ons brein.

 

Hoe (il)legaal is online medicatie?

De online verkoop van medicatie valt ruwweg op te delen in twee categorieën. Langs de ene kant zijn er de websites van apothekers waar je in alle vertrouwen geneesmiddelen kan bestellen. Deze online apotheken verkopen geen andere geneesmiddelen dan in hun bakstenen variant, maar zo vermijd je lange wachtrijen én kan je op verhoogde discretie rekenen bij aankoop van pakweg een zwangerschapstest. Anderzijds zijn er ook clandestiene online apothekers die via lokale websites de verkoop van gegeerde medicatie aanbieden, al dan niet aan een spotprijs. Hoe zit dat nu eigenlijk in België?

 

Met één pil heb je een focus van vier uur. Studeren is zelfs leuk!

 

Belgische apothekers mogen via hun website geneesmiddelen verkopen. Het gaat hier echter enkel om niet-terugbetaalbare geneesmiddelen waarvoor geen voorschrift van de dokter vereist is. Voorts wordt op zulke websites steeds geadviseerd om de bijsluiter aandachtig te lezen en een arts te raadplegen in geval van bijwerkingen. Wanneer je geneesmiddelen via het internet koopt krijg je immers geen waarborg op veiligheid en doeltreffendheid noch enige garantie op kwaliteit. Bovendien krijg je geen deskundig advies. Zo kunnen verschillende medicijnen elkaar beïnvloeden en elkaars effect versterken of verzwakken. Andere geneesmiddelen mogen dan weer niet ingenomen worden met alcohol of mogen niet ingenomen worden door vrouwen die zwanger zijn of zwanger willen worden. Op het internet vind je ook geneesmiddelen die niet vergund zijn of die schadelijke stoffen bevatten. Overigens hangt het juiste doseringsschema af van persoon tot persoon. Wie online geneesmiddelen koopt, heeft drie kansen op vijf om namaak- of vervallen pillen te slikken. Er zijn nieuwe wettelijke bepalingen gepubliceerd die de vervalsing van geneesmiddelen moeilijker maken. Zo moeten officiële apotheken die geneesmiddelen via internet verkopen sinds 1 juli 2015 op elke pagina van hun website het Europese authenticatielogo voor internetapotheken vermelden. Iedere website moet bovendien een link bevatten naar de website van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG).

 

Braindoping voor beginners

Methylfenidaat is een psychostimulans dat als Concerta, Ritalin of Rilatine op de markt wordt gebracht. Dit geneesmiddel zorgt ervoor dat dopamine in de hersenen langer actief blijft. Mensen met ADHD, die vaak te veel prikkels binnenkrijgen, worden hierdoor aandachtiger en kunnen zich beter concentreren. Bij jongeren die onbezonnen Rilatine gebruiken zonder voorschrift van een arts werkt het anders, zij voelen voornamelijk hun vermoeidheid minder. Sommige studenten gebruiken het dan ook om een nachtje door te halen voor een examen. Hogere doseringen hebben echter het effect van amfetamine. Mogelijke bijwerkingen zijn dan ook hartkloppingen, een gejaagd gevoel, misselijkheid, verminderde eetlust en moeite met in- of doorslapen.

 

De idee van de maakbare mens leeft zeer sterk in onze huidige maatschappij. Waarom zou je jezelf dan niet slimmer mogen maken aan de hand van een pilletje? Dit roept bij velen hevige en uiteenlopende reacties op. Sommige gillen dat het gebruik van breindoping oneerlijk en ethisch onverantwoord is. Anderen vinden de criminalisering overdreven en pleiten voor een meer pragmatische aanpak.

 

Ritalinkopen.net aan het woord

Hoe kwamen jullie op het idee om online medicatie te verkopen?

Concentratieproblemen zijn nog nooit zo'n groot probleem geweest als vandaag. De prevalentie van concentratiestoornissen als ADHD en ADD groeit elk jaar. Wat doen mensen als ze ergens een probleem mee hebben? Ze zoeken naar een oplossing. Ritalin is om meerdere redenen een goed hulpmiddel om voor een langere tijd geconcentreerd te kunnen blijven. Dat dit geneesmiddel enkel zou werken bij mensen met een concentratiestoornis is niet waar. Ook voor mensen zoals jij en ik werkt het medicijn op dezelfde manier. Om die reden zijn er ontzettend veel mensen die het willen kopen, terwijl ze geen diagnose van ADHD, ADD of narcolepsie hebben en er zonder voorschrift dus niet aan geraken.

 

Wat gebeurt er als er vraag is naar iets waar je zonder voorschrift niet aan kunt komen? Dan wordt het, op een andere, niet legale manier, toch verkregen. Wat er namelijk gebeurt, is dat mensen die dit op voorschrift krijgen het weer door gaan doorverkopen. Daarnaast zijn er ook handelaars die hun voorraad Rilatine in het buitenland kopen. Er ontstaat een handel van een product waarvan niemand met zekerheid kan zeggen of het van een betrouwbare bron komt, of het echt is en of er niets mee igebeurd. Mensen lopen hierdoor ernstig risico om schade aan te richten bij zichzelf. Daarbij krijgen ze geen enkele instructie over hoe je het medicijn dient te gebruiken. Toen wij dit beseften voelden wij ons verantwoordelijk om een omgeving te creëren, waar mensen veilig en anoniem hun Ritalin kunnen kopen en waar er ook ruimte is voor vragen van de consument. Dit alles heeft er toe geleid dat wij deze website zijn gestart.

 

Hoe garanderen jullie de anonimiteit van de klanten?

Er worden nooit persoonlijke gegevens van klanten opgeslagen. Nadat een bestelling is voltooid, worden alle gegevens automatisch gewist. Al zouden wij de data van bijvoorbeeld bankrekeninggegevens van een klant willen weten, we zouden dit niet kunnen. De betalingen die met iDeal of Mistercash voltooid worden, gaan namelijk via Bitcoin. Bitcoin is een zogenaamde cryptocurrency, heel kort samengevat is het net als cash geld anoniem maar dan via het internet. Dit maakt dat wij nooit de bankrekeninggegevens van de klant te zien krijgen.

 

Hoe komen jullie aan het product en hoe garanderen jullie de kwaliteit/veiligheid?

Ik kan niet precies zeggen hoe wij er aan komen. Ik kan wel zeggen hoe wij hier niet aan komen. De Ritalin die wij verkopen komt niet van particulieren, niet uit het buitenland of uit de apotheek. Door al deze tussenstations weg te halen, is het onmogelijk dat er iets niet goed kan zijn aan de medicatie. Om hier absoluut zeker van te zijn worden er steekproeven gehouden waarbij we tabletten laten testen. Het is nog nooit voorgekomen dat een tablet niet goed uit de test kwam.

 

Wat gebeurt er wanneer er een schadelijk effect op treedt bij de gebruiker?

Als je een hele hand paracetamol, ibuprofen, ... noem maar op ... in één keer doorslikt, dan neemt je lichaam je dat niet in dank af. Zo is dit ook met Ritalin. In de bijsluiter staat, zoals bij elk medicijn, een waslijst aan mogelijke bijwerkingen. Vele hiervan zijn echter niet om je zorgen over te maken, zoals bijvoorbeeld een droge mond of zweetbuien. Maar er zijn ook bijwerkingen die wel schadelijk kunnen zijn. Zo hebben mensen met een zwak hart, na het nemen van meer Ritalin dan zij nodig hebben, een grotere kans op een hartaanval. Te veel Ritalin zorgt er namelijk voor dat je hart tijdelijk sneller gaat kloppen.

 

Toch is ook dit iets waar je je geen zorgen over hoeft te maken als je je aan onze adviezen houdt en mits je van jezelf een verhoogde kans hebt op hartgerelateerde problemen. Om er zeker van te zijn kun je altijd eerst contact opnemen met je huisarts, deze kent jou persoonlijk en kan je beter advies geven dan wij. Toch zijn wij er van overtuigd dat iemand zijn eigen lichaam het beste kent.

 

Vinden jullie dat Ritalin een soort doping van de hersenen is en bijgevolg bij examens verboden zou moeten worden?

Als Ritalin doping is en het bij examens verboden zou moeten worden, mogen ze koffie (cafeïne), energiedrank (taurine) en tabak (nicotine) ook wel gaan verbieden. De verkoop van Ritalin is ethisch verantwoord als je het op onze manier doet. Er zijn er echter anderen …

 

Tot slot: we weten dat hetgeen we doen, officieel niet mag. Toch willen we dit risico nemen om er op die manier zeker van te zijn dat de vraag die de consument stelt, beantwoord kan worden met een veilig antwoord.

 

De schadelijke effecten op lange termijn zijn helemaal niet bekend. Is één pilletje dat echt waard?

 

De proef op de som

Naarmate we ons meer verdiepten in de duistere wereld van de cognitiestimulerende drugs werd onze curiositeit aangewakkerd. We besloten een zoektocht te ondernemen naar een Rilatine-gebruiker in de universiteitsbibliotheek, eentje zonder voorschrift. Moeilijk bleek dat geenszins te zijn. We stelden haar enkele vragen.

 

Hoe zou je het effect van Rilatine bij jou beschrijven?

“Aanvankelijk leek het echt een wondermiddel. Pilletje nemen, halfuurtje wachten en daar was de concentratie waarvan ik al jarenlang hoopte dat die ooit wel zou komen. Voordien was mijn concentratie helemaal niet zo slecht (of dat dacht ik toch) maar vond ik de leerstof na vier zinnen zo saai dat ik elk sociaal netwerk checkte, waarna ik na de volgende vier zinnen systematisch hetzelfde zou doen. Het grote verschil bij mij is dat de Rilatine ervoor zorgt dat het leren een plezier wordt. Ik zet me aan tafel, begin eraan en ben zo geboeid door wat ik leer dat ik me niet meer genoodzaakt voel om me met andere zaken bezig te houden. Die isolatie is heerlijk en zorgt er zowel voor dat je langer aan een stuk kan leren als dat je in eenzelfde tijdspanne veel meer stof verwerkt.”

 

Je zegt dat het aanvankelijk een wondermiddel leek, is daar dan verandering in gekomen?

“Ik neem het middel nu een maand en ik moet zeggen dat het effect wel wat is afgezwakt. Mijn concentratie blijft wel hoger dan zonder pilletje, maar de drang om me met andere dingen bezig te houden terwijl ik aan het studeren ben is terug groter dan in het begin. Ik heb mezelf dan ook al meermaals afgevraagd of het wel echt gewerkt heeft, of dat ik het me allemaal heb ingebeeld door de toch wel heel aanwezige nieuwsgierigheid en verwachtingen rond het testen van het Rilatine-effect. Ook de lichte neveneffecten die ik de eerste keren dat ik het gebruikte ervoer, zijn nu in mindere mate aanwezig. Het betrof dan vooral een verminderde eetlust en veel dorst. Oordoppen lijken me tegenwoordig ook wel een aardige concentratie te bieden dus misschien moet ik het daar maar bij houden. Hoewel ... Ik weet het niet, eens je bent begonnen is het misschien toch niet zo evident om ermee te stoppen. De kick van ongelimiteerde concentratie is namelijk echt zalig."

 

To take or not to take the pill. That’s the question?

Professor Giugliano wil iedereen ontmoedigen om cognitiestimulerende middelen te nemen.

“In een notendop: we begrijpen helemaal niet genoeg van de hersenen om de impact van zulke stoffen goed te kunnen inschatten. Het onderzoek naar het activeren of remmen van een bepaalde receptor is eerder empirisch geworteld dan dat er reeds sterke bewijzen zijn. Je moet dus altijd erg voorzichtig zijn met het nemen van zulke medicatie, zelfs met betrekking tot angst en depressie. Bovendien zou ik nooit de aankoop via het internet aanraden: in het beste geval gaat het om suiker, maar in het ergste geval kan het gebruik van illegale medicatie dodelijk zijn of blijvende schade berokkenen. Ik raad iedere student dan ook gewoon aan om via een gezond ritme, veel sport en voldoende pauze de examens te verslaan. Je bent er niet mee gebaat een middel te gebruiken waarvan de schadelijke effecten op lange termijn of de werkzaamheid nog niet gekend zijn. Is één pilletje dat echt waard?”



microscoop op wetenschap
30/04/2016
🖋: 

Stel je voor dat je terechtkomt in een vijandige omgeving. Wat doe je? Juist, je bouwt een stevige verdedigingsmuur tussen jou en je mogelijke aanvallers. Het is exact deze tactiek die de pancreaskanker weet toe te passen. We kunnen de tumor prijzen om zijn genialiteit, maar het wordt hoog tijd om de tegenaanval in te zetten. Het brein achter deze operatie is Jonas Van Audenaerde, doctoraatsstudent aan de Universiteit Antwerpen.

De diagnose van pancreaskanker is een hard verdict, aangezien de klassieke behandelingen de hardnekkige tumor vaak niet kunnen overwinnen. Door onze botte wapens pronkt de pancreaskanker op de derde plaats wat mortaliteit betreft. Kunnen we zijn verdedigingsmuur neerhalen met een geheim wapen?

 

landverraders

De ingenieuze verdedigingstechniek van de pancreastumor is natuurlijk niet opgebouwd uit bakstenen, maar uit geactiveerde fibroblastachtige cellen. Dit zijn lichaamseigen cellen die op order van de kanker van kamp wisselen. Van lichaamsburgers ontpoppen zij zich tot tumorsoldaten.

 

Deze cellen worden geen statische plastieken soldaatjes, maar erg actieve strijdkrachten. Nadat ze geactiveerd worden door de kankerorders, beginnen ze in een spoedtempo te delen. De door hen gevormde muur groeit, groeit en blijft groeien. Zo ook de verdedigingstroepen van de tumor. Hierdoor wordt de kanker steeds moeilijker bereikbaar. En alsof dat niet genoeg is, zorgt de omwalling ook nog eens voor extra obstakels. Zo produceren de schildwachten een TGF-bètagoedje dat het strijdend immuunsysteem – de goede legerpionnen – onder de knoet houdt. De pancreaskanker lijkt de aanvalspogingen van ons lichaam steeds een stapje voor te zijn.

 

standvastige verdedigingsmuur

De fibroblastachtige cellen bouwen dus niet enkel een mechanische muur op, maar zorgen ook voor een chemische barrière die de klassieke behandelingen moeten overwinnen. Bij deze dubbele opgave schieten de huidige therapieën vaak te kort. De bestralingstherapie geraakt niet tot bij de kankercel door de dikte van de muur en ook de chemotherapie ondervindt onoverkoombare problemen.

 

Het blijvende uitbreiden van de muur zorgt er immers ook voor dat de druk binnenin de tumorburcht stijgt. Hierdoor worden bloedvaten die naar de kankercellen lopen afgesloten. “Ha!”, zou je denken. “Geen voedselvoorziening meer voor die opdonders.” Helaas is de kanker erg vindingrijk en heeft hij alternatieve methodes achter de hand om te blijven overleven. Ons lichaam is hierbij de grootste verliezer, want geen toegang via bloedvaten betekent een gebrek aan aanvalswegen voor de chemo.

 

geheim wapen

De klassieke therapieën blijken dus maar botte wapens in de strijd tegen de pancreaskanker. Ze maken een kansje om de kanker te bestrijden, maar de prognoses voor deze tumor zijn desondanks bitter hard. Er is nood aan een konvooi vol hoop. En dat hebben de knappe wetenschappelijke koppen begrepen. Zij komen met een masterplan en immunotherapie is daarbij de kerngedachte.

 

Het idee achter immuuntherapie is zo simpel dat het geniaal is. Activeer het aangeboren immuunsysteem en je lichaam kan de aanval in zijn eentje aan. Je versterkt als het ware je eigen natuurlijke leger, zodat de overwinning binnengehaald kan worden. Bovendien zou de therapie, net zoals een vaccin, voor geheugencellen zorgen. Misschien is het daardoor ooit wel gedaan met hervallen en stressvolle controles.

 

Maar kan deze redenering ook omgezet worden in de praktijk? Evident is het in dit geval niet. Want ook de geactiveerde immuuncellen moeten immers eerst voorbij het schild zien te geraken, voordat ze de tumorcellen kunnen uitschakelen. De immuuncellen staan dus voor dezelfde opdracht als de klassieke behandelingen. Hebben zij meer kans op slagen?

 

Gelukkig wijzen de eerste in vitroresultaten van Jonas in de goede richting. Het schild kan omzeild worden en de kankercellen bestreden. Deze strategie wordt nu verder uitgewerkt en ondertussen komt er onderzoekswerk bij voor Jonas, want het 'waarom' van deze positieve wending moet nog beantwoord worden.

 

we are prepared

Eerder dit jaar boekte immunotherapie al een historische vooruitgang toen ze als behandeling voor melanoom en longkanker werd goedgekeurd. Heeft deze nieuwe vorm van therapie genoeg in haar mars om ook de pancreaskanker in patiënten klein te krijgen? “We zien immunotherapie hand in hand gaan met de klassieke behandelingen”, verklaart Jonas. “Als we al tot bij de kanker kunnen geraken, kunnen de gebruikelijke therapieën veel effectiever hun werk doen. Elke stap die we zetten, is een stap in de goede richting.”

 

Die stappen kunnen niet gauw genoeg gezet worden. Want de prognose die patiënten met deze diagnose krijgen is staalhard. Vier resterende maanden, het zijn helaas geen uitzonderingen. En steeds meer mensen krijgen dit verdict te verwerken, want men merkt een sterke toename in incidentie op in West-Europa en de Verenigde Staten. Er wordt onderzocht of onze Westerse levensstijl (met bijhorende suiker-, tabak- en alcoholconsumptie) een trigger voor deze toename zou kunnen zijn. Gekende risicofactoren zijn roken en overgewicht. Voorlopig behaalt pancreaskanker nog maar de twaalfde plek qua incidentie, maar dat zou snel kunnen veranderen met onze huidige gewoontes. We zijn dus niets te vroeg met de zoektocht naar het geheime wapen.



auteur Lize Spit
30/04/2016

Ze verovert de wereld. Aan een sneltempo. Zij. De 27-jarige Brusselse die opgroeide in een klein, Vlaams boerengat vlakbij het Kempische Pulderbos. Drie maanden na de geboorte van haar debuutroman Het Smelt, gaat dwars tegenover haar zitten. Ze vraagt ons wat wij studeren. Waarom we schrijven. Waarom we haar zo graag wilden spreken. De bescheidenheid achter de hype. Beste lezers, hier is ze dan: Lize Spit.

We kaatsen haar vraag terug. Wil zij nog (verder) studeren? “Eigenlijk wel. De studie Scenario aan het RITSC is op vlak van basiskennis vrij pover. Ik heb er nog wel eens aan gedacht om wat meer basiskennis op te doen. Geschiedenis bijvoorbeeld. Taal- en Letterkunde zou ik niet direct durven aanvatten. Ik heb schrik dat ik dan niet meer zou kunnen schrijven. Dat door al dat lezen en bestuderen van taal mijn woorden niet meer vanzelf zouden komen.”

 

debuterende bekendheid

“Veel journalisten die ik de laatste maanden heb ontmoet, vertelden me dat ze Taal- en Letterkunde zijn gaan studeren in de hoop ooit schrijver te worden. Daarna zijn ze de journalistiek in gegaan, omdat ze dachten dat ze niets meer toe te voegen hadden aan alles wat ze bestudeerd hadden.”

 

Dankzij je roman heb je al heel wat journalisten moeten trotseren. Je foto’s staan in tijdschriften en je gezicht komt op de televisie. Kun je nog onzichtbaar zijn?

“Het hangt er vanaf waar ik ben. In de Franstalige Brusselse wijken kan ik nog ongestoord rondlopen. In Vlaanderen is dat moeilijker. Zo kwam tijdens het winkelen laatst een verkoopster mijn handtekening vragen. Ze was heel vriendelijk, maar ik blokkeerde volledig. Ik besefte plots dat ik geen anoniem iemand meer was. Dat is een vreemde gedachte. Wat als die vrouw zou vinden dat ik maar een stukje pretentie was wanneer ik de kleren niet meer mooi terug kon opvouwen? Mensen weten opeens wie ik ben. Of denken dat toch te weten.”

 

Schrijven is het harnas dat ik draag.

 

“Dat zal wel even snel weer verdwijnen. Binnen een jaar is er iemand anders nieuw en dan kan ik weer gewoon mijn gangetje gaan. Het hangt er natuurlijk ook vanaf hoe je met die plots opgekomen bekendheid wil omgaan. Zo ben ik bijvoorbeeld gevraagd voor een testaflevering van De Slimste Mens en kledingmerken willen outfits sponsoren. Ik moet me heel bewust afvragen of ik een BV wil worden of enkel een schrijfster wil zijn.”

 

“Ik denk eigenlijk niet dat ik mee ga doen. Het heeft niet zoveel te maken met wat ik echt doe. Je bent gemakkelijk bezig met andere dingen en dan kom je niet meer aan schrijven toe. En schrijven is wat ik het liefste doe en waar ik me elke dag mee wil bezighouden.”

 

Lukt(e) het om alle dagen te schrijven?

“Tijdens het schrijven van mijn roman schreef ik inderdaad dag in, dag uit. Ik had een voorschot gekregen dat mij toeliet om bijna een jaar thuis te werken en dat heb ik ten volste proberen te benutten. Ik heb een kantoor aan de rand van de stad en daar trok ik iedere dag weer naartoe. Vanaf negen uur werkte ik hard door, om tegen vijf uur weer huiswaarts te keren en daar een avondlijke en nachtelijke schrijfsessie te houden. Enkel in het weekend ging ik niet naar kantoor. Maar ook dan werkte ik heel de dag en een groot deel van de nacht.”

 

De machine van mijn boek bleef maar ratelen in mijn hoofd.

 

“Soms had ik nachten na elkaar maar drie of vier uur slaap. Sommige nachten kon ik zelfs helemaal niet slapen. Nachtjes doorwerken, het heeft ook iets magisch. Alsof je echt even alleen op de wereld bent, want iedereen slaapt. Er gebeurt niets meer. Dat helpt heel erg om te werken, ik zat echt in een soort roes.”

 

machineroutine

“Mijn werkritme had iets eenzaam. Een goede eenzaamheid, dat wel. Het is gek om nu met vrienden over die tijd te praten. Een vriendin van mij zei onlangs dat ik toen heel erg ver weg zat, onbereikbaar was. En ze had eigenlijk gelijk. Ik deed natuurlijk nog aan dingen mee, maar eigenlijk was ik er nooit echt helemaal bij. Ik kon mij niet meer ontspannen met andere mensen. De machine van mijn boek bleef maar ratelen in mijn hoofd.”

 

Als dat jouw werkritme is, chapeau. Veel kunstenaars schijnen alcohol, drugs of wilde feestjes nodig te hebben. Jij had enkel regelmaat nodig.

“Die afhankelijkheid van producten vind ik zo’n bullshit. Ik drink zelf nooit als ik schrijf. Nog nooit heb ik na het drinken van een glas alcohol een woord op papier gezet. Misschien uit angst dat ik zou gaan denken dat ik beter schrijf naarmate ik meer drink. Misschien krijgen veel schrijvers zo een probleem? Soms dronk ik een glas wijn, maar dan zodat ik daarna niet meer zou kunnen schrijven en me wel eens een avond moest ontspannen.”

 

Ik werk en speel echt met de hoogste verwachtingen.

 

“Ik wil heel scherp en nuchter zijn als ik werk. En die regelmaat werkt inderdaad heel erg goed voor mij: elke dag weer diezelfde trein nemen, elke dag schrijven in hetzelfde ritme. Misschien komt het door de tijdsdruk. Misschien ook door faalangst. Of omdat ik net heel gedisciplineerd ben. Maar ik dacht altijd dat iedereen werkte zoals ik. Pas de laatste maanden besef ik dat dat niet zo is."

 

"Ik ging eens op schrijfkamp en daar beschreven anderen me als een soort Margaret Thatcher. Altijd zat ik achter dezelfde tafel uren te kloppen, zonder op te kijken, met een ijzeren discipline, met of zonder kater. Hoewel ik wat vrienden heb leren kennen in het schrijverscircuit, wil ik me in dat milieu niet te veel mengen. Het is al bij al niet zo’n geweldig wereldje. Er zit daar veel jaloezie.”

 

Was het gemakkelijk om te breken met die strakke routine nadat je boek naar de drukker werd gestuurd?

“Ik viel nadien echt in een zwart gat. Het waren ellendige, nutteloze weken. Het werkritme was volledig weggevallen en ik was vreselijk moe, ik moest herstellen van de schrijfperiode. Op het einde wou ik echt dat het boek klaar was. Het werd tijd dat het een publiek kreeg. Want uiteindelijk werk je een hele tijd maar in het ijle. Tot tien minuten voordat het boek naar de drukker moest, heb ik de tekst nog zitten aanpassen. Toen heeft mijn uitgever me gezegd: ‘Lize, nu is het genoeg. Laat het los. Het is klaar.' Sindsdien heb ik mijn eigen boek niet meer gelezen. Ik zou alleen maar de dingen zien die beter hadden gekund.”

 

noodzakelijke afstand

“Mijn boek is nu als een kindje dat heeft leren lopen en waar ik niet meer moet naar omzien. Maar die eerste weken waren moeilijk. Velen vroegen mij ineens naar een tweede boek. Ik was bijna beledigd door die vraag. ‘Jongens, is dit dan niet genoeg?’, vroeg ik mij af. Maar dat is natuurlijk logisch, ik zou die vraag waarschijnlijk ook stellen als ik een schrijver zou ontmoeten.”

 

“Nu ik merk dat mijn boek goed is terecht gekomen, zou ik aan iets nieuws kunnen beginnen zonder dat ik moet werken vanuit teleurstelling of miskenning. Dat is een mooie uitgangspositie. Ik merk dat ik de vraag naar een tweede boek daardoor beter kan verdragen. Mijn debuut heeft genoeg aandacht gekregen.”

 

Je woont nu in Brussel. Is de stad, net als Viersel, een mogelijk locatie geworden voor je verhalen?

“Niet echt. Na tien jaar wonen in die stad heb ik nog geen idee wat ik erover zou kunnen vertellen zonder in clichés te vervallen. Dat had ik niet bij Viersel. Maar daar heb ik ook zo lang gewoond, wetend dat ik een boek over dat dorp zou willen schrijven. Ik heb daar ontzettend veel observaties gedaan, met dat doel voor ogen. En elk jaar, wanneer ik er weer terugkwam, woog ik het dorp een beetje af: ‘Hoe zou het in mijn roman zijn?’ Na een tijd had die omgeving haar eigen leven in mijn hoofd.”

 

“Ik sprak laatst met iemand die de anekdotes over de roddelcultuur in het dorp ongeloofwaardig vond. Maar die heerst er echt. Je wordt daar de hele tijd gezien door mensen en tegelijk word je ook niet gezien. Iedereen weet wel wie je bent, maar niemand is echt in je geïnteresseerd. Ze zetten je in een heel klein kader en zelden kun je daar echt uitbreken. Heel wat mensen lijden daar onder, maar na een tijdje doen ze bijna geen moeite meer om zich uit dat kader te wringen.”

 

Schrijven is mijn houvast. Schrijven is mijn wereldbeeld.

 

“Maar ik doe daar evengoed aan mee. Als ik bij vrienden uit het dorp kom, dan voel ik altijd de noodzaak om te vragen of er nog roddels zijn. Praten over anderen is natuurlijk ook iets dat je verbindt. In Brussel kom ik echter nooit ergens binnen met de vraag of ik nog wat moet weten. Daar roddel ik zelden over anderen. Die stad is natuurlijk onoverzichtelijk groot. In een dorp oordeel je veel gemakkelijker door je eigen wereldvreemdheid.”

 

Voel je dan de noodzaak om met een zekere afstand over die dingen te spreken?

“Ja, ik denk het wel. Je kunt toch niet over een dorp gaan schrijven als je niet weet wat er zich daarbuiten bevindt? Want dan kun je ook niet zien wat er eigenlijk te zien valt.”

 

“In het begin keek ik alleen maar vanuit de dorpse Lize naar de stad. De eerste keer dat ik in Brussel kwam, nam ik de bus die de berg naar de Botanique oprijdt. Als ik dan achter me keek en de Koekelberg zag en alle lichtjes van de auto's, waande ik me echt in New York. Het duurde lang voordat mijn referenties in de stad kwamen te liggen en niet meer in mijn dorp. Nu ben ik veel meer Lize de stadspersoon. Daardoor kan ik ook beter naar mijn geboorteplaats kijken, vind ik.”

 

Jij hebt uit je dorpse kader kunnen breken en de literaire wereld veroverd. Hoe geraak je zo ver?

“Ik geloof dat het feit dat je in jezelf gelooft, heel veel doet. Ik ben niet bijzonder zelfzeker, maar ik heb grote ambities en verwachtingen. Voor mij moet er een grote noodzaak of kracht achter zitten. Misschien is dat de reden waarom mijn boek zo sterk en wijdverspreid is. Misschien voelen mensen de kracht die achter mijn verhaal schuilt wel, hoeveel ik ervoor op het spel heb gezet. Ik hoop maar dat ik ambitieus genoeg was.”

 

Kunnen gelukkige mensen kunst maken? Of moet je een duister kantje hebben?

“Volgens mij hangt het er niet zozeer van af wat je hebt meegemaakt, maar hoe gevoelig je bent. Want ik denk dat gevoelige mensen meer meemaken. Omdat ze zich in anderen kunnen verplaatsen en soms voor honderd mensen tegelijk voelen. Omdat ze weten welke dingen ze moeten zien. Ik geloof echt dat als je een groot inlevingsvermogen hebt, je minder kans hebt om te ontsporen en meer kans om kunst te maken.”

 

doelbewust pennen

"Je hoeft dus niet getraumatiseerd te zijn in mijn ogen. Maar soms vraag ik me af of je weet waarover en waarom je moet schrijven, als je nooit veel tegenwind hebt gehad. Als je nooit heel hard hebt moeten vechten voor wie je bent of wat je wil, als je je omgeving vanzelfsprekend vindt. Natuurlijk kan je dan verhalen en gevoelens gaan verzinnen. Maar de noodzakelijkheid om precies die dingen te uiten, zal ontbreken. En die noodzaak voelt een lezer tussen de regels door, volgens mij.”

 

Begint schrijven dan als een soort zelfopgelegde therapie? Als een verwerkingsproces?

“Voor mij draait het schrijven meer rond bruikbaarheid. Ik kan schrijven over iets dat mij raakt of pijn doet. Op die manier heeft het toch nog nut gehad, een doel gediend. Erover schrijven zorgt dat het negatieve kan worden omgedraaid naar iets neutraals. Soms zelfs iets positiefs.”

 

“Die omkering is voor mij wel therapeutisch. Maar ik ga nooit achter mijn computer zitten om eens neer te schrijven wat ik heb meegemaakt. Ik ben nog nooit beginnen schrijven zonder dat ik wist waarvoor het zou dienen. Aan therapeutisch opschrijven doe ik niet. Ik schrijf niet om wat voor mezelf te houden, maar voor een publiek. Als ik wat voor mezelf wil doen, ga ik wel iets anders doen.”

 

Ik hou niet van wedden op twee paarden.

 

Schrijf je herinneringen of momenten die je denkt later te kunnen gebruiken wel op? Of volstaat het om in je geheugen te spitten?

“Beide. Een goede observatie gaat zelden verloren, denk ik. Ik hoop toch dat die altijd terugkomt in een of andere vorm. Maar als ik ’s nachts in bed een idee heb, twijfel ik ook of ik er nu voor moet opstaan of niet. Afgelopen nacht heb ik een gedachte gewoon laten doorlopen. Nu vraag ik me wel af of ik hem niet had moeten opschrijven. Je hebt ook heel vaak van die flutideëen. Maar ik heb er vertrouwen in dat de dingen die belangrijk zijn blijven hangen voor de toekomst.”

 

Je houdt dus geen dagboeken bij?

“Nee, inderdaad! Als kind had ik wel een dagboek, maar dat ontstond eerder als een dwangmatigheid om de dingen vast te houden. Het staat vol met oplijstingen. Welke dieren er dood gingen, wat we als avondeten hadden gehad, wie bij wie bleef slapen. Er staan maar heel weinig diepzinnige dingen in. Registraties hadden de bovenhand. Nu doe ik dat niet meer. Ik wil daar geen energie aan verliezen.”

 

“Ik wil echt met afstand schrijven. Als ik boos ben, lukt het me niet om woorden op papier te zetten, omdat de techniek dan in de weg zit. Wanneer ik kwaad ben, heb ik eerder goesting om met verf te beginnen kladden. Ik heb me daar wel een periode mee bezig gehouden, maar ik hou niet van wedden op twee paarden en ben voluit voor het schrijven gegaan.”

 

“In mijn dagboek hield ik ook vaak dingen bij die draaiden rond schrijven. Er staat een stukje in over een schrijfwedstrijd in het vijfde leerjaar. We hadden een kortverhaaltje moeten schrijven voor een scholenwedstrijd. Achteraf bleek dat de juf zelf een selectie had gemaakt om in te sturen. Mijn schrijfsel had zelfs de jury niet bereikt. Ik was daar heel kwaad over. Mijn verhaaltje bewaarde ik in mijn dagboek. Het was heel cliché en slecht. Maar toen vond ik dat publiek al belangrijk.”

 

Speelt competitiviteit ook een rol?

“Zeker. Ik speel bijvoorbeeld gezelschapsspelletjes om ze te winnen. Dat moet ook! Ik haat het om spelletjes te spelen met iemand die zich zomaar gewonnen geeft. Waarom speel je dan? Niet dat ik graag win. Eigenlijk vind ik winnen heel vervelend. Ik vind het steeds zo erg voor de mensen die verliezen. Maar ik vind toch dat je moet spelen om te winnen.”

 

krachtige doorzetter

“Ik werk en speel echt met de hoogste verwachtingen. Ik geloof dat die wilskracht de uitkomst mee bepaalt. Mijn moeder zucht bijvoorbeeld steeds wanneer ze aan de beurt is om de dobbelstenen te gooien. Die worpen zijn dan vaak ook niets waard. Ik zit dan luidop te hopen op zessen en gooi die eigenlijk echt heel vaak. Zou dat toeval zijn? Of wordt het niets omdat je niets verwacht? Misschien is er toch een kracht vanuit jezelf die de uitkomst mee bepaalt?”

 

“Twee keer deed ik mee aan Write Now!, een grote schrijfwedstrijd in Vlaanderen en Nederland. De eerste keer belandde ik in de finale, maar die won ik niet. Ik had zo gehoopt op de overwinning, dat ik dagenlang treurig was. Het voelde als een soort van liefdesverdriet. Ik wilde de beste zijn, niet meer en niet minder. Het jaar nadien deed ik opnieuw mee. Ik haalde weer de finale. De avond voor het finaleweekend met workshops en de prijsuitreiking werd ik aangereden door een auto. Mijn knie was gebroken, er moesten schroeven in. De dokters planden een operatie in voor dat weekend. Ik weigerde. Ik moest en zou naar Rotterdam gaan. Na lang smeken hebben ze de operatie uitgesteld en mijn been gegipst zodat ik toch op de trein kon stappen. Ik wou daar zijn, ondanks dat ik verging van de pijn.”

 

“Ik wist zelfs niet eens of ik in Rotterdam zou winnen. Maar ik moest er zijn. In het geval het zou gebeuren. En toen gebeurde het! Soms denk ik dat dat misschien wel een voorbeeld is van mijn doorzettingsvermogen. Natuurlijk denk ik nu: ‘Stoemerik. Was gewoon in dat ziekenhuis gebleven, aan een infuus met pijnstillers.’ Maar toen was Rotterdam echt alles. Ik kon dat niet meer in perspectief plaatsen. Dat doorzetten heeft zijn voor- en nadelen.”

 

Kun je je inbeelden dat je die gedrevenheid ooit voor iets anders zou voelen dan voor het schrijven?

“Enkel voor kinderen, als ik die ooit krijg. Maar dat maakt dat ik ook schrik heb om kinderen te krijgen, omdat dat het schrijven en mij zou veranderen. Dat zou plots geen prioriteit meer zijn. En nu is dat altijd nummer één.”

 

“Als ik moest kiezen tussen mijn knieën of mijn schrijven, dan zou ik mijn knieën afstaan. Omdat ik weet dat ik op zijn minst nog mooie verhalen zou kunnen schrijven over mijn gebrek aan benen. Maar als ik niet meer kan schrijven, kan ik niets meer.”

 

Misschien is er toch een kracht vanuit jezelf die de uitkomst mee bepaalt.

 

“Misschien voelt dat zo omdat ik voor mijn schrijven heel veel bevestiging krijg. Ik haal daar mijn geluk uit. Schrijven is mijn houvast. Schrijven is mijn wereldbeeld. Mijn manier van kijken en denken wordt erdoor bepaald. Als het schrijven zou wegvallen, zou de wereld heel wat lastiger zijn voor mijn. Schrijven is het harnas dat ik draag.”

 

“Dat klinkt allemaal zo zwaar, niet? Ik denk vaak dat ik mezelf minder serieus moet nemen. Maar ik vind dat je jezelf soms serieus moet nemen om ergens te kunnen geraken.”

 

Ze lacht. “Ik zit hier nu wel te doen alsof ik weet hoe de dingen in elkaar zitten. Maar ergens roept er nu een stemmetje in mij: ‘Lize, waar ben je mee bezig?!’”

 

Beste lezers, dit was Lize Spit. Een straffe madam met een bescheidenheid die bijna even krachtig is als haar pen.



het allerlaatste woord

30/04/2016
🖋: 
Auteur

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er maar niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze keer: ‘serendipiteit’.

Wie zoekt, die vindt. Het zou zo op een azuurblauw tegeltje boven de haard van menige (groot)moemoe kunnen prijken, een waarheid als een koe. Of is dat een misvatting? Speelt de verneukeratieve taal hier misschien een spelletje met ons? En als het geen waarheid, maar een misverstand is, welk herkauwend zoogdier hoort er dan bij? “Een kameel!”, roept Horace Walpole ons vanuit de 18de eeuw toe en hij kan het weten. De man mag zich immers de trotse uitvinder van het wondermooie woord ‘serendipity’ noemen, de gave om te vinden wat je niet zocht.

 

Ben je je sleutels kwijt, dan vind je steevast een verloren sok terug en het antwoord op die ene gewraakte examenvraag komt altijd een paar uur te laat, op een onverwacht moment. Toch is serendipiteit vooral een erg hoopvol woord. Van theezakjes tot velcro, van synthetische platics tot Slincky’s, de banaalste én belangrijkste uitvindingen zijn vaak het gevolg van stom geluk. Of wat te denken van microbioloog en Nobelprijswinnaar Alexander Fleming. Had deze sloddervos zijn labo beter opgeruimd, dan was hij wellicht nooit op penicilline, het eerste antibioticum, gestoten! Serendipiteit wordt daarom wel eens beschreven als “zoeken naar een speld in een hooiberg, en eruit rollen met een boerenmeid.” Een dankbare gedachte voor studenten en onderzoekers die met writer's block kampen of binnenkort een spervuur aan examenvragen moeten zien te overleven.

 

Walpole, politicus, kunsthistoricus en ongetwijfeld stiekem ook sprookjesliefhebber, kwam op het woord na het lezen van De drie Prinsen van Serendip, “a silly fairy tale”. In dat Perzische sprookje doen drie prinsen uit wat nu Sri Lanka heet, dankzij hun kiene observatievermogen de meest onwaarschijnlijke vondsten. Zo komen ze op een van hun tochten een kamelenhoeder tegen die hen vraagt of ze een verloren gelopen kameel hebben gezien. De prinsen moeten hem teleurstellen, maar slagen er met behulp van enkele weinigzeggende aanwijzingen in om te achterhalen dat de kameel kreupel is, blind in één oog, een tand mist, een lading boter en honing droeg en een hoogzwangere vrouw vervoerde. Wie met een open, scherpzinnige blik de wereld benadert, kan geluk dus afdwingen, volgens Walpole.

 

Ziet het er dus niet naar uit dat je scriptie een Nobelprijs in de wacht zal slepen of schiet je een kemel, laat je hoofd dan niet hangen. Wie geduldig is, nieuwsgierig en scherpzinnig, stapt op een goede dag in bad en krijgt zijn eureka-moment. En als de prof je een ‘minus habens’ noemt, en je zo op academisch verantwoorde wijze voor een achterlijke student verslijt, laat je dan niet van je (koeien- of kamelen)melk brengen en denk aan dit woord. Briljant zijn zit immers niet in de genen, het is een attitude!



Alex Agnew
30/04/2016
🖋: 
Auteur

Enkele weken geleden interviewden we voor onze honderdste editie Alex Agnew over zijn comeback als comedian. Nu staat hij effectief terug op de planken voor de try-outs van zijn show doorheen Vlaanderen. Vorige week stond de Antwerpse King in het CC Merksem en dwars was er bij.

In het voorprogramma stond Xander De Rycke. De jonge komiek heeft er al tien jaar ervaring op de planken opzitten en toert momenteel (eveneens try-outs) met Alex Agnew voor zijn vierde zaalshow. Een beter voorprogramma hadden ik en mijn vrienden niet kunnen wensen; tegen dat het aan de heer Agnew was moesten wij nog de tranen uit onze ogen wrijven en proberen op adem te komen. Xander De Rycke is nog maar 27, maar als we de titel van zijn nieuwe show Quarter-Life Crisis mogen geloven, zit hij momenteel met heel wat vragen over zijn eigen leven. Onder andere de twijfel of hij wel de juiste vragen stelde toen hij zeven jaar geleden met zijn huidige vriendin begon te daten zorgde herhaaldelijk voor lachsalvo’s. Eveneens werd de huidige generatie jongeren op de hak genomen en werd er gehakt gemaakt van de selfiestick. En toen was het aan de grootmeester zelf, zoals altijd ingeleid door een loeihard metal nummer.

 

 

Dat Alex Agnew al jaren een van de beste comedians in Vlaanderen is, staat als een paal boven water. Een van de redenen die hij in zijn interview met dwars aanhaalde om te stoppen, was het gevoel dat hij niets nieuws te vertellen had. Dat merkte ik persoonlijk in zijn (twee) laatste show(s). Maar toen ik de kans kreeg om hem vorige week live te gaan zien heb ik uiteraard geen seconde getwijfeld. Na drie jaar heeft hij inderdaad weer een hele hoop te vertellen. En met Unfinished Business neemt hij absoluut geen blad voor de mond. Niet dat hij dat vroeger deed, maar deze show leek mij nog scherper, nog meer ‘op het randje’ voor sommigen. Toen we hem vroegen waar de grens ligt, was hij duidelijk:

“Nergens. Er is geen grens. Grenzen zijn onzin.” Hij schudt zijn hoofd. “Je mag geen schrik hebben om iets te zeggen uit angst iemand te beledigen. Van een belediging ga je toch niet dood?”

 

En toch is het niet zomaar blind tegen de schenen stampen dat hij doet. Alex Agnew lijkt gegroeid. Het zijn niet meer enkel de geluidjes en de choquerende uitspraken om te choqueren. Wel een man die kwaad is op veel dingen die hij ziet gebeuren en twee uur op het podium komt 'zagen', zoals hij het zelf altijd noemt. Eveneens in onze honderdste editie vroegen we waarom hij terug begonnen was. “I’m just doing it for the money!”, was zijn antwoord toen. Op het podium herhaalde hij net hetzelfde. “En omdak het thuis echt kotsbeu was!” Maar vooral de zin om terug te spelen droop er vanaf.

 

 

Dat het een try-out was, was er bijna niet aan te merken. Op de affiche stond: "Xander De Rycke; 40min. Alex Agnew; 60min." Na iets meer dan het beloofde uur speelde de geluidstechnicus het nummer om de show af te sluiten, maar dat was buiten Alex Agnew zelf gerekend. “Stop! Zet da nummer maar terug af. Merci Merksem! Jullie zijn een geweldig publiek. Zal ik nog even verder spelen?” De sfeer zat echt zo goed dat de King zich aan zijn nieuwe materiaal waagde en bijna dubbel zo lang speelde. Het publiek bleef onophoudelijk lachen en mede door de duur van de show zou je niet denken dat dit een try-out was, maar een volwaardige voorstelling. Om af te sluiten haalde Alex Agnew het boek Fifty Shades of Grey boven. Na een verhaal over hoe hij dat boek voor zijn vrouw en haar vriendinnen voorgoed verpest heeft, las hij de desbetreffende passage uit het boek voor op het podium. “Als ik iets ga bereiken met deze show, dan hoop ik dat ik dit boek voor iedereen verpest die mijn voorstelling ziet.”

 

 

Alex Agnew tourt vanaf september met Unfinished Business door heel Vlaanderen. Alle try-outs tot juni zijn uitverkocht.



100 jaar Toon Hermans
25/04/2016
🖋: 

Zaterdagavond was het Nekka-nacht, en dit keer stond dit Mekka van de Nederlandstalige muziek in het teken van een grootmeester van het Nederlands: Toon Hermans. Zelfs honderd jaar na zijn geboorte zijn zijn liedjes en zijn cabaretstijl nog altijd relevant en zoals wij hebben mogen ontdekken, bij momenten betoverend mooi.

Zaterdagavond zat de Lotto-Arena afgeladen vol, en ook donderdag en vrijdag was hij volledig uitverkocht. Met reden: verschillende artiesten brachten hier een hommage aan Toon Hermans, een man die een grote invloed uitoefende op hun carrière, vertelt Warre Borgmans, de presentator van de avond.

 

De sfeer is dan ook voornamelijk nostalgisch te noemen. Mooie momenten waren er onder andere toen Herman Van Hove, de manager van Toon Hermans, samen met een van zijn vaste begeleiders kwam vertellen wat de lievelingsliedjes van de meester waren. We kregen kippenvel toen Lissa Meyvis, die overigens al een tijdje In de Schaduw van Toon tourt, Lieverd bracht, een van zijn mooiste nummers. Maar ook Johan Verminnen en Rocco Granata die Toon Hermans beiden goed kenden, raakten ons met enkele van zijn tragere liedjes.

 

Maar Hermans schreef niet alleen ontroerende teksten. Door te spelen met taal, kon hij zijn publiek ook danig aan het lachen brengen, zo demonstreerden Pieter Embrechts, Els de Schepper, Riet Muylaert, Bert Verbeke en ook Bart Peeters. "Et tu un plat qui couc, Madame, Un plat qui couc, un beauté ram", zingt de zaal mee. De familie van Toon, die ook in de zaal aanwezig was, kon het wel smaken!

 

Bovendien is er nog een delegatie uit Sittard aanwezig, zo vertelt Borgmans ons. Of mevrouw Loof … HUTJES, LOOFHUTJES en het hele zootje zich welkom voelen? Dat zal wel! Ook een heuse Toon Hermans imitator, in de vorm van Bart Cannaerts, brengt een samenvatting van zijn bekendste sketches met een twist: “de duif leeft nog, m’neer …” Of wat dacht je van een clown, die in Hermans-stijl verschillende klungelige goocheltrucs brengt?

 

Zo ging de avond te vlug voorbij. Het oeuvre van Toon Hermans is te groot om in één avond uit de doeken te doen, maar wij zagen in ieder geval enkele highlights. We maken er een mentale nota van: zijn teksten moeten we zeker nog eens nalezen, en ook de dvd’s van zijn shows zijn zeker het herbekijken waard. Want hoe mooi deze hommage aan de dichter, liedjeszanger, comedian, cabaretier, en zo veel meer ook was, er gaat natuurlijk niets boven het origineel.



over de som der delen, schone kunsten en boegen van boten
18/04/2016
🖋: 

De rubriek ‘proffenprofiel’ toont professoren zoals je ze nog nooit zag: als mensen. dwars stelt de vragen die bij menig student al jaren door het hoofd spoken; wat zijn/haar docent zoal op zijn brood smeert bijvoorbeeld. Professor Frans Van Meir – docent aan de Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Dierkundige Wetenschappen – wordt als laatste van het academiejaar bestookt met vragen.

U focust zich tijdens de lessen histologie, of weefselleer, op een van de allerkleinste aspecten van het lichaam. Zijn details boeiender dan het grote geheel?

Het is wel bijzonder dat orgaanfalen zijn oorzaak vindt in een foutieve werking op moleculair niveau. En cellen zijn nu eenmaal de kleinste structurele eenheden waar je deze moleculaire mechanismen kan bestuderen. Toch moet je in het onderzoek oog blijven houden voor het geheel, want het geheel is meer dan de som van de delen.

 

Wat is uw favoriete celorganel en kleuring?

Ik heb heel wat elektronenmicroscopisch onderzoek gedaan van de bloed-luchtbarrière in de long. Lysosomen in de alveolaire macrofagen tonen een palet aan vormen en zijn zeer heterogeen. Wanneer je proefdieren colloïdaal goud laat inhaleren en dan zure fosfatase met een neerslag van lood zichtbaar maakt, krijg je fantastische beelden. Ik raad iedereen aan: “Zoek ook de schone kunsten in uw werk!”

 

U zetelt in een hele hoop raden. Naar welke vergadering gaat u het liefst?

De Onderwijsraad, omdat daar de verschillen in onderwijscultuur tussen humane en exacte wetenschappen zeer bevruchtend kunnen werken, met verbeteringen in het onderwijs tot gevolg. Ik hoop nog te kunnen bijdragen aan een echt interdisciplinair initiatief, zelfs nu ik niet meer in de Onderwijsraad zetel.

 

Welke herinnering speelt er zich na al die jaren lesgeven nog levendig af in uw hoofd?

Als jonge assistent histologie begeleidde ik de practica van de derde kandidatuur geneeskunde. Deze waren geprogrammeerd op een vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur, echte marathonpractica. De meeste studenten waren zeer vlijtig, toch was er een student die ik constant op zijn opdrachten moest wijzen, bovendien kon hij niet op zijn plaats blijven zitten; het is de enige keer dat ik een student de deur gewezen heb. Deze student is nu wel collega-prof en werkzaam in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Dit was ook het jaar dat studenten moesten betalen als er een preparaat sneuvelde, veertig frank per preparaat. Uit protest werd er niet individueel betaald, maar werd er de eerste keer een omhaling – of 'een collecte', voor de Nederlanders – onder de studenten georganiseerd. De omhaling werd bij het diensthoofd ingeleverd. Er is nooit meer een tweede omhaling geweest; preparaten zijn er nog wel gesneuveld.

 

Herkent u zaken bij uw studenten uit uw eigen studententijd?

Studenten zijn niet veel veranderd, de tijd en de omgeving wel. Studenten studeren wanneer het nodig is en gaan uit wanneer het mogelijk is. Wat is er dan veranderd? Het Examenreglement is veranderd, vroeger werd er nog gedelibereerd, nu niet meer. Het is nu mogelijk om internationaal te gaan, vroeger was dat onbestaande. Een minder gewaardeerde eigenschap van de student van tegenwoordig is dat deze zeer egoïstisch is. Een meer gewaardeerde eigenschap is dat hij/zij toch zeer kritisch kan zijn. Zijn de proffen veranderd?

 

Was professor worden altijd al een droom? Had u andere kinderdromen?

Vlaamse kinderen werden grootgebracht met sport: wielrennen of voetbal. Ik voetbalde bij de jeugd van ’s-Gravenwezel in reeksen die speelde tegen Berchem,Tubantia Borgerhout, Beerschot en Antwerp. Ooit ben ik als knaap gescout door Antwerp; maar ik was niet goed genoeg. Nadien heb ik nog wel in bevordering gespeeld, maar met voetballen gestopt voor de studies. Ik heb goed gekozen.

 

Wat doet u om tot rust te komen na een hectische werkdag of een vermoeiende werkweek?

Ik loop wat rond in mijn tuin met de grasmaaier, wied nog wat onkruid. Ik lees de krant, een tijdschrift, ja ook een wetenschappelijk tijdschrift.

 

Voor welke guilty pleasure pleit u schuldig?

Ik ben onschuldig.

 

Wie mag er u vergezellen op de boeg van de Titanic?

Ik heb zeer de vlug de neiging om te braken op de boeg van een schip, ook van een klein bootje. Ik wil dan ook niemand verplichten. Mijn vrouw kent mijn zwakte.

 

Wat smeert u ’s ochtends op uw boterham?

Dat hangt van de versheid van het brood af. Met vers brood: één boterhammetje met kaas en één boterhammetje met shit of mouse. Na vijf dagen, met oud brood: één boterhammetje met krabsalade en één boterhammetje met confituur.

 

Welk nummer heeft u of zou u graag hebben als ringtone?

Is er keuze? Het trilt!

 

Met de examens in aantocht: welk advies heeft u voor uw studenten die een mondeling examen komen afleggen?

Maak kort voor het begin van het examen tijd voor een sanitaire stop. Een beetje zenuwen kan geen kwaad, maar bewaar zelf het overzicht en zorg ervoor dat je gekleed bent.

 

Heeft u nog een levenswijsheid die u onze lezers op het hart wil drukken?

Wees gulzig in het opdoen van kennis – leef, geniet en werk met passie. Focus op datgene waar je goed in bent en vergeet niet dat je niet alleen bent op deze aardbol.

 

Hartelijk dank, professor!