alles wat je wilde weten over overlijdensberichten

30/03/2018
🖋: 

Heeft een van u zich ooit al vragen gesteld bij die twee pagina’s vol overlijdensberichten in de krant? Ik wel. Vragen als: ‘Zit er dagelijks iemand achter de computer op de redactie, te wachten op overlijdensberichten?’, ‘Wie kiest welk rouwbericht in de krant mag en welk niet?’, ‘Hoeveel kost het om je overleden opa in de krant te laten komen?’, ‘Worden die overlijdensberichten überhaupt gelezen door iemand?’ … Volgens mij ben ik niet de enige met deze vragen, of als u er zelf nog niet bij nagedacht had, ben ik alleszins allicht niet de enige die hierop het antwoord niet kan geven. Als u ook getriggerd bent om meer te weten te komen over de ‘rouwindustrie’, leest u dan vooral verder.

betaalde advertentie

Op de eerste vraag die ik me stelde, is het antwoord in principe: ‘Ja’. Er is wel degelijk iemand bij de krant die zich bezighoudt met het ontvangen van overlijdensberichten. Bij Mediahuis, het mediabedrijf dat kranten als De Standaard, Het Belang van Limburg, Gazet van Antwerpen en Het Nieuwsblad uitgeeft, is er één persoon die deze taak op zich neemt. Maar niet enkel overlijdensberichten komen dan in je inbox: ook auto-advertenties of immo-aanbiedingen vallen in dezelfde ‘categorie’. Zo bekeken is een rouwbericht gewoon een betaalde advertentie. Net zoals je betaalt voor een zoekertje voor je huis, koop je een plaatsje aan om opa’s overlijdensbericht in de krant te laten verschijnen.

 

laatste wens

Er is dus niemand die overlijdensberichten selecteert, want als je ervoor betaalt, moet de krant het overlijdensbericht sowieso plaatsen. Zijn er dan zoveel mensen bij wie het de laatste wens is om nog voor één keer in de krant te staan? Blijkbaar wel. Mediahuis publiceert ongeveer 10.000 overlijdensberichten per jaar. Naar eigen zeggen hoort deze rubriek zelfs bij de best gelezen pagina’s in haar kranten. En dat is vooral te danken aan de uitvaartondernemers. Mensen zullen maar in 10% van de gevallen de krant rechtstreeks contacteren met een overlijdensbericht, maar de grote meerderheid wordt aangespoord door de uitvaartondernemer. Als een familielid sterft, moeten ze daar sowieso langs om de kist te kiezen, de dienst te regelen, het rouwprentje te ontwerpen, enzovoort. De keuze of dat rouwprentje dan ook in de krant moet worden geplaatst, hoort ook bij het hele ritueel.

 

je leeft maar één keer

En wat kost die begeerde laatste one minute of fame dan wel? Dat hangt er natuurlijk van af hoe groot je je overlijdensbericht wilt, en in welke krant(en). Maar stel nu dat je het voor één dag in normaal formaat (7,5cm hoog) in Het Nieuwsblad wil zien, kost je dat 549 euro. Dat is iets duurder dan in De Standaard, en ook voor de regionale varianten betaal je bijna de helft minder. Maar wil je een Mediahuis-combo (De Standaard, Het Belang van Limburg, De Gazet van Antwerpen en Het Nieuwsblad), dan betaal je 1003,5 euro. De prijzen voor De Persgroep (Het Laatste Nieuws en De Morgen) zijn vergelijkbaar. Maar het kan ook groter, en voor meer dagen, dus de prijzen kunnen oplopen.

 

niemand op de koffietafel

Wil je je overlijdensbericht over de volledige grootte van de pagina? Als je ervoor wilt betalen, kan alles. Hoewel, dat is ook niet helemaal waar. Overlijdensberichten waarin familieruzies worden uitgevochten of subtiele sneren naar broer- of zuslief worden verstopt, worden tegengehouden. Het rouwbericht met de tekst ‘Zolang ik leefde, is niemand mij komen bezoeken, nu moet er ook niemand naar mijn koffietafel komen’ is dan weer wél verschenen, omdat de overledene deze tekst voor haar dood zelf had opgesteld. Het overlijdensbericht van een bierbrouwer, die als achtergrond een afbeelding van een bierton voor zijn overlijdensbericht had gekozen, werd dan weer wel geweigerd. Vrijheid mag, maar de sereniteit van de pagina moet wel bewaard worden. De mensen van de omringende rouwberichten hebben er namelijk ook voor betaald.

 

Facebook voor de doden

En voor wie kranten een uitgestorven medium vindt, is er ook nog inmemoriam.be, aka het Facebook van de overledenen. Alle overlijdensberichten die in de krant verschijnen, komen ook op deze site terecht. Buiten informatie over rouwen, wat te doen na een overlijden, testamenten, enzovoort, kan je condoleren via reacties, of ‘een bloem plaatsen’ (wat erg doet denken aan ‘liken’). Wie weet neemt de online versie van de rubriek het op een dag over van die op papier. Het zou de kranten in ieder geval een grote bron van inkomsten kosten. Maar met 10.000 rouwberichten (of moet ik zeggen, rouwadvertenties?) per jaar, lijkt de rouwindustrie voor kranten momenteel op volle toeren te draaien. En al die mensen hebben dan toch ook eens in de krant gestaan.



het laatste woord

28/03/2018
🖋: 
Auteur

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten ter hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie het begrip ‘krambambouli’.

“Krambambouli zo werd geheten, dat schuimend blond studentennat”. In elke standaard studentencodex staat deze zin wel ergens tussen de biervlekken te lezen. Aangezien zelfs de laatste kritisch denkende cantusser waarschijnlijk al anderhalve tempus eerder zijn kritisch denkvermogen is verloren, is deze uitleg zeer bedrieglijk. Want nee, krambambouli is niet het schuimende gerstenat dat recht voor zijn neus in grote kannen vergoten wordt. De cantusklassieker gaat niet over onze geliefde pils, integendeel. Het lied gaat over een kruidig maar zeemzoet en zwaar alcoholische goedje dat elk weldenkend mens waarschijnlijk neuskrullend zal afslaan, tenzij ze zulke zware verkoudheid hebben dat geen enkele dokter zou kunnen helpen. Lachen met die medici, drinken, die krambambouli!

Een dokter zou het waarschijnlijk afkeuren, een dergelijk grogje. In een dikke twintig liter krambambouli zit namelijk tot achttien liter rode wijn en drie flessen bruine rum, op smaak gebracht met een viertal kilo suiker, kruidnagels, kaneelstokjes en glühweinkruiden en een aantal uurtjes prutteltijd. Het gaat dus niet om schone blonde pintjes, maar eerder over straffe rosse mokken. Dat het wat blond uitslaat in onze Antwerpse codexen is waarschijnlijk het gevolg van een vertaalfoutje. Het oorspronkelijke lied is immers Duits. Ook de Duitsers hebben bij hun krambamboulirecept goed in andermans potten gekeken. Het recept zoals hierboven is immers een amateuristische versie van Crambambuli, een merk van kersenbrandewijn uit Danzig.  

De naam 'Krambambouli' duikt ook elders in de literatuurgeschiedenis op. Deze welklinkende opeenvolging van letters was immers de naam van een hond uit een Duitstalige roman. Voor twaalf flessen bovengenoemde Danzigse brandewijn werd deze trouwe viervoeter verkocht. Aangezien het dier hetzelfde wordt geheten als het zeemzoete goedje dat het eigenlijke onderwerp is van de lofzang, zal zijn naam tussen de pintjes door nog eeuwen gescandeerd worden in menig cantuskelder. Ad ultimam: “Want dat is de filosofie naar de geest van krambambouli!“



mijmering

27/03/2018
 Prince en etewaf (© RB | dwars)
🖋: 

Ettewatte? etewaf. Everything There Ever Was Available Forever. Klinkt niet zo eng, zeg je? Wacht maar, ik kom er nog toe.

Maar eerst iets over Prince.

Ik weet niet juist hoe het komt, maar Prince is bij mij altijd een beetje onder de radar gebleven. Tijdens een nachtelijke excursie in het oneindige labyrint van YouTube – want ja, YouTube is het smakeloze medium waarmee ik muziek consumeer – kwam het dan toch eens dat ik Prince op mijn bord kreeg. Mijn interesse was meteen geprikkeld.

Met de uitvoerige Wikipediapagina van Prince als handleiding, grasduinde ik in één nacht door het volledige repertoire van de muziekgod die men ooit 'The Symbol' noemde. Ik stond perplex. Deze man had ontzagwekkend veel goede nummers geschreven. Hoe kwam het dat ik nog nooit eerder op zijn genie was gestuit?

De verklaring was, ironisch genoeg, een schaarste van aanbod. In de bodemloze diepten van YouTube waren Prince-nummers lange tijd bijzonder moeilijk te vinden. Prince had zich gedurende zijn leven altijd hevig verzet tegen de gratis proliferatie van muziek via het internet. Zijn materiaal werd dan ook onmiddellijk van het internet gehaald zodra het ergens verscheen.

Nu, twee jaar na zijn dood, ben je al snel een aantal dagen kwijt als je alles wil bekijken of beluisteren dat er van Prince te vinden is op internet. Na zijn dood in 2016 overspoelden Prince-fans YouTube met een lawine aan uploads van videoclips, live-optredens, nummers en interviews. Een indrukwekkende, doch ook een beetje ironische hommage.

Voel ik mij een grafdelver nu ik zo schaamteloos in YouTube browse door Prince-nummers en videoclips waarvan ik weet dat hij zelf nooit heeft gewild dat ze online beschikbaar zouden zijn voor mij? Nee. Het is een ander soort akelig gevoel dat mij besluipt. En het heeft niets met Prince te maken, maar alles met een gewaarwording van de etewaf.

Etewaf. Everything There Ever Was Available Forever. Het is een acroniem dat voor het eerst gebruikt werd door Patton Oswalt. In een column voor Wired uit 2010 luidde de Amerikaanse komiek de alarmbel: Geek culture was dood, en dat was de schuld van het internet en de etewaf.

Het internet had de nerds in een existentiële crisis gebracht. Alle informatie denkbaar werd plots geïnventariseerd en beschikbaar gemaakt voor iedereen die toegang had tot het internet. Zelfs de meest obscure feiten, dingen waar voordien de nerds een patent op hadden, werden plots voor het grote publiek ontsloten.

Maar als alles dat ooit gemaakt was, overal en altijd beschikbaar werd voor iedereen, hoe konden de geeks en de nerds zich dan nog onderscheiden van de rest van de kudde?

En als het niet langer een opgave was om een niche te vinden en daar meticuleus alles over te verzamelen wat je maar kan vinden, voelt het vergaren van die obscure kennis dan nog wel aan als iets dat je hebt verdiend?

De etewaf is misschien nog niet bereikt, maar we zijn niet ver af en de gevolgen ervan waren ook in 2010 al duidelijk voelbaar. Een nerd zijn over iets is al lang niet meer iets dat je onderscheidt van de rest, iets dat je met noeste zoek-en-verzamelarbeid moet verdienen. Het is de mainstreamvorm van massaconsumptie geworden, aldus Oswalt. Iedereen surft toch op de wiki van Game of Thrones? 

Maar dat creëert volgens Oswalt zeer zwakke nerds. De etewaf verwent ons en verandert ons in passieve consumenten. We zijn zombie-nerds die automatisch en zielloos alle info die we kunnen verdragen tot ons nemen, zonder ze ooit werkelijk te savoureren. We zijn veelvraten, geen fijnproevers.

Zo voelde ik me terwijl ik mezelf in die gulzige bui in Prince ‘verdiepte’. Als een ongecultiveerde veelvraat. Opeens werd ik me gewaar van de ondraaglijke oppervlakkigheid van de manier waarop ik cultuur beleef, de diepteloosheid ervan. 

En ik dacht aan de echte Prince-fans. De mensen die hem echt beleefd hebben. Ik dacht aan die ene cafébaas die zo gepassioneerd over Prince kan vertellen. Over hoe zijn ontluikende liefde voor Prince zich waarschijnlijk ontwikkeld had tijdens de jaren tachtig.

Zijn interesse werd niet ogenblikkelijk bevredigd met het onachtzame gebaar van een eenvoudige muisklik. In dat decennium had het verkennen van een artiest of genre iets weg van een langgerekt voorspel: je krijgt wat te horen, je luistert, je herbeluistert, je anticipeert. Je hoort een nieuwtje: Prince maakt een nieuwe plaat. Je beluistert opnieuw wat je hebt en wacht in spanning af. Misschien hoor je morgen iets op de radio.

Wie in de jaren tachtig ergens in een geïsoleerd Vlaamse dorp zijn hand kon leggen op de bootleg-opname van een legendarische Prince-aftershow voelde zich als een uitverkoren discipel in de woestijn. Met één zoekopdracht in YouTube heb ik zo toegang tot tientallen bootlegs. Verbazingwekkend, maar uitverkoren voel ik me niet; de comment-secties staan vol en velen luisteren in stilzwijgen mee.

De schaarste die eigen was aan het pre-etewaf tijdperk maakte dat fans intiem vertrouwd raakten met het repertoire van hun geliefkoosde artiest. Uit het constant opnieuw herbeleven van het beperkte materiaal dat ze hadden kunnen bemachtigen, vervaardigden ze een unieke, geheel persoonlijke band met het object van hun tomeloze nieuwsgierigheid. Het was een werk van lange adem.

Ik beweer niet dat het onmogelijk is om in de wereld van de etewaf een echte fan te zijn. Ik zeg enkel dat het gemakkelijker wordt om ogenblikkelijk je nieuwsgierigheid te bevredigen.

Instant gratification. Daar zijn we als soort bijzonder kwetsbaar voor. De Netflix bingewatch-impuls, gameverslaving, gokverslaving, pornoverslaving. Het is allemaal gebaseerd op hetzelfde mechanisme. Het stimuleert en versterkt dezelfde kanalen in ons brein, terwijl andere worden verwaarloosd. Het vreet aan ons geduld en het maakt dat we vergeten te savoureren van het moment – van wat we hebben. Want om eerlijk te zijn: wat hebben we werkelijk in de wereld van de etewaf?

Everyting there ever was, available forever. In de ether, ja. Maar in onze handen? In onze verfomfaaide cd-mappen? In ons archief? In onze harten? In onze persoonlijke herinneringen? Niets.

Tijdens die Prince bevlieging van laatst besefte ik plots dat het alles is wat ik heb, die nachtelijke omzwervingen op YouTube. Haast alle nummers die ik het liefst hoor, beluisterde ik voor het eerst helder toen ik ze als een of andere zielloze bibliothecaris opvroeg in de gigantische database van het web. Wat kan ik zeggen, ik hang graag rond in het verleden.

Het baart me zorgen, mijn relatie met de etewaf. Ik heb geen herinneringen aan gekoesterde momenten waarop ik mijn favoriete nummers voor het eerst écht beluisterde. Wat ik wel heb is een vormeloze pap van dezelfde momenten. Een aaneenrijging van in elkaar vloeiende nachten die ik spendeerde, gekluisterd achter de interface met het internet. Is dat nog gezonde cultuurbeleving?

Uit de vele comments van het genre ‘I was born in the wrong decade’ die ik tegenkom in mijn excursies op YouTube, kan ik afleiden dat ik lang niet de enige ben die in de etewaf-val dreigt te trappen. In het schier eindeloze archief van het internet geraak je niet alleen gemakkelijk de weg kwijt, maar ook de voeling met de wereld om je heen. Van het langgerekte voorspel van ontdekken is geen sprake meer. De vraag is inderdaad hoe de eerste generatie die geconfronteerd zal worden met de etewaf ermee om zal gaan.

Want dat de etewaf snel komt, dat staat vast. We zijn al verbazingwekkend dichtbij; er rest ons enkel nog wat gerommel in de marge. Met het oeuvre van Prince werd onlangs een van de laatste grote blinde vlekken opgevuld.



experts over fijnstof, de initiatieven van de stad en wat we zelf kunnen doen

26/03/2018

Het ene na het andere krantenartikel over luchtvervuiling slaat ons om de oren. De lage-emissiezone deed zijn intrede, Greenpeace klaagde de Vlaamse Overheid aan en uit heel wat metingen bleek dat er meer fijnstof in de lucht zit dan eerst gedacht. Wat betekenen deze begrippen eigenlijk concreet? En welke consequenties heeft de luchtvervuiling voor de Antwerpse student? We vroegen het hoofd van Energie en Milieu van Antwerpen, een vertegenwoordiger van Greenpeace en Roeland Samson, een onderlegd professor in luchtkwaliteit, om meer uitleg.

fijnstof, een minuscule moordenaar

Eerst en vooral, wat is dat fijnstof precies? Fijnstof kennen we als zeer kleine deeltjes die rondzweven in de lucht. Ze worden geproduceerd door de natuur, zoals zeezout en pollen, maar ook menselijke activiteiten zoals verwarming van gebouwen, land- en tuinbouw en verkeer dragen tot de vorming ervan bij. De wetenschappers onder ons weten dat onder andere het schadelijke gas stikstofdioxide schuldig pleit voor het ontstaan van fijnstof. Daarom leggen de Europese Unie en de Wereldgezondheidsorganisatie een maximumwaarde van 40 µg/m³ stikstof op. Het hoeft je niet te verbazen dat Antwerpen als dichtbevolkte stad met veel verkeer en een grote haven deze norm op diverse plaatsen overschrijdt. Fijnstof vermindert de levensverwachting met negen tot dertien maanden en kan leiden tot allerlei gezondheidsklachten zoals longproblemen, een hartinfarct en zelfs kanker. Korte episodes van hoge concentraties, maar ook langdurige blootstelling aan lage concentraties, zijn schadelijk.

 

maatregelen van de stad

Volgens Filip Lenders, hoofd Energie en Milieu Antwerpen, heeft de stad al heel wat maatregelen getroffen om de stikstofconcentraties terug te dringen. Voorbeelden hiervan zijn het plaatsen van oplaadpunten voor elektrische voertuigen, maatregelen gericht op gebouwverwarming, het ontraden van stoken met hout via een sensibiliseringscampagne en de recente invoering van de lage-emissiezone. Heeft dat laatste nu eigenlijk effect gehad? Filip Lenders (Stad Antwerpen) zegt dat het nog te vroeg is om hierover uitspraken te doen. Toch is hij ervan overtuigd dat het invoeren van een lage-emissiezone, die oudere en dus meer vervuilende auto’s bant, ongetwijfeld een positief effect heeft op de uitstoot van luchtvervuilende stoffen.

 

Het zou nog beter zijn als alle dieselwagens, en nadien de benzinewagens geweerd worden, zoals in Parijs vanaf 2030.

– Joeri Thijs

 

Joeri Thijs van Greenpeace nuanceert dit optimisme: “De lage-emissiezone zorgt voor minder fijnstof en dieselroet, maar niet voor minder stikstofdioxide. Sommige moderne dieselwagens stoten evenveel of zelfs meer stikstofdioxide uit dan oudere dieselwagens. Het zou nog beter zijn als alle dieselwagens, en nadien de benzinewagens geweerd worden, zoals men vanaf 2030 in Parijs zal doen. Als dat gepaard gaat met aantrekkelijke vervoersalternatieven kan zo’n lage-emissiezone werken.” Het is volgens Greenpeace dan ook noodzakelijk om massaal te investeren in kwalitatief openbaar vervoer, een goede infrastructuur voor fietsers en voetgangers, een slimme kilometerheffing, voldoende hoge parkeertarieven en een betere ruimtelijke planning.

Een lage-emissiezone is een stap in de goede richting, maar het mag niet enkel daarbij blijven. Daarom onderzoekt het stadsbestuur hoe ze door middel van ruimtelijke ingrepen ervoor kan zorgen dat gevoelige bevolkingsgroepen zoals kinderen, zieken en ouderen minder blootgesteld worden aan fijnstof. Een andere aanzet om op termijn te evolueren naar een stad met minder uitstoot is de website www.slimnaarantwerpen.be. Deze laat bewoners, bezoekers en bedrijven kennismaken met diverse mogelijkheden om de stad te bereiken en zich erbinnen te verplaatsen.

Ook voor de toekomst staat nog heel wat op het programma om de luchtkwaliteit in Antwerpen te verbeteren, vertelt Filip Lenders. In 2018 start het Europese project ‘Zulu’ waarbij mogelijkheden tot innovatieve luchtzuiveringssystemen in scholen en crèches worden onderzocht en vervolgens worden toegepast. Acties omtrent het stilleggen van stationair draaiende voertuigen zoals taxi’s en het vermijden van vervuilende generatoren staan eveneens op het programma. Ten slotte zal er geïnvesteerd worden in een overkapping van de Ring en een modal shift. Dit laatste is een mooie term voor het deels vervangen van vervoer over wegen door andere vormen van vervoer, zoals vervoer per spoor en per schip.

 

propere oases in de studentenbuurt

Het is intussen geen verrassing meer: de lucht die we dagelijks inademen is vervuild en dat is een groot probleem. Hoe zit het eigenlijk met de luchtvervuiling in de studentenbuurt? Is de lucht die we inademen wanneer we van kot naar aula of stamcafé gaan overal even proper? Kunnen we gaan joggen zonder ons zorgen te moeten maken? Volgens Filip Lenders is de luchtkwaliteit aan de Stadscampus even problematisch als in de rest van de stad.

Professor Samson, professor aan de Universiteit Antwerpen en expert luchtvervuiling, voegt daaraan toe dat de mate van luchtvervuiling heel afhankelijk is van plaats tot plaats. De concentratie van fijnstofdeeltjes hangt af van twee zaken: de mate van verkeer en de breedte of openheid van een bepaalde straat. Naburige locaties kunnen zo enorm verschillen. Het Hof van Liere heeft bijvoorbeeld een veel betere luchtkwaliteit dan de omringende straten, omdat de binnentuin autoluw is en de gebouwen errond een zogenaamd natuurlijk schild vormen, aldus Samson. Hetzelfde zie je op Campus Groenenborger. Die ligt net boven de Kraaibeekstunnel, maar omdat die overkapt is, is de luchtkwaliteit op de campus enorm goed. Rustige, autoluwe plaatsen zijn dus een ideale plaats om bijvoorbeeld een pauze te nemen. Samson raadt daarom ook aan om als fietser of jogger zo weinig mogelijk de drukke straten op te zoeken. "Dat is niet alleen beter voor je gezondheid, maar het is ook veiliger."

 

schone lucht voor (en door) iedereen

Gelukkig kunnen wij als studenten zelf ook bijdragen tot een schonere lucht. Om te beginnen door zo vaak mogelijk te kiezen voor de fiets en het openbaar vervoer. Als we toch de auto nemen, gebruik dan de principes van ecodriving: sneller schakelen, anticiperen op de omgeving, je motor uitzetten bij korte stops … Tot slot moeten we proberen zo energiebewust mogelijk te leven: een warme trui aantrekken in plaats van de verwarming helemaal open te draaien, het is een logische maar effectieve aanpassing.

Greenpeace ondernam grotere stappen om luchtvervuiling tegen te gaan: een tijd geleden klaagden zij de Vlaamse Overheid hiervoor aan. Joeri Thijs legt uit: “We verwachten dat ze de gezondheidsimpact van luchtvervuiling ernstiger gaan nemen. Vervuilde lucht zorgt voor ademhalingsaandoeningen en vroegtijdige overlijdens. Dan is het voor ons onaanvaardbaar dat de overheid maar wat blijft aanmodderen.”

 

Door deel te nemen aan een burgeronderzoek als Curieuzeneuzen geef je een duidelijk signaal dat je bekommerd bent om propere lucht.

– Roeland Samson

 

Professor Samson vindt die aanklachten een goede zaak: “De lucht in de stad is enorm schadelijk. Moest je die in een laboratorium willen nabootsen en mensen eraan blootstellen, zou dat als ontoelaatbaar beschouwd worden.” Samson pleit er dan ook voor dat de Europese normen voor luchtkwaliteit aangepast worden: “Die normen houden niet alleen rekening met onze gezondheid, maar ook met onze economie. De normen zijn dus hoger dan ze zouden moeten zijn."

Professor Samson werkt momenteel ook mee aan het initiatief Curieuzeneuzen. Bij dat project onderzoeken burgers zelf de vervuiling in hun straat.  "Ook dat is een vorm van protest", meent Samson. "Je geeft zo een duidelijk signaal aan de regering dat je bekommerd bent om propere lucht."

Er is dus nog veel werk aan de winkel, maar protestacties, initiatieven als de lage-emissiezone en simpele gedragsveranderingen als eens vaker de fiets nemen, kunnen wel degelijk een groot verschil maken.



studentenverenigingen in vriendschappelijke literaire competitie

25/03/2018
[Landjuweel 2018] (© [Rense Verweerden] | dwars
Bron/externe fotograaf

Rense Verweerden

🖋: 

“Welkom op het allereerste moderne Landjuweel”, krijgen we te horen. Jawel, sinds het laatste Landjuweel in 1651 werd het vriendschappelijk strijden om de literaire overwinning niet meer georganiseerd. Niet dat je in de tussentijd niets meer te horen kreeg over het Landjuweel – wellicht ving je het begrip al eens op in je lessen Nederlands, anders wel door Opendoek, een sportevenement van de KLJ of een Nederlands aardappelmerk.

Geen aardappelen of sport op donderdag 22 maart 2018, waar het oude evenement nieuw leven ingeblazen krijgt. Wel elf studenten die poëzie, dans, muziek en/of proza brengen. Dankzij een plots idee van Bastiaan De Groote – lid van het praesidium van Babylon – komen immers de vier taal- en letterkundeverenigingen die Vlaanderen rijk is bijeen in de Vesaliusaula in Leuven. Waar in 1651 alleen de Brabantse Rederijkerskamers zich verzamelden in Antwerpen, mocht dit jaar Gent aldus wel van de partij zijn. Ook de studentenverenigingen van Rotterdam en Amsterdam werden door Bastiaan gecontacteerd, maar zij geraakten er dit jaar (nog) niet.

 

(her)ontstaan

De plotse ingeving van Bastiaan ontstond toen hij (voor de derde keer) vroegmoderne literatuur aan het blokken was. "Ik stuitte op het concept Landjuweel en bedacht dat het dé manier was om contact met onze zusterkringen te onderhouden. Ik had vorig jaar met het ILP – de Interuniversitaire Literaire Prijs die we elk jaar met Babylon organiseren – voor ons lustrumjaar immers heel Vlaanderen en Nederland rondgereisd om contact te leggen met andere kringen en studenten. Dat was een interessante onderneming en ik vond het jammer dat het daarbij bleef", vertelt Bastiaan. "Door het Landjuweel kunnen we meer dialoog creëren tussen universiteiten. Want er leven vele vooroordelen: die van Leuven zijn snobs, Antwerpenaren zijn arrogant, en de VUB is eigenlijk 'maar' een hogeschool."

Door meer in contact met elkaar te komen, hoopt Bastiaan dat de studenten elkaar beter begrijpen en het beste in elkaar naar boven brengen. "Ietwat naïef en idealistisch", geeft Bastiaan toe. "Maar wel de moeite waard." En dat zagen ook Anna De Wolf en Ella D'Hoe. Zij sprongen mee op de kar om het idee verder mee uit te werken, zodat ze met z'n drieën aan de slag konden. En zo stroomt de Vesaliusaula vol studenten die warm gemaakt zijn voor datzelfde plan.

 

pover acteertalent en onsubtiele steken

Zoals het een Rederijkse avond betaamt, opent professor Meeus het Landjuweel met een korte sketch in het oud-Nederlands. Bijgestaan door Benjamin Heirbaut – praeses van Lingua – en een spiekbriefje stapte de professor van UAntwerpen het podium op. Zijn acteertalent is niet om over naar huis te schrijven, maar zijn korte opfrissing van de Rederijkers is welkom en wordt bovendien gekruid met een onsubtiele liefde voor de stad Antwerpen. Dat laat professor Van Vaeck (KU Leuven) niet aan zijn hart komen, en wanneer hij de microfoon overneemt om de intro verder te zetten, vliegen de ludieke steken in het rond. Een payback, maar dat hoort kennelijk bij een Landjuweel.

Die van Leuven zijn snobs, Antwerpenaren zijn arrogant, en de VUB is eigenlijk maar een hogeschool.

En hoewel de organisatie de heren voor de start duidelijk aankondigde met ‘een kort woordje’, lopen we na de intro van beide professoren al flink achter op schema. Maar ach, het heeft gewerkt en het publiek is opgewarmd.

 

de strijd

Antwerpen mag de spits afbijten met tedere poëzie, geschreven en gebracht door Silke Wossmann. Zij kwam uit een tiental kandidaten naar voor, na een oproep die Lingua lanceerde in oktober. Liesl Van Britsom –  die dit jaar de functie van Landjuweel-verantwoordelijke binnen Lingua op zich nam – zocht daarna samen met Silke naar een concept voor haar act. Passend bij haar beginnende woorden Oh zoete poëzie / dans met mij, danst Lore Fremau op pianomuziek van Reinout Arents. Hun optreden werkt, en later op de avond mag Antwerpen dan ook met de publieksprijs huiswaarts keren. 

"We hebben allemaal een overvloed aan positieve commentaar gekregen en volgens mij waren we echt op ons hoogtepunt", vertelt Silke ons achteraf. "Beter dan dat we het hebben gedaan kon niet, en dat is een zeldzame gedachte voor iemand zoals ik."

De vier dichters van Brussel betreden daarna het podium, in het zwart en met rozen gooiend. Je liefde heb ik / losgelaten gelaten eindigt in mijn hemel is een blauwig vuur en een roos die haar hart breekt. Waar LWK koos voor een voor de rest bescheiden performance, gooit Leuven drie brokken energie op het podium. Kring Babylon gaat voor acteertalent, nihilisten en vadsige pony’s. Met hun net niet overdreven gebaren slepen ze later de juryprijs in de wacht.

Door het Landjuweel kunnen we meer dialoog creëren tussen universiteiten.

Als laatste mag Gent het podium betreden. Met een tekst die zowel Paul van Ostaijen en Rudyard Kipling samenbrengt, heeft Filologica als enige met bestaande teksten geëxperimenteerd. Met een performer die tekst en dans zelf combineert, was een greep naar de overwinning zeker mogelijk. Totdat er overduidelijk tekst vergeten wordt. ‘Shit’. Maar Lize De Ryck herpakt zich in haar dans en laatste stuk. Ook dat is een chapeau waard.

 

trots

Ontroerd en uitermate trots nemen organisatoren Anna De Wolf en Ella D’Hoe de microfoon weer op na de pauze. De stemmen zijn geteld, maar eerst mogen we nog smullen van de poëtische voordracht van Mustafa Kör. Hij beschrijft hoe de aanwezige verantwoordelijken elkaar acts zo aanmoedigden en daarmee vat hij precies het doel van de avond samen: studenten die vooroordelen over andere clubs even opzij en verbroederen.

En daar mogen ze fier op zijn. Wat we vanavond te zien kregen, zou weleens het begin van iets groots kunnen worden. Wie weet sluiten er volgend jaar toch nog een heleboel andere steden aan. Maar de Vlaamse bijeenkomst was alvast erg waardevol.



een blik achter de schermen bij Antwerpse bloggers

23/03/2018
🖋: 

Bloggen, het is een welbekend fenomeen met desondanks een nichepubliek aan lezers. Daarom zet dwars in deze reeks Antwerpse bloggers in de kijker, die zich toespitsen op specifieke interesses en thema's. Deze week hebben we het met Tamara en Sofie over Sport & Lifestyle.

Sinds twee jaar staat 'Sophia_Getfit' online, de blog van Sofie (23). Zij studeert Cross-Media Management aan de Karel de Grote-Hogeschool. 'Avocado in heels', de blog van Tamara (27), staat sinds het einde van de zomer van 2017 online. Zij is momenteel werkzaam in de logistieke sector in Antwerpen.

 

bezige bijen

Als student-ondernemer heeft Sofie een erg drukke planning. Ze combineert haar studies met de leiding van haar dansstudio Petit Plié. Tamara ervoer dan weer een overschot aan tijd zodra ze startte met werken: “Mijn vriend is webdesigner in bijberoep en werkt veel. Ik vind het leuk om zelf ook iets extra om handen te hebben. Het is ook niet fijn wanneer een van de twee met zijn vingers zit te draaien." Om haar vrije tijd op te vullen, startte ze met een blog. Voor beide meisjes is het erg belangrijk dat ze plezier beleven aan wat ze doen. Sofie verwoordt het als volgt: “Ik heb thuis een planner die echt bomvol staat. Dat is geen probleem voor mij, want alles wat ik doe vind ik erg leuk.”

 

Al mijn content bestaat eruit te informeren en te motiveren.

 

Sophia_Getfit bevat onder andere tips over gezondheid (van slaap tot supplementen), sport en beweging. Zo schrijft ze blogposts over activewear, sportkledij. “Het doel hiervan is mensen informeren over nieuwe collecties, soms al voor die in de winkel verschijnen. Zo kunnen mijn lezers beslissen wat ze zullen kopen op basis van mijn mening en reviews.” Voorts schrijft ze over sporttrainingen, stretching, dansen en lenigheid. “Al mijn content is bedoeld om te informeren en motiveren”, sluit ze af.

 

Bij Tamara ligt de focus op gezonde voeding. “Ik wil vooral laten zien dat diëten en op je gezondheid letten niet betekent dat je enkel een appel mag eten. Het is belangrijk om een goede balans te vinden”, vertelt ze. Ook bij Sofie ontbreekt die interesse voor gezonde voeding niet: “Samen met mijn vriend doe ik vaak aan meal prep en zijn we grote fan van de pakketten van Muscle Food. We hebben altijd voldoende eten in huis. Eén tip: naar de supermarkt gaan met honger is geen goed idee!”

 

Sofie
Sophia GetFit
 

 

rolmodellen

Volgens Tamara is het belangrijk om bewuster te eten. Er bestaat geen schema dat je blindelings kan toepassen, want iedereen heeft andere noden. Dat is iets wat veel mensen volgens haar niet vatten. “Mensen willen veel resultaat zien op een korte periode en gaan vaak uit van het idee ‘ik wil er exact uitzien zoals jij, dus ik ga exact doen wat jij doet’.”

 

Ik zeg steeds dat het belangrijk is om een goede balans te vinden.
Af en toe zondigen mag.

 

“Ik krijg heel veel berichtjes van meisjes met de vraag hoe het komt dat ze nog niet mager zijn, terwijl ze bijna niets eten”, vult Sofie aan. Ze benadrukt dat slank worden niet gelijk staat aan stoppen met eten, het gaat erom ‘anders’ te eten. Als antwoord verwijst ze graag naar haar gids en raadt ze aan om macro’s te tellen: voedingsstoffen die energie leveren, zoals eiwitten, koolhydraten en vetten. “Soms eten mensen te veel of juist te weinig vetten. Door het tellen van macro’s kan je nagaan wat je eigenlijk binnenkrijgt.”

 

Nu ze een blog heeft over gezonde voeding, wordt Tamara af en toe door familie en vrienden ludiek 'op de vingers getikt' over het eten dat ze opschept tijdens een familiefeest of bestelt op restaurant: “Dan zeg ik steeds dat het belangrijk is om een goede balans te vinden. Af en toe zondigen bij een speciale gelegenheid mag uiteraard.”

 

sociale media

Tamara dacht er al langer over na om haar recepten te delen op het internet: “Het is fijn om positieve reacties te krijgen op de dingen die ik deel. Op Instagram worden er onderling veel complimenten en blijk van steun gedeeld terwijl deze in het dagelijkse leven vaak gedacht maar niet uitgesproken worden. Mensen ondersteunen je en dit zorgt voor positieve vibes.”

 

Mensen ondersteunen je en dit zorgt voor positieve vibes.

 

Sofie is al lang verslingerd aan Instagram: “Het enige wat ik écht miste, was dat ik niet voldoende kon schrijven. Ik vond het jammer dat ik mijn volgers niet van meer informatie kon voorzien. Met mijn blog kreeg ik de kans om vragen van volgers te beantwoorden en meer uitleg te geven bij mijn workouts."

Daarnaast heeft Sofie ook een Engels- en Nederlandstalig account op YouTube. “Video's maken gaat veel sneller, het verschil in tijd met het schrijven van een blogpost en bijhorende foto’s maken is heel groot.” Dat begrijpt Tamara volledig: “Het maken van video’s is gemakkelijk, het past soms gewoon beter in je planning.”

 

achterstand tegenover Nederland

Sofie had de eer om ambassadrice voor Hunkemöller te zijn. Hier hoorde een trip naar Berlijn bij voor de lancering van een nieuwe sportcollectie. Producten testen vindt ze erg fijn, zeker als de bedrijven haar er persoonlijk over aanspreken. “Maar ik maak het ook anders mee, soms ontvang ik ongevraagd dingen in mijn brievenbus.” Bedrijven doen vaak niet de nodige research wanneer ze een blogger aanspreken, waardoor Sofie soms spullen ontvangt in de verkeerde maat of een product dat geen verband houdt met het thema van haar blog: “Zoiets vind ik echt weggegooid geld, het kan de bedrijven precies niet veel schelen.”

"Er bestaat enorm veel verschil met Nederland, zij staan zoveel verder. België staat echt achter, ik krijg regelmatig telefoontjes van bedrijven die niet goed weten waar ze mee bezig zijn wanneer ze beroep willen doen of een samenwerking willen sluiten met een blogger", wilt ze nog even kwijt.

 

Er bestaat enorm veel verschil met Nederland, zij staan zoveel verder. België staat echt achter.

 

"Samenwerkingen sluiten is niet zo vanzelfsprekend als je bezig bent met voeding", aldus Tamara. Haar ervaringen zijn momenteel ook nog vrij beperkt. "Er staat binnenkort wel iets op til maar daar kan ik momenteel nog niet al te veel over zeggen", sluit ze af.

Daar kijken we alvast mee naar uit. Veel succes dames!

 

Tamara
Avocado In Heels

 

 

Question & Answer



staat de studentencultuur onder druk?

23/03/2018
🖋: 

Studentenstad Antwerpen blijft groeien. Eén van de groeipijnen is dat er een groot plaatsgebrek ontstaat voor typisch studentikoze activiteiten zoals cantussen en TD's. Vooral de vraag naar charmante en betaalbare locaties zoals kelders klinkt steeds luider bij studentenverenigingen. Als studenten zelfs onder de grond al niet meer welkom zijn, waar moeten ze dan nog kruipen?

"Er is een nijpend tekort aan accommodaties voor studentenverenigingen", bindt Ian Bartsoen van Unifac de kat de bel aan. "We krijgen steeds meer vragen binnen van studentenverenigingen die op zoek zijn naar locaties voor hun activiteiten. De Tarmac wordt vaak naar voor geschoven als de oplossing, maar veel studentenverenigingen zijn daar ontstemd over: ze willen zelf hun eigen drank en eten kunnen verkopen, terwijl je via GATE15 verplicht bent van hun cateringsdiensten af te nemen. Dat scheelt een hele slok op de borrel natuurlijk (de prijs voor een vat bij De Tarmac bedraagt 200 euro, terwijl je bij de brouwer slechts de helft betaalt, n.v.d.r.)."

 

water in de kelder

Toch lijkt het de clubs vooral ook om locaties met een bepaalde charme of luister te doen. Het oog wil ook wat, en een zoveelste lezing of workshop in een overbelicht R-bloklokaal gaat op den duur vervelen. Een gedroomde locatie is de kelder onder de Sint-Ignatiuskapel, die je via een valdeur vanaf het Hof Van Liere kan bereiken. 

"Er is werk aan, maar als de investeringen realistisch blijven, zou het een uitgelezen locatie kunnen zijn om evenementen in te organiseren", zegt Bartsoen, die goed beseft dat een cantus organiseren in een accommodatie van de universiteit geen optie is, "maar om workshops of lezingen te organiseren, is het ideaal." 

 

Een kelder onder een kapel in het hart van de universiteit, het is de natte droom van vele studentenclubs.

 

Een kelder onder een kapel in het hart van de universiteit, het is de natte droom van vele studentenclubs. Te nat zo blijkt, want de kelder is vochtig en loopt nu en dan onder water. Bovendien is de brandveiligheid van de locatie niet in orde. 

Al die dingen zorgen ervoor dat het kostenplaatje al snel zou oplopen. Een te dure investering voor een mooie locatie? "Het is niet zo dat de universiteit niet wil investeren, maar wij moeten steeds alle alternatieven afwegen, en kelders zijn nu eenmaal niet optimaal. In principe proberen we die zelfs zo vaak mogelijk te vermijden", zegt Lieven Willemsen van het departement Infrastructuur.

"Het gaat om beschermde monumenten en daar mag je niet zomaar in gaan uitbreken, wat wel nodig is om de kelder in lijn te brengen met de veiligheidsvoorschriften. Daarnaast hebben we door de grote lopende projecten op de Paardenmarkt en op Campus Groenenborger momenteel weinig middelen beschikbaar. We zijn ons bewust van de vraag voor accommodaties voor studentenverenigingen en we bekijken enkele mogelijke pistes, maar met die projecten kunnen we voorlopig nog niet van start gaan", aldus Willemsen. 

 

kelders op slot

Ondertussen wordt het ook buiten de universiteit steeds moeilijker om locaties te vinden. Vooral cantuslocaties verdwijnen als sneeuw voor de zon. Café den Barbier, Den Uil, Café de Schacht, de Pool Planet ... Allemaal deden ze de afgelopen jaren voorgoed hun kelders op slot. 

Ook de befaamde catacomben onder gebouw D op de Paardenmarkt zijn niet meer. Het voormalige clublokaal van Vulcanis vormde een aantal jaren terug nochtans de ideale scene voor allerlei studentikoze activiteiten. Tot in 2013 de brandweer de kelders noodgedwongen moest sluiten omwille van veiligheidsoverwegingen.

 

In 2013 moest de brandweer de kelders noodgedwongen sluiten omwille van veiligheidsoverwegingen.

 

Regels en veiligheidsvoorschriften worden strenger en alsmaar minder cafés willen het risico nemen om een cantuskelder ter beschikking te stellen. Enkel de duurste locaties blijven zo over. Op die manier worden cantussen een belangrijke verliespost voor studentenverenigingen die het liever wat kleinschaliger en gemoedelijker houden. Een belangrijke studententraditie komt zo onder druk te staan.

 

vroeger was 't beter?

Het is het teken van de tijd waarin we leven. In een wereld waarin iedereen er alles aan doet om de risico's op ongelukken zo veel mogelijk te beperken, is er maar weinig plaats voor bachanalen – en zelfs onschuldige LinkedIn-workshops – in verouderde kelders met krakkemikkige veiligheidsvoorzieningen. 

Om diezelfde redenen werd ook Students on Stage stelselmatig verder weg uit de universiteitsbuurt geduwd, tot het uiteindelijk sinds een aantal jaar op het Sint-Jansplein doorgaat. Antwerpen als studentenstad groeit. Maar met meer studenten komen ook meer regels. De studentenbuurt is al lang niet meer het territorium van de studenten alleen. Die tijd is voorbij.

Maar moeten we daar wel verbolgen om zijn? Dezelfde regelneverij die Antwerpen van zijn studentikoze charme berooft, is noodzakelijk als we tragische ongevallen willen voorkomen en de veiligheid van studenten willen waarborgen. Dat studentenorganisaties en ook de universiteit hun verantwoordelijkheid daarin hebben genomen, is alleen maar toe te juichen. 

Al juichen we best niet te luid, we zouden zomaar de geluidsnormen van minister Schauvliege overschrijden. Ook dat is niet meer van deze tijd ...



maar hoe kiezen de bookmakers hun twaalf punten?

23/03/2018
🖋: 
Auteur

Binnen een dikke maand is het weer zover. ’s Werelds grootste muziekwedstrijd en tevens ’s werelds grootste jaarlijks uitgezonden evenement: het Eurovisie Songfestival (ESC). Ieder jaar opnieuw popelen tal van Europese (en niet zo Europese) landen om mee te doen aan dit liedjesfestijn met als belangrijkste vraag: wie gaat er winnen? Dat proberen de bookmakers al ruim op voorhand juist te voorspellen, en meestal zitten ze er niet ver naast. Maar waarop baseren ze zich?

Nog voor alle nummers bekend zijn (43 dit jaar), beginnen de bookmakers aan hun voorspellingen. Zelfs voor alle deelnemende landen zich ingeschreven hebben, zijn ze er al mee bezig. Dan rangschikken ze de landen die aan de vorige editie meededen en voegen ze na de inschrijvingen nieuwe landen toe, of halen ze er landen uit die dat jaar een sabbatjaar inlassen. In deze fase baseren de bookmakers zich vooral op de reputatie van de landen en hoe ze het de afgelopen jaren hebben gedaan. 

Zweden zal bijvoorbeeld altijd hoog scoren, zelfs nog voor hun nummer bekend is, daarna wordt er pas effectief gekeken naar de kansen van het nummer zelf. Ook Bulgarije, dat het de afgelopen twee jaar uitstekend heeft gedaan, stond lang helemaal bovenaan tot hun nummer ook daadwerkelijk ten gehore werd gebracht. Ondertussen zijn ze dan ook teruggezakt naar de zevende plaats. Landen als San Marino, Montenegro en Slovenië vind je om dezelfde redenen vaak onderaan de lijst terug, waar je ze ook dit jaar weer kan vinden. 

Maar nu alle nummers eindelijk bekend zijn, kunnen de bookmakers zich eindelijk daar volledig op focussen. Elk uur opnieuw evalueren ze de kansen van ieder nummer opnieuw. Hierbij komt een aantal factoren kijken, waarvan sommige pas bij de repetities in acht kunnen worden genomen. 

1. aandacht vooraf

De ene kandidaat wekt op voorhand al heel wat meer aandacht op dan de andere. Zo zijn er ook artiesten waar meer naar wordt uitgekeken dan naar anderen. Soms gaat het over een artiest van een succesvol land in ESC, maar niet altijd. Kan je winnen op media-aandacht alleen? Het blijkt van wel. Het is erg onwaarschijnlijk dat Dana International (Israël, 1998) of Conchita Wurst (Oostenrijk, 2014) hebben gewonnen door hun ijzersterk nummer of hun fantastische zangkwaliteiten. Hier zal de aandacht die beide artiesten op voorhand hebben gekregen hoogstwaarschijnlijk een veel grotere rol hebben gespeeld.

2. kledingkeuze

Kleding moet opvallen, dat is algemeen geweten. Je kan er dus maar best voor zorgen dat je in je mooiste kleren op het podium staat, of juist in de meest opvallende. Deze factor is niet zo doorslaggevend als sommige andere, maar kan desalniettemin veel invloed hebben. Zo wil je bijvoorbeeld niet dat ieder jaar de award voor lelijkste kleding van ESC op je naam staat.

3. het nummer en de zang

Uiteraard is dit een van de meest doorslaggevende factoren. Zonder goed nummer kom je natuurlijk nergens in deze wedstrijd. Is het liedje anders dan de anderen? Dan is de kans al groter dat het meer opvalt. Ook hoe het gezongen wordt, is van groot belang. Artiesten die vals zingen tijdens hun presentatie voor de jury gaan daar al heel wat minder punten van krijgen. Ook het livepubliek is minder snel geneigd om op je te stemmen als je van begin tot eind naast de toon zingt, al zijn zij wat vergevingsgezinder dan de jury.

4. de act

De act moet memorabel zijn en je nummer naar een hoger niveau tillen. Ook dit is weer een factor die uiteraard nog niet mee betrokken kan worden in de voorspellingen van de bookmakers. Vorig jaar liep het bij de act bijvoorbeeld mis voor Italië, dat tot de week van ESC zelf de nummer één-positie bekleedde. Een goede act is dus van groot belang.

5. het je-ne-sais-quoi van de artiest

Het charisma en de x-factor van de artiest blijven natuurlijk ook ontzettend belangrijk. Zonder uitstraling kom je nergens. Je moet de mensen thuis kunnen overhalen om op jou te stemmen met je charme en je performance. Doe je dat niet, dan is de kans dat er op je gestemd wordt, al direct heel wat kleiner. Hoe groter je charisma, hoe meer kans ook op meer media-aandacht.

6. vriendjespolitiek

Het lijkt iets stoms, maar toch is het van groot belang. Er zijn namelijk veel landen die haast automatisch op elkaar stemmen. Zo wisselen Griekenland en Cyprus bijna sowieso hun twaalf punten uit. Ook de Scandinavische landen zijn meer geneigd om elkaar te stemmen en ook België en Nederland kunnen vaak op elkaar rekenen voor goede punten. Andersom zetten Armenië en Azerbeidzjan elkaar steevast op de laatste plaats door de ruzie tussen beide landen. Als je kan breken in dit patroon heb je natuurlijk meer kans om op de eerste plaats terecht te komen. 

7. volgorde van optreden

Ook dit kan een grote invloed hebben. Vroeger werd elke plek nog geloot, tegenwoordig kiezen de showrunners de volgorde van de optredens zelf. Daarbij moeten ze wel nog rekening houden met de eerste en de tweede helft van de finale, die nog wel worden geloot. Als artiest heb je liefst de tweede helft en als het even kan nog zo laat mogelijk in die helft. Later op de avond heb je namelijk meer kans dat de act vers in de kijker zijn geheugen blijft zitten vlak voor die begint te stemmen. Ook uit de plaats waar de showrunners je zetten kan je afleiden hoe groot zij denken dat je kansen om te winnen zijn. Deze volgorde is dus belangrijker dan je denkt.

 

Nog een dikke maand dus en we weten welk land Portugal opvolgt als winnaar van het Eurovisie Songfestival. Op het moment voorspellen de bookmakers Israël en geven ze België een mooie vierde plaats. Maar deze rangschikking zal ongetwijfeld weer veranderen wanneer de acts bekend raken en als de halve finales betwist zijn. Een ding is zeker: op twaalf mei zullen we zien of de bookmakers het bij het rechte eind hadden, net zoals vorig jaar.  
 



de dwarsdoorsnede

22/03/2018
🖋: 
Auteur

Zorgen voor een kind met een beperking is voor sommige ouders niet makkelijk. Zelfs met alle middelen die je in België, of een ander welvarend land, tot je beschikking hebt. Maar wat als dergelijke middelen niet beschikbaar zijn in het land waar je woont en je te maken hebt met een stigma dat gehandicapte kinderen ziet als een vloek of een straf van God? Welkom in Oeganda, waar 13% (zo'n 2,5 miljoen) van de kinderen een beperking heeft. Als lezer beeld je je nu vast een zeer uitzichtloze situatie in. Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Caroline Masquillier, sociologisch onderzoeker aan UAntwerpen, bracht in kaart hoe Oegandese families omgaan met het stigma. Het resultaat: een fototentoonstelling met impactvolle kiekjes en verhalen. dwars was uitgenodigd op de opening van deze tentoonstelling.

We maken kennis met het Angel's Center for children with special needs, een centrum in Oeganda dat hulp biedt door kinderen met een beperking/handicap op te vangen en de ouders bij te staan in de opvoeding. Op de openingsavond worden verschillende van deze ouders in beeld gebracht met video's. Zo krijgen de aanwezigen Vanessa en Valencia te zien. Twee kleine meisjes die worden grootgebracht door hun moeder — hun vader heeft ze in de steek gelaten. Hun moeder beschrijft hun handicap: 'Vanessa kan niet praten en doet de hele dag niets. Valencia is 's nachts actief en slaapt overdag'. De medische kennis ontbreekt simpelweg voor het stellen van een diagnose. 

 

 

Dan is er ook nog Joël, een vrolijk jongetje dat wordt grootgebracht door zijn vader. Joël is geboren zonder armen. Lachen doet hij de hele dag door en hij gebruikt zijn voeten om te eten en te tekenen. Waar een wil is is een weg. In de zaal zijn ook Rose Mary en haar man aanwezig. Hun zoontje Abryll heeft het Syndroom van Down. Hij werd geboren toen Rose nog aan het studeren was. Niet de makkelijkste omstandigheden om in terecht te komen. Toch lukte het haar om haar studie af te ronden. Zij en haar man vinden veel steun bij elkaar, en waar het stigma hen anders doet geloven, zien zij de geboorte van Abryll als "a gift from God".

 

social inclusion    

Caroline en Joris Casaer reisden af naar Oeganda met een koffer vol polaroid camera's. Deze camera's deelden ze uit aan de ouders van het Angel's Center om foto's te maken van de gelukzalige momenten met hun kind(eren). Ze noemen dit 'social inclusion' (de tegenhanger van social exclusion). Hiermee willen ze laten zien dat het hebben van een gehandicapt kind lang niet aan het stigma beantwoord. De foto's vormden de basis voor een groot aantal kwalitatieve interviews die Caroline hield voor haar onderzoek.  

Deze interviews schreef ze met de hand uit. De transcripties met bijbehorende foto's zijn onderdeel van de tentoonstelling. Het citaat uit deze door Caroline neergepende teksten dat dit dwarsartikel van dit artikel het meest is bijgebleven, komt van een van de moeders van het Angel's Center. Ze gaat vaak naar de kerk om steun te prediken tegen het stigma: "Ik moet de mensen leren dat ze van deze kinderen gaan houden". Liefde als medicijn om het stigma te doorbreken. De foto's leren ons in België over het stigma in Oeganda, en proberen daar het stigma te doorbreken.  

De fototentoonstelling is een project van Field, een collectief van creatieve freelancers die wetenschappelijk onderzoek en resultaten op een creatieve en krachtige manier naar de buitenwereld communiceren. De tentoonstelling is tot 15 mei 2018 te zien in het gebouw van de Universiteit Antwerpen aan de Lange Sint-Annastraat 7. 

 



studiegenoten houden petitie om hem terug te halen uit Mongolië

22/03/2018
we want Tumko back
Bron/externe fotograaf

Tille Peters

🖋: 

Na acht jaar in België plots weer naar je geboorteland gestuurd worden, het overkwam Tumko (20), student Productontwikkeling aan onze universiteit. Deze vrijdag vertrekt hij met het vliegtuig naar Mongolië, in de tussentijd verblijft hij in een instelling in Steenokkerzeel. Zijn studiegenoten doen er alles aan om hem terug te krijgen. Egon en Tille, twee goede vrienden van hem, geven uitleg.

2500 handtekeningen

“Vorige vrijdag zijn we te weten gekomen dat Tumko eerder die week gearresteerd was in zijn eigen huis”, zegt Egon. “We wisten al langer dat hij hier illegaal was en dat hij elk moment terug kon gaan, maar toch kwam het als een klap.” Vanaf dat moment is Egon samen met een paar goede vrienden in actie geschoten.

Er waren twee dingen die moesten gebeuren: petities maken en brieven schrijven. Dat eerste is aardig aan het lukken: met de schriftelijke petitie hebben zijn vrienden zo’n duizendtal handtekeningen verzameld, de online petitie heeft een slordige 2500 mensen bereikt. Ondertussen verzamelen ze zo veel mogelijk brieven van vrienden en professoren: die heeft Tumko nodig om zijn studentenvisum aan te vragen, de enige manier om eventueel terug te gaan.

Al gaat ook dat niet vanzelfsprekend: het visum moet hij aanvragen bij de Belgische ambassade, maar die is er niet in Mongolië. Tumko zal dus eerst een ticket naar China moeten betalen, om daar op de Belgische ambassade zijn aanvraag te doen. Die aanvraag zal dan waarschijnlijk naar Brussel gaan, waar Tumko nu verblijft.

 

soep en brood

Op dit moment zit Tumko in een instelling in Steenokkerzeel. “Een soort gevangenis”, meent Egon. “Hij krijgt er alleen brood en soep en heeft er een simpele Nokia-gsm gekregen, want camera’s zijn er niet toegestaan. Gelukkig kunnen we hem wel bellen. Er zijn ook weinig bezoekuren, en je mag maximum per twee komen. Nu is Florentijn, een vriend van ons, op bezoek samen met zijn vader.”

 

We tonen Tumko met onze actie dat hij niet alleen is.

 

Vrijdag vertrekt Tumko sowieso naar Mongolië, daar is niet veel aan te doen. Als hij teruggaat, moet Tumko wel helemaal opnieuw beginnen. "Hij kent er niemand meer. Zijn vader woont daar nog, maar daar heeft hij al tien jaar geen contact mee", zegt Egon. "Bovendien zou zijn diploma Wetenschappen-Wiskunde niets waard zijn, en zou hij dus opnieuw aan zijn middelbaar moeten beginnen."

Egon hoopt wel dat hun acties ervoor zullen zorgen dat hij later dit jaar weer terug mag komen naar België. Of dat realistisch is, kunnen Egon en Tille moeilijk zeggen. “Maar ergens denk ik van wel”, zegt Egon. “We hebben al veel brieven en handtekeningen verzameld en ik hoop dat ook de universiteit ons zal helpen.” Tille vindt het ook een belangrijk teken naar Tumko toe: “Zo tonen we hem dat hij niet alleen is. Hij kan alle mentale steun nu gebruiken.” Wat ook belangrijk is, is dat het verhaal niet alleen nu aandacht krijgt, maar ook wanneer Tumko later dit jaar een aanvraag op een studentenvisum zal doen.

 

toegevoegde waarde aan de maatschappij

Dat het onrechtvaardig is dat Tumko weggestuurd is, daar zijn Tille en Egon het allebei over eens. “Tumko is hier acht jaar geleden naartoe gekomen, samen met zijn moeder, omdat zij een beter leven voor hem wilde. Ondertussen kan hij heel goed Nederlands, en heeft hij hier een grote vriendengroep en een vriendin. Hij is een van de leukste en meest sociale jongens die ik ken”, zegt Egon. 

Dat beaamt Tille: “Iedereen kende hem, hij was de persoon die zorgde voor het groepsgevoel. Op zijn Facebookpagina lezen we nu ook reacties van mensen met andere roots die zeggen dat hij hen geholpen heeft met integreren en Nederlands leren. Hij is een toegevoegde waarde aan de maatschappij. Dat net hij na acht jaar wordt teruggestuurd, is absurd. Dat zegt toch iets over ons migratiebeleid?”

Momenteel is het dus hopen dat de acties van Tumko's studiegenoten succes hebben. Wie zijn steentje zelf wil bijdragen, kan de online petitie ondertekenen.