opinie

19/04/2018
🖋: 
Auteur extern

Giel Abrahams


Duurzaamheid is al sinds jaar en dag een van de paradepaardjes van komida, maar tijdens mijn regelmatige bezoekjes aan het studentenrestaurant vind ik hier niet zo veel van terug. Zo'n duurzaam beleid is slim, want het plaatst hen in een goed daglicht. Toch lijkt het hier echter meer op greenwashing. 

Je herkent het moment waarschijnlijk wel. Je gaat als flinke, geldbewuste student een warme maaltijd halen in het studentenrestaurant. Zo kan je namelijk lunchen met je vrienden tegen een schappelijke prijs. Wanneer je binnenkomt, kijk je nog snel naar het menu om te zoeken naar iets dat je smaakt, maar je portemonnee niet te zeer schaadt.  De vegetarische maaltijd ziet er wel goed uit, maar de vleesmaaltijd is toch goedkoper. Daar gaat je goede voornemen om duurzamer te eten. Je kiest voor vlees. 

Deze situatie is helaas geen alleenstaand geval. Uit een kleine verkenning van de komida-archieven blijkt dat de vleesmaaltijd bijna altijd goedkoper is dan vegetarische. Zo betaalde je laatst € 5,20 voor vegetarische chili, en een luttele € 3,60 voor de vlezige variant. Ook tijdens 40 Dagen Zonder Vlees werd er nog steak aangeboden, aan dezelfde prijs als anders. Ook werden vlees en vegetarische maaltijden als gelijkwaardig behandeld, ondanks de vele beweringen dat komida zich engageerde voor de duurzame actie. Niet dus. 

Het valt natuurlijk te begrijpen dat het studentenrestaurant minder prijzige bereidingen goedkoper aanbiedt, maar het moedigt mensen niet aan om een duurzamere keuze te maken. Mocht komida echt mensen willen aanmoedigen om een vegetarische maaltijd te kopen, zouden ze de prijs van vlees beter omhoog duwen en die van het vegetarische omlaag. Ook zouden ze goedkopere producten kunnen gebruiken: niet elke vegetarische maaltijd moet een dure vleesvervanger hebben en als er tortillachips bij een maaltijd worden aangeboden kunnen ze ook merkloos zijn, in plaats van “echte” Doritos. 

Naast consequent de vleesmaaltijd goedkoper te maken dan de vegetarische, bemoeilijkt komida duurzaam zijn wel vaker. Zo verschenen er onlangs plastic stukken bestek in de bestekbakken, en kan je voor de sla een gratis plastic potje meekrijgen, terwijl de glazen potten 2,5 euro kosten. Die laatste is natuurlijk om zeker te zijn dat mensen ‘m terugbrengen, maar waarom niet slaatjes in een plastic potje duurder maken om het interessanter te maken om de glazen pot te nemen? Ook hier worden de “duurzame” keuzes van komida een beetje dubieuzer. 

Komida probeert duidelijk duurzamere beslissingen te maken door vegetarische maaltijden aan te bieden en deze even centraal te plaatsen als de vleesmaaltijd. Zolang de student er nog altijd voordeel uit haalt om een minder duurzame keuze te maken, zijn zulke beslissingen niet voldoende. Kleine aanpassingen creëren geen duurzaam beleid. 



over basketbal, zwaluwen en funky hits

19/04/2018
proffenprofiel (© Trijntje Cornelissens | dwars)
Bron/externe fotograaf

Trijntje Cornelissens

🖋: 

Het proffenprofiel toont professoren zoals je ze nog nooit zag: als mensen. dwars stelt de vragen die bij menig student al jaren door het hoofd spoken, maar die ze zelf niet durven stellen. Trijntje Cornelissens doceert aan het departement Engineering Management van de faculteit TEW en de Antwerp Management School, na een lange carriĂšre in de bedrijfswereld. Ze heeft een doctoraat Theoretische Fysica, en ook op sportief vlak is Trijntje Cornelissens een topper: ze speelde jarenlang voor de nationale basketbalploeg.

U was vroeger nog international voor de nationale basketbalploeg. Hoe zijn de passies sport en wetenschap in uw leven te rijmen?

Sporten was voor mij gewoonweg noodzakelijk en complementair aan het stilzitten bij studie en onderzoek. Het is een zalig gevoel om lichamelijk tot het uiterste te gaan, je grenzen te verleggen en daarbij automatisch verplicht je hoofd leeg te maken van de dagelijkse rompslomp. Hoe ik sport en studie kan combineren, heeft dan weer te maken met discipline en goed kunnen plannen, maar die eigenschappen lijken mij intrinsiek aan een wetenschapper. Wat de keuze voor basketbal betreft: ik kom uit een korfbalfamilie en met die balvaardigheid en mijn 1 meter 80 is de lokale basketbalclub het me eenvoudigweg komen vragen. Ik ben na mijn basketbalcarriÚre trouwens nog jaren gaan korfballen in de hoogste afdeling, maar de passie voor basketbal is altijd gebleven. Ik ben nu een vaste supporter van de Antwerp Giants en veer nog steeds verrukt op bij elke mooie aanvalscombinatie of perfect sluitende verdediging.

 

Men zegt weleens: ‘hoe groter het balletje, hoe kleiner de hersens.’ Basketballers zouden dus bijvoorbeeld dommer zijn dan golfers of tennissers. Akkoord?

Natuurlijk niet akkoord. Veel van die kleine-balletjes-sporten zijn eerder elitair, in de zin dat ze duurder zijn om te beoefenen en meestal ook meer infrastructuur nodig hebben. En wanneer tennis of golf wordt bedoeld: daar mist sowieso de component teamsport die voor mij juist essentieel is. Het uitspelen van elkaars talenten om zo tot het beste groepsresultaat te komen, geeft erg veel voldoening, vraagt strategisch inzicht en bevordert het respect voor andermans capaciteiten. Je merkt trouwens ook in het professionele leven meestal snel wie aan teamsport heeft gedaan, zoals aan de vanzelfsprekendheid waarmee met collega’s wordt samengewerkt en gebrainstormd.

 

Waar gaan uw tenen van krullen?

Ik erger mij gemakkelijk aan opportunisme en kortzichtigheid, soms ook kleinburgerlijkheid genoemd. Het fnuikt langetermijnvisie en openheid voor nieuwe ideeën, en hypothekeert de toekomst van de volgende generaties. Dat zien we momenteel trouwens voor onze ogen gebeuren, zowel lokaal als globaal, en er is blijkbaar weinig tegen te doen.

 

Hoe kwam iemand met een diploma Theoretische Fysica ooit op het idee zich in te laten met het bedrijfsleven?

Eerlijk gezegd was het een van de beste beslissingen in mijn leven. Ik wilde, na jaren theoretische studie, ondervinden wat het leven buiten de universiteit te bieden heeft. En dat is ontzettend meegevallen. Ik heb heel erg creatief kunnen werken en heb veel bijgeleerd. Je moet je natuurlijk flexibel opstellen en geen angst hebben om geregeld weer van nul te beginnen, zowel technologisch als op de sociale ladder. Maar eigenlijk is de basiscompetentie die men aanleert in fysica, namelijk theoretische modellen maken en die toetsen aan de realiteit, steeds de essentie van mijn jobs gebleven. Ik heb wel geluk gehad om, waarschijnlijk als de laatste stap in mijn carriÚre, opnieuw in de academische wereld te kunnen werken, want die mogelijkheid is er niet vaak. En ik vind het fantastisch om mijn ervaringen nu te delen met jonge mensen én opnieuw vrij onderzoek te kunnen doen. Maar eerlijk gezegd, het zou niet slecht zijn als alle professoren een paar jaar in het bedrijfsleven moesten/konden doorbrengen, om dan terug te keren naar hun onderzoeks- en onderwijsjob. Ik denk dat de efficiëntie en zin voor samenwerking in de academische wereld erop vooruit zou gaan.

 

Wat is uw favoriete citaat of gezegde?

“Eerlijk duurt het langst.” Het is niet altijd de gemakkelijkste weg, maar het blijft een basisprincipe in mijn leven.

 

Met welk nummer lokken ze u op de dansvloer?

Onweerstaanbaar vind ik Born To Be Alive, de enige hit van de Belgische Patrick Hernandez uit 1979, en misschien nog gekend bij studenten. Andere, misschien minder gekende toppers zijn One Step Beyond (Madness, 1979), Sign O' The Times (Prince, 1986), Slippery People (Talking Heads, 1984), Ringe Ringe Raja (Goran Bregovic, 1995), enzovoort. Meestal erg funky, dus. Ik houd ook erg van recentere Belgische muziek van bijvoorbeeld Absynthe Minded, Taxi Wars, Stromae en Admiral Freebee, maar dat is daarom niet altijd zo dansbaar.

 

Als u een dier zou zijn, welk dan en waarom?

Daar heb ik nog nooit over nagedacht, maar uiteindelijk kom ik uit bij een zwaluw. Het moet sowieso een trekvogel zijn, want ik zou doodgraag zelf kunnen vliegen en één van mijn grootste hobby’s is de wereld rondreizen. Een andere hobby is architectuur en ik vind die typische ronde, van modder gemaakte zwaluwnesten gewoonweg prachtig en ingenieus. En het is natuurlijk meegenomen dat het een erg elegante vogel is, die we associĂ«ren met de frisheid van de lente.

 

Heeft u tips voor de komende examens?

Ik raad studenten aan om verbanden te proberen leggen tussen de inhoud van de verschillende vakken. Dat maakt het studeren veel interessanter, efficiënter ook, en vermijdt het domme vanbuiten leren. Het vraagt intensere voorbereiding, maar leidt tot veel meer inzicht en voldoening. Ook voor de proffen trouwens. En daarnaast regelmatig ontspannen en gaan sporten natuurlijk.



uitslapen of toch maar langs het stembureau

08/04/2018
🖋: 
Auteur

De stemplicht heeft in België lange tijd voor een goede representatie gezorgd. Opkomstcijfers hebben in de jaren 70 en 80 rond de 95% gelegen. Maar die tijden zijn voorbij. Misschien zouden we dat kunnen oplossen door kiesplicht ook werkelijk als een plicht te handhaven. Maar misschien is het veel interessanter om te kijken naar waarom mensen niet meer komen opdagen.  Heeft stemmen nog wel zin? Is de impact niet zó klein dat het irrationeel is om daar je bed voor uit te komen? Laat staan de deur voor uit te gaan?

alles draait om geld

Economen proberen er tegenwoordig een cijfer op te plakken, een stem letterlijk ‘een waarde’ te geven: the selfish rationale for voting. Stel dat je uitkeringsgerechtigd bent en dat je met een linkse regering 1000,- meer uitgekeerd zou krijgen. Dat verschil is op zich niet slecht, maar de kans dat jouw stem het verschil tussen links en rechts maakt, is miniem. Misschien één op een miljoen. De verwachte impact van jouw stem op je eigen welvaart is dan duizend euro gedeeld door een miljoen, ofwel 0,1 eurocent. Een schatting die waarschijnlijk zelfs wat ruim uitvalt. We kunnen het er snel over eens zijn dat dat economisch gezien wel een heel slecht gespendeerd half uurtje is. Wouter van Dooren, professor in de politieke wetenschappen heeft geen cijfers nodig om het persoonlijke voordeel van stemmen als iets verwerpelijks te beschouwen. “Ik denk niet dat je daar als kiezer zo individualistisch naar moet kijken, zo van ‘wat haal ik er nu uit om te stemmen’, zo werkt het niet. De waarde ervan is maatschappelijk.”, stelt hij. 

Volgens the altruistic rationale for voting ligt het wat ingewikkelder, en is de impact niet zo klein als hij lijkt. We hebben met onze stem namelijk niet alleen invloed op ons eigen leven, maar op dat van iedereen! Dat geeft al een heel ander beeld: de waarde van een stem vliegt omhoog naar €11.000 (ons minieme bedrag bij de vorige berekening maal het aantal inwoners van BelgiĂ«) als we niet alleen kijken naar de voordelen voor onszelf, maar ook die voor de rest van de inwoners van onze staat. Stemmen als een sociale daad is dus wel rationeel.

Dat is naar mijn inschatting een soort van slechte economie die aan politieke wetenschappen doet.

Maar kunnen we in ons Belgische systeem wel een economische waarde op een stem zetten? De invloed die een stem kan hebben binnen een tweepartijenstelsel is eerder te zien als een schatting dan een feit, en bij een proportioneel systeem is niet alleen de kans op invloed kleiner, maar wordt het ook nog meer giswerk hoe groot die invloed is. Stefaan Walgrave, professor Politieke Wetenschappen aan de UAntwerpen vertelt dat die kans op het verschil te maken ook invloed heeft op de opkomst: “Als mensen denken ‘nu is het spannend, nu zou het kunnen dat mijn stem een verschil maakt’ zijn ze sneller geneigd om te stemmen.” vertelt hij. “Bij ons in BelgiĂ« en in Nederland is het systeem zo proportioneel dat het nooit een spannende race is. De vraag is dan ook in welke mate in een coalitiesysteem stemmen echt een verschil maakt in beleid.” De duizend euro die we in onze berekening hebben gebruikt is in dat geval al veel te positief gedacht. “Je hebt welvaartstaten waarbij 95 of misschien 98% van de uitgaven sowieso vast ligt.”
 

het draait om zoveel meer dan geld

Professor van Dooren ziet dan ook niet veel nut in zo'n economisch model: “Dat is naar mijn inschatting een soort van slechte economie die aan politieke wetenschappen doet." Ook statisticus en politicoloog professor Peter Thijssen vindt het kort door de bocht. Er zijn namelijk nog veel meer factoren die meetellen in hoe zwaar een stem weegt en in waarom je zou moeten stemmen. “Een stem bestaat niet alleen uit de stem op zich, je kunt bijvoorbeeld ook een voorkeursstem geven. In BelgiĂ« kan je voor een bepaalde kandidaat kiezen, dat is een stem die veel meer informatie bevat en veel kiezers gebruiken die mogelijkheid nog niet. Het gaat niet alleen over ‘gaan kiezen’ maar ook over hoĂ© je kiest.”, legt Thijssen uit. De stem is niet alleen een voorkeur die opgaat in het geheel, maar kan op zichzelf ook informatie bevatten. “Een tip: de meest rationele stem is eigenlijk tĂ©gen een kandidaat stemmen. Je geeft iedereen een gekleurd bolletje uitgezonderd één persoon. Als je in BelgiĂ« gaat stemmen kan je heel veel informatie kwijt en het beste is dan eigenlijk zo’n negatieve stem uitbrengen.” Ook benadrukt Thijssen dat het van belang is dat iedereen de moeite neemt om te gaan stemmen, om een representatieve democratie te hebben.

een weloverwogen stem

Een andere reden om niet te gaan stemmen klinkt nobeler: ‘Ik weet er niet genoeg over om een weloverwogen keuze te maken’. Zit daar wat in? 'Nee', is het simpele antwoord. Thijssen vertelt over zijn eigen onderzoek en een voor ons als studenten wel heel verrassende conclusie: de stem van jongeren komt het beste overeen met hun voorkeuren. “De accuraatheid van je stem blijft stijgen totdat je ongeveer 28 jaar bent. Vanaf dan beginnen mensen stelselmatig slechter te stemmen. Waarom? Omdat ze minder actuele informatie gebruiken”. Als je dus echt een goede, weloverwogen stem wilt uitbrengen, denk dan niet dat je te jong bent om die keuze correct te maken. Jouw stem telt als jongere juist het meest!



in mijnen tijd

08/04/2018
🖋: 

verleden

Ik herinner me nog heel goed hoe mijn ouders me ieder jaar afzetten aan de stand van ESF, Ecole du Ski Français. Bij de zongebruinde, uiteraard Franstalige, instructeur die me samen met een tiental andere kinderen een week op sleeptouw zou nemen. Ik herinner me vooral mijn eigen beteuterde gezicht en volgelopen ogen wanneer ik afscheid moest nemen van mijn ouders en broers, die hoogstwaarschijnlijk een leukere voor- of namiddag in de sneeuw voor de boeg hadden. Terwijl ik probeerde wijs te raken uit wat de instructeur net bedoelde met de termen skis parallĂšles en un virage chasse-neige hoopte ik dat niemand me zou aanspreken op de volgende skilift. De nee-knik op eender welke vraag die me gesteld werd en het woord Belgique, legden mijn gesprekspartner(s) meteen het zwijgen op. En zo kroop de les traag voorbij. Meermaals mocht ik van dichtbij kennis maken met de sneeuw, soms had ik het geluk om recht te blijven terwijl ik in een bocht het skiĂ«rtje voor mij succesvol wist voor te steken. En wat was het fijn om onverwacht die papa of broers langs de kant van de piste tegen te komen, je zwaar aanmoedigend om toch maar recht te blijven op die verdomde ski’s! Opgelucht ademhalend dat de les er weer opzat voor die dag, groeide mijn enthousiasme. Dan kon ik eindelijk de piste afdalen zoals een echt skiĂ«r. Weliswaar nog tussen de benen van papa en met diens skistokken in de hand, maar hopelijk niet voor lang meer.

 

heden

Oh, wat ben ik blij dat mijn ouders me jaren terug op skiles hebben gestuurd! De techniek van het skiĂ«n zit nu bijna twintig jaar in mijn benen en is me een automatisme geworden. De piste afscheuren is een waar genot. Het werkt als een detox van het alledaagse leven, tijd genoeg om je hoofd leeg te maken, genietend van de mooie natuur terwijl de lift je naar hogere oorden brengt. Nostalgisch kijken naar de meutes kinderen die proberen om hun lesgever bij te houden terwijl we onze lach nauwelijks kunnen onderdrukken, wetende dat we natuurlijk zelf ook zo hebben gesukkeld. Je voelt dan ook de dankbaarheid wanneer je een kindje kan helpen bij het op- en afstappen van de lift en wanneer je een gevallen skiĂ«r diens verloren ski of skistok kan terugbezorgen. Merci beaucoup. Velen zullen me gelijk geven wanneer ik zeg dat de skivakantie een van de mooiste periodes van het jaar is, eentje waar halsreikend naar wordt uitgekeken. Jammer dat die week steeds als een sneltrein – die je op ski’s niet kan bijhouden – voorbijvliegt.

 

toekomst

Of ik mijn eigen kinderen later op ski- of snowboardles zal sturen? Jazeker! Goed wetende waar deze lessen mij hebben gebracht, is dit niet meer dan een logische beslissing. Of er tranen zullen rollen en er getreurd zal worden? Jazeker! Later zullen ze, net als ik, hun ouders dankbaar zijn voor de keuze die in hun plaats gemaakt werd. SkiĂ«n is iets dat je – net als vele andere sporten – best zo vroeg mogelijk aangeleerd krijgt, angst is je dan namelijk nog onbekend. Of ik bezorgd zou zijn over hoe de les verloopt en er niet te veel gevallen wordt? Jazeker! En of we later eens goed zullen lachen bij de foto’s die door de plaatselijke fotograaf op ski’s werd gemaakt? Uiteraard!



huis klaas

08/04/2018
🖋: 

Huis Klaas. Het klinkt je wellicht niet heel bekend in de oren. Het is een kleine, Antwerpse vzw met het hart op de goede plaats, beter bekend als: de shop zonder kassa voor kankerpatiënten. Vorig jaar werd de organisatie opgericht door enkele medewerkers van het GZA ziekenhuis in Antwerpen. Ze wouden proberen het leven van kankerpatiënten een beetje aangenamer te maken. Ondertussen blijven ze groeien en zijn ze een vast gegeven geworden in de stad. 

huis wat?

Vorig jaar, op 2 mei, opende Huis Klaas voor het eerst haar deuren in het Sint-Vincentius Ziekenhuis in Antwerpen. Oncologische patiënten konden er vanaf dat moment terecht voor een nieuwe outfit, accessoires, boeken of zelfs pruiken. En dat allemaal gratis en voor niets. Dat ze dit kunnen waarmaken heeft veel te maken met een groep vrijwilligers die zich wekelijks inzetten om de goede werking van de organisatie te verzekeren. Ze zorgen ervoor dat de gedoneerde spullen in het gebouw geraken, kiezen de beste stuks eruit en hangen ze dan netjes op zoals in een echte boetiek. Dit alles om de patiënten een aangenaam en veilig gevoel te bieden. 

 

meer dan alleen kledij

Ieder jaar horen 70.000 Belgen dat ze kanker hebben. Dat is echt veel. Niet minder dan 14.000 onder hen blijken kansarm te zijn, wat de ziekte alleen maar zwaarder maakt. Verder komen veel patiënten net in armoede terecht door de ziekte omdat de behandelingen zo duur zijn. Hoewel België een redelijk goed opvangnet biedt voor dit soort ziektes, blijft kanker toch een moeilijke ziekte, zowel mentaal, fysiek als financieel.

En net om die reden werd Huis Klaas opgericht. “We merken dat de drempel vaak groot is voor patiĂ«nten om zich bij financiĂ«le moeilijkheden tot de bevoegde instanties te wenden,” aldus Amber Neefs, coördinerend hoofdverpleegkundige oncologie. “Door praktische spullen zoals kledij, boeken en speelgoed ter beschikking te stellen, kunnen we onze patiĂ«nten helpen om hun niet-medische kosten te reduceren. Daarbij gaan de gedoneerde spullen ook door een selectieproces; enkel de beste stukken blijven over." De organisatie wil zich profileren als een echte boetiek, zonder het gevoel te geven dat het een tweedehandswinkel is waar enkel afdankertjes hangen. 

Bij Huis Klaas kunnen patiënten bovendien ook terecht voor een babbel. Bijna alle vrijwilligers die er werken hebben kanker gehad of zijn nog steeds patiënt. Hierdoor begrijpen ze de klanten dan ook als geen ander. Op die manier proberen ze de patiënten een hart onder de riem te steken en bij te dragen aan het genezingsproces.

 

bijdragen als student?

Ook als student kan je zeker ook je steentje bijdragen. Enkele masterstudenten van de opleiding Meertalige Professionele Communicatie zetten zich in om de vzw ook aan de man te brengen bij medestudenten. Zo organiseren ze op 24 april een inzamelingsactie in de Agora, waar studenten hun oude kledij, speelgoed, boeken, en nog veel meer kunnen doneren aan de organisatie. “Veel studenten hebben op kot wel wat oude kledij of (school)boeken liggen. Die kunnen ze dan bij ons doneren en zo een nieuw leven geven” verklaart Lotte Bruggeman, een van de studenten die zich achter het initiatief schaart. Het doneren van materiĂ«le zaken mag dan futiel lijken, toch kan het een wereld van verschil betekenen voor de mensen die Huis Klaas bezoeken.

 

Wil je helpen? Kom op 24 april zeker je spullen doneren in de agora tussen 12 en 14u.



de toogfilosoof

07/04/2018
'hondenmensen zijn sadistische psychopaten' (© Stine Moons | dwars)
đŸ“·
Bron/externe fotograaf

Lize D'haese

🖋: 

Zijn brein half verkankerd van het vele zuipen en zijn tong getraind door al het pseudo-intellectuele getheoretiseer, heeft de zotgestudeerde student de vervelende gewoonte ontwikkeld om zichzelf te verliezen in eindeloze monologen. Verketterd en verstoten door zijn vrienden zoekt hij zijn toevlucht in een troosteloos bruin café. Daar vindt hij een luisterend oor voor zijn absurd gebral. Daar vervult hij zijn lot. Daar wordt hij: de toogfilosoof.

Facebook is dood en de babyboomers hebben het vermoord. En in zijn kielzog moest ook de Vlaamse cafécultuur eraan geloven. Zegt da kik het gezegd heb. U zult het misschien moeilijk geloven, beste barman, gezien het gegeven dat het een feit is dat just is dat gij al aardig wat op jaren zijt ondertussen, maar het was ooit aangenaam vertoeven op Facebook voordat uw generatie er de boel kwam verzieken.

Toen de zestigplussers en prepuberale tieners nog gewoon tv keken en de internetaids, ook bekend als 'gifs' en 'taggen', nog geen epidemische proporties hadden aangenomen, was Facebook een gemoedelijke virtuele ontmoetingsplaats van gelijkgestemde zielen. Het was onze safe space. 

Alles veranderde toen we de eerste vriendschapsverzoeken binnenkregen van verdwaalde nonkels en tantes. Ik kan u vertellen, lang hebben we de boot afgehouden en lieten we de steeds aanzwellende lijst vriendschapsverzoeken van familieleden verkommeren in de limbo tussen negeren en aanvaarden. Tot het niet meer te houden was.

Het paard van Troje werd schoorvoetend binnen gehaald en in zijn buik zat de etterende, opgekropte levensangst van een generatie die de welvaart waarop hun materialistische levenshouding gestut was van onder hun voeten zag verdwijnen. Een oerkracht die gesublimeerd werd in opruiende kettingbrieven, hysterische statusupdates en een buitensporig gebruik van exclamatietekens.

 

Om wereldvreemde racistische klap te verkopen moest ge plots niet meer op café, dat kon nu ook gewoon vanuit uw luie zetel! 

 

"Allemaal goed en wel, maar wat heeft dat alles met mijn café te maken?", vraagt u zich af. Wel patron, ik kom er just toe! Al snel ontdekte de horde babyboomers dat Facebook niet alleen een handige manier was om hun kinderen mee te bespieden, het was ook een plek waar ze ongevraagd hun kleinzielige en racistische verzuchtingen konden ventileren. Om wereldvreemde racistische klap te verkopen moest ge plots niet meer op café, dat kon nu ook gewoon vanuit uw luie zetel! 

Zie daar, barman, de ondergang van de Vlaamse cafécultuur en meteen ook de verklaring voor de triestige vaststelling dat er ook vandaag in uw café slechts drie man en ne peerdekop zit. Dat, én de enorme toestroom van paardenkoppen van de laatste jaren natuurlijk. Een grotere plaag dan al die vluchtelingen, Europarlementariërs en Catalaanse separatisten te samen, als ge het mij vraagt!

Maar soit, bij de teloorgang van Facebook en de Vlaamse cafés stopte de miserie niet. Je zou kunnen zeggen dat ze daar pas goed en wel begonnen is.

Facebook, zo stelden ook mijn generatiegenoten vast, was terminaal. In de ruïnes van wat ooit een progressieve gemeenschap van universitairen moest worden, galmen tegenwoordig enkel de echo's van het gehijg en gekreun van de grote N-VA-fanboy circle jerk. Hier en daar vind je nog wel een praatgroep voor verwarde feministen, maar veel stelt dat ook allemaal niet meer voor. 

Om te ontkomen aan de ravage op Facebook, zochten we onze toevlucht in een hele resem andere sociale media en communicatiekanalen: Snapchat, Whatsapp, Instagram,... Al die verschillende applicaties op onze smartphones geven aan hoe versprokkeld en radeloos we vanbinnen zijn na het tragische verlies van Facebook aan de grote nonkol-isatie. 

 

Getraumatiseerd door de bruuske politisering van Facebook, gaf onze generatie zich over aan een cultuur van leegheid.

 

Met de vlucht naar andere oorden ging ook een nieuw escapisme gepaard. Getraumatiseerd door de bruuske politisering van Facebook, gaf onze generatie zich over aan een cultuur van leegheid. En in een ranzige geslachtsdaad, te midden van het slijk en de vuiligheid van onze consumptiemaatschappij, baarden narcisme en oppervlakkigheid een nieuw soort duivelsgebroed: de influencers. 

Ik zeg het u barman, die influencers, het is van den hond. Als ze eens even niet bezig zijn met het bewonderen van hun eigen aarsgat, houden ze zich ledig met het posten van foto's of blogposts, voornamelijk over zichzelf en hun eten. Da blet, da schet, da fret, en da zekt. En het maakt filmpkes. Zogenaamde vlogs. Dat is een soort oneindige stream of consciousness van iets dat nog maar verbazingwekkend weinig consciousness heeft.

Influencers. Bah, de smaak die het woord in mijn mond achterlaat moet ik meteen even doorspoelen met een stevige teug van mijn Duvel – het kwade moet men met het kwaad bestrijden, nietwaar? Maar goed, ik kuis mijn schup af. Ons moeder ee viskes gebakken! Althans, da lees ik toch op heure Facebook ... Salut, de kost en de wind van achter!



02/04/2018
🖋: 

Het zal de meeste studenten niet ontgaan zijn dat het afgelopen week kiesweek was. De normaal al levendige Stadscampus schakelde een versnelling hoger en het aantal studentikoze activiteiten was haast niet te tellen. Maar waarvoor dient zo'n kiesweek nu eigenlijk? Waar kies je precies voor? Zijn er grote verschillen in aanpak tussen de studentenverenigingen? En kan jouw stem wel als democratisch beschouwd worden?

kiesweek voor dummies

Voor we graven naar de de strategie en de democratische waarde van de kiesweek willen we eerst even achterhalen wat ze nu eigenlijk inhoudt. “De kiesweek is de periode waarin opkomende praesidia de studenten overhalen om op hen te stemmen”, vertelt Jelte, voormalig PR en Cultuur bij Klio. “Ze krijgen drie dagen de tijd om zich te presenteren met als doel op de vierde dag het gros van de studenten overtuigd te hebben. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd om stemmen te ronselen en studenten plezier te laten maken. Zo wordt de kiesweek een soort van interactieve manier om je voor te stellen en je visie over volgend academiejaar kenbaar te maken.” 

 

Het is de bedoeling dat de clubs verbinding zoeken met de studenten.

– Marnik Aerts, voorzitter Unifac

 

Daarnaast zijn er de tegenpraesidia. "Die bestaan meestal uit voormalige praesidiumleden of studenten die niet werden aangenomen bij het opkomende praesidium. “Ze zijn er meer voor de lol", duidt Jelte. "Dat zijn de ouwe rotten die lol maken en de boel een beetje boycotten, in de overtuiging dat de meeste studenten hen beter kennen dan de opkomende praesidia.” Hoe zit dat dan bij de overkoepelende studentenverenigingen? Marnik geeft aan dat het niet de gewoonte is dat er bij Unifac een tegenvoorzitter is. “Bovendien zou er geen tijd zijn om dit ook nog te organiseren,” voegt hij toe.

 

achter de schermen

In tegenstelling tot de andere studentenverenigingen komt Unifac niet op met een volledig praesidium. Hun campagne draait enkel om het verkiezen van een nieuwe voorzitter. Marnik, huidig voorzitter van Unifac, legt uit: “Unifac brengt enkel een voorzitter aan met de vraag of de studenten hem/haar willen steunen. Zodra die verkozen is, krijgt de voorzitter tot 1 mei tijd om zijn/haar team samen te stellen op basis van sollicitaties. De nieuwe voorzitter bepaalt wie er aangenomen wordt.”

We diepen het verschil tussen de studentenverenigingen en hun overkoepelende grote broers nog wat verder uit. Marnik verklaart nader: “Het is de bedoeling dat de facultaire clubs de studenten rechtstreeks aanspreken. Daarom is het belangrijk dat het volledige praesidium daar verkozen wordt. Unifac heeft veel minder rechtstreeks contact met de studenten. Bij ons is net het contact met de clubs belangrijk. Unifac heeft ook een heel ander engagement dan gewone praesidia.” Daarnaast beargumenteert hij: “Een heel nieuw team verkiezen tijdens de kiesweek zou ook gewoon te zwaar zijn. De andere evenementen die Unifac organiseert vragen al enorm veel inzet.”

 

Op de Buitencampus is er geen gemeenschappelijke kiesweek zoals die in het Stad.

– Bianca Adam, voorzitter ASK-Stuwer

 

Unifac en ASK-Stuwer, de overkoepelende vereniging van de buitencampus, verschillen onderling sterk. Zo is er op de buitencampus geen sprake van een stemming op Blackboard en is er geen gemeenschappelijke kiesweek. "Sommige clubs hebben wel een kiesweek, maar die vallen niet altijd tegelijkertijd." verteld Bianca Adam, de huidige voorzitter van ASK-Stuwer. "Die van Biomedica viel bijvoorbeeld voor de paasvakantie en er zijn er ook enkele in de week daarna." Desondanks zijn er overeenkomsten. Zo worden de verkiezingen van ASK-Stuwer, net als die van Unifac, intern gehouden. "Het huidige praesidium stemt dan voor het bestuur. Daarna kunnen nieuwe mensen zich aanmelden en solliciteren tijdens verkiezingsmomenten. Enkel mensen die het volgende jaar ook in het praesidium blijven kunnen op op hen stemmen" licht Bianca toe. 

 

is het gras groener aan de overkant? 

We traden even buiten de grenzen van onze universiteit om deze gedachten voor te leggen aan de Leuvense overkoepelende studentenvereniging LOKO. De Leuvense tegenhanger van Unifac en ASK-Stuwer vertegenwoordigt iedereen die studeert in Leuven en dus niet enkel de studenten van de universiteit zelf. Hoe pakken zij de verkiezing van een nieuw bestuur aan, gezien het grote aantal studenten dat ze moeten vertegenwoordigen? Pieterjan Vaneerdewegh, voorzitter van LOKO, geeft ons meer uitleg. “Het bestuur en alle mandatarissen worden verkozen door onze algemene vergadering (AV). Die bestaat uit alle Leuvense kringen die rechtstreeks door hun studenten verkozen zijn. Hoe meer studenten een kring vertegenwoordigt, des te meer stemgewicht in onze AV. We hebben dus een getrapt systeem waarbij niet alle studenten stemmen, maar enkel hun vertegenwoordigers.”

 

Opkomende teams worden bijna altijd verkozen.

– Jelte van Damme, voormalig PR en Cultuur, Klio

 

Het probleem van onrechtstreeks contact met studenten hebben ze bij LOKO dus al elegant opgelost. Maar hoe wordt het bestuur van LOKO zelf dan juist samengesteld? Pieterjan verklaart: “Bij ons komt iedereen individueel op voor een bepaalde functie, behalve de voor- en ondervoorzitter die wel als team kunnen opkomen. Als er meerdere kandidaten voor een bepaalde functie zijn, kiest opnieuw de AV wie het wordt.”

 

democratisch verantwoord?

Het kiessysteem in Antwerpen ziet er dus erg anders uit. Om verkozen te raken moet tien procent van de studenten gestemd hebben. Van die stemmen moet het opkomende praesidium de meerderheid halen. Praesidia moeten zich bewijzen. Als ze de kiesdrempel niet halen moet er opnieuw campagne worden gevoerd. "Al worden de opkomende teams bijna altijd verkozen", merk Jelte op. “Als de studenten van de faculteit en het departement echt niet akkoord gaan met het nieuwe praesidium, dan kunnen ze blanco of op een tegenpraesidium stemmen. Zolang je blanco stemt is de kans groter dat de 10% kiesdrempel wordt gehaald en wordt je stem niet genegeerd. Als je op een tegenpraesidium stemt, kunnen die de mantel doorgeven aan een officieel praesidium."

De vraag die nu rijst is of het kiessysteem van Unifac en ASK-Stuwer wel zo democratisch is. Zoals Marnik zelf al aangaf, heeft Unifac als overkoepelende organisatie een andere functie en doelstelling dan andere studentenverenigingen. Door zich alsnog in het geweld van de kiesweek te storten en alle studenten te laten meestemmen, bereiken ze misschien niet de kern van hun doelgroep, namelijk de vertegenwoordigers van de facultaire clubs. Desondanks kruipt er heel wat tijd in de organisatie van een kiesweek. Tijd en energie die misschien meer impact zou kunnen hebben wanneer Unifac een verkiezingssysteem op poten kan zetten, waarbij al haar bestuursleden afzonderlijk verkozen kunnen worden.

 

Bij ons komt iedereen individueel op voor een bepaalde functie.

– Pieterjan Vaneerdewegh, voorzitter LOKO Leuven

 

Zou de kiesweek niet meer tot haar recht komen als ze haar democratische potentieel uitleeft door individuen verkiesbaar te stellen? Is ze wel zo nuttig zolang ze dat niet doet? Het idee achter de kiesweek lijkt op het moment meer een kennismaking met de verschillende studentenclubs dan een strak democratisch verkiezingssysteem. Marnik concludeert: “Als er geen kiesweek zou zijn, zouden studenten helemaal niks weten over studentenclubs. Het is de bedoeling dat de clubs verbinding zoeken met de studenten.” 

Met die kennis in ons achterhoofd kunnen we niet anders dan blijven genieten van de activiteiten, de freeloads en de spotgoedkope feestjes.



een buitenkans voor de binnenstad

01/04/2018
🖋: 

Het is eindelijk zover, Productontwikkeling verhuist. Krijgt de universiteit zo een nieuw paradepaardje? Campus Paardenmarkt heeft potentieel en Productontwikkeling lijkt de ideale match. Maar ziet de unief dat ook zo? Wij gingen alvast in gesprek met twee vaste waarden binnen de opleiding. Docenten Vincent Nulens en Jan Corremans proberen ervoor te zorgen dat visie op de campus van de toekomst zo nauw mogelijk wordt opgevolgd. Zo willen ze de opleiding op haar nieuwe locatie volledig tot haar recht laten komen. Daarom zitten ze maandelijks samen met de architecten en de universiteit. Als vertegenwoordigers en eindgebruikers van de nieuwe gebouwen hebben ze, samen met hun studenten, het beste zicht op de toekomstvisie van de opleiding.

Vincent vertelt ons dat de huidige campus te klein is geworden. “De verhuizing is vooral gedreven door het groeiende aantal studenten en onderzoekers. We zitten momenteel echt met een plaatsgebrek. Studenten hebben vaak geen plek om rustig en efficiĂ«nt te werken en er zijn eveneens te weinig bureaus voor onderzoekers. Vandaar de noodzaak voor de verhuis.” In het beleidsplan van 2018 werd de Paardenmarkt als nieuwe locatie toegewezen. “Op de een of andere manier, door het werk dat we bieden en door de uitstraling op andere wetenschappen, besliste de universiteit dat ze ons meer zichtbaarheid wilde geven”, verklaart Jan.

 

interdisciplinariteit op de UA

Het ontwerpvoorstel van architectenbureau DMT heeft een uitstekende doorwaadbaarheid van de site. Er zal zowel in noord-zuidelijke als in oost-westelijke richting een mooie doorgang worden voorzien. Op die manier wordt de studentenbuurt ontsloten naar Gate15 en komt er een rechtstreekse doorsteek naar de Rodestraat, waardoor je het R-gebouw ook langs die kant binnen kan lopen. Omdat delen van de site beschermd zijn, kan niet alles zomaar veranderd worden. Vincent hoopt dat er hoge, grote ramen voorzien zullen worden. “Zo kunnen voorbijgangers en studenten makkelijk binnenkijken en zien wat er allemaal aan het gebeuren is, maar zo’n beslissing hangt af van de gesprekken met erfgoed.”

 

Innovatie laat zich niet van 8 tot 18u dwingen.

 

Productontwikkeling wordt als opleiding veel sterker door interdisciplinaire samenwerkingen met andere richtingen. De densiteit van de Stadscampus laat zulke samenwerkingen makkelijk toe. De laatste jaren is er voor de masterproeven dan ook al vaker samengewerkt met andere richtingen, waaronder Geneeskunde en Economie. “Fysiek in de buurt zijn van andere opleidingen kan alleen maar leiden tot sneller en beter overleg met minder drempels”, vindt Jan. Dat grote delen van de nieuwe campus toegankelijker worden gemaakt voor andere opleidingen, zal daaraan bijdragen.

 

vrije uurroosters

Het is al langer een heikel punt. De huidige faciliteiten maken het niet mogelijk om de campus van Ontwerpwetenschappen langer open te houden dan de reguliere uren. “We willen toewerken naar een ontwerp waar studenten hun plek kunnen vinden en kunnen blijven werken als ze dat willen. Innovatie laat zich niet van 8 tot 18 uur dwingen”, ijvert Vincent. Daar is de doorsnee student Ontwerpwetenschappen het absoluut mee eens. Het komt vaak voor dat er gezamenlijk tot laat wordt doorgewerkt aan een project. Dat dat momenteel niet op de campus kan, is vaak frustrerend. “Op de Paardenmarkt kan dat een heel ander verhaal zijn, ook omdat je een andere configuratie van gebouwen hebt waarin je wel makkelijker delen kan openstellen of afsluiten”, vult Vincent aan.

 

opportuniteiten voor de stad

Kan de universiteit vanuit haar onderzoekspositie en met haar infrastructuur aan stad Antwerpen laten zien dat ze een meerwaarde biedt? Het lijkt Vincent dat de universiteit deze positie nog niet gewend is. “Een opleiding als Productontwikkeling hebben ze nog nooit onder hun dak gehad. Dat maakt dat het voor hen nog allemaal vrij nieuw en onbekend is”. “Wij rekenden tot de mogelijkheden dat er op de nieuwe campus ook plaats zou zijn voor start-ups of coworking spaces, om zo jonge ondernemers aan te trekken”, vertelt Jan. “Maar in het huidige ontwerp hebben we alle ruimte die voorzien is, zelf nodig.”

 

We moeten de ruimte beschouwen als een tool om ons onderwijsmodel te kunnen uitvoeren. 

 

“We kijken graag naar wat er internationaal allemaal aan het gebeuren is”, voegt Vincent toe. Bij de opleiding Bouwkunde in Delft worden er oplossingen rond campusverdichting en smart tools geïmplementeerd in de nieuwe gebouwen. TU Delft heeft resoluut gekozen om de campus te integreren in de stad. Onderwijsactiviteiten zullen steeds onafhankelijker worden, waardoor de kwaliteit van de ruimte belangrijker wordt dan ooit. De vergelijking met de nieuwe campus op de Paardenmarkt is snel gemaakt. “We moeten het warm water niet uitvinden,” vertelt Vincent, “we kunnen ook gewoon eens over de grens kijken.”

Ook voor de werkgroep blijft het een zoektocht. “Het is een klein revolutieke: door de verhuizing naar het nieuwe gebouw ontstaan er allerlei opportuniteiten, ook om het curriculum te wijzigen. Al moet je natuurlijk wel kunnen volgen, een nieuw gebouw betekent niet meer personeel”, zegt Vincent. Jan vult aan: “We zijn ontwerpers, probleemoplossers. Onderwijs is evengoed een iteratief proces: we zullen blijven uitproberen en bijsturen, en uiteindelijk vinden we wel een oplossing.”



omdat feiten niet correct weer te geven zijn

31/03/2018
🖋: 
Auteur

Wie zijn interesse in geschiedenis projecteert op zijn film- en seriekeuze, zet al gauw de Oempa Loempa’s – ook wel algoritme – van Netflix aan het werk. Na een tijdje vult je suggestiebalk zich met bingewatch-waardige films en series waar je meer van opsteekt dan je ooit in een geschiedenisboek kon lezen. Denk je tenminste. Want waar educatieve lectuur het doel heeft om je kennis bij te brengen, wil Netflix je vooral laten ontspannen met zijn entertainmentaanbod. Moet je de historische gebeurtenissen, zoals het filmische platform ze voorspiegelt, voor waar aannemen? We legden de kwestie voor aan professor Geschiedenis Bert De Munck.

Professor De Munck heeft zelf geen abonnement op Netflix, maar geen problemen met het geschiedenisaanbod van het platform. “Eigenlijk kunnen we dat als historici enkel maar toejuichen. Het probleem is wel dat veel films en documentaires hun hand overspelen en dat ze pretenties hebben die ze niet kunnen waarmaken. Zolang ze niets méér pretenderen dan amusementswaarde, kan je daar niet veel op zeggen, maar zodra de makers ervan ook claimen iets te kunnen zeggen over het verleden, wordt het natuurlijk een ander verhaal. Het risico op ergernis vergroot naarmate de producenten meer de pretentie hebben om dicht bij de historische realiteit te komen.”

Veel films en/of series brengen op voorhand een zinnetje in beeld, waarin de kijkers gewaarschuwd worden. Als voorbeeld noemen we het zinnetje dat verschijnt voordat een aflevering van Narcos begint. En omdat je waarschijnlijk toch niet de moeite neemt om het elke keer te lezen, zijn we zo vrij geweest om het te vertalen:

'Deze serie is geĂŻnspireerd door ware gebeurtenissen. Sommige personages, namen, bedrijven, incidenten, bepaalde locaties en gebeurtenissen zijn gefictionaliseerd voor dramatiseringsdoeleinden. Elke gelijkenis tussen naam, personage of geschiedenis van een persoon, berust volledig op toeval en is onbedoeld.'

De meeste films die zijn gebaseerd op waargebeurde verhalen, beginnen met een soortgelijk of iets korter zinnetje. Professor De Munck vindt dit voldoende. “Dat zinnetje drukt eigenlijk vrij goed uit wat er doorgaans gebeurt als er van een historische episode een film wordt gemaakt.”

 

correcte feiten

Toch bestaan er ook films die dichter bij de realiteit lijken te staan. Maar de feiten correct representeren? Dat doet zelfs academische literatuur niet. “Ik denk niet dat feiten ĂŒberhaupt ooit helemaal ‘correct’ kunnen worden weergegeven. Het gaat altijd om een interpretatie of om één bepaald perspectief op de ‘feiten’. Dat is ook met een wetenschappelijk boek het geval, overigens. Voor filmmakers geldt in mijn ogen opnieuw dat het riskanter wordt naarmate de filmmaker realisme nastreeft en dus pretendeert heel dicht bij de historische realiteit te komen", stelt De Munck. 

"Neem bijvoorbeeld de openingsscĂšne van Saving Private Ryan (Steven Spielberg), waarin de landing op D-Day op extreem realistische wijze wordt weergegeven. Je krijgt als het ware de indruk zelf op het strand aanwezig te zijn en dat de kogels je om de oren vliegen. Het blijft echter een ingenieus in elkaar geknutselde interpretatie, die mijlenver af staat van wat de soldaten echt beleefden. En het blijft één gezichtspunt, namelijk dat van de geallieerden. Geef mij dan maar films waarin de conventies en de codes zichtbaar worden gemaakt en waarin de ‘suspension of disbelief’ wordt opgeschort, zodat je als kijker verplicht wordt na te denken over het waarheidsgehalte van het verhaal of de beelden waar je naar zit te kijken. Pasolini (Italiaans filmregisseur, nvdr.)  heeft zo een paar interessante dingen gedaan, bijvoorbeeld.”

De volgende keer dat je naar een historisch geïnspireerde film of serie kijkt, wees je er dan van bewust dat de feiten misschien anders liggen. Of dat feiten an sich altijd vol perspectief zitten.

 

dwarse filmtips

Ben je nieuwsgierig geraakt, maar zet je liever niet meteen Oempa Loempa’s aan het werk? Of je downloadt liever illegaal? Hierbij enkele tips van films met een historisch, maar daarom niet minder dwars karakter:

  • Hitler’s Circle of Evil;
  • Bonnie & Clyde;
  • The Cuba Libre Story;
  • Sarajevo;
  • 1898. Our last men in The Filippines; 
  • Hurricane Carter.

Alle citaten opgenomen in dit artikel hebben effectief plaatsgevonden in de communicatie tussen dwars en Prof. De Munck. Professor De Munck is geen fictief personage. dwars is geen fictief studentenblad. Alle vermoedens van fictie die eventueel uit dit artikel voortkomen, berusten volledig op toeval en zijn onbedoeld.



FACTS: een korte rondleiding

30/03/2018
🖋: 

Kijk je nog steeds op elke verjaardag uit naar die vertraagde uil met je Hogwarts-brief? Heb je elk hoekje van je kast al gezien, maar Narnia nog steeds niet gevonden? Sleutel je al jaren aan je USS Enterprise zonder succes en zijn je woorden om ten strijde te trekken tegen de The Empire tot op heden nog steeds loos gebleken? Tijd om je lot in eigen handen te nemen en je eigen unexpected journey tevoorschijn te toveren!

We weten allemaal dat wie geboren is tussen 1987-1998 zijn/haar Hogwarts-brief niet kreeg, omdat Voldemorts (want ja, Fear of a name increase fear of the the thing itself!) aanhangers alle officiële stukken over muggleborns uit het Ministerie van Toverkunst vernietigd hebben. Helaas zijn we ook niet op Krypton, maar op aarde geboren en is er geen deeltjesversneller in Antwerpen ontploft, dus moeten we het nog steeds stellen zonder superkrachten. Om alles nog wat erger te maken, zijn we ook niet in het bezit van een werkende Tardis, Imperial Star Destoyer of Millenium Falcon. 

Gelukkig heeft FACTS, “your Belgian Comic Con, Powered by heroes”, Karl Marx’ woorden begrepen en zetten ze twee keer per jaar a two-days mission op poten, to explore strange new worlds. To seek out new life and new civilizations. To boldly go where no man has gone before! Dus haal dat gewaad uit je kast, poest je toverstok op, trek je superheldenpakje aan, zwaai met die lichtzwaarden!

FACTS zou omschreven kunnen worden als een boekenbeurs, maar dan voor fandoms, waar ook een cosplaywedstrijd en workshops georganiseerd worden. Het is tevens mogelijk om je eigen prins(es) in een Chevy ’67 Impala te ontmoeten op een van de speeddatesessies of je karaokezangkunsten te delen met de wereld, maar ook gamers worden niet vergeten op dit island of misfit toys.

Ten slotte zorgen panels met acteurs uit de grote en wat kleinere fandoms meer dan eens voor de kers op de taart. De Phelps-tweeling kan helaas niet voor elke editie gestrikt worden, dus voor de allergrootste kaskrakers zal je toch nog steeds een tripje naar een Comic Con in de Verenigde Staten moeten boeken. De Q&A’s zijn gratis, voor een handtekening en foto van je favoriete acteur-gast dien je niet alleen een soms wel erg lange wachtrij te trotseren, maar ook extra geld op tafel te leggen. Afhankelijk van de acteur kan dit bedrag hoog oplopen, cash te betalen alsjeblieft.

 

Wat FACTS echter vooral bijzonder maakt, is de grote solidariteit, familiariteit, high-fives tussen wildvreemde, maar zo vertrouwde mede-Hufflepuffs en verzoeningen tussen de grootste aartsvijanden zoals Anakin en Obi-Wan. 

Deze eensgezindheid begint al op de trein richting Gent en de overvolle tram naar Flanders Expo, waar het niet ongebruikelijk is dat er samen gelachen wordt om de verbaasde toevallige medereizigers die eens snel uitrekenen dat het toch niet de tijd van het jaar voor carnaval is, of er een dokter Who snoepjes uitdeelt aan zijn mede-FACTS-gangers. Want, Family don’t end with blood. 

Klaar voor een nieuw of bekend bloedstollend avontuur? Tot dan, op 7 en/of 8 april 2018, want vergeet niet, “Fandoms aller landen, verenigt u!”

 

Interesse? Klik dan hier!

 

Waarschuwing: ‘Too geeky’ staat niet in het FACTS-woordenboek, realiteitsverlies, acclimatisatie-problemen achteraf, lange wachtrijen aan de zeldzame bankautomaten om vervolgens meer cash uit te geven aan de verschillende standjes dan gepland, zijn echter onvermijdelijke risico’s. FACTS is voor iedereen, maar niet iedereen is voor FACTS.Â