uantwerpen

18/12/2024
🖋: 

In de Prinsstraat, nu wat verstopt achter graafwerken, staat er een gebouw met daarop de woorden “Zomaar een dak”. Wanneer je onder de letters en doorheen de statige poort binnenwandelt, kom je terecht in een gezellige ruimte met tafels, zetels, maar ook hier en daar een verdwaald Mariabeeld. Dit is de pastorale dienst waar Gert, Ken, Xenia en sinds dit jaar ook Mourad studenten ontvangen. Wat speelt zich af onder dit dak?

Er zijn allerlei veranderingen aan de gang bij de pastorale dienst. De woorden “Zomaar een dak” zijn voor het eerst vernieuwd op de gevel sinds de jaren ’70 en ook de straat ervoor wordt nu heraangelegd als woonerf. Vooral belangrijk is de nieuwe islamitische gebedsruimte. De pastors of medewerkers zijn echter ambitieus en zien grotere plannen voor de toekomst. Voor we hierin duiken misschien eerst de vraag: wat is Zomaar een dak eigenlijk?

zomaar een wat?

Zomaar een dak werd in de jaren ’70 opgericht als pastorale dienst van UFSIA, de Universiteit van de Jezuïeten die ontstond uit de handelshogeschool Saint Ignace. Toen in 2003 UFSIA opging in UAntwerpen was het behoud van de pastorale dienst een van de voorwaarden. Als pastorale dienst houden de pastors zich vanuit een katholiek perspectief bezig met vragen omtrent zingeving, religie en betekenis die opkomen bij studenten en personeelsleden. Sinds tien jaar is er ook een medewerker die dit vanuit een islamitische invalshoek doet. Omdat ze religie beschouwen als iets dat verbonden is met alle aspecten van het leven, is de werking van de pastorale heel breed. Zo voorzien ze mee het studentenonthaal, staan ze op weekdagen overdag open als studieplek en kunnen in de avond studentenverenigingen gebruik maken van de lokalen voor hun activiteiten.

De werking van Zomaar een dak past binnen de actief pluralistische visie van UAntwerpen. In plaats van neutraal te zijn, kiest de universiteit om verschillende levensbeschouwingen een plaats te geven en de dialoog hiertussen te promoten. Zo is er ook een vrijzinnige dienst. Deze bevindt zich in een ander gebouw, maar ze werken wel samen, zo sturen ze als levensbeschouwelijke diensten een gemeenschappelijke nieuwsbrief uit.

ruimte voor bezinning

Bij de pastorale dienst is er ruimte voor bezinning en dat mag letterlijk genomen worden. Al voor het ontstaan van UAntwerpen was de dienst verantwoordelijk voor de Ignatiuskapel aan het Hof van Liere. Tijdens de advents- en vastenperiode organiseert de pastorale dienst hier elke dinsdag aangepaste vieringen van 12u30 tot 13u. Elk jaar rond Allerheiligen is er ook de in memoriam-viering voor overleden studenten, personeelsleden, familieleden en vrienden. Sinds 2021 bestaat de Narthex aan de ingang van de kapel. Deze ruimte is bedoeld voor spirituele bezinning over verschillende levensbeschouwingen heen. Als symbool hiervoor is er een houten boom waaraan studenten hun wensen of gedachten kunnen hangen in de vorm van papiertjes.

Wat er nu dit semester voor het eerst is bijgekomen, is een islamitische gebedsruimte. Deze gezellige ruimte, gedecoreerd met bidmatten gericht naar Mekka, bevindt zich op de tweede verdieping van Zomaar een dak. Voorlopig kunnen studenten hier enkel op dinsdag en vrijdag terecht, omdat er nog bewoning is op dezelfde verdieping. Het is de bedoeling dat dit uitgefaseerd wordt, waarna studenten hier elke weekdag zouden kunnen bidden. Het initiatief is er gekomen nadat de pastorale dienst opmerkte dat de stille ruimtes op UAntwerpen vooral gebruikt werden door moslims als plaats om te bidden. Vanuit hun actief pluralistische visie vindt Zomaar een dak dat gebedsruimtes die specifiek zijn voor een bepaalde religie een belangrijke aanvulling kunnen zijn op de bestaande neutrale stille ruimtes. Op de buitencampussen kunnen studenten vooralsnog enkel gebruik maken van de stille ruimtes om te bidden. Daar geven studenten aan dat dit geen handige situatie is, omdat deze stille ruimtes veel kleiner zijn dan die van de Stadscampus.

toekomst

Gert is alvast ambitieus wat de toekomst betreft: “Het huis heeft dringend een totale renovatie nodig, want er is nu al meer dan vijftig jaar weinig aan gedaan. Het gaat ook over de buitenmuren die niet meer geheel waterdicht zijn en het dak dat vernieuwd moet worden. Dat is een goede gelegenheid om na te denken of we dit gebouw enkel en alleen voor pastoraat willen blijven gebruiken, of dat we er iets anders mee kunnen doen in de geest van het actief pluralisme.” Wat hij dan voorstelt, is er een huis van levensbeschouwing van te maken in de brede zin, naar het voorbeeld van House of One dat momenteel vorm krijgt in Berlijn. Dit laatste gebouw zal onderdak bieden aan een kerk, een moskee en een synagoge. Elk met hun eigen aparte ruimtes, maar met een gemeenschappelijk deel in het midden. Zo behouden alle levensbeschouwingen hun eigen identiteit en promoten ze toch dialoog tussen elkaar.

Toegepast op UAntwerpen zou dit betekenen dat alle levensbeschouwelijke diensten hun onderdak zouden nemen in Zomaar een dak, waarvan de naam zou veranderen naar Quest. De inrichting zou dan zo zijn dat elke levensbeschouwing over eigen kantoren beschikt en de eigenheid kan bewaren, maar dat niet elke levensbeschouwing zich exclusief terugtrekt op een eigen terrein binnen in het huis. Ook benadrukken ze dat de twee zalen beschikbaar moeten blijven voor verenigingen. Zo’n groot project kan echter niet zonder de steun van de universiteit, zegt Gert. “Het zou een uniek project zijn in het Europese universitaire landschap en gezien de actualiteit ook bijzonder waardevol. Vandaar dat ik oprecht hoop dat de universiteit en alle levensbeschouwelijke actoren hierover mee willen nadenken en mee op de kar springen om het te realiseren.”



interview

09/12/2024
🖋: 

Laura Janssens, beter bekend als Niet Nu Laura, tekent zichzelf recht naar onze harten met haar scherpe, hilarisch herkenbare cartoons die ze deelt op haar Instagramaccount. Haar nieuwste boek, Monumentaal middelmatig, bewijst dat je met een beetje zelfspot en veel humor zelfs van middelmatigheid een kunst kunt maken. En alsof dat nog niet genoeg is, is ze genomineerd voor beste tekenaar in Humo’s Pop Poll. Tijd voor een gesprek met de vrouw achter de cartoons die Vlaanderen doen grinniken. 

Wat is het belangrijkste verschil tussen cartoon-Laura en de Laura die nu voor mij zit? 

Laura: “Mensen schrikken soms dat ik geen zwart haar heb. Tegenwoordig teken ik mijn figuurtje wel met blond haar en een donkere uitgroei, omdat ik er meestal zo uitzie, dus nu lijkt ze weer wat meer op mij. Vroeger tekende ik cartoon-Laura zelfs met dezelfde moedervlek boven haar lip zoals die van mezelf. Daar ben ik mee gestopt, omdat dat te dicht bij mezelf kwam.”

Het is dus niet allemaal een-op-een jouw leven? 

Laura: “Nee, zeker niet. Mijn strips zijn heel persoonlijk, maar ik houd altijd wel een zekere afstand. Mijn vriend komt bijvoorbeeld ook weleens voor in mijn werk, maar die lijkt helemaal niet op zijn cartoonversie. Toen ik begon als cartoonist was mijn werk een soort dagboek dat mensen konden meelezen via Wordpress. Tegenwoordig vertrek ik nog wel vanuit mijn emoties of frustraties, maar komt er ook heel wat fantasie bij kijken.” 

Je bent sinds kort cartoonist voor De Morgen. Heb je je aangepast aan het doelpubliek van de krant? 

Laura: “Ik teken nooit met een specifiek doelpubliek in het achterhoofd, dus dat probleem stelde zich niet. Ik vertrek vanuit mezelf, en wie zich daarin herkent, herkent zich daarin. Dat merk ik ook tijdens mijn signeersessies: soms komt er een twaalfjarige langs, soms een zestigplusser. Meestal zijn het twintigers en dertigers.” 

“Al probeer ik wel om geen te niche onderwerpen te kiezen voor cartoons in de krant. Ik had onlangs een goed idee rond Wizzy en Woppy. Toen dacht ik wel: ik mag niet verwachten dat alle lezers van De Morgen Wizzy en Woppy kennen. Ik houd er ook rekening mee dat niet iedereen zo chronisch online is als ik, dus speel ik niet te veel in op ietwat niche online trends.”

Philippe en Giovanni 

Terwijl we cartoon-Laura steeds beter leren kennen, hebben we je hamsters Philippe en Giovanni al even niet meer gezien. Ook in Monumentaal middelmatig komen ze niet voor. Waar zijn ze naartoe? 

Laura: “Wil iedereen dat ze terugkomen? Ik heb al meer reacties gekregen van mensen die ze missen.” 

Ze zijn dan ook heel schattig. 

Laura: “In 2023 schitterden ze nog in de Streamz-serie Hamsters. Om die te maken, heeft mijn werk twee jaar lang in hun teken gestaan. Daarna voelde ik dat ik weer vanuit mezelf wilde vertrekken om mijn eigen ei kwijt te kunnen. Al heb ik ze misschien wat te lang verwaarloosd. Ik zal ze een nieuw debuut geven in het nieuwe jaar.” 

Je vertelde in Sabato dat je hoopte internationaal door te breken met Hamsters. Heb je al reacties gekregen uit het buitenland? 

Laura: “Er is een Franse versie opgenomen, al kan ik daar nog niet veel over kwijt. Er is dus wel wat interesse, maar het kan even duren voordat een Vlaamse animatieserie internationaal doorbreekt. Zes jaar geleden heeft mijn producer een serie gemaakt die nu in Amerika verschijnt. Hopelijk gaan Philippe en Giovanni over zes jaar ook naar Amerika.” 

dromen 

Wij kijken er alvast naar uit om Philippe Frans te horen praten. Heb je nog toekomstdromen? 

Laura: “Hamsters voelde echt als een levenswerk. Een animatieserie is voor veel cartoonisten het toppunt van hun carriùre. Zodra die af was, had ik een ‘wat nu?’-moment. Mijn nieuwe droom?  Een graphic novel maken. Ik maak altijd korte verhaaltjes. De serie had al wat langere scenario’s, maar ook dat bleef beperkt tot vijf à zes minuten. Trouwens, ik kan toevallig een beetje tekenen, maar de drang om constant te tekenen voel ik niet. Wel die om te vertellen. Dat wil ik graag eens doen in de vorm van een langer verhaal. Er is interesse vanuit de uitgeverij en er is zelfs al een begin, maar het gaat een werk van lange adem worden. Ik wil daar echt mijn tijd voor nemen.” 

“En als we dan toch over de verre toekomst spreken: ooit wil ik ook een tv-serie schrijven. Dat hoeft niet noodzakelijk animatie te zijn, gewoon een goeie reeks. Dat lijkt me heerlijk.” 

We laten je nog even verder dromen: met welke Vlaamse cartoonist zou je weleens een dag willen ruilen?  

Laura: “Jeroom. Die heeft ongetwijfeld meer geld op zijn kredietkaart staan dan ik. (Lacht)” 

Om dan al zijn spaargeld in één dag op te souperen? 

Laura: “Ik zou dan inderdaad eens goed gaan shoppen. (Denkt even na) Maar eerlijk: ik ken wel wat cartoonisten in BelgiĂ« en die hebben allemaal dezelfde struggles als ik. Dus ruilen? Ik weet het nog niet zo meteen.” 

Over welke struggles heb je het? 

Laura: “Als cartoonist moet je veel kunnen: niet alleen tekenen, maar ook onderhandelen en een bedrijf runnen. Het is niet eenvoudig om als cartoonist een fulltime loon te verdienen. Je bent maar 10% van de tijd echt aan het tekenen. Als je dan aan het tekenen bent, begin je elke keer opnieuw van een wit papier en moet je een origineel idee hebben. Daar komt ongerustheid bij kijken: gaan de mensen er wel om lachen? EĂ©n keer heb ik een mop gemaakt die veel mensen flauw vonden, wat hij ook was. Zo’n mop wil ik niet opnieuw maken.” 

Als je internationaal zou mogen ruilen, wie kies je dan? 

Laura: “Dan denk ik aan het team achter BoJack Horseman. Geen idee hoe hun leven eruitziet, dus ruilen hoeft niet per se. Maar geef mij een teletijdscapsule en ik spring erin als een cowboy op een wankele BoJack. De serie heeft een enorme invloed op mijn werk, dus ik zou graag zien hoe ze die in elkaar hebben geknutseld. Je had al volwassen animatieseries zoals The Simpsons en Family Guy, en dan kwam BoJack Horseman, dat weer iets helemaal nieuws deed met het genre.” 

Hoe kunnen we de invloed van BoJack Horseman herkennen in je werk? 

Laura: “BoJack Horseman is geniaal: je ligt dubbel van het lachen en tegelijk breekt je hart in duizend stukken. Dat probeer ik ook te doen in mijn werk: op het eerste gezicht maak ik grappige cartoons, maar ik raak ook thema’s aan als mentale gezondheid en onzekerheid of uit subtiele maatschappijkritiek. Ik heb nog lang niet het niveau van de makers van BoJack Horseman; hopelijk geraak ik er ooit.” 

van schoolstrip tot carriÚre 

Je hebt al talloze cartoons gemaakt. Wat is de eerste waarvan je ooit dacht: dit is echt goed? 

Laura: “In het zesde leerjaar heb ik een strip gemaakt rond mijn klasgenoten en mezelf in Zweinsteinsetting. Het was 2003, Twitter bestond nog niet en we wisten nog niet dat J.K. Rowling niet zo’n leuk persoon was. Die strip zat vol humor en sarcasme en telde meer dan twintig pagina’s, langer dan mijn werk nu. Mijn vrienden vonden die heel grappig en ik denk dat, als ik die nu zou teruglezen, ik er ook nog altijd om zou gniffelen. Die strip moet nog ergens op zolder liggen. Ik zou die eens moeten opsnorren.” 

Zijn er thema’s die je bewust vermijdt in je werk? 

Laura: “Over de actualiteit maak ik niet graag strips. Tom Waes is momenteel overal in het nieuws. Ik zou een cartoon kunnen maken over dronken rijden, maar daar heb ik simpelweg geen zin in. We hebben in Vlaanderen veel steengoede cartoonisten die tekenen rond de actualiteit. Kan ik het beter doen dan hen? Waarschijnlijk niet, maar ik ben wel goed in inzoomen op kleine dingen.” 

Met dat talent heb je het voor het achtste jaar op rij geschopt tot een nominatie voor beste tekenaar in Humo’s Pop Poll. 

Laura: “Ik heb die nominatie destijds zelf gelanceerd. Als ik daar nu op terugkijk, vraag ik me af of dat misschien een beetje arrogant overkwam. (Lacht)” 

Dat moet je uitleggen. 

Laura: “Onderaan Humo’s Pop Poll kun je een andere naam invullen dan de opties die Humo zelf opgeeft. Dus heb ik toen op mijn sociale media iedereen gevraagd om mijn naam daar in te vullen. En voilà, ik eindigde meteen in de top vijf. Sindsdien nomineert Humo me elk jaar opnieuw.” 

Een klassiek voorbeeld van fake it till you make it. Heb je tot slot nog advies voor studenten? 

Laura: “Durf investeren in jezelf. Ik heb zelf lang andere jobs gedaan die niets met tekenen te maken hadden, uit angst om er volledig voor te gaan. Het niet durven, is de doodsteek van een carriùre. Op een bepaald moment liep een van mijn interimjobkes af en had ik geen nieuw plan. Toen ben ik een jaar bijna non-stop gaan tekenen. Zodra ik er echt voor ging, merkte ik dat de bal aan het rollen ging. Dus gun jezelf die tweedehands tekentablet en durf je in te schrijven voor die cursus waarvan je gelooft dat ze je zou helpen. En durf jezelf nomineren voor Humo’s Pop Poll.” 



culinair

06/12/2024
🖋: 
Auteur

Nu Sinterklaas voorbij is, zal je in heel het huis nog sporen vinden van een van de zoetste tijden van het jaar: alleen Pasen weet deze winterse feestdag te overtreffen op het vlak van chocolade. Elk jaar verloopt de Sinterklaasperiode in vijf fasen. Tijdens de eerste fase spot je al in september de eerste tekenen van de aankomende Sint en zeg je luidop “ze zijn er steeds vroeger bij”, maar uit respect voor de schaarse zomerdagen koop je nog niets. In fase twee is het snoepgoed langzaam uit je gezichtsveld verdwenen, maar in de derde fase, die start na Halloween, puilen de rekken plots uit en vraag je je af waar dit opeens allemaal vandaan is gekomen. In de vierde fase sta je tijdens elk winkelbezoek voor de verscheurende keuze of het nu wel of niet te vroeg is om je tanden in een heerlijke chocolademan te zetten of je beter zou wachten tot zes december. In de vijfde en laatste fase zwicht je uiteindelijk toch en kan je eindelijk de smaak proeven van al dat verrukkelijke suikergoed. Je mag voor jezelf uitmaken of dit langverwachte moment al voor, op, of na zes december plaatsvindt. In ieder geval, dat eerste nic-nac'je of chocolademuntje is zoals het eerste frietje: die smaakt altijd het beste en de volgende pogingen om hem te evenaren mislukken grandioos. 

Daarom schiet dwars te hulp met smakelijke recepten die je kan maken met al die overgebleven Sinterklaaschocolade. 

authentieke chocolademelk

Wie winter zegt, zegt natuurlijk chocolademelk. Deze warme drank werd bedacht door de Azteken en was oorspronkelijk niet zoet. Ze maakten deze ‘xocoatl’ door geroosterde cacaobonen te mengen met water en kruiden. In de vijftiende eeuw waren het de Spaanse kolonisten die dit bittere drankje naar Europa brachten, waar het zoeter werd gemaakt met bijvoorbeeld vanille en kaneel.

Gelukkig moet je zelf geen cacaobonen roosteren als je chocomelk wil maken. Trommel dus je vrienden op en maak samen deze heerlijke chocoladedrank met slechts 3 ingrediënten. Verwarm een liter melk in een pannetje en breek 220 gram chocolade in stukjes. Doe de chocoladestukken samen met een theelepel suiker bij de warme melk en roer af en toe door tot de chocolade volledig is gesmolten. Verdeel over vier mokken en proef van je heerlijk zelfgemaakte chocolademelk zodra de melk niet meer gloeiend heet is (als je zolang kan wachten). Spuit nog een grote toef slagroom op de chocomelk, strooi hier wat chocoladeschaafsel over en werk af met marshmallows. Leg je favoriete koekjes erbij, ga in de zetel onder een warm dekentje zitten en geniet!

chocoladeflikken

Met overgebleven chocolade kan je nog veel meer aanvangen dan enkel chocolademelk. Zo kan je bijvoorbeeld chocoladeflikken maken: deze ronde chocoladeplakken werden in 1745 voor het eerst bedacht in Amsterdam door Caspar Flick en zijn naar hem vernoemd. Ze zelf maken is trouwens heel eenvoudig. Leg een vel bakpapier op een bord en smelt chocolade naar keuze. Schep met een lepel ronde plaatjes op het bakpapier en strooi er nootjes, sprinkles of wat je dan ook in je kast hebt liggen over. Zet het bord in de koelkast. De laatste en zwaarste taak is wachten tot de chocoladeflikken hard zijn geworden. Als troost kan je ondertussen de kom met gesmolten chocolade uitlikken. Veel succes!

dame blanche

Voor de diehard ijsliefhebbers die niet kunnen wachten tot het weer zomer is, heb ik een goed excuus om jullie geliefde coupe weer in je armen te sluiten. Gelukkig duurt het niet lang om zelf dame blanche te maken. Smelt 2 deciliter room in een steelpannetje met 150 gram pure chocolade en roer regelmatig door. Schep zoveel bollen vanille-ijs als je wil en giet de gesmolten chocoladesaus erover. Werk je zelfgemaakte ijscoupe af met een toef slagroom en nootjes. En als je nog in de Sinterklaassfeer wil blijven, versier dan je zelfgemaakte dame blanche met overgebleven strooigoed!



studentenleven

29/11/2024
🖋: 

Beste Goedheiligman

Ten eerste, respect voor uw werk! Elk jaar weer die tocht vanuit Spanje, de cadeaustress, de organisatie van die gigantische staf van Pieten
 Als er ooit een prijs voor ‘Grootste Logistieke Onderneming’ wordt uitgereikt, dan bent u de terechte winnaar. Maar goed, ik schrijf deze brief niet alleen om uw ego op te krikken.

We weten allemaal dat u ons gedurende het jaar in de gaten houdt. Nu vraag ik me toch af wat u precies hebt gezien van mijn jaar als student. Was u er bijvoorbeeld bij toen ik dapper besloot om om 9u in de aula te zitten na een hele nacht feesten? Hopelijk heeft u niet gezien dat ik na luttele minuten al op zoek was naar de WikiWisKwis van de dag.

En heeft u die groepsopdracht gezien waarvoor ik drie weken lang mijn best heb gedaan om het moreel te steunen? Dat is toch ook een vorm van inzet? Volgens mij is dat best een dikke 'goed' waard in uw grote boek, toch?

Laten we het ook even hebben over die cadeaulijst. Kijk, ik begrijp dat we als (officieel) volwassen studenten geen verlanglijstjes meer zouden moeten schrijven, maar eerlijk is eerlijk, Sint: dit jaar kunnen we wel wat extra’s gebruiken. Dus, bij dezen mijn bescheiden wensen:

 

1. Oneindige koffievoorraad – het liefst in een beker die ik nooit hoef af te wassen.

2. Anti-stresspakket – maar geen standaard geurkaarsen, Sint. Ik praat hier over zoiets als een knop die ik kan indrukken waardoor al mijn deadlines automatisch verschuiven.

3. Perfect uitgeruste tent – voor de momenten waarop ik de drang voel te protesteren tegen een beslissing van die andere goedheiligman, de rector. Bij voorkeur eentje met ingebouwde geurverfrisser.

4. College-podcast – waarbij alle lessen worden omgezet in gezellige podcasts die ik kan luisteren terwijl ik iets anders doe. De afwas bijvoorbeeld, mocht die koffiebeker toch ooit afgewassen moeten worden.

5. Eerste keuze bij groepswerk – laat me voortaan altijd in de groep met de hypergeorganiseerde, altijd-vroege planners belanden, zonder die lastige loting. En misschien kunt u een kleine hint geven aan de vrienden die enkel verschijnen als het groepswerk 99% klaar is?

6. Onzichtbaarheidsmantel – ik zweer plechtig dat ik hem enkel gebruik in de komida, om te ontsnappen aan de chagrijnige blikken van het personeel wanneer ik mijn studentenkaart niet snel genoeg vind.

7. Eindeloze voorraad markeerstiften – die nooit uitdrogen, altijd de perfecte kleur hebben, en feilloos weten wat belangrijk is om te markeren.

 

Ik hoop dat dit bescheiden verzoekje u niet afschrikt. In ruil beloof ik dat ik dit jaar mijn letterkoekjes zal delen met mijn kotgenoten en de kerstversiering pas na uw verjaardag zal ophangen.

Ik stop alvast een blik energiedrank in mijn schoentje. Het lijkt me namelijk een lange nacht voor u.

 

Hoogachtend

Een goedbedoelende (en soms een beetje wanhopige) student

PS Heeft u een voorkeur voor Nalu of Red Bull?



antwerpen

29/11/2024
🖋: 
Auteur

Al sinds mensenheugenis wordt de vrouw als inferieur gezien, vertrekkend vanuit het idee dat mannen fysiek sterker zijn. Anderen zagen Eva’s zwakte om de verboden appel op te eten als het begin van de verderfelijke aard van vrouwen. Het is dan ook ironisch dat dit zwakke geslacht vanaf de middeleeuwen over heel Europa gevreesd werd, zodra mensen in heksen begonnen geloven. Een overstroming? Een mislukte oogst? De plotselinge dood van de kasteelheer? Dit was allemaal de schuld van heksen.

De middeleeuwers geloofden dat deze ‘handlangers van de duivel’ kinderen opaten of vruchtbaarheidsproblemen veroorzaakten. Volgens oude verhalen vlogen op de heksensabbat de heidense vrouwen op hun bezemsteel naar een open plek, waar ze samen met honderden medeheksen de duivel eerden. Ze knielden voor hem neer en kusten hem. De heks die hem het meest beviel, werd zijn koningin. Terwijl ze aten van padden en vlees van ongedoopte kinderen schepten ze om beurten op over het kattenkwaad dat ze hadden uitgehaald.

de heksenjacht

De veertiende eeuw betekende de start van de heksenjacht: 30.000 tot 60.000 zogenaamde heksen werden verbrand, onthoofd of gedood op een pijnlijke manier die niet vermeld wordt voor de gevoelige zielen. Voor de historische correctheid vermeld ik er ook even bij dat in onder andere Rusland en IJsland het voornamelijk mannen waren die het slachtoffer werden van de inquisitie of van woedende dorpelingen.

De inquisitie, een rechtbank ingesteld door de Kerk, onderzocht elke zaak. Na een tijdje waren er echter zoveel meldingen dat de Dominicaanse inquisiteur Heinrich Kramer in 1487 de Heksenhamer schreef. De Malleus Maleficarum is als het ware een handleiding voor gewone burgers over hoe ze heksen konden herkennen, zodat de inquisitie zich op belangrijkere zaken kon concentreren. In dit antifeministische werk wordt de vrouw beschreven als een van nature inferieur en zwak wezen. Daarnaast vermeldt de auteur dat bepaalde personen zoals ambtenaren en geestelijken immuun zijn voor haar kwaadaardige verleidingen.

Een andere bekende inquisiteur was Henri Boguet: deze Franse rechter leidde in de zestiende eeuw meer dan 600 heksenrechtszaken. Hij schreef in 1620 Discours exécrable des Sorciers, een zeer populair boek dat twaalf keer werd herdrukt. Een tip voor de lezers met kwaadaardige zussen: het boek is nog steeds online te vinden. Volgens dit heksenhandboek kon je heksen herkennen aan een of meerdere duivelsmerken. Bij een echt stigma diabolicum verscheen er geen bloed en voelde de verdachte geen pijn als deze plaats doorprikt werd met een naald.

Dit is onder andere toegepast bij de enige verbrande heks van Antwerpen: Clara Goessen. In de zestiende eeuw kwam Clara vanuit Straatsburg naar Antwerpen, waar ze aan de slag ging als een meisje van plezier, totdat ze waarschijnlijk uit jaloezie als heks werd aangeklaagd door haar collega’s. Ze werd opgepakt en naar de gevangenis gebracht, in die tijd Het Steen. Daarna ging haar proces door in de vierschaar. Voor zij die nu een gruwelijk idee in hun hoofd hebben, dit is de oude naam voor een rechtbank. Vroeger werd recht gesproken tussen vier geschoren (gespannen) touwen, met in het midden de beschuldigde, vandaar de benaming. In de stad bevond deze rechtbank zich op de hoek van de Zakstraat en de Steenstraat, maar het gebouw werd in 1847 afgebroken. Doorheen de Antwerpse geschiedenis zijn er slechts zeventien vrouwen voor deze vierschaar verschenen. Vergeleken met heksen in de rest van Europa, die doorgaans onmiddellijk op de brandstapel terechtkwamen, hadden beklaagden in de beschaafde stad aan de Schelde nog geluk: behalve Clara Goessen werden de anderen slechts veroordeeld tot een bedevaart.

Ondanks Clara’s ontkenning van de aanklachten gingen twee schepenen en een chirurgijn over tot de ‘examinatie’, een mooier woord voor marteling. Haar naakte lichaam werd onderzocht op duivelsmerken en als extra vernedering werd haar haar afgeschoren. Omdat ze haar walgelijke heksendaden nog steeds ontkende, gingen de martelingen verder. Uiteindelijk bekende Clara dat ze seks had gehad met de duivel en zijn pact had ondertekend. Zo werd op 22 augustus 1603 de eerste en laatste heks van Antwerpen in Het Steen op de brandstapel gezet. De stad bewees opnieuw zijn ‘beschaafdheid’ door haar eerst te wurgen.



progress lost

18/11/2024
Progress Lost (© Dennis Van Der Kuylen | dwars)
Bron/externe fotograaf

Dennis Van Der Kuylen

🖋: 

Opgelet: Deze tekst bevat spoilers! 

 

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: A Plague Tale: Innocence is een verhaalgedreven spel. De ongeschreven wetten van de spoilerhygiĂ«ne gebieden bijgevolg dat ik me in allerlei bochten zou wringen teneinde niets van het verhaal weg te geven en toch een resem zinvolle dingen te zeggen over de voortreffelijke eigenschappen van dit spel. Dat is jammer genoeg de tragische grand Ă©cart waarin elke zichzelf respecterende recensent zich terugvindt, wanneer weer eens een spelmaker een plot heeft bedacht dat niet op de achterkant van een pak cornflakes past. Gelukkig heb ik weinig last van zelfrespect en nog minder gevoel voor tragiek, dus bij deze ben ik zo vrij een spoiler weg te geven die inslaat als een vuist op een stapel pannenkoeken: in A Plague Tale: Innocence slagen de vijftienjarige Amicia en haar jongere broertje Hugo erin om de knettergekke grootinquisiteur te doden. Deze antagonist wil met Hugo’s door duistere krachten beĂŻnvloede gaven zogenaamd de wereld redden, maar heeft ook grootse machtsfantasieĂ«n. 

Het besef groeit in onze godvergeten samenleving dat er zoiets bestaat als spoilerfobie: de angst om op voorhand iets te weten te komen over plotwendingen in een film of game. De manier waarop we vandaag media consumeren, zorgt er blijkbaar voor dat er een steeds groter wordende sensitiviteit ontstaat voor bedoelde of onbedoelde onthullingen van een verhaallijn. Dat is zowat het omgekeerde van de manier waarop hier in de negentiende eeuw naar werd gekeken. Tijdens de hoogdagen van de romantiek werd doorgaans de volledige samenvatting van een boek al op de rug afgedrukt, evenals een korte inhoud bij het begin van elk hoofdstuk van wat er allemaal zoal te gebeuren stond. Op die manier verdween het gewicht van de gebeurtenissen in het verhaal deels naar de achtergrond en kwam de focus te liggen op (de geloofwaardigheid van) de psychologie van de personages, wat in die tijd het belangrijkste criterium was voor de kwaliteit van een roman.

Natuurlijk bestaat er zoiets als spoilerhygiĂ«ne, de elementaire beleefdheid die ons ervan weerhoudt om belangrijke plotwendingen op straat uit te schreeuwen, maar wat niet bestaat is het recht om niet ‘gespoilerd’ te worden. De hedendaagse spoilerfobie met haar dwingende eis voor spoiler-safe spaces, is uitgegroeid tot een schier pathologische hypersensitiviteit. Gamers die na een preliminaire onthulling de aandrang voelen om vloekend de harde schijf uit het levende karkas van hun computer te sleuren en deze bij volle maan te begraven onder een laag ongebluste kalk, moeten geholpen worden, niet aangemoedigd. Het is overigens opvallend dat games die wat langer op de markt zijn, al veel minder op hun spektakelwaarde worden afgerekend en meer op de kwaliteit van de dialogen en de geloofwaardigheid van de personages. Kortom: plot is niet alles of − beter gezegd − een plot is meer dan de gebeurtenissen van de verhaallijn.

Vertellen dat de jonge Amicia de lelijke slechterik van dienst overwint, mag bijgevolg (zeker gezien de voorliefde van ons tijdsgewricht voor happy endings) nauwelijks een verrassing heten en maakt vijf jaar na het verschijnen van dit indrukwekkende spel ook helemaal geen hol meer uit. Wel van belang is de kwaliteit en de geloofwaardigheid waarmee Amicia transformeert van een wat anachronistische Gen Z-puber die een hekel heeft aan het ellendige lot dat ervoor zorgt dat haar zieke broertje met alle aandacht van moeder gaat lopen, tot een zorgzame en zelfstandige grote zus. Een game als een negentiende-eeuwse bildungsroman dus, die door de grotere betrokkenheid van de speler bij games tegenover romans aan nieuwe intensiteit wint. In wezen is Amicia niet meer dan een paar lijnen code en wat polygonen met textuur erop, maar de makers van dit spel verstaan de kunst om haar tot leven te brengen als een persoon van vlees en bloed, bijvoorbeeld door de manier waarop ze sakkerend op haar broertje door de levels sluipt of helemaal door het lint gaat wanneer ze voor het eerst iemand noodgedwongen moet doden. Dat is degelijke literatuur.

A Plague Tale speelt zich af in AquitaniĂ« op en rond de slagvelden van de Honderdjarige Oorlog. Wie “De waanzinnige 14e eeuw”, het magistrale werk van Barbara Tuchman uit 1978, heeft gelezen, weet dat dit voorwaar geen prettige periode moet zijn geweest. Pest, oorlog, bijgeloof en massahysterie zijn de orde van de dag en hebben ook allemaal netjes hun plaats gevonden in het spel. Alles werd bovendien nog overgoten met een stevige scheut heidense magie en satanisme. Onder het motto ‘miserie kan er nooit genoeg zijn’, passeren ook onvermijdelijke de op macht- en geldbeluste adel en clerus de revue. Het spel let er echter op om deze niet enkel hun karikaturale zelf te laten zijn, maar hen steeds met een handvol goedbedoelende burgers, edelen, paters of priesters te contrasteren. De makers van dit spel weten heel goed dat in hun duistere spelwereld die overspoeld wordt door ratten en gedomineerd door boosaardige personages, kleine momenten van goedheid en hoop net iets mooier glanzen. Vandaar dat er in elk groot gevecht een moment van twijfel of introspectie voorzien is voor de vuige tegenstander. Ook dat is meer literatuur dan spektakel en zit op het kantelpunt tussen kinderspelletjes en volwassen games. Overigens ontbreekt ook het voor het genre en onze tijdsgeest bijna obligate moment niet waarop een van de personages zich opoffert voor de groep. Dat laatste mag ook een spoiler heten, maar daarmee ontstaat meteen de ruimte voor wie dit spel straks speelt om geheel volgens de negentiende-eeuwse traditie te kijken naar de kwaliteit waarmee dit moment is opgebouwd.

Uiteindelijk blijkt de verhaalgedreven focus van A Plague Tale nog vooral uit de relatief lage moeilijkheidsgraad van dit spel. Obstakels laten zich eenvoudig uit de weg ruimen, sluippassages met tegenstanders zijn op meerdere manieren te overwinnen en de talloze doorgangen die versperd worden door ratten vragen creatieve inzet van vuur waarvoor de middelen meestal onmiddellijk in de buurt te vinden zijn. Zelfs gevechten zijn vermijdbaar of relatief eenvoudig te beslechten. Het spel had kunnen kiezen voor de gevechtsintensiteit van Castlevania of de meedogenloze moeilijkheidsgraad van Dark Souls, maar richtte zich in plaats daarvan op het vertellen van een meeslepend verhaal − en daarin slaagde het met glans. Inmiddels is er een tweede deel verschenen, waarvan ik vermoed dat het even indrukwekkend is. Mijn wereld blijkt echter verrassend spoiler-safe, want ik heb er verder nog geen gebenedijd woord over vernomen. Aarzel echter niet, geachte lezer, om mij er in geuren en kleuren over te vertellen. Het genot van het spelen kan daarna alleen maar groter zijn.



poëzie

14/11/2024
🖋: 
Auteur extern

Cas Van Poele


en ik herinner me de zon in je haren

een zwart dat glansde met de

rijkdom van liefde

 

het eerste wat ik zag waren je haren

achter je oor hoe je

verlegen lachte en je ogen die keken

naar mij alsof we elkaar al

honderd keer hadden gezien

 

en ik herinner me de zon op je huid

toen we samen uitgestrekt op het

gras lagen en jouw hand in mijn

haren en mijn hoofd op jouw been

 

en hoe ik dacht dat dit toch wel het

uiterste moest zijn dat geluk kon

bereiken



het laatste woord

14/11/2024
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie trekken we onze toga’s aan en duiken we in de laatste les van em. prof. dr. voor de herkomst van emeritus.

“Eme-ri-tus, bijvoeglijk naamwoord, rustend, gepensioneerd: emeritus hoogleraar”, luidt de definitie in Van Dale. Op de universiteit zal je de term zeker en vast al enkele keren zijn tegengekomen en zo niet, dan zal het niet lang duren voor dat wel zo is. Emeritus is een erenaam die voornamelijk voor hoogleraren en professoren gebruikt wordt. Het woord betekent “in rustende staat” en wordt gebruikt voor hoogleraren die niet meer in functie of op pensioen zijn. Het adjectief heeft ook een afgeleid substantief, “emeritaat”, dat je kan gebruiken met het voorzetsel “met” of in de samenstelling “emeritaatsviering”. Naast de academische betekenis heeft emeritus ook een geestelijke connotatie en wordt het in dezelfde betekenis gebruikt voor priesters en bisschoppen. Voor hen betekent met emeritaat gaan dat ze niet meer verplicht een missie of hun parochie moeten leiden en dat ze vervangen mogen worden.

Kijkend naar de uitgang -us van het woord zal het je niet verbazen dat emeritus zijn oorsprong vindt in het Latijn. Het is afgeleid van het werkwoord emerere, dat uitdienen betekent. Emerere is een samenstelling van het prefix e- en het werkwoord merere. Het prefix e- betekent “uit” en merere wordt vertaald als “verdienen”. Zo kan je de combinatie vertalen als uitdienen, maar zie je ook de eervolle connotatie van de huidige betekenis doorschijnen in het Latijn. De persoon die de titel krijgt, verdient ter ere van zijn goed werk rust en dient zo zijn tijd als werkende uit. In deze oorspronkelijke Latijnse betekenis werd emeritus vooral gebruikt voor soldaten die hun functie mochten neerleggen en was het dus een synoniem voor het moderne woord “veteraan”.

De volgende keer dat je je studiegenoten hoort praten over de emeritaatsviering van professor XY of een lezing van emeritus professor doctor AB, kan je uitpakken met deze nieuwe kennis over de Latijnse herkomst van het woord. Of je kan je jongere broer of zus in de war brengen door het over het emeritaat van je docent te hebben en genieten van hun verbaasde blikken.



brieven uit praag

14/11/2024
🖋: 
Auteur

Dag dwars

Het is zondagavond 28 oktober. Na een lang weekend in Berlijn heeft de Flixbus naar Praag, de plek die mijn iPhone ondertussen ‘thuis’ noemt, twee uur vertraging. Mijn busgenoten, vrienden die ik anderhalve maand geleden niet kende, voelen meer als thuis aan dan ik ooit voor mogelijk hield op deze korte tijd. In de winkel in Duitsland was ik vaker aan het omrekenen hoeveel het eten daar kost in Tsjechische kroon dan ik tegenwoordig kronen omreken naar euro’s. Hoeveel geld er van mijn rekening af is, wil ik niet weten. De ernst van mijn slaaptekort is minder ongekend.

Ik ben nu zeven weken in Praag. Langer dan ik ooit van huis ben weggeweest, maar zo voelt het niet. Waar ik in het begin nog notities maakte van elke bar, elke nieuwe kennis, elke minuut hier, spendeer ik nu veel minder tijd aan het kwantificeren van mijn acties. Ik ben meer gewend aan alles. Ik weet al wat de goedkoopste winkels zijn en wie de personen zijn die ik voor altijd ga onthouden, welke metro ik moet nemen of in welk lokaal ik moet zijn. Ik moet niet meer nadenken over zulke banaliteiten en ik spendeer er al helemaal geen tijd meer aan om ze op te schrijven. Wat me binnen twintig jaar hoort bij te blijven, zal me wel bijblijven.

De eerste schoolopdrachten zijn al achter de rug. De puzzel van de universiteit en haar werking is gelegd; alle administratieve ergernissen zijn op orde. De balans met het Erasmusleven is gewogen. Ondertussen heeft de ervaring me geleerd dat het zelfs op Erasmusuitwisseling geen goed idee is om uit te gaan tot drie uur voor je les begint. Het doen en laten van de doorsnee Tsjechische student is me nog wat vreemd, maar dat is mijn volgende missie. Eerst diepgang, dan breedte.

Ik dacht dat ik me op dit moment radicaal anders zou voelen. Dat de realisaties die me wel degelijk te binnen schieten me meer zouden veranderen. Ik zou een nieuwe persoon zijn. Ik zou andere gevoelens hebben en op een andere manier denken. Het blijkt dan toch dat hoe ver je ook gaat, je jezelf altijd meeneemt. Daar kan je niet onderuit: dezelfde onzekerheden en angsten, dezelfde dingen die je blij maken, dezelfde soort moppen die je aan het lachen brengen, dezelfde dingen die je ’s nachts wakker houden, of dat nu uit opwekking of verdriet is. Verandering is nog steeds een proces dat lang duurt. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat vijf maanden hier genoeg zijn om een positieve verandering waar te maken.

Liefs

Remco Terryn



satire

14/11/2024
🖋: 

Er is recent grote commotie ontstaan op Faculteit Studentenengagement. Een zatte studentengrap is uit de hand gelopen en nu wordt de faculteit in de Studentenraad vertegenwoordigd door een blikje bier. Een van de grappenmakers getuigt: “Tijdens een avondje drinken zagen we dat onze faculteit de kiesdrempel niet haalde. Daarop zeiden we als grap dat we een nieuwe kandidaat nodig hadden. Een vriendin pakte mijn blikje bier en tekende er een gezicht op. Zo is Jara het blikje Cara haar carriùre begonnen.”

De grappenmakers hadden niet verwacht dat het blikje zou winnen. De faculteit is echter piepklein en van de tientallen overige studenten hebben velen niet gestemd. De betrokkenen zeggen teleurgesteld te zijn in de studenten die niet gestemd hebben. Dit sentiment zien we terug bij veel van de studenten aan de faculteit. We spraken een studente aan die gehaast door de gangen liep: “Zeer stom dat onze stuver nu een blikje is. Ik ga nu een half uur te laat komen voor mijn les en kan deze niet inhalen omdat er geen opnames beschikbaar zijn. Ik heb zelf niet gestemd, maar ik had gehoopt dat de andere studenten iemand zouden verkiezen die zou ijveren voor lesopnames. Niet dus. Ik hoop dat de grapjassen zich goed voelen wanneer ik straks weer vijf herexamens heb.”

Ook vanuit de rest van de universiteit stromen reacties binnen. Rector Herwig Leirs geeft, na zijn crash course Gen Z-taalgebruik, aan dat hij deze situatie allesbehalve slay vindt. “Het is geen tijd voor dit soort pranks, brat summer is al voorbij. Ik had gehoopt dat de studenten deze verkiezingen serieus zouden nemen en zich mindful en demure zouden opstellen.” Er volgen ook heel bitsige reacties vanuit Faculteit Rechten. Wettelijk gezien is het niet duidelijk of een stuver zijn automatisch gelijk staat aan een persoon zijn. Minstens vijf doctorandi zijn inmiddels al kaal geworden tijdens een poging om uit te dokteren of de mensenrechten nu wel of niet gelden voor het blikje.

Andere reacties zijn eerder gemengd. “Dat studenten zonder blikken of blozen zo’n grap uithalen, is uiteraard teleurstellend”, zegt een vertegenwoordiger van de Studentenraad. “We proberen echter met een ruime blik naar de situatie te kijken. Bier is misschien zowat het enige waarmee je de aandacht van niet- geĂ«ngageerde studenten kan trekken. Misschien gaan ze ons dankzij dit blikje eindelijk een blik waardig gunnen.” Ook UAntwerp for Palestine reageert gemengd: “Enerzijds is het teleurstellend dat dit blikje geen mond heeft om zich voor Palestina uit te spreken. Anderzijds is er dus geen verschil met het huidige bestuur van UAntwerpen.”

Tijdens het maken van dit artikel probeerden we Jara het blikje Cara te bereiken voor haar blik op de feiten, maar onze pogingen waren tevergeefs.