recente artikels
Van de studentenhome die ooit barstte van enthousiaste studenten, blijft nu slechts een lege huls over. Praesidium Ten Prinsenhove, de bijbehorende studentenclub, liet zich niet stoppen en zet haar activiteiten nu verder buiten de vertrouwde muren van de peda. Maar hoe houd je een club in stand, als haar bestaansreden wegvalt? Sarah Naert, de huidige praeses, vertelt ons over hun toekomstplannen.
Je zal het maar voorhebben. Je zit in je laatste jaar, klaargestoomd voor de arbeidsmarkt en staat te springen om je masterdiploma in te kaderen en boven je bureau te hangen. Toch mag je die champagnefles nog niet aan je lippen en die lauwerkrans nog niet op je hoofd zetten, want in de puntentabel op SisA staat nog één hardnekkige roodkleurige pretbederver. Een examen dat je al jaren meesleept en waar je maar niet voor kan slagen.
Als nieuwe student de weg naar een lokaal vinden is soms een nachtmerrie. Wat als jouw weg naar de les niet alleen onbekend terrein is, maar nog meer obstakels kent? Wat voor veel studenten onzichtbaar is, is voor anderen namelijk een doorn in het oog. Bij toegankelijkheid denk je snel aan drempels, hellingen en aangepaste toiletten. Dat begrip gaat voor studenten met een beperking echter veel verder.
“We studeren voor jobs die verdwijnen”, kopte De Morgen in september. De robots zijn onderweg en pikken onze banen in. En wij? Wij kijken kansloos toe. Althans, dat is wat de kranten ons doen geloven. 100.000 Vlaamse studenten zouden immers voor niets studeren. Moeten we ons zorgen maken?
Al jaren schommelt het algemene armoedecijfer in Vlaanderen tussen 10 en 15 procent, een jammerlijke stand van zaken waar bovendien maar weinig verandering in lijkt te komen. Groot was dan ook de verbazing toen Vlaams minister voor Armoedebestrijding Liesbeth Homans begin februari in de pers verkondigde dat er voor het eerst in jaren een significante daling was te ontwaren in de armoedecijfers. Een lichtzinnige interpretatie van de cijfers, oordeelden de deskundigen. Dat Homans daarbovenop nog beweerde dat haar beleid hiervoor verantwoordelijk was, terwijl de aangehaalde cijfers van 2014 dateren en dus eerder betrekking hebben op het beleid van de vorige regering, zette nog meer kwaad bloed. Niet in het minst bij armoede-expert en hoogleraar-emeritus Jan Vranken: “Of beleidsmensen belang hechten aan de cijfers? Vergeet dat.”
Gegroet studenten! Nu ik afgestudeerd ben, heb ik jullie land verlaten. Daar waar pintjes vloeien als rivieren, cursussen meer kosten dan je 18m2-onderdak en niemand omkijkt wanneer je van maandag tot donderdag cornflakes als avondeten nuttigt. Met aarzelende, doch harde sprong kom ik terecht in het lage gras van het niemandsland. Ik noem het ‘niemandsland’, omdat ik geen andere gepaste term vind voor het jaar waarin mijn laatste check-in op SisA (bye bye winkelkarretje) en de eerste check-in op de werkvloer (de sleutelhanger voor die badge ligt al klaar) plaatsvinden. Mijn doel is hier elke maand neer te pennen wat mijn pad en gedachten kruist.
Het is niet omdat je veel onnozele weetjes kent, dat je een betweter bent. Dat bewijst een van onze redacteurs elke maand door een waanzinnig interessant, ongelofelijk boeiend of verbluffend spannend feit te delen.
dwars had een exclusief interview met de laatkomer van De Mol, Hans De Winter. In het programma ziet Hans er misschien wat schuchter uit, maar na een supervlotte en toffe babbel met deze professor in de Farmaceutische Wetenschappen, is dat beeld helemaal weggevaagd. En wie weet kom je hier wel iets meer te weten over de vraag die op de lippen van elke Vlaming brandt: wie is de mol?
Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten ter hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie het woord ‘confabuleren’.
Hij zit er vanavond “gaar” bij, zo zegt hij zelf. Een week van late avonden en vroege ochtenden tekent zijn gezicht. Pieter Embrechts zit niet stil. Zijn voorstelling A Street Concert verovert eindelijk de planken en ondertussen regisseert hij ook een voorstelling van Hugo Matthysen. Toch is er om halftien ’s avonds nog tijd voor een slaapmutsje. Hij bestelt een exclusieve jasmijnthee, grinnikt daar een beetje bij.