Bernd Hendrickx
Wie beweert dat het eerste college van het academiejaar doorgaat op 24 september heeft het deze keer toch bij het verkeerde eind. Al op 10 september om 17u15 wandelde ik plichtsbewust de aula Rector Dhanis binnen voor mijn eerste college van het jaar. De faculteit Rechten en Antwerp Law organiseerden namelijk het afscheidscollege van prof. dr. Herman Van Goethem ter aanleiding van zijn emeritaat. Het einde van ‘het tijdperk Van Goethem’ zoals de decaan van Rechten prof. dr. De Feyter in zijn voorwoord vermeldde. In mijn dwarstrui viel ik toch wat uit de boot in het mooi geklede publiek van alumni, collega’s, de kleine groep huidige studenten van Rechten en de twee man en een paardenkop vanuit andere faculteiten die het laatste college van de aftredende rector graag wilden bijwonen. Na een voorwoord vol lovende woorden over de carrière van professor Van Goethem aan Universiteit Antwerpen, kreeg hij het woord voor zijn laatste college. En dit was er een met een onderwerp om u tegen te zeggen. “De rituele kracht van recht en geschiedenis” zou een overkoepelend college worden waarin hij 24 jaren als docent, jurist en historicus wou samenvatten.
Als Taal- en letterkundestudente was ik alvast opgelucht dat het college niet alleen over publiek- of privaatrecht zou gaan, met alle bijhorende termen waar ik niet veel van begrijp. Van Goethem wou zijn carrière in rechten en geschiedenis combineren om het te hebben over het irrationele in beide disciplines aan de hand van drie casussen over rituele verbindingen. De eerste casus ging over rechtstaal en ik vreesde al dat ik niet meer ging kunnen volgen vanaf het begin van het college. Gelukkig erkende Van Goethem zelf dat dit onderwerp weinig toegankelijk is voor niet-ingewijden. Waarom rechtstaal onderdeel uitmaakt van het irrationele facet van het recht is voor mij als talenstudent dan wel heel herkenbaar. “Je benoemt en je creëert”, legde hij uit en dat is in rechten onvermijdelijk, want mensen houden van regeltjes en die moeten bevestigd worden door ze neer te schrijven.
De tweede casus ging over het zondebokritueel als juridisch proces. Van Goethem haalde enkele voorbeelden aan, het een al wat bekender dan het ander: het boek Job, de heksenexecuties en het proces van Nicolae Ceauşescu – dat ik na een lange zoektocht op Google terugvond, want in mijn notities had ik zijn naam genoteerd als Charlesnesque. De laatste casus begon Van Goethem met de uitspraak dat recht een methode is en geschiedenis een manier van zijn. Dit werd met gelach onthaald, waarschijnlijk een grapje binnen de faculteit Rechten. De rest van deze casus lag gelukkig dichter bij de faculteit Letteren en Wijsbegeerte en werd voor mij herkenbaar toen Van Goethem uitlegde dat verhalen binnen een samenleving van essentieel belang zijn en helend kunnen werken bij de verwerking van leed. Vooral in het geval van massageweld waarbij er niet altijd een schuldbekentenis en schulderkenning is op het einde van een proces, zijn verhalen een bron van hoop voor de slachtoffers. Dat zijn onderzoek zijn passie is, merkte ik vooral tijdens dit onderdeel van zijn college. Van Goethem wist veel te vertellen over de complexiteit van daderschap, het helende effect van erkenning en de verbinding van hoop die ontstaat door verhalen. Taal en geheugen zijn naast recht en geschiedenis ook rituele krachten waarbij verhalen de connectie zijn tussen verleden, heden en toekomst. Van Goethem eindigde zijn laatste college door recht te verbinden met geschiedenis, als “de diepste kernen van ons zijn".
En zo kwam er een einde aan zijn vele jaren aan de universiteit en ik geloof dat dit allesbehalve makkelijk geweest kan zijn. Al sinds 1976 maakte Van Goethem deel uit van Universiteit Antwerpen en dat vindt hij altijd grappig om aan jonge studenten te vertellen. “Is het nu 1976 of 1876, zo’n verschil is dat niet voor jonge studenten”, grapte hij aan het begin van het college. Tijdens dit afscheidscollege werd het me ook zeker duidelijk waarom hij als docent een mooie verzameling Gobelijntjes heeft gewonnen in. Zijn uitleg is informatief en duidelijk, maar ook grappig en heel fijn om te volgen. Na een groot applaus en een staande ovatie wendde hij zich terug tot de microfoon om het publiek tot stilte te manen: “Ga toch zitten”.
- Log in to post comments