In aanloop van de rectorverkiezingen schrijft onze redacteur enkele brieven aan de toekomstige rector waarin hij zich zo vrij voelt om aanbevelingen en suggesties te doen. Aanbeveling twee: open de deuren, open de ramen.
Geachte toekomstige rector
Sta me toe deze brief te beginnen met een niet al te moeilijke quizvraag: hoelang duurt het voor een studentenbladauteurtje om de notulen op te vragen van de raad van bestuur van de universiteit die u dra leidt? Kleine tip: de notulen van de raad van bestuur zijn openbare bestuursdocumenten. Het is maar omdat u zo charmant aandringt dat ik u het antwoord haast onhoorbaar durf zeggen: ze zijn na een jaar herhaaldelijk vriendelijk verzoeken nog steeds niet verkrijgbaar.
Nu kunt u dit waardeloos gemuggenzift vinden, u zou het ook symptomatisch kunnen vinden voor een algemeen gebrek aan transparantie. Zo heeft u vast ook in gelezen dat de Commissie Sustainable Finance geen inzage krijgt in de beleggingen van UAntwerpen die ze ethisch moet toetsen. Op de site van UAntwerpen staat het inmiddels zo: āDe commissie duurzame financieĢn kon geen concrete aanbevelingen formuleren die verder gingen dan algemene beginselen, omdat het ComiteĢ Roerende Waarden weigerde informatie te delen over sleutelindicatoren met betrekking tot de huidige portefeuille. Dit verhinderde elke vorm van nulmeting, trajectbepaling en toezichtstrategie.ā
belangenconflicten
Nog minder onschuldig wordt dit gebrek aan transparantie bij potentieĢle belangenconflicten. Externe financiers kunnen bijvoorbeeld bepalen of het door hen gefinancierde onderzoek wordt gepubliceerd of niet, naargelang de resultaten plezieren. De ALLEA-code, de Europese Gedragscode voor Wetenschappelijke Integriteit, deelt nochtans mee dat praktijken die de rapportage van resultaten in gevaar brengen de integriteit van het onderzoek en onderzoeksproces aantasten. Ondertussen kunnen lobbygroepen een leerstoel sponsoren aan onze universiteit en via deze leerstoel een eigen werknemer laten lesgeven en in commissies laten zetelen, zonder dat publiekelijk wordt vermeld dat deze gastprof werknemer is van de lobbygroep en overigens voor zijn academisch werk aan UAntwerpen wordt betaald door deze lobbygroep. Hoeveel explicieter moet een potentieel belangenconflict zijn alvorens het te vermelden? Ik ben blij dat u als toekomstig rector de vraag stelt.
Vergeef mijn verdorven geest, lieve toekomstige rector, maar toen ik het woord belangenconflict op papier zette, dwaalde mijn geest onverwijld af naar Silvia Lenaerts. Hoe zou het met haar zijn in Eindhoven, waar ze aan de Technische Universiteit als rector is aangesteld? Gebald komt het erop neer dat het studentenblad Cursor noch een kritisch artikel, noch een (door Lenaerts zelf) herwerkte versie mocht publiceren en hun hoofdredacteur mede hierdoor werd afgezet. Uit protest publiceerde Cursor een tijd geen artikels. U kunt nu denken waar ik u mee verveel. Dit is niet zomaar een Eindhovens zaakje: de potentieĢle belangenverstrengeling waarover Cursor wou schrijven en waarover ook al eerder schreef, speelde zich af aan UAntwerpen. Als lid van de raad van bestuur van Lantis schreef Lenaerts een opiniestuk dat in de kaart speelde van Lantis zonder eerst haar Lantis-mandaat te vermelden. Niet veel later dook ze op in een INEOS-advertentie die de te bouwen omstreden ethaankraker in de haven van Antwerpen aanprees. Dit kon op felle kritiek rekenen van drie UAntwerpen-academici die haar te nauwe banden met de chemische industrie aanwreven. Hun opiniestuk zette de rector ertoe aan deze academici in een eigen opiniestuk brutaal op hun plaats te zetten. Nu stel ik me de vraag: zou u uw vicerector met hand en tand verdedigen of zou u zich in deze situatie zorgen maken over de onafhankelijkheid van uw universiteit?
vier aanbevelingen
Dit soort van belangenconflicten komen niet uit de lucht vallen. Ik hoef u niet te verkondigen dat mettertijd de balans tussen de verschillende geldstromen naar de universiteit is veranderd. Waar vroeger universiteiten bijna louter op publieke middelen teerden, worden ze nu almaar afhankelijker van externe financiers. Financieel, maar ook inhoudelijk: externe financiers krijgen zo een strategische greep op de onderzoeksagenda en de prioriteiten die worden gesteld. Gezien de financieringsperikelen waarmee universiteiten kampen, zal deze afhankelijkheid niet milderen. Uit voorgaande blijkt dat dit gepaard gaat met kwetsbaarheden die de geloofwaardigheid en de onafhankelijkheid van universiteiten in het gedrang brengen. Nu wil ik gerust voor een hele systeemomwenteling pleiten (altijd bereid voor een babbel!), maar laat ik op het gemakje beginnen met vier aanbevelingen. U zult snel merken, eigenlijk vraag ik niet meer dan minimale transparantiemechanismen en beschermingswaarborgen. Noteert u mee?
1. Een openbaar register van alle lopende onderzoeken en samenwerkingen met externe financiers, om zo een zicht te verwerven op de financieringsstromen en mogelijke belangenverstrengelingen.
2. Een structureel gewaarborgd aandeel niet-extern gefinancierd onderzoek zodat er voldoende ruimte blijft voor spontaan onderzoek.
3. Maak niet alleen werk van een interne registratie van de nevenfuncties van academici, maar maak die om potentieĢle belangenconflicten duidelijk kenbaar te maken ook openbaar op hun profielpagina op de universiteitssite, zoals dat in Nederland gebeurt.
4. In die optiek is het de logica zelve dat academici op hun profielpagina aangeven door wie ze voor hun werk aan UAntwerpen betaald worden, indien dat niet UAntwerpen zelf is.
Met openlijke groeten Matthias
- Log in to post comments