Hoera, dwars is aan haar 150ste editie toe! In die 150 edities is er ontzettend veel creativiteit uit pennen, penselen, cameralenzen en potloden gevloeid. We blikken hier terug op al die artistieke hoogstandjes: welk dwarsig product is ons nu écht bijgebleven? Een handjevol getuigenissen van onze redactieleden lees je hieronder.
Lucas
cobra’s in zwart gras – Dominique Geschiere
Hét bewijs dat de lat bij het meest gewaardeerde studentenblad van Antwerpen hoog mag liggen. Een schijnbaar eenvoudige vertelling over een uitstapje naar de buitencampus, ware het niet dat Dominique er een stilistisch kunststukje van heeft gemaakt. Het artikel legt de werken van Pierre Alechinsky op Campus Middelheim goed uit: de chaos van de avant-gardistische kunstbeweging Cobra komt naar voren in elk woord. Overigens het eerste artikel waar ik ooit eindredactie op uitvoerde. Als liefhebber van uitgesponnen volzinnen, was ik meteen in mijn nopjes. De Dominiqueaanse woordspeling in de titel vormt de kers op de taart.
Lena
judgy meeuw – Edith Coen
Als vormgever spendeer je lange uren op het dwarslokaal, maar telkens wanneer hij verschijnt, lijken die uren voorbij te vliegen alsof het luttele minuten zijn. Hij ziet alles. Hij heeft overal een mening over. Hij is degene naar wie ik kijk wanneer er iets absurds gebeurt, want hij is degene die me in een oogopslag begrijpt. Zijn naam ken ik niet, maar zijn blik ken ik maar al te goed. De judgy meeuw verscheen voor het eerst in dwars 146. Op pagina 14 van die dwarseditie komt hij goed tot zijn recht: naast de gemoedelijke blik van Fred Brouwers voel je zijn veroordeling pas écht.
Oscar
gedachtevleugels – Oscar Terryn
De prominente plaats van poëzie in dwars trok me aan toen ik bij dwars begon. Ik ben dan ook al jarenlang veel bezig met poëzie. Mijn gevoelens schrijf ik zo van me af, maar ook de poëzie van anderen kan me sterk raken. In dwars zijn er verschillende dichtstijlen gepasseerd, waardoor die poëziepagina de facto een creatieve vrijplaats is. Die eerste keer dat ik een gedicht mocht publiceren, is me dan ook bijgebleven. Op gedachtevleugels ben ik nog altijd trots: mijn eigen woorden zien blinken op het glossy papier van een dwars is toch wel bijzonder.
Amber
de cover van dwars 119 – Alex Noels
Het beeld dat mij het meest bijgebleven is, is de cover van dwars119. De foto werd naar aanleiding van een artikel over de geloofsbeleving van studenten gemaakt: hoe ervaren zij religie? De foto is prachtig, met een sterk contrast tussen licht en donker. Ik ben een groot fan van zulke contrasten; hier werkt het thematisch ook goed. Die ene diagonaal van licht trekt het oog onmiddellijk. Wat de foto zo verfijnd maakt, is het idee erachter alleen al: zingeving is zo’n abstract thema, maar de foto duidt meteen waarover het gaat.
Pebbles
ik ben nodig! – Margaux Albertijn
Ik studeerde net een maand aan onze universiteit toen ik een dwars 139 in mijn handen geduwd kreeg. Een maand waarin ik elke vrije seconde opvulde: vrienden zou ik niet maken als ik niet binnen de dertig seconden op hun berichten antwoordde en mijn vakken halen zonder elke les uitvoerig voor te bereiden, daar was geen sprake van. Ik besloot enkele waardevolle minuten aan het openslaan van het magazine te besteden. Het eerste artikel? Het editoriaal van Margaux getiteld ‘ik ben nodig!’. Blijkbaar komt een boodschap pas echt bij mij binnen als ze verwoord wordt in mooie zinnen, want opeens snapte ik het belang van rustmomenten. “De enige persoon die me na tien uur ‘s avonds nog nodig heeft, ben ikzelf”, die zin kwam binnen. Wanneer ik echt overwerkt ben, herlees ik het editoriaal soms nog.
Margaux
kunnen daklozen het dak op? – Maxene Willems en Selena De Waard
Het was een los idee op een redactievergadering, ontstaan uit de mijmering dat niemand van de aanwezigen eigenlijk wist hoe het is om dakloos te zijn, hoewel we de daklozen in de studentenbuurt wel dagelijks zagen. Grapjes over hen konden gemaakt worden – “haha, die ene zot daar” – maar hun naam kenden we dan weer niet. De oplossing bleek vrij simpel: laten we die mensen eens spreken. Het resultaat werd een uitgepuurd artikel, geschreven door Maxene Willems en Selena De Waard. Op een bepaalde manier heeft de eenvoud van het idee mijn visie op artikelen schrijven ook veranderd. Als je iemands perspectief niet hoort, is het tijd om dat perspectief op tafel te leggen – en niet om gewoon te mijmeren over het feit dat je die stemmen nooit hoort.
Emma
Tresor, een muzikale schatkist – Lucas Van Looveren
Mijn favoriete dwarsartikel is Tresor, een muzikale schatkist door Lucas Van Looveren. Ik lees sowieso graag close-up’s. Het is altijd interessant om over culturele producten te lezen, zeker wanneer je kan meegenieten van het enthousiasme van de auteur. Daarom vind ik deze close-up van Lucas zo goed. Hij is laaiend enthousiast over het album van Gwenno. Ik citeer: “De alternatieve instrumentatie en de onberekenbare songstructuur zorgen voor een spanningsboog van 43 minuten en 5 seconden, die desondanks aangenaam in het gehoor ligt. Doorheen dat alles springt Gwenno spaarzaam om met haar zoetgevooisde engelenstem.” Zulk enthousiasme kan bijna alleen maar aanstekelijk werken. Het zorgde er alleszins voor dat ik sindsdien een enorme Gwennofan ben geworden. Ik geniet nog steeds van die plaat, misschien zelfs nog meer dan Lucas. Daarnaast vond ik de Spotifycode onderaan een waardevolle toevoeging, dat maakt het veel makkelijker voor de lezers om het album daadwerkelijk te ontdekken. Keep ‘em coming!
- Log in to post comments