Geachte slechte student,
Ik schrijf deze brief niet om jullie te bekritiseren. Jullie worden al genoeg belaagd. In de maanden december, januari en februari worden jullie geteisterd door ouders die niet begrijpen wat de miserie van studeren is. Tantes en nonkels vragen jullie op het kerstfeest wanneer jullie nu eindelijk afstuderen. Vrienden vragen je niet meer mee naar de bib. Wees niet bevreesd, slechte student, want ik ben een van jullie.
Tijdens de blok kan je me vinden achter mijn laptop. Dan kijk ik naar mijn favoriete Netflixprogramma terwijl ik begin aan mijn samenvattingen. Ik vraag mijn vrienden angstig om notities van lessen die ik niet heb bijgewoond. Als ik geen notities kan bemachtigen zoek ik op hoe ik illegaal lesopnames kan downloaden van Mediasite. Daarna plak ik allerhande PowerPoints in Word-documenten. Het echte blokwerk wacht ik af tot de echte examenperiode.
Na de blokperiode, voor mij een periode van algehele rust, komen de echte examens er genadeloos aan. Net als jullie denk ik dan dat ik nog zeeën van tijd heb. Ik slaap tijdens mijn blokdagen voor het aankomende examen tot tien uur uit, anders kan ik niet degelijk werken. Daarna begin ik in een sloom tempo met het overschrijven van mijn samenvatting; de enige studeermethode die werkt. Net als jullie besef ik dan na mijn avondeten, waarvoor ik vijf euro leveringskosten betaalde, dat ik nog enorm veel werk heb. Wanneer puntje bij paaltje komt verwerk ik bakken leerstof op een paar uur, die ik evengoed op een aangenaam tempo had kunnen verwerken tijdens de blok. Tot in de late uurtjes zorg ik er steevast voor dat ik toch alle leerstof heb gezien, anders kan ik niet slapen. Om de lichte paniek te onderdrukken, luister ik naar calming amygdala-muziek.
Na enkele uurtjes slaap vertrek ik, zonder mijn leerstof na te kijken, naar mijn examen. Ik geloof niet in al die onderzoekers die me elke examenperiode weer willen vertellen dat slaap een cruciaal element is voor het verwerken van leerstof. Dat idee zal ik tijdens mijn eerstvolgende examen voor de zoveelste keer ontkrachten. Na mijn examen denk ik waarschijnlijk naar goede gewoonte dat ik niet geslaagd ben. Naar goede gewoonte haal ik dan waarschijnlijk een tien. Erdoor is erdoor, nietwaar? De rest van de dag ga ik bijslapen, want wie studeert er nu op een examendag?
Ik hoop, slechte student, dat je jezelf herkent in mij. Als laatste woorden wil ik je nog dit zeggen: ga zo door, beste lotgenoot, ook wij geraken er wel.
- Log in to post comments