Maarten Van der Auwera
Er is maar één eerste week van het academiejaar. Het is elk jaar weer een drukte van jewelste dankzij alle openingsevenementen en eerste lessen. Soms is het ietwat overweldigend, maar tóch kijk ik ernaar uit. Ik sta niet alleen: Jannes Van Dijck, voorzitter van koepelkring Unifac, noemt het zijn favoriete week van het academiejaar. Aangezien Unifac met Students on Stage een van de grootste evenementen organiseert in die week is Jannes’ agenda behoorlijk druk, maar de liefde roest niet.
Unifac is de koepelkring van het studentenleven aan de Stadscampus. Een koepelkring vormt de schakel tussen de student, de kringraad, UAntwerpen en Stad Antwerpen. In de praktijk houdt dat in dat Unifac bijvoorbeeld veel evenementen organiseert, waaronder Students on Stage en enkele activiteiten op Verkenningsdagen. Op die manier kom je als eerstejaarsstudent onrechtstreeks wel bij Unifac over de vloer. “Ik denk dat je als eerstejaars eerder terecht komt bij de studentenverenigingen die onder onze koepel vallen dan bij ons”, zegt Jannes. Wat me niet tegenhoudt om met Jannes te babbelen over die glorieuze eerste week van het academiejaar. Zo snel is hij niet van me af.
Als eerstejaars liep ik verloren in de gevulde kalender van de eerste week en het gangendoolhof van UAntwerpen. Waar moest ik best naartoe? Ik volgde de massa maar. Jannes brengt raad: “Ik denk dat je best zo veel mogelijk tijd vrijmaakt om die eerste week te ervaren.” Na een infosessie van je opleiding zakt voornoemde mensenmassa op maandag af naar het Sint-Jansplein voor Students on Stage. “Dat is het ideale event om het begin van het academiejaar te vieren. Het is hét moment om lid te worden van een club. Aan elk kraampje van de studentenverenigingen kan je, naast de lidkaart, iets te eten en te drinken krijgen. De gezelligheid daar is om over naar huis te schrijven – iedereen is daar om te vieren.” Daar stopt de eerste week niet: de dinsdagen en woensdagen zijn vaak gevuld met de welkomstactiviteiten van de verschillende studentenverenigingen. Op donderdag vindt de academische opening plaats, een ceremoniële opening met bijvoorbeeld een speech van de rector. Daarna is het StuDay, een gratis festival op Spoor Oost voor alle studenten in het Antwerpse.
Jannes zelf timmert mee aan Students on Stage. “We werken met iets meer dan de helft van ons team actief om alles in goede banen te leiden. De taken worden goed verdeeld, daar niet van, maar het blijft toch wel een beetje stresserend. Je wil dat het goed gaat, hè? We beginnen al met de voorbereidingen voor Students on Stage in mei. Achter de schermen zijn er namelijk veel verschillende aspecten. Zo moeten we met alle studentenverenigingen van de kringraad commu-niceren. Stuk voor stuk hebben zij kraampjes, verkopen ze eten en hebben dus elektriciteit nodig, waar wij ze aan moeten helpen. Ook zitten we samen met de Stad om ervoor te zorgen dat we de nodige vergunningen krij-gen, dat we aan al het nodige materiaal geraken...” Dat klinkt als veel werk, denk ik hardop. “Het lukt wel”, lacht Jannes. “We organiseren het al enkele jaren, dus er zit knowhow in ons team.”
nieuwe ik, nieuwe mensen
De eerste week is energiek: iedereen is klaar voor een geheel nieuw begin en dat vertaalt zich ook naar een hoge sociale factor. Jannes knikt: “Die eerste week kan je overal nieuwe mensen leren kennen.” Nu, de mogelijkheid om veel mensen te leren kennen houdt evengoed in dat je veel ándere mensen leert kennen. Je ontdekt verschillende levensstijlen en je ontmoet mensen met heel andere perspectieven. Over hoe inclusief het studentenleven is, kan je discussiëren – er zijn genoeg debatten over dooprituelen en het onderwijs om dat punt te illustreren. “Ik denk dat het studentenleven op dit moment vrij inclusief is, maar het kan altijd beter”, zegt Jannes. “We denken meer na over hoe we het studentenleven inclusiever kunnen maken, zodat iedereen zich welkom kan voelen. Neem nu onze sollicitaties, bijvoorbeeld: daarbij zien we het juist als een pluspunt als iemand een ander perspectief heeft dan wij, voor ons is dat een verrijking. Zo vinden we het belangrijk om onze evenementen rolstoeltoegankelijk te houden, dan is het perspectief van iemand in een rolstoel ook essentieel om dat ook op een goede manier te bewerkstelligen.”
Die visie zet zich door op alcoholgebied. Een paar jaar geleden was het vrij normaal dat zowat iedereen dronk. Jannes beaamt dat: “Toen ik zelf eerstejaars was, was het naar mijn idee nog de norm dat je móést drinken om je te laten dopen. Maar dat verandert: het wordt langzaamaan normaal om niet te drinken. Bij studentenclubs worden er nu alternatieven voorzien voor leden die zich willen laten dopen maar niet drinken. Daarover wordt ook niet meer denigrerend gedaan, dat is gewoon een persoonlijke keuze.” Ook op cantussen verandert het tij: er wordt meer en meer waterkannen voorzien. Zo zijn er ook clubs die een apart tarief aanrekenen voor waterdrinkers of voor cantusgangers die hun eigen drank meenemen. “Met Unifac willen we daar ook aandacht voor hebben. Vanaf dit jaar werken we samen met Vagga, een organisatie die verbonden is aan het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg. Samen met hen willen we een inclusiever alcoholbeleid uittekenen naar het komende academiejaar. We zetten een waterkan op de voortafel, we serveren vanaf dit jaar frisdrank voor wie geen bier wil drinken. Met Unifac willen we voor een inclusief studentenleven gaan.”
- Log in to post comments