Al heb je ze misschien niet zelf moeten doen, je hebt er toch vast al eens van gehoord: de ijkings- en starttoetsen. Ieder jaar organiseert de Vlaamse overheid deze toetsen en ook UAntwerpen vraagt aan studenten om hieraan deel te nemen voordat ze zich inschrijven. Zeker niet voor alle richtingen bestaat er zo’n toets en hierdoor blijft dit studiekeuze-instrument voor velen, zeker de studenten op de Stadscampus, vaag. dwars duikt dieper in deze toetsen en gaat horen bij eerstejaars wat hun ervaringen zijn.
Deze testen, die plaatsvinden aan alle Vlaamse universiteiten, zouden zicht moeten geven op de kennis die nog overbrugd moet worden voordat eerstejaarsstudenten starten aan hun opleiding. Al is er een verschil tussen een ijkingstoets en starttoets: ijkingstoetsen zijn niet altijd verplicht, maar krijgen de naam starttoets zodra de deelname wel een criterium wordt voor de inschrijving. Deze verplichting is er aan UAntwerpen voor de bachelors in Bio-ingenieurswetenschappen, Biomedische wetenschappen, Farmaceutische wetenschappen, Fysica, Wiskunde en Industriële wetenschappen. De toetsen zijn echter niet-bindend, in tegenstelling tot een toelatingsexamen: ook wanneer je de starttoets niet haalt, mag je je inschrijven, al moet je vaak wel een remediëring volgen. De toetsen zouden helpen bij het inschatten van je kennis van wiskunde en wetenschappen, in verhouding tot het niveau van de opleiding, zodat je op basis van je resultaten een idee krijgt of je de richting aankan.
Deze verplichting is er eigenlijk pas sinds kort. In 2018 werd de starttoets voor het eerst ingevoerd voor de richtingen Burgerlijk ingenieur en Burgerlijk ingenieur-architect. In 2019 werd dit uitgebreid tot de Bachelor Diergeneeskunde, waar de ijkingstoets ondertussen vervangen is door een toelatingsexamen. Het was pas in academiejaar 2022-2023 dat de verplichte ijkingstoetsen – of starttoetsen – werden ingevoerd voor de rest van het lijstje, met nog een jaar extra voor de Bachelor Biomedische wetenschappen. Voor een groot deel van de rest van de bacheloropleidingen aan de buitencampus, plus de Bachelor Handelsingenieur, zijn de ijkingstoetsen mogelijk maar niet verplicht. De vraag is dan natuurlijk hoeveel studenten ook vrijwillig deelnemen aan een toets tijdens de zomervakantie, al kan deze wel nuttig zijn. Voor de testen die al verplicht waren, wees een onderzoek van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) in 2018 namelijk uit dat voor 61% van de studenten de verplichting de voornaamste motivatie voor deelname was. Uit zichzelf komen studenten misschien dus niet snel af. De starttoetsen worden daarom meer en meer een feit; het lijkt niet onlogisch dat die misschien in de toekomst voor meer richtingen zullen ingevoerd worden. De toetsen blijven niet-bindend, maar sinds 2023 moet je wel een remediëring volgen wanneer je niet slaagt. Deze kan, afhankelijk van je resultaat, een pakket zijn equivalent aan één tot drie studiepunten en kan zowel fysiek op de campus als zelfstandig online voltooid worden. Deze remediëring zou ervoor moeten zorgen dat de nodige kennis toch nog overbrugd wordt, al wordt de richting wel sterk afgeraden bij zeer lage resultaten van 5/20 en minder.
Maar hoe goed doen studenten het dan eigenlijk op die toetsen? In een persbericht van de VLIR laten ze weten dat er dit jaar bij voorbeeld 54% van de deelnemers geslaagd is voor de toets voor Bio-ingenieurswetenschappen en 57% voor die van Farmaceutische wetenschappen. “De lagere slaagcijfers voor sommige opleidingen hebben niet geleid tot lagere inschrijvingscijfers bij de STEM-gerelateerde bacheloropleidingen. In tegendeel, heel wat opleidingen rapporteren groeiende studentenaantallen”, staat er ook te lezen.
“De minder gunstige slaagcijfers schrikken de deelnemers dus niet af om voor een STEM-gerelateerde opleiding te kiezen. Het resultaat van de toets dient dan ook als een ondersteuning bij de studiekeuze: elke deelnemer zal zich kunnen inschrijven in de opleiding naar keuze ongeacht de behaalde score.” Ze rapporteren dat meer dan 10.000 studenten zich inschreven voor de ijkingstoetsen over alle deelnemende universiteiten. Dit is overigens ook niet-bindend: iemand kan perfect de ijkingstoets afleggen aan bijvoorbeeld KU Leuven en zich toch inschrijven aan UAntwerpen. Het is wel niet zo dat je na het afleggen van een ijkingstoets eender welke richting uit het lijstje kan volgen: voor bepaalde richtingen, zoals bijvoorbeeld Farmaceutische en Biomedische wetenschappen, is de ijkingstoets identiek, maar je kan niet beginnen aan bijvoorbeeld de Bachelor Fysica met een geslaagde starttoets Industrieel ingenieur op zak.
Tot zover de officiële zaken: volgens de universiteit zouden de ijkings- en starttoetsen een duidelijk beeld moeten geven van hoeveel kennis er nog overbrugd moet worden, maar is dit ook altijd even duidelijk? Zien studenten zelf deze toetsen als een nuttig instrument, of als niets meer dan een irritante verstoring van de zomervakantie? dwars sprak met vier eerstejaarsstudenten over hun ervaringen met de starttoets. Uit het gesprek bleek al snel dat de starttoets niet door iedereen als een even groot obstakel werd gezien: het voorbereidend werk varieerde ook sterk, van bijna geen voorbereiding tot meerdere dagen studeren. Of ze nu studeerden of niet voor de starttoets, alle studenten gaven aan dat ze de toetsen toch tot een zekere mate nuttig vonden voor hun opleiding. “De resultaten waren een goede reflectie om te zien of je leermethoden en kennis van het vak wel op punt waren. Hierdoor was het mogelijk om op tijd wat bij te sturen”, vond een eerstejaars Industriële ingenieurswetenschappen bijvoorbeeld. Ook de andere studenten gaven aan dat het een goed beeld gaf van wat ze konden verwachten in de richting en of ze het niveau zouden aankunnen. Ook werd het voor hen duidelijker hoe de vakken eruit zouden zien.
De verplichting bleek geen zware last te zijn geweest, aangezien de eerstejaars het over het algemeen goed vonden dat de testen verplicht waren. Zelfs voor andere richtingen zouden ze er niet tegen zijn moesten die ook verplichte testen invoeren. “Verplicht maar niet-bindend lijkt mij de beste manier”, zei een van de studenten. “Iedereen krijgt zo een idee van de moeilijkheid van de richting, als dit niet verplicht zou zijn zouden sommige mensen misschien beginnen zonder te weten hoe moeilijk het is”, voegde een andere student uit de Bachelor Bio-ingenieur toe. Ook werd benadrukt dat de starttoetsen zeker voor richtingen waar wiskunde belangrijk is, een handig instrument zijn.
dwars polste daarnaast ook even naar de remediëring, die dus relatief nieuw is. Ook deze vonden de studenten nuttig, al was een puntje van kritiek wel dat de fysieke en online remediëring niet altijd evenredig waren. De remediëring op campus werd gezien als veel intensiever, aangezien je lessen moest volgen en je aanwezigheid werd opgenomen. Bij de online remediëring, daartegenover, was er veel minder controle op hoe serieus je de leerstof had doorgenomen en had je ook veel meer tijd om het te voltooien. Dit zou er dus voor kunnen zorgen dat de studenten die de fysieke remediëring volgden diepgaander met de leerstof bezig waren en dus misschien beter voorbereid waren. De leerstof zelf sloot wel goed aan bij wat er daarna in de lessen werd gezien.
Is de ijkingstoets dus een goed studiekeuze-instrument? Toch wel, als we kijken naar de reacties van studenten en de verslagen van de VLIR. In de toekomst wordt het lijstje richtingen met een verplichte – maar niet-bindende – starttoets dus misschien nog uitgebreid, al zullen de richtingen op de Stadscampus hier waarschijnlijk nog niet snel last van hebben.
- Login om te reageren