“I always thought the idea of education was to learn to think for yourself”, aldus John Keating in Dead Poets Society tijdens een discussie met een collega-professor. Dat klinkt evident, maar met hoe het er nu binnen het onderwijs aan toegaat, vraag ik me af of er nog wel genoeg ruimte is om voor jezelf te denken. Elke leerkracht heeft zijn eigen methode van lesgeven, de ene al wat effectiever dan de andere. Maar al die methodes dienen hetzelfde doel: leerlingen klaarstomen voor examens zodat ze de eindtermen halen. Met de vernieuwde eindtermen worden leerkrachten korter gehouden en verliezen ze meer vrijheid.
Zoals Socrates vroeger al zei, is jezelf zo goed mogelijk ontwikkelen het allerbelangrijkste. Ontwikkeling kan volgens Socrates alleen van binnenuit komen; het kan niet worden aangeleerd. Door kritische vragen te stellen kan je de ander wel begeleiden naar dat inzicht. Dat noemde hij de vroedvrouwtechniek. Dat is volgens mij ook de rol die de onderwijzer op zich moet nemen.
Het is net deze dialoog die we volgens mij uit het oog zijn verloren in het onderwijs. Ondanks de talloze hervormingen is het moeilijk om het klassieke beeld los te laten: leerlingen die stil achter hun tafeltjes zitten, luisterend naar de orerende leerkracht. Het blijft helaas de meest gebruikelijke manier omdat het efficiënt zou werken, maar wanneer pragmatiek wordt verkozen boven menswaardigheid, ontstaan er altijd problemen.
Gelukkig zijn er al methodes zoals die van de Steiner en Freinet, die wel meer de focus leggen op die zelfontplooiing en zelfstandigheid. Kinderen zijn ontzettend kneedbaar, daar moet je gebruik van maken op de juiste manier. Vul hen niet met doctrines, maar focus op interactie en de ontwikkeling van het kind zelf. Natuurlijk is niet elke leerkracht bezig met het afratelen van de leerstof, maar de vrijheid van ons onderwijs staat momenteel onder zware druk. Laten we proberen geen papegaaien te produceren. Ik stel voor om te streven naar kwaliteitsonderwijs waarbij we kritisch denkende leerlingen creëren.
Wanneer pragmatiek wordt verkozen boven menswaardigheid, ontstaan er altijd problemen.
Volgens hoogleraar christelijke filosofie Renée van Riessen zijn het die docenten die je weten te raken, dat vonkje weten over te brengen, die het verschil maken. Het is aan hen om de dialoog open te houden, het innerlijk van hun toehoorders aan te spreken en hun betrokkenheid op gang te brengen, zoals hij de drie essentiële punten van onderwijs samenvatte. “In het raken van de leerling zit (…) de heilige essentie van onderwijs. Dan draag je wat over. Dat lukt natuurlijk lang niet iedere les, maar dat moet wel het streven zijn.”
Helaas hebben leerkrachten niet altijd de tijd om meer energie en creativiteit in hun lessen te steken, om dat vonkje echt na te jagen. Een overgroot deel van hun tijd gaat niet eens op aan lesinhoud, maar aan administratieve taken. Die taaklast is tijdrovend en vaak zinloos. Zo verliezen ze kostbare tijd die ze zouden kunnen steken in het ontwikkelen van nieuwe projecten en kwalitatievere lessen. (Jonge) leerkrachten gaan hierdoor hun ‘verplicht to-dolijstje’ af en denken dat het zo wel goed is. Nochtans zijn het de leerlingen die de eindtermen moeten halen, niet de leerkrachten.
Desondanks is het aansporen van je leerlingen om kritische vragen te stellen van cruciaal belang. Die nadruk op dialoog moet er altijd zijn, want door de leerstof als ‘pap in de mond te geven’, gaat het er bij de leerling veel moeilijker in. De confuciaanse filosoof Xun Kuang, heeft dit prachtig verwoord:
“Zeg het me en ik zal vergeten. Onderwijs me en ik zal het misschien onthouden. Betrek me en ik zal leren.”
Dat raakt de kern van wat volgens mij het doel van onderwijs zou moeten zijn.
- Log in to post comments