Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie het begrip ‘vademen’.
Iemand heeft het hoogstwaarschijnlijk ooit al bij jou gedaan. En jij doet het hopelijk af en toe ook terug. Het zijn je vrienden, je familie en je lief, die regelmatig vademen zonder het woord ooit in de mond te nemen. Het doet je geliefd voelen. Een soort stilzwijgende, verborgen liefde, zou je bijna denken. Maar nee. Vademen, dat woord kennen de meeste mensen simpelweg niet.
Iemand met uitgestrekte armen omvatten. Iemand in de armen nemen. Iemand vademen. Zeg nu zelf: “Ik wil dat je me vademt”, dat klinkt toch niet zo romantisch? Een vadem is eigenlijk de afstand van je linker- tot je rechtervingertoppen als je armen zijwaarts uitgestrekt zijn. Een beetje zoals 'voet' nog steeds een meeteenheid is in Engeland. Maar dan met wat meer romantiek.
Hoewel de 'voet' nog steeds veel gebruikt wordt, vind je 'vadem' tegenwoordig terug bij de zogeheten 'vergeten woorden'. Volgens Taaldacht, waar je deze woorden terugvindt, is 'vademen' toch nog niet helemaal vergeten. Het zou ook een West-Vlaams woord zijn. En ook in de binnenvaart zou een vadem nog steeds gebruikt worden om de diepte van het water te meten. Minder gebruikt dus, maar vergeten?
Een vreemd woord is het wel. Alhoewel, spreek eens een paar keer het woord 'knuffel' uit. Of 'omhelzing'. Zijn dat nu veel betere opties? Gelukkig hoef je die woorden niet uit te spreken tijdens het vademen. “Kom hier, geef me een knuffel”, dat kan nog. Maar “kom hier, geef me een vadem”? Dan verdwijnt die romantiek en klinkt het al snel alsof je vraagt om een keelsnoepje.
Hoe lelijk het ook mag klinken, een vadem is en blijft toch echt de ultieme meetbare liefdesverklaring. Van het ene vingertopje naar het andere, zoveel geef ik om je. To the vingertopje and back. Een beetje zoals kleine kindjes “zoveel” kunnen zeggen, met hun armen enthousiast uitgestrekt. En binnen die armspanne vindt de ander dan een veilige plaats. Een knuffel, een vadem, om te ontsnappen van de wereld. Om naar thuis te komen. Om gelukzalig naartoe te rennen.
Dus voordat je je armen spreidt als vleugels en de zomer invliegt, vadem je het best je kotgenoot nog eens in de strijd tegen de herexamens. Of vadem je studievrienden voordat je gaat werken en ze minder ziet. Of vadem mensen als herinnering dat je ze zal blijven zien, omdat je ze niet kwijt wilt. Deze vadem hoeft niet de laatste te zijn.
- Log in to post comments