Hij steekt het niet meer onder stoelen of banken. Kris Peeters wil burgemeester van Antwerpen worden. Peeters − volgens VRT en De Standaard de vierde meest populaire politicus van het land, net na huidig burgemeester Bart De Wever − staat te popelen om te beginnen experimenteren in wat hij het “laboratorium van Vlaanderen” noemt. De christendemocraat zal in 2018 echter niet enkel te maken krijgen met gele, maar ook met groene concurrentie van Wouter Van Besien. Volgens een recente peiling is niet CD&V (14,4%), maar Groen (20,1%) de grootste uitdager van N-VA (29,3%). Cijfers daargelaten, leek het ons als studentenmagazine in het trotse Antwerpen hoog tijd zelf eens uit te zoeken of de George Clooney van de Wetstraat ook op de Grote Markt zijn mannetje staat. En we maakten meteen van de gelegenheid gebruik om hem ook wat lastige vragen over actualiteit, werken en studeren te stellen. What else?
In tegenstelling tot wat menig Antwerpenaar mag denken, is Kris Peeters geen new kid on the block in de Scheldestad. “Ik heb in Antwerpen gestudeerd, heb er familie wonen en was voor mijn verhuis al een regelmatige bezoeker van de stad.” Na zijn studies Rechten en Wijsbegeerte aan de voorgangers van onze alma mater, koos Peeters echter niet meteen de weg van de politiek. Eerst ging hij aan de slag als advocaat, om daarna snel op te klimmen tot topman van UNIZO, terwijl hij ook nog doceerde aan de Hogeschool Gent. Op een dag kreeg hij plots telefoon van Yves Leterme met de vraag of hij minister wilde worden in de Vlaamse regering. “Die vraag kwam voor mij onverwacht, maar ik heb niet lang moeten nadenken. Als je aan de kant staat te zeggen dat het een goede regering moet worden en je krijgt plots de kans om mee te doen, dan kan je natuurlijk geen nee zeggen.”
werkbaar wendbaar werk
Toen hij in 2014 federaal minister van Werk, Economie en Consumenten werd, was dat voor UNIZO-Kris een soort thuiskomen. Die snel veranderende thema’s liggen Peeters na aan het hart: “Een lokale Belgische winkel krijgt concurrentie van webwinkels aan de andere kant van de wereld. De brexit plaatst de Europese Unie in een situatie die we nog nooit eerder hebben gezien. Werknemers willen meer vrijheid om hun loopbaan te plannen en ook werkgevers vragen meer flexibiliteit. Er komen constant innovaties en nieuwe producten bij, waardoor consumentenbescherming nooit af is. Ik vind het razend interessante domeinen om rond te werken.”
Wie nu afstudeert, heeft een goede kans om snel werk te vinden.
Met “jobs, jobs, jobs” als een van de prioriteiten van de huidige regering, vervult Peeters dan ook een cruciale rol. “Tijdens deze legislatuur zullen er in totaal meer dan 200.000 banen bijkomen.” Niet alleen het aantal nieuwe jobs is daarbij belangrijk, maar ook de kwaliteit ervan, vindt hij. “In februari keurde het parlement mijn wetsvoorstel goed om werk werkbaarder en wendbaarder te maken. De wet bevat een reeks opties die de bedrijven en werknemers kunnen gebruiken. Het gaat bijvoorbeeld om occasioneel telewerk of het opsparen van vakantiedagen via een loopbaanrekening.”
levenslang leren
Specifiek voor studenten heeft Peeters goed nieuws: “De werkloosheid kent een dalende trend en bij jongeren is de daling sterker dan het gemiddelde. Wie nu afstudeert, heeft met andere woorden een goede kans om snel werk te vinden.” Toch kunnen we beter nog even wachten met het weggooien van onze boeken: “Leren is een levenslang proces. Opleidingen helpen om de competenties die bestaan op de arbeidsmarkt en de competenties die bedrijven zoeken overeen te laten komen.” In de toekomst mogen we rekenen op vijf opleidingsdagen per voltijdse werknemer per jaar.
Ook van robots hoeven we niet bang te zijn: “De robotisering zal niet leiden tot minder jobs, maar tot andere jobs. De taken die robots overnemen, worden gecompenseerd door nieuwe functies die de robotisering creëert. We moeten zorgen dat de arbeidsmarkt met die veranderingen mee evolueert. Dat illustreert nog eens hoe belangrijk opleidingen zijn.”
werken tot vijfenzeventig?
Werk vinden zal dus vrij vlot gaan, maar er weer vanaf geraken helaas iets minder. “De wettelijke pensioenleeftijd wordt in 2025 opgetrokken van 65 naar 66, en in 2030 naar 67 jaar”, vertelt Peeters. Aan die snelheid zitten we tegen 2045 aan 70. In 2045 is een generatiestudent die dit academiejaar aan zijn opleiding is begonnen nog maar 46. De kans dat wij op ons 75ste nog werken, is dus reëel. Een eventuele verdere verhoging van de pensioenleeftijd zal echter niet zo snel gebeuren, verzekert Peeters ons: “Het is zeker niet de bedoeling elke vijf jaar de pensioenleeftijd met een jaar te verhogen. In het regeerakkoord is het principe voorzien dat de pensioenleeftijd gekoppeld wordt aan de levensverwachting. We moeten daar echter voorzichtig mee zijn."
“Naarmate je ouder wordt, zijn een aantal jobs minder haalbaar. Overschakelen op een lichtere taak kan dan een optie zijn, maar we kunnen uiteraard niet voor iedereen een lichtere job voorzien.” Toch is het verhogen van de leeftijd tot 67 de koers die we moeten bevaren, vindt Peeters. “De verhoging van de pensioenleeftijd is misschien geen populaire maatregel, ze helpt wel om de pensioenen betaalbaar te houden. Als iedereen langer werkt, blijven de kosten van de vergrijzing betaalbaar.” Op die manier blijven onze pensioenen ook op termijn gewaarborgd door de overheid en blijft ons huidige systeem bestaan: “Aan doemscenario’s over pensioenen doe ik niet mee. Mijn partij en ik blijven grote verdedigers van een pensioen betaald van de sociale zekerheid.”
Een fulltime nine to five-job vijftig of zestig jaar aan een stuk of kleuterleiders tot hun 67 aanhouden, is dan weer niet de bedoeling. Peeters pleit daarom voor een transitionele loopbaan. “In plaats van ernaar te streven heel je loopbaan lang één job te doen, moet het makkelijker worden om van werk te veranderen. Zo kunnen mensen een job doen die past bij hun wensen en bij hun leeftijd.”
overwint democratie de populistische golf?
Als we even uitzoomen van de Belgische politiek zijn er twee grote thema’s die meteen in het oog springen: de verkiezing van Trump en de ‘ja’ op de brexit. Markeren deze gebeurtenissen, die niemand écht verwacht had, het einde van de democratie zoals we die nu kennen? Het christendemocratische antwoord daarop is nee. “Ik ben ervan overtuigd dat democratie de populistische golf te boven zal komen. Een simpele populistische oplossing kan goed in de oren klinken, bij de uitvoering zijn de gevolgen soms desastreus. Mensen zien uiteindelijk wel in dat populisten geen zoden aan de dijk brengen.”
We moeten een onderscheid maken tussen mensen die bepaalde bekommernissen hebben en politici die een buikgevoel aanspreken, argumenteert Peeters. “Als mensen zich zorgen maken over de globalisering, moeten politici dat ernstig nemen. Het probleem is dat er een klasse van politici is ontstaan die op dat gevoel inspeelt en het verder aanwakkert, zonder met werkbare oplossingen over de brug te komen. Zeggen waar het op staat, betekent niet dat je hard roept hoe groot de problemen zijn. Het betekent dat je oplossingen voorstelt en resultaten boekt”, vat Peeters samen.
Werk is hét middel bij uitstek om de stad welvarend te maken en te bouwen aan de toekomst.
united we stand, divided we fall
Ook na de brexit blijft voor CD&V de nood tot meer integratie bestaan. De Europese koers die CD&V wil varen ligt op dezelfde lijn als de Duitse christendemocraten, met een sterk en verenigd Europa aan de horizon. “De EU kan pas goed functioneren als elk land naast zijn eigenbelang ook rekening houdt met het algemene belang van alle lidstaten samen. Toen bondskanselier Merkel bij Trump op bezoek ging, liet ze duidelijk verstaan dat de VS enkel een handelsakkoord kunnen afsluiten met de EU in haar geheel, en niet met Duitsland afzonderlijk.”
Zeggen waar het op staat, betekent niet dat je hard roept hoe groot de problemen zijn.
“De aanpak van sociale dumping en het waken over sociale minimumnormen zijn bijvoorbeeld domeinen waarin Europa een grotere rol moet spelen.” De basis daarbij blijft de unie met haar 28 lidstaten, maar wat unanimiteit in zulke dossiers betreft, is Peeters genuanceerder: “Als blijkt dat sommige landen daar niet in willen meegaan, moet een kopgroep van landen het voortouw kunnen nemen.”
wir schaffen das
Als het gaat om de vluchtelingencrisis, gaat de visie van CD&V eveneens hand in hand met haar zusterpartij CDU. “De vluchtelingencrisis stelt ons voor heel wat uitdagingen, maar wij kunnen die zeker aan. We moeten mensen daar niet bang voor maken.” Wir schaffen das, dus.
“België is een welvarend land en het is onze morele plicht om vluchtelingen te helpen.” Ook op dit domein is Europese samenwerking van fundamenteel belang: “We vangen vluchtelingen hier op, maar moeten ook financiële ondersteuning bieden aan de landen van de regio zelf zodat vluchtelingen ook daar op een menselijke manier worden opgevangen. Alle landen die dat kunnen, moeten hun bijdrage leveren. Op Europees niveau is dat nu onvoldoende het geval. Eigenlijk zouden we tot één Europese asielprocedure moeten komen in plaats van 28 verschillende procedures.”
het laboratorium van Vlaanderen
Waarom kiest een vicepremier en gepassioneerd federaal minister nu dan plots voor een stad? Waarom is Antwerpen zo’n cruciale schakel in de Belgische politiek? Peeters’ antwoord op deze vraag zal Antwerpenaren dat moeilijk te sluiten bovenste knopje van hun hemd weer doen openzetten: “Antwerpen is nu eenmaal de grootste stad van Vlaanderen.”
Naast zijn persoonlijke band met de stad, is Antwerpen bovendien ook politiek heel interessant, vertelt Peeters. “Er ontstaan heel wat nieuwe ideeën. Dat is vandaag zo, maar is ook in het verleden het geval geweest. Onder meer de haven en de universiteit zorgen voor die creativiteit. Antwerpen is een van de meest diverse steden van Vlaanderen, ook dat zorgt voor innovaties. De stad is daardoor erg aantrekkelijk voor een politicus. Wat je in Antwerpen doet, kan vaak als voorbeeld dienen voor de rest van Vlaanderen. Noem Antwerpen gerust het laboratorium van Vlaanderen.”
Een laboratorium waar heel veel verschillende ingrediënten in een reactievergelijking moeten balanceren en waar een goed chemicus de proefbuizen in handen moet hebben, oordeelt Peeters. “Antwerpen is daarnaast een zeer diverse stad, wat een enorme rijkdom is, maar wat ook voor uitdagingen zorgt. Daarom heb je een duidelijk kader nodig waarbinnen alle Antwerpenaars, wat hun achtergrond ook is, moeten willen samenwerken om Antwerpen nog beter te maken.”
“Je hebt een beleid nodig dat dialoog en ontmoeting aanmoedigt, zodat mensen elkaar leren kennen en leren begrijpen. De zaken op de spits drijven en verschillen tussen groepen uitvergroten, helpt daarbij niet. Ik wil dialoog en ontmoeting aanmoedigen tussen de verschillende groepen.” Wie goed tussen de lijntjes leest, ontdekt hier en daar misschien een steek naar de concurrentie.
Net zoals elke student studeerde ik te weinig tijdens het jaar en waren de examenweken spannend.
diversiteit, mobiliteit, universiteit
Naast het dossier ‘diversiteit’ wil Peeters, mocht hij als winnaar uit de bus komen, op dag één van zijn burgemeesterschap ook de classeurs over mobiliteit op zijn bureau hebben liggen. “We staan met zijn allen te veel in de file. Het recente akkoord over de Oosterweelverbinding en de overkapping van de ring zijn daarom cruciaal.” Mobiliteit en diversiteit zijn dan ook de grootste werven voor Antwerpen en de eerste dossiers die hij zou aanpakken, mocht hij de sjerp om krijgen. Een derde uitdaging voor de minister van Werk, hoe kan het ook anders, is werkloosheid en in het bijzonder jeugdwerkloosheid. “De afgelopen jaren is daar al heel wat rond gebeurd en die maatregelen moeten worden opgevolgd. Werk is hét middel bij uitstek om de stad welvarend te maken en om te bouwen aan de toekomst.”
Een andere motor van dynamiek en innovatie is volgens Peeters de universiteit. “Een universiteit trekt jong talent aan, zorgt voor nieuwe ideeën en een bruisend studentenleven.” Jonge hoogopgeleide gezinnen die na hun studies in de stad blijven wonen, leveren bovendien een goede bijdrage aan de welvaart van de stad. Een universiteit heeft naast haar onderwijsmissie ook een belangrijke rol te spelen in het maatschappelijk leven van een stad. Peeters is daarom ook fan van studentenverenigingen, die volgens hem door de universiteit ondersteund moeten worden. Zelf had hij overigens een heel leuke studententijd. “Ik zat samen met vijf TEW-studenten op kot in de Sint-Annastraat. We gaven onze eigen kotkrant uit. Ik ging vooral uit in de buurt, ging geregeld biljart spelen in het Billiard Palace bij het Centraal Station en soms ook naar TD’s. Net zoals elke student studeerde ik te weinig tijdens het jaar en waren de examenweken spannend.”
Tot slot vormt de universiteit zijns inziens via kennis en onderzoek een belangrijke ondersteuning aan het stadsbeleid. “Als burgemeester zou ik die banden natuurlijk graag aanhalen. De recente publicatie van rector Herman Van Goethem Krijtlijnen voor een innovatief beleid voor de Universiteit Antwerpen vind ik een zeer goed document om de dialoog aan te gaan.”
Plannen genoeg dus voor ’t Stad, zo blijkt. Bart, Wouter of Kris, het beloven nog spannende verkiezingen te worden.
- Log in to post comments