Het regelgevend kader oefent een enorme invloed uit op de financiële instellingen en de economie als geheel. Maar hoe ver gaat deze invloed en wat zijn de gevolgen? Iedere maand laat Capitant (de studentenvereniging die studenten inleidt tot en begeleidt naar de financiële markten, nvdr.) economische en financiële onderwerpen aan bod komen in Het Marktsegment van dwars. Deze rubriek gidst je door het beursnieuws heen, zonder vast te lopen op de moeilijke en ingewikkelde concepten. Hier worden ze uitgelegd in mensentaal.
Sommige banken zijn vanwege hun grootte, complexiteit en verbondenheid met andere banken zo belangrijk voor het financiële systeem dat ze als too big to fail worden beschouwd. Dit kan leiden tot een blind vertrouwen omdat men ervan uitgaat dat de overheid wel een handje zal toesteken als het slecht gaat. Een failliete bank brengt immers te grote consequenties met zich mee. Denk maar aan al het spaargeld dat iedereen zou kwijtspelen. Te groot om over kop te gaan? Denk dan nog maar eens na. Het is al vaak gebeurd. Het geloof in de bankensector is enorm achteruit gegaan. Allerlei maatregelen worden getroffen om het vertrouwen terug op te krikken en allerlei voorwaarden worden gesteld om de risico’s te beperken. De risico’s zijn immers te groot, zeker wat grootste banken betreft. Naar aanleiding van die risico’s is het Basel-Comité in het leven geroepen. Het doel van het Comité is het verbeteren van de kwaliteit van het toezicht op de banken wereldwijd. Na het eerste en het tweede Basel-Comité, of kortweg Basel I en II, is er naar aanleiding van de kredietcrisis in 2007 ook Basel III in het leven geroepen. Dit Comité zal zoals de twee anderen proberen de risico's binnen de perken te houden. De crisis liet de banken bijvoorbeeld beseffen dat alleen onmiddellijk beschikbaar kapitaal bruikbaar is om verliezen te voorkomen. Veel banken bleken echter onvoldoende kapitaal ter beschikking te hebben. Sindsdien moeten de banken voortaan zeven procent kapitaal in voorraad houden.
toekomst van de financiële sector
Eind november dit jaar zullen alle Europese banken hervormd worden. In België zal dit zelfs iets sneller gebeuren omdat de hervorming van het bankwezen in het regeringsakkoord is opgenomen. Spaarbanken en alle andere banken worden gesplitst. Met andere banken bedoelt men die banken die in staat zijn om complexe en risicovolle activiteiten uit te oefenen. Na de financiële crisis van 2007 is het grootste deel van de banken uiteraard al gescheiden, maar er is nog werk aan de winkel. We mogen niet meer dezelfde fouten maken die in het verleden reeds zijn gemaakt. Nog steeds moeten de kleine banken – die toen amper risico hebben genomen – mee boeten voor de fouten van de grote spelers. Toch lijken we al een belangrijke les geleerd te hebben: wat de overheid beheert, is zeker niet altijd veilig. Zoals eerder aangehaald, leidt een back-up van de overheid vaak ongewild tot risicovol gedrag. En dat is juist niet wat de gewone spaarder verwacht.
shutdown
Too big to fail is een principe dat niet alleen voor financiële instellingen geldt. Ook in de politiek is er sprake van en Amerika heeft dat onlangs bevestigd. In dat land is er een shutdown gekomen door de invoering van Obamacare (*) die tot onenigheid leidde tussen de Democraten en de Republikeinen. Deze laatsten hadden op 1 oktober in de Amerikaanse begroting van 2014 laten opnemen dat de uitvoering van deze wet een jaar zou moeten opschuiven. Logischerwijs gingen de Democraten en president Obama met deze begroting niet akkoord, mede omdat Obamacare reeds goedgekeurd en grondwettelijk is.
Een begroting die niet is goedgekeurd, leidt in de VS altijd tot de stopzetting van overheidsuitgaven. Ook overheidskredieten worden op hun beurt geblokkeerd. Aangezien deze kredieten worden toegewezen aan de overheidsactiviteiten, heeft dit een directe staking tot gevolg van alle niet-essentiële departementen. Als gevolg hiervan is er dus 1 oktober een heuse shutdown gebeurd.
Wat een nog grotere rol speelde in de shutdown, is de verhoging van het Amerkaanse schuldenplafond. Op 17 oktober zouden de Amerikaanse schulden een bedrag van 16700 miljard dollar bereikt hebben. Maar wat zou dit betekend hebben?
De economie van de VS is één van de grootste en belangrijkste economieën in de wereld. Als een staat haar schuldenplafond overstijgt, kan de VS zijn schuldeisers niet meer betalen. De gevolgen hiervan zouden catastrofaal geweest zijn: de rente zou stijgen, de economische groei zou stagneren en het vertrouwen zou achteruit gegaan zijn.
Het schuldenplafond is na de shutdown uiteindelijk verhoogd. De Amerikaanse overheid wordt tot 15 januari gefinancierd en het schuldenplafond wordt tot 7 februari verhoogd. Is dat dan een goede oplossing geweest? Het verhogen was zeker en vast noodzakelijk. Is nu alle paniek voorbij? Neen, integendeel. Uitstellen van problemen is nooit een oplossing. Ongewild wordt er onzekerheid gecreëerd, wat de economie op zijn minst niet helpt. Het opschorten doet meteen een belletje rinkelen en de kans is groot dat we diezelfde chaos nog eens opnieuw meemaken. Jazeker, de kans dat er in februari terug een shutdown komt is groot. Tot die tijd is er dus geen sprake van verbetering en de economie is ondanks de verhoging van het schuldenplafond dus absoluut niet aan de betere hand.
(*) Patient Protection and Affordable Care Act = een verplichte en algemene ziekteverzekering onder het bestuur van Obama