Ljubljana

02/10/2004
🖋: 

Begin juli, de trein van Venetië naar Ljubljana. Italië baadt in de hitte en het licht. Doorheen het raam van onze ge-airconditionede trein kijken we uit over het eentonige groene landschap van Noord-Italië, dat zich probeert bloeiende te houden onder het loodzware juk van de striemende zonnestralen. In de trein voornamelijk Italianen en Slovenen. Terwijl we onze laatste kilometers op Italiaanse bodem afleggen, groeit de nieuwsgierigheid naar dit ex-Joegoslavisch land. En dan kondigt het zich aan,... De trein stopt en Italiaanse douaniers bekijken de paspoorten van de reizigers, met een bijzondere interesse voor de visa van de enkele Oostblokkers die meegereisd zijn. Pas over enkele jaren vallen deze controles weg, hoewel Slovenië sinds 1 mei tot de EU behoort. Misschien toch een toegeving aan de eurosceptici, of een eerder symbolische daad? De trein zet zich uiteindelijk toch weer in beweging zodat zich enkele kilometers verder hetzelfde scenario kan afspelen met Sloveense douaniers. We zijn in Slovenië.

De eerste indruk die je opdoet in Slovenië, als je het land binnenrijdt is: groen. Het bestaat voor de helft uit bosgebied en dat merk je onmiddellijk. En door de erg kleine populatie (er zijn ongeveer 2 miljoen Slovenen op een oppervlakte van een slordige 20.000 km²) vind je nergens echt geürbaniseerd gebied. We arriveren in Ljubljana tegen de avond terwijl we uitkijken over onze eerste Sloveense zonsondergang. Ljubljana is een stad van zo'n 280.000 inwoners, wat het tot een van de kleinste hoofdsteden van Europa maakt. Het is een gezellig oord, voornamelijk rond de rivier de Ljubljanica, waar de voornaamste trekpleisters te vinden zijn: de symmetrische en op een bijzondere manier rustgevende franciscaner Maria-Boodschapkerk, die op haar gevel ‘Maria vol van genade,' Maria, gratia plena aanroept, de talrijke gezellige bars (met als hoogtepunt de Macelonca, met een terras op een vlot in de rivier), het standbeeld van de melancholische dichter Prešeren. Het is deze laatste die ook het veelzeggende volkslied van Slovenië heeft geschreven, dat de naam Zdravljica, ‘een toost', draagt.

 

Het eigenlijke doel van onze reis naar Ljubljana was de Summer School aan de universiteit aldaar. Met een samensmelting van nationaliteiten (voornamelijk mensen uit de Balkan, maar ook Nederlanders, Fransen, Italianen, Grieken, ...) volgden we lessen die erg uiteenlopende onderwerpen behandelden: van Sloveense geschiedenis over intercultureel management naar Europese integratie. Het was erg interessant mensen met verschillende achtergronden samen eenzelfde materie elk op hun eigen manier te bekijken. Er werd naast de aula ook ruimschoots aandacht besteed aan het bezoeken van het land zelf. Omdat Slovenië qua oppervlakte niet erg groot is, hadden we de kans om dit erg schilderachtige land in twee weken te leren ontdekken. Ik denk dat ik niet enkel voor mezelf spreek als ik zeg dat Slovenië een ware ontdekking was. Onbekend en dus onbemind, maar ten onrechte. In dit Oost-Europese land vind je een interessante afwisseling van eeuwenoude cultuur en ongerepte natuur, wat het een ideale reisbestemming voor iedereen maakt. Zeker het ontdekken waard.