Amarcord

de dwarsdoorsnede

07/04/2015
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer verkent dwars de duisternis van de cinemazaal en zoekt naar kwaliteit op het witte scherm.

Na een verblijf van vijf maanden onder de Italiaanse zon dacht uw dienaar te beschikken over een behoorlijke kennis van de taal van Dante. Maar hoewel onze casa in Bologna zich slechts op 120 kilometer van Rimini bevond, tastten we in het duister over de betekenis van het woord ‘amarcord’. Enige seconden googleplezier later komen we echter te weten dat het ‘mi ricordo’ of ‘ik herinner mij’ betekent in het Romagnolo, het lokale dialect van Rimini. Na deze Babylonische toestanden kunnen we ons eindelijk min of meer geïnformeerd focussen op het melodieuze schouwspel dat Fellini ons voorschotelt. Al snel wordt de betekenis van de titel duidelijk: Amarcord is cinema over de grootste fictie van het leven: het geheugen.

 

Een herinnering is niet zomaar een beeld van wat er gebeurd is, maar een fantasie over het verleden. Herinneringen zijn sterke verhalen die we onszelf vertellen, maar door het fantastische element zijn het ook mentale kaarten van onze hoop en verdriet, verlangen en tragiek. Zo ook in Amarcord, waarin Fellini zich zijn tienerjaren in het Rimini van de jaren ’30 herinnert. We zien waar Titta, een jongen uit een gezin waar dramatische ruzies aan de eettafel dagelijkse kost zijn, zich zoal mee bezighoudt. En dat is nogal wat. Op school is dat vooral leren waar Romeinse keizers op pensioen gingen, het mismeesteren van de Griekse cadans en het langeafstandsurineren. Andere adolescente vermaken passeren ook de revue, zoals het in wind en weer bekijken van naakte standbeelden, fantaseren over het verleiden van de voluptueuze tabaksverkoopster en het collectief masturberen, waarbij men best niet teveel luidop zegt!

 

Titta is niet het enige dromende personage in deze zwierig dansende film, waarbij lange, ritmische shots de dienst uitmaken. Een joggende parade aan kleurrijke karakters passeert de revue. De nymfomane Volpina, de blinde maar actieve accordeonist en de schoolmeesters mogen dan oppervlakkige komische figuren blijven, andere personages worden dieper uitgewerkt. Zo is er Gradisca, de diva in het rood die droomt van haar prins en melancholisch hoopt op een ontmoeting ‘die een leven lang duurt’. Of Titta’s vader, de nors en opvliegende communist Aurelio die in een daad van verzet een platenspeler op de kerktoren plaatst die de Internationale speelt. Slechts twee figuren breken de vierde muur en spreken de kijker rechtstreeks aan. De volksidioot ratelt zijn aangeleerde poëtische tekstjes af, terwijl de advocaat en amateurhistoricus eveneens in geleerde woorden uitweidt over de geschiedenissen van de stad, met fiets steevast in de hand en geteisterd door de vrienden van Titta.

 

Het is carnavaleske schouwspel dat zich voor onze ogen afspeelt, is heel leuk en grappig, maar Fellini slaagt er ook evengoed in om melancholische elementen te verwerken in de film. Tijdens de mistscène, de bruiloft of de dansavond in het hotel is de tristesse soms niet ver en wordt duidelijk dat dit niet zomaar een dolle komedie is, maar een reflectie op het leven waarbij de ondertoon echter optimistisch blijft. Neem bijvoorbeeld de scène waar de mentaal gehandicapte oom Theo in een boom klimt, stenen gooit naar wie hem eruit wil krijgen en luid scanderend ‘Voglio una donna!’ roept: ‘Ik wil een vrouw!’ Hilarisch natuurlijk, maar ook een krachtige expressie van verlangens.

 

De beschrijving van Fellini dat het Italiaanse volk door de katholieke kerk ‘in een eeuwige adolescentie gevangen gehouden wordt’ en de parodie op Mussolini met de nepbruiloft maken het makkelijk om Amarcord als een politieke film te analyseren. Maar politiek figureert slechts op de achtergrond, terwijl de figuranten wild dansend op het echte voorplan staan.