De lerarenopleiding kent sinds enkele jaren weer enig succes. Een extra motivatie voor studenten om deze opleiding te volgen blijft het lerarentekort in vele Vlaamse scholen. Het Ministerie van Onderwijs meldt echter dat dit tekort tegen 2006 grotendeels weggewerkt zal zijn. Maar hoe betrouwbaar zijn gegevens uit deze kringen? We leggen ons oor voor alle zekerheid even te luister bij professor Peter Van Petegem, de docent van de academische initiële lerarenopleiding (AILO). Naast het bespreken van voorgenoemd probleem, gaat hij ook in op de hervorming van de opleiding en de lerarenopleiding an sich.
In bepaalde Vlaamse secundaire scholen is er momenteel een tekort aan leerkrachten. Hoe is het zover kunnen komen?
Peter Van Petegem De voorbije jaren kenden we een economische hoogconjunctuur, waardoor heel wat mensen voor andere bedrijfssectoren kozen. Jonge mensen zullen in periodes van economische zekerheid niet kiezen voor het onderwijs, waar ze een vaste benoeming kunnen krijgen. In periodes van economische hoogconjunctuur zal men eerder gaan opteren voor jobs buiten de onderwijssector. Dat heeft er toe geleid, dat er tekorten zijn ontstaan aan instroom in het onderwijs. Bovendien zitten we met het probleem, dat er momenteel een relatief grote uitstroom is.
Tijdens de jaren zestig is er een enorme toename geweest van het aantal leerkrachten die nu allemaal aan het pensioneren zijn. De bevolkingspiramide van leraren staat als het ware op zijn kop. Je hebt relatief veel ouderen die uitstromen, terwijl de instroom van jonge leerkrachten beperkt is. Zo is dit tekort kunnen ontstaan.
Welke vakgebieden zijn er over het algemeen het ergste aan toe?
Van Petegem Als we dit beperken tot de groep van de academische lerarenopleiding zijn dat mensen uit de exacte wetenschappen en recent ook germanisten. Het is vandaag heel moeilijk om een leraar fysica of informatica te vinden. Van een schooldirecteur uit het Brusselse kregen we te horen dat hij al een aantal weken zelf wiskunde gegeven heeft omdat hij geen geschikte leerkracht vond. Toch situeert het probleem zich enkel binnen de genoemde vakgebieden en is het geen algemeen probleem.
De academische lerarenopleiding heeft voor de meeste deelnemers echt wel zin.
Tekort
Is er nog steeds een lagere opkomst van leerlingen uit de exacte wetenschappen dan uit de humane wetenschappen?
Van Petegem Wat de deelname van studenten uit de exacte wetenschappen betreft zitten we met een probleem bij de instroom, behalve voor biologie. Van de studenten wiskunde, scheikunde of fysica zijn er weinigen die zich hebben ingeschreven. Enerzijds is dit te wijten aan het feit dat een beperkt aantal studenten in dergelijke opleidingen afstudeert. Anderzijds ziet men binnen deze richtingen een relatief groot aanbod van doctoraatsplaatsen. Dat brengt deze mensen er toe eerder voor een onderzoeksloopbaan te opteren dan wel voor een loopbaan in het onderwijs.
Oefent dit tekort een zekere invloed uit op de academische lerarenopleiding?
Van Petegem Het tekort situeert zich vooral in het secundair onderwijs. Hier is reeds wat media-aandacht rond geweest. Vlaams Minister van Onderwijs Vanderpoorten heeft een campagne gevoerd om het leerkrachtenberoep in de picture te zetten. Je zou kunnen denken, dat dit een effect heeft op de bereidheid van om deel te nemen aan de lerarenopleiding. Dit jaar stellen wij een enorme toename vast in de inschrijvingen. Dat kàn te maken hebben met de media-aandacht rond het lerarentekort.
Het zou ook te wijten kunnen zijn aan de verandering van de conjunctuur op de arbeidsmarkt of aan de op til zijnde hervorming van de lerarenopleiding. Vlak voor de vorige hervorming in 1996 hebben we ook meer inschrijvingen gehad. Er was toen sprake van het verhogen van de studielast. Mensen die twijfelen denken dan: “ik ga me nog snel eventjes inschrijven, zodanig dat ik er iets makkelijker vanaf kom.”
Voorts is er de voorbije jaren een toegenomen interesse geweest van mensen die reeds afgestudeerd zijn. Dat aantal heb ik voortdurend zien aangroeien. Als ik aan de verhouding van de eerste bijeenkomst dit jaar terugdenk, stel ik vast dat 40% van de deelnemers reeds afgestudeerd is. Zij zijn reeds aan het werk of volgen een bijkomende opleiding, die ze combineren met de lerarenopleiding.
Levenslang leren
Waar liggen de klemtonen binnen de academische lerarenopleiding? Aan welk profiel moet een leerkracht van de 21ste eeuw beantwoorden?
Van Petegem Wij hebben heel mooie instrumenten om na te gaan welk beeld er van de moderne leraar bestaat. In de lessen beklemtonen we dat meer en meer de behoefte bestaat om leerlingen uit te rusten met een aantal middelen die hen zelfstandig leren werken. Ook de noodzaak tot voortdurend bijscholen is een belangrijke tendens. Vooral in de informaticasector is dit het geval. Dit is een gevolg van de snelle veroudering van kennis en we moeten dit fenomeen de leerlingen ook bijbrengen. Zo zullen ze in staat zijn ‘levenslang te leren’.
De klemtoon voor leerkrachten van de 21ste eeuw ligt op het bekwamen van de leerlingen in het ‘zelfverantwoordelijk leren’. We willen af van de leraar die voortdurend aan de leerlingen zegt hoe zij het moeten doen: zo wordt de leerling in een passieve rol geduwd. Men moet de leerling meer gaan activeren voor zijn eigen leren, zodanig dat hij daar op langere termijn ook toe in staat is. In plaats van instructor of lesgever wordt de leraar de begeleider van leerprocessen bij leerlingen.
De leraar is vandaag niet langer keizer, koning, admiraal, baas in eigen klaslokaal.
Daarnaast zijn er een aantal basiscompetenties waarover een leraar moet beschikken, als hij goed wil functioneren in het huidige onderwijs. Een leraar moet het onderwijs kunnen organiseren, maar moet ook de belangrijke rol van opvoeder vervullen. Vroeger volstond het vaak enkel het eigen vak te beheersen. Nu is ook de samenwerking tussen leerkrachten van belang. De leraar is vandaag niet langer keizer, koning, admiraal, baas in eigen klaslokaal, maar wordt lid van een team.
Voorts moet een moderne leerkracht op een degelijke manier met de ouders kunnen communiceren. Dit laatste kwam vroeger nauwelijks aan bod. De essentie is voor mij de verschuiving van de leraar als lesgever naar de leraar als begeleider. Het lesgeven van de leraar staat niet langer centraal, maar wel het leren van de leerling. Deze tendens is bovendien ook aan de gang in het hoger onderwijs.
Is het mogelijk om de zaken op een zwarte-witte manier voor te stellen. Is de academische lerarenopleiding voor de goeden tijdverlies en voor de slechten eerder een remediëring ?
Van Petegem Dat zwart-witte klopt niet, als we het over het merendeel van de deelnemers hebben. Je hebt inderdaad twee extreme groepen binnen de lerarenopleiding. Er zijn grote uitzonderingen die zonder deze opleiding wellicht snel zouden doorhebben waar het om gaat in het onderwijs.
Beperkte communicatieve capaciteiten
Aan de andere kant heb je mensen die omwille van hun beperkte communicatieve capaciteiten zelfs na de opleiding er moeilijk in zullen slagen om in een klas te presteren. Je hebt dus wel extremen, maar dat zijn uitzonderingen.
Voor het bulk van de studenten heeft een lerarenopleiding wel degelijk zin, enerzijds om aan de ontwikkeling van een aantal competenties te werken, zowel op theoretisch als praktisch vlak.
Anderzijds is ook de aanzet tot kritische reflecties over wat je aan het doen bent, van groot belang. De meeste leerkrachten zullen hier zelf niet spontaan toe komen. Het beeld van ‘je hebt het of je hebt het niet’ is eerder een achterhaalde opvatting van het lerarenberoep. De academische lerarenopleiding heeft voor de meeste deelnemers echt wel zin.
Onderwijsinspectie
U werkt ook samen met verscheidene Vlaamse scholen. Is deze samenwerking er op gericht deze nieuwe concepten in het onderwijs te integreren?
Van Petegem Vanuit onze onderzoeksgroep lopen een aantal begeleidingsprojecten. Vier jaar geleden heb ik een nascholingsproject ontwikkeld in verband met zelfevaluatie. Hierdoor worden scholen in staat gesteld om hun eigen sterktes en zwaktes te onderkennen, er gepaste gevolgen aan te geven en ze te vertalen in acties. Voor een stuk hebben we de scholen hierin begeleid. Ondertussen hebben we dit initiatief binnengebracht in bijna de helft van de achthonderd à negenhonderd Vlaamse secundaire scholen. Dit heeft wel zijn gevolgen. We hoorden van de onderwijsinspectie dat scholen middels die begeleiding beter in staat zijn zichzelf te beoordelen.
Scholen kunnen ook leren van elkaar. Daarom brengen we ze dichter bij elkaar.
Een ander luik heeft te maken met het begeleiden van scholen om het gedachtegoed dat wij in de lerarenopleiding voorstaan aan de man te brengen. Ik stel tevens vast dat we hierin een mediërende rol spelen door scholen dichter bij elkaar te brengen. Scholen kunnen ook leren van elkaar. Het werk van onze expertisegroep Open Leren is hierbij zeer behulpzaam. Scholen worden uitgenodigd om expertisen en ervaringen uit te wisselen. Ik heb het gevoel dat zij daar ook veel aan hebben.
Daarnaast kijken zij heel erg uit naar de nieuwe generaties van afgestudeerde leraars uit onze opleiding. Zij zijn immers reeds vertrouwd met de essentie van het begeleid zelfstandig leren. In die zin proberen we dus goede relaties met de scholen te onderhouden.
Verzwaren is in
De hervorming van de huidige academische lerarenopleiding is reeds in de maak. Waarom heeft men er voor gekozen om deze opleiding te verzwaren?
Van Petegem Ten eerste is het laatste woord over deze hervorming nog niet gezegd. Voorts vinden wij de besluitvorming daaromtrent allesbehalve. Hoe de lerarenopleiding daarbij betrokken wordt, komt in de media niet altijd correct naar voor. De verzwaring heeft te maken met het nieuwe beeld van de leraar. De basiscompetenties van een beginnende leraar kunnen binnen de huidige lerarenopleiding van 30 studiepunten niet gerealiseerd worden. Als men dit vergelijkt met de regentaatsopleiding die 180 studiepunten in beslag neemt is dit vrij weinig.
We moeten nu voortdurend kiezen wat we aan bod laten komen en leveren zo leerkrachten af die eigenlijk onaf zijn. Ook wanneer we de studielast van onze opleiding vergelijken met die van opleidingen in het buitenland, zien we vast dat die veel lager ligt. In tal van Europese landen of de VS gaat het om 60 studiepunten. Verder stelt men wereldwijd een academisering van de lerarenopleiding vast. In de VS kan men enkel nog een lerarenopleiding op academisch niveau volgen.
Pretpakket
Vele studenten zullen er niet mee kunnen lachen dat de lerarenopleiding van 30 naar 60 studiepunten zal worden opgetrokken. Zal de verzwaarde opleiding niet moeilijker te combineren zijn met de hoofdstudie?
Van Petegem Je krijgt natuurlijk wel een apart mastersdiploma. Het is niet zo maar iets dat je eventjes naast je reguliere opleiding doet. Het is een volwaardige opleiding van 60 studiepunten waar je ook een volwaardig diploma voor krijgt.
Ik hoor studenten soms klagen over de werkdruk. We stellen hoge eisen omdat je een bijkomend diploma krijgt, dat in het huidige geval voor 30 studiepunten staat. Het zou verkeerd zijn, mocht deze opleiding aan studieduur en kwaliteit moeten inboeten, om aan de hand van een “pretpakket” twee diploma’s te krijgen.
Dat spreekt voor zich. Gaat volgens u de kwaliteit ook verbeteren?
Van Petegem Hoe de hervorming er uiteindelijk zal uitzien, is voor ons koffiedik kijken. Wij kregen een nota van een paar bladzijden lang, maar die was niet al te indrukwekkend. De voorstellen van de academische lerarenopleiding zelf zijn veel grondiger dan die van de minister. Ik denk wel dat een uitbreiding van de opleiding een kwalitatief rijkere leraar aflevert die beter voorbereid is om zijn loopbaan te beginnen.
Professor Van Petegem, wij danken u voor dit gesprek.