We kennen het allemaal, technologisch geklungel van het eerste uur. En het vindt meestal niet alleen thuis plaats, maar ook waar je het liefst niet zou willen tegenkomen: aan de universiteit. Nu de storm van het tablet-debat een beetje is gaan liggen, vragen we ons af hoe de universiteit van Antwerpen ernaar streeft mee te zijn met de hightech maatschappij waarin we leven.
Het lijkt wel of we enkele jaren geleden de zeven vette jaren van de technologie binnenwandelden, want prompt werden overheadprojectors vervangen door beamers, aanwijsstokken (of roedes!) werden laserpointers en het witte canvasdoek werd aan Universiteit Antwerpen al wel eens vervangen door een digitaal beeldscherm. Het begin van een technologisch tijdperk dat niet te stoppen lijkt. Door overbevolking moeten sommige lessen nu bovendien simultaan gestreamd worden naar een tweede lokaal. Deze lessen (Inleiding tot de Financiële Markten I) worden zelfs online beschikbaar gesteld. Ook in Leuven zou dat zo zijn: er zijn lessen die online beschikbaar zijn en professoren die online hun studenten te woord staan voor eventuele vragen. Fijn, toch?
Fantastisch! Tenminste, als het allemaal zou werken. Hier in Antwerpen duurt het allemaal iets langer vooraleer alles ook daadwerkelijk gesmeerd loopt. Kinderziektes, noemt men dat. Zo is momenteel slechts de eerste les van Financiële Markten online beschikbaar en verliep het simultane lesmoment verre van ideaal. Het is trouwens ook nog maar de vraag of dit online beschikbaar stellen van lesmomenten werkelijk een goed idee is. Onze online bevraging (ja, je kan ons steeds leuk vinden op Facebook), suggereert dat er een vermindering van aanwezigheid zou zijn, hoewel in absolute aantallen iets meer studenten beweren dat ze de lessen nog zouden blijven bijwonen. Hoewel het online beschikbaar maken van lesmomenten positief is, kan het ook een kloof tussen professor en student creëren. Het spontane van een les en haar interactie (als die er is) verdwijnt helemaal.
Op andere gebieden is er dan weer sprake van een verhoogd interactiegehalte dankzij de technologie. Zo werd er software ontwikkeld die ervoor zorgt dat studenten tijdens een les met hun smartphone vragen kunnen beantwoorden. Met Shakespeak worden die antwoorden dan doorgestuurd naar een computer die de resultaten meteen kan weergeven, aan de hand van frequentiegrafieken. Dit werd al uitgetest aan de Universiteit Gent en wordt nu onder sommige doctorandi van de Universiteit Antwerpen hevig besproken. Als deze methode wordt toegepast, is de student veel meer betrokken in het lesgebeuren. Daarenboven komen dergelijke interacties het leergeheugen ook ten goede, aangezien ze een ankerpunt kunnen vormen voor later.
Bij dwars volgen we deze ontwikkelingen op de voet. Niet alleen merken we op dat de Universiteit vooruitstrevend is, de virtuele wereld van apps en likes opent perspectieven naar een verbeterde communicatie en integratie van leerstof.